«Giselle Ecury is in dit opzicht illustratief.» – Eric Mijts en Wim Rutgers

VoorplatRodeAppel75dpiKleinOver o.a. ‘De rode appel’ van Giselle Ecury in ‘De diaspora van de identiteit’ in Ons Erfdeel, augustus 2014:
Er is in deze eeuw weer een groep auteurs ontstaan die op de ABC-eilanden en in Nederland werk van kwaliteit afleveren in het Nederlands: een nieuwe generatie Nederlands-Caribische auteurs. (…) In het werk van Giselle Ecury lezen we de dominante want steeds terugkerende thema’s als gemengde afkomst, interculturele relaties, het raadsel van de oorsprong en de zoektocht naar identiteit. We zien de steeds terugkerende dubbele setting in Nederland en het Caribisch gebied. Het perspectief ligt bij de uit dat gebied afkomstige personages. Ze vertellen hun levensverhaal in een taal die tegen het Papiaments aanleunt door het gebruik van met de eilanden gebonden specifieke woorden. Uit de thematiek vloeit een dubbelstructuur voort, waarbij verleden en heden elkaar raken en verzoend moeten worden. (…) ‘De rode appel’ (2013), is inhoudelijk opgebouwd als een tweeluik met de dubbelgeschiedenis van de twee hoofdpersonen Elisabeth en Nicki, die beiden het product zijn van een interculturele relatie, waarmee ze in het reine moeten zien te komen. Verleden en heden blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden door een dubbele terugblik: die van Elisabeth op haar au-pairtijd als jong meisje in Zuid-Frankrijk, waarnaartoe ze na dertig jaar terugreist om opheldering te krijgen over wat er toentertijd precies gebeurd is, en vervolgens van haar vriend Nicki, die haar zijn levensverhaal over zijn Curaçaose jeugd toevertrouwt, waarna ze dat opschrijft. (…) Voorlopig [zal deze groep] hun kracht nog zoeken in eigen kring om via die positie een brug te slaan, ook al worden deze auteurs nog (te) weinig opgemerkt of hooguit weggezet in het minderhedencircuit.
Lees hier het artikel
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer

Interview over het werk van Elis Juliana met Fred de Haas

ElisJulianaschildeirjDe Avonden (VPRO, Radio 6), maandag 1 juli 2013 tussen 22.00 uur en 23.00 uur (Nederlandse tijd):
Ook op Curaçao hebben ze ‘De grote drie’. Vorige week, op 23 juni 2013, overleed een van hen, de dichter Elis Juliana (1927-2013). Hij dichtte over het slavernijverleden en op liefdevolle wijze over de grillen van zijn eigen volk. Hij deed dat in het Papiaments, de taal waarop eeuwenlang was neergekeken. Niet rijm, maar ritme is belangrijk in Juliana’s poëzie, wat vertaling in het Nederlands niet makkelijk maakt. Fred de Haas is behalve vertaler ook muzikant en misschien wel daardoor lukte het hem om werk op goede manier te vertalen. Emmie Kollau sprak met hem over het leven en werk van Elis Juliana.

Luister hier naar het interview

Meer over Elis Juliana

Elis Juliana † 23 juni 2013

Fotocompilatie bij lied ‘Hé Patu/Waggeleend’ door Dick Drayer (van Persbureau Curaçao), 26 juni 2013:
Elis Juliana heeft het gedicht geschreven voor zijn dochter Mayra en – via haar – voor alle kinderen van Curaçao, Aruba en Bonaire. Met zijn andere ritmische gedichten is ‘Hé Patu’ toch wel de merknaam van Elis Juliana geworden, hoewel het natuurlijk niet kenmerkend is voor de inhoud van zijn totale oeuvre. De muziek van ‘Hé Patu’ is van Padú del Caribe (Padú Lampe). De uitvoerende zangers en instrumentalisten zijn Mayra en Fred de Haas (zang, harp, gitaar).

Lees hier de oorspronkelijke tekst in het Papiaments en de de vertaling van Fred de Haas

Meer over Elis Juliana en Hé Patu/Waggeleend bij Uitgeverij In de Knipscheer

Elis Juliana (85) op Curaçao overleden

Op zondagochtend 23 juni 2013 is de Curaçaose dichter, schrijver, beeldend kunstenaar en archeoloog Elis Juliana op 85-jarige leeftijd overleden.

Ik herinner me een krantenfoto uit de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw die me rond 1980 onder ogen kwam toen de uitgeverij net betrokken raakte bij het werk van Boeli van Leeuwen en daarmee bij de Nederlandstalige Antilliaanse literatuur. Op de foto behalve Boeli van Leeuwen, W.F. Hermans en Cola Debrot ook een zwarte man. Het onderschrift maakte duidelijk dat het om Elis Juliana ging. De foto fascineerde mij omdat hij zo zichtbaar maakte dat er naast de geschreven Nederlandstalige Antilliaanse literatuur ook een literatuur bestond in de taal van het volk, het Papiaments, die aan mij voorbijging. In oktober 2007 was ik voor het eerst vanwege Boeli van Leeuwen enkele dagen op Curaçao. Een van die dagen was ik te gast bij Richard en Rinia Doest. Richard Doest bood aan me langs enkele schrijvers van mijn keuze te rijden die ik niet eerder ontmoet had. Elis Juliana wilde ons na zijn siësta thuis ontvangen. Ik was zeer onder de indruk. Sinds dat moment was ik heilig van plan ‘ooit’ iets van Elis Juliana uit te geven. Een paar jaar later hoorde ik van Fred de Haas dat hij een keuze uit Juliana’s gedichten had vertaald. Die bundel kwam in 2011 uit: ‘Hé Patu/Waggeleend’ en was in september dat jaar het middelpunt van ons Antilliaans boekenprogramma ‘Curaçao! Curaçao!’ in het Amsterdamse Podium Mozaïek. (Franc Knipscheer)

Meer over Elis Juliana bij In de Knipscheer

Memo Slavernij op 24 april in Haarlem.

Op 1 juli 2013 is het 150 jaar geleden dat de slavernij in onze vroegere koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen werd afgeschaft. Schrijvers en filmers houden in hun werk de herinnering van het slavernijverleden levend en dragen bij aan kennis over en het bewustzijn van het slavernijverleden. Gasten zijn Janny de Heer, Fred de Haas, Ezra de Haan en Noëlle Beerepoot.
Janny de Heer debuteerde in 1999 met Landskinderen van Curaçao. Sinds 2010 werkt zij aan de historische roman Gentleman in slavernij, over een Duitse immigrant in het 19de eeuwse Suriname, die in 2013 zal verschijnen.
Fred de Haas is muzikant, vertaler en essayist. Hij houdt aan de hand van een een PowerPoint-presentatie een verhandeling over de slavernijgeschiedenis waarin Portugal en Nederland een uitgebreide rol spelen en in samenhang daarmee over onderdrukking van het Papiaments.
Ezra de Haan is schrijver en criticus. In de laatste hoedanigheid schrijft hij met grote regelmaat over de literatuur van de voormalige Nederlandse koloniën. Najaar 2010 was hij gastdocent aan de Schrijversvakschool in Paramaribo. Najaar 2013 verschijnt van zijn hand een essayboek over zijn ontmoetingen met de Surinaamse dichter Michaël Slory. In ‘Memo Slavernij’ vertelt hij over drie historische novellen van Els Langenfeld waarin het dagelijks leven (spelend in 1738, 1795 en 1888) op en rond de Curaçaose plantage Porto Marie wordt geschetst, die in september 2013 verschijnen.
Het project ‘Haarlemse herinneringen aan het slavernijverleden’ gaat 17 augustus 2013 (herdenking Tula opstand) van start met de opening van de tentoonstelling, tot begin oktober te zien in Noord-Hollands Archief en bij de ingangen van de musea Teylers en Frans Hals.
Noëlle Beerepoot van Bureau Discriminatiezaken Kennemerland vertelt over wat het project behelst en laat een voorproefje zien.
Voorts aandacht voor het zojuist verschenen Porto Marie (1738 – 1795 – 1888) van Els Langenfeld en de eerder verschenen novelle Slaaf en meester van Carel de Haseth.

Presentatie Franc Knipscheer. Letterij wordt gemaakt door Uitgeverij In de Knipscheer voor de Pletterij.

Klik hier voor Porto Marie

Klik hier voor Slaaf en meester

Klik hier voor Gentleman in slavernij

«Deze biografie is een uitnodigende introductie op het werk van Pierre Lauffer.» – Janita Monna

Over ‘Pierre Lauffer. Het bewogen leven van een bevlogen dichter’ van Bernadette Heiligers in Trouw, 16 maart 2013:
In Nederland is de generatiegenoot van bekende Antilliaanse auteurs als Tip Marugg en Boeli van Leeuwen vrijwel onbekend. Dat is onder meer te verklaren doordat Lauffer schreef in het Papiaments, de taal die wordt gesproken op Aruba, Bonaire en Curaçao. De onlangs verschenen biografie van Bernadette Heiligers zal daarom voor velen een eerste kennismaking zijn met leven en poëzie van deze Curaçaose dichter. (…) De muzikaliteit van zijn taal weet hij in zijn gedichten ten volle uit te buiten. Zijn gedichten en liedjes met het weerbarstige landschap van Curaçao op de achtergrond zijn ritmisch en helder.

Lees hier de recensie

Meer over deze biografie en Pierre Lauffer

«Het is mooi dat men ook hier kennis kan nemen van het boeiende leven van deze man die in een uithoek van ons Koninkrijk zowel in zijn leven als in zijn poëzie z’n eigen pad ging.» – Albert Hogeweij

Over ‘Pierre Lauffer. Het bewogen leven van een bevlogen dichter’ van Bernadette Heiligers op Literair Nederland, 18 februari 2013:
De anekdotes doen het goed in deze biografie die een tikkeltje conventioneel inzet om gaandeweg over te gaan op show, don’t tell. Want er kan met zoveel woorden worden verteld dat Pierre Lauffers afkeer van sociale conventies een spoor van onrust door zijn leven trok; dat zijn nonchalante houding niet een geaffecteerde poging betrof om de artiest uit te hangen, maar dat hij, waar zelfs de eenvoudige kantoorbediende niet zonder jas en gepoetst schoeisel de deur uitging, het gewoon zelf verkoos om in hemd en op arme-mensen-sandalen over straat te lopen onder het motto ‘je moet de mensen iets te roddelen geven’, maar als je mag lezen dat de dichter in de apotheek, horende dat een klant discreet naar de apotheker vraagt, buldert: ‘Geef die man toch gewoon een pak condooms!’ weet je genoeg. Vanaf dat moment komt zijn levensverhaal écht tot leven en zal die Pierre bij de meeste lezers een potje kunnen breken.

Lees hier de recensie

Meer over Pierre Lauffer en deze biografie

«Boeiende biografie om in één adem uit te lezen.» – Walter Palm

Over ‘Pierre Lauffer. Het bewogen leven van een bevlogen dichter’ van Bernadette Heiligers, 14 december 2012:
Het is te prijzen dat de Fundashon Pierre Lauffer het initiatief heeft genomen voor deze biografie die ook een licht werpt op het literaire werk van deze literaire reus. Bernadette Heiligers heeft een boeiende biografie geschreven die het verdient om in één adem uit te lezen. Fred de Haas zorgde voor uitstekende vertalingen.

Meer over deze biografie

In memoriam Francisco Carrasquer (1915-2012)

Fred de Haas over Franciso Carrasquer in Linguaan, 7 november 2012:
Na de dood van Franco is hij in 1985, na zijn pensionering, teruggegaan naar zijn geboorteland, waar hij op 7 augustus 2012 op 97-jarige leeftijd is gestorven.
De bundel Vísperas had hij in Nederland geschreven. Het stof van de Spaanse revolutie was eindelijk neergeslagen en Carrasquer vond de rust om de blik te richten op de gebeurtenissen uit het verleden die zijn vlucht uit het land van Franco hadden bewerkstelligd. Ik was onmiddellijk gegrepen door de beklemmende sfeer van zijn verzen.

Lees hier het hele IM

Meer over Vespers – Vísperas

‘Linguaan’ is het tijdschrift van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers (NGTV)

«Juliana heeft zijn grote populariteit vooral te danken aan zijn eenvoudige, ritmische klankgedichten.» – Joop Leibbrand

Over ‘Hé Patu / Waggeleend’ van Elis Juliana, gebloemleesd en vertaald door Fred de Haas op MeanderMagazine, 29 november 2011:
Elis Juliana houdt met name de Afro-Antillianen met hun overmoedige machogedrag een spiegel voor. Velen staan sociaal-economisch zwak, voelen zich snel minderwaardig en gediscrimineerd, maar nemen domweg te weinig verantwoordelijkheid voor het eigen bestaan. (…) Juliana heeft zijn grote populariteit vooral te danken aan zijn eenvoudige, ritmische klankgedichten, zoals ‘Bom! Bom! Vurige trom!’, op grond waarvan je hem bijna de Antilliaanse Bilderdijk zou noemen: ‘Bom! Bom! Vurige trom!/ Bom! Bom! Vurige trom!/ Bom…! Bom…! Bom…!’ of ‘Verdrink je verdriet’, een lied waarin een slaaf oproept te dansen en te zingen teneinde de ellende te kunnen vergeten. Het slot is een regelrechte paardans, want alle werkwoorden hebben een seksuele connotatie. (…) Het bekendst is Juliana geworden door zijn speelse, vrolijke ‘Hé Patu’, oftewel ‘Waggeleend’. Het is inmiddels meer dan vijftig jaar oud en een echte eilandklassieker. Het beschrijft simpelweg hoe een moedereend met haar kuikentjes in haar kielzog op eten uitgaat, maar doet dat op zo’n aanstekelijke manier, dat je het voor je ziet.

Lees hier de recensie

Meer over Elis Juliana