«De rebelse Boeli van Leeuwen.» – Klaas de Groot

BoelivanLeeuwen1Woestijnen en profeten, het zijn onderwerpen waarover Van Leeuwen, sinds in 1947 zijn schrijversleven begon, nooit meer heeft gezwegen. (…) ‘Wie zegt gij dat ik ben?’ begint met een herinnering aan zijn middelbare schooltijd in Den Haag tijdens de Tweede Wereldoorlog. (…) Op dezelfde school zat de aankomende dichter Hans Lodeizen. In de eerste biografie van Lodeizen, geschreven door Gerard Bes, kunnen we lezen dat de gymnasiast Van Leeuwen meer deed dan lezen: ‘Achter de rebelse Boeli van Leeuwen (…) liepen de klasgenoten als trouwe honden aan.’ Het lijkt erop dat die klasgenoten de eerste volgelingen waren van de latere profeet Van Leeuwen. (…) Dat verhaal verscheen voor het eerst op 22 augustus 1980 in de Ñapa, de weekendbijlage van de Amigoe. In 1997 werd het opgenomen in de bundel De taal van de aarde, en uitgegeven door In de Knipscheer. Met die bundel werd een trits afgesloten van verzamelingen van krantenstukken. Waarschijnlijk zijn er weinig lezers van het werk van Van Leeuwen die niet willen bevestigen dat die stukken parels bevatten.
Lees hier het artikel ‘Boeli van Leeuwen en de woestijn’ op Caraïbisch Uitzicht
Meer over Boeli van Leeuwen
Meer over Klaas de Groot op deze site

«Het boek is een echt Curaçaos werk.» – Klaas de Groot

Over ‘Kate Moss in Mahaai’ van Hans Vaders en Herman van Bergen in OSO (2012-1), 10 september 2012:
In de inleiding wordt het boek een poëziebundel genoemd, maar door de combinatie van woord en beeld is een boek ontstaan dat meer is dan een verzameling gedichten. Zo wordt Boeli van Leeuwen afgebeeld in de laatste fase van zijn leven. Deze afbeelding sluit goed aan bij het thema van het verval en de teloorgang, het grote thema van dit boek. De titel laat al zien dat in deze bundel gedichten bijzondere combinaties niet geschuwd worden. Zo bijzonder in sommige gedichten en illustraties dat het surrealisme niet ver weg is. Het surreële element speelt tenslotte ook een prominente rol in sommige illustraties. De collage is immers gedemocratiseerd surrealisme, merkte W.F. Hermans ooit op. Het surrealisme mag dan op zichzelf voor vervreemding zorgen, op Curaçao is het nooit ver weg.
Met die vervreemding zijn we bij de laatste alinea van de inleiding: ‘Maar let wel, er zit een speciale afgeleide wereld in onze wereld. In deze poëziebundel trachten een beeldend kunstenaar en een dichter dit innerlijk denkbare behang vorm en inhoud te geven. Wellicht noemen we dit kunst, dat voortdurend verversen van verwondering en vervreemding.’ Aardig in dit citaat is de verwijzing naar de poëziebundel Het innerlijk behang van Hans Lodeizen. Niet de minste om in je gezelschap te hebben, als je een bijzonder boek wilt maken. En daarin zijn Van Bergen en Vaders geslaagd.

Lees hier de recensie

Meer over Kate Moss in Mahaai

Meer over Hans Vaders

Meer over Herman van Bergen