«Met ‘Terug tot Tovar’ heeft Hans Vaders een web van verhalen geweven dat lijkt samen te komen op Curaçao. Een web dat een lezer maar al te graag wil ontwarren.» – Koos van den Kerkhof

Over ‘Terug tot Tovar’ van Hans Vaders in Ñapa (Amigoe), zaterdag 13 oktober 2012:
In zijn vergeefsheid en teloorgang sluit het verhaal aan bij de twintigste eeuwse romantici in de Nederlandse literatuur, bij Slauerhoff en Terborgh. In zijn raadselachtigheid, wreedheid en vertelkunst is het een Caribische roman die past in de lijn van een Boeli van Leeuwen en Tip Marugg. De ondraaglijkheid van het menselijk lot lijkt onverbiddelijk en laat de lezer achter in dromen en melancholie.

Lees hier de hele recensie

Meer over Hans Vaders

«Het boek is een echt Curaçaos werk.» – Klaas de Groot

Over ‘Kate Moss in Mahaai’ van Hans Vaders en Herman van Bergen in OSO (2012-1), 10 september 2012:
In de inleiding wordt het boek een poëziebundel genoemd, maar door de combinatie van woord en beeld is een boek ontstaan dat meer is dan een verzameling gedichten. Zo wordt Boeli van Leeuwen afgebeeld in de laatste fase van zijn leven. Deze afbeelding sluit goed aan bij het thema van het verval en de teloorgang, het grote thema van dit boek. De titel laat al zien dat in deze bundel gedichten bijzondere combinaties niet geschuwd worden. Zo bijzonder in sommige gedichten en illustraties dat het surrealisme niet ver weg is. Het surreële element speelt tenslotte ook een prominente rol in sommige illustraties. De collage is immers gedemocratiseerd surrealisme, merkte W.F. Hermans ooit op. Het surrealisme mag dan op zichzelf voor vervreemding zorgen, op Curaçao is het nooit ver weg.
Met die vervreemding zijn we bij de laatste alinea van de inleiding: ‘Maar let wel, er zit een speciale afgeleide wereld in onze wereld. In deze poëziebundel trachten een beeldend kunstenaar en een dichter dit innerlijk denkbare behang vorm en inhoud te geven. Wellicht noemen we dit kunst, dat voortdurend verversen van verwondering en vervreemding.’ Aardig in dit citaat is de verwijzing naar de poëziebundel Het innerlijk behang van Hans Lodeizen. Niet de minste om in je gezelschap te hebben, als je een bijzonder boek wilt maken. En daarin zijn Van Bergen en Vaders geslaagd.

Lees hier de recensie

Meer over Kate Moss in Mahaai

Meer over Hans Vaders

Meer over Herman van Bergen

Hans Vaders – Terug tot Tovar. Novelle

HANS VADERS
Terug tot Tovar

Curaçao
Genaaid gebonden met stofomslag, 104 blz., € 16,50
september 2012
ISBN 978-90-6265-697-4

Presentatie 16 september in Podium Mozaïek Amsterdam

Een rum en absinth drinkende voormalige danseres op een koude hotelkamer. Een leraar en wetenschapper op zoek naar zijn roots in Colonia Tovar, Venezuela. Twee levens die elkaar net niet raken. Tussen haar speelgoedbeesten leeft Ilse Smiedt in een fantasiewereld bevolkt met herinneringen aan haar danscarrière en aan een gestrande liefdesrelatie. Bij het schrijven van zijn proefschrift blijkt Wim Liebknecht een geschiedvorser op zoek naar wie zijn vader was. Puzzelstukje voor summier puzzelstuk brengen de geschriften en flashbacks van Ramón Ro-mero, een bandleider en zakenman in ruste, een geschiedenis aan het licht die de levens heeft bepaald van de danseres en de wetenschapper. In een vroeger leven zat deze bandleider aan het stuur van een Studebaker. Met een snurkende Venezolaan van Duitse origine op de achterbank, koerste hij over de uitgestrekte llano’s met opdrachten van de Auslands-Organisation van de nazi’s.

Hans Vaders (Curaçao) speelt een subtiel spel met parallelle verhalen. Verleden en heden schuiven in elkaar en omhullen de lotgevallen van de hoofdpersonen met een fatale betovering. Zo is Terug tot Tovar een labyrint van terugblikken en gebeurtenissen. Personages scheren langs elkaar heen. In een flamboyante stijl roept Vaders een raadselachtige atmosfeer op die herinnert aan de wereld van Gabriel García Márquez en William Faulkner.

Over Otrobanda, Vaders’ tweede prozaboek, schreef Michiel van Kempen: ‘Bevat juweeltjes van beschrijvingskunst’.

‘Ik, Ramón Romero de las Rosas, heb de mannen voorzichtig in die greppel gelegd. Met eerbied ja, met eerbied, zoals je alleen voor een mens, een kameraad, al is het de vijand, kunt opbrengen. Aan alles komt evenwel een einde en het uitzicht over de glinsterende, snelstromende Tuy in het dal was overweldigend met Tovar in de verte.’

MeanderMagazine over Kate Moss in Mahaai

Zoals voorheen en altijd in roes
In de Knipscheer blijft een onvermoeibare pleitbezorger van de Caribische literatuur en dat levert regelmatig mooie uitgaven op. De bundel die dichter Hans Vaders en kunstenaar Herman van Bergen maakten is er zo een. (…) Lezers, help Vaders nu het nog kan, koop die bundel. Hij stort je midden in de andere wereld die Curaçao is en verloochent de Nederlandse wortels niet. Het levert een boeiende synthese op.

Lees verder.

Hans Vaders/Herman van Bergen – Kate Moss in Mahaai

HANS VADERS/HERMAN VAN BERGEN
Kate Moss in Mahaai

Curaçao
Nederlandse Antillen
Genaaid gebonden met stofomslag,
vierkleuren illustraties,
64 blz., € 19,90
oktober 2011
ISBN 978-90-6265-691-2

Zoals voorheen en altijd in roes zoek ik
in morse rumkroeg en dito snek
naar jou, mijn geliefde
Kate Moss van Mahaai,
maanvis die mij eens,
op goed geluk,
uit onze toornige zee schoot en
overlaadde met onvermogen.

Kate Moss in Mahaai is de uitdagende titel van dit boek dat is ontstaan uit een unieke samenwerking tussen dichter Hans Vaders en beeldend kunstenaar Herman van Bergen, die beiden al decennialang wonen en werken op Curaçao. Kate Moss, het roemruchte Engelse fotomodel, en Mahaai, de statige wijk ten oosten van Willemstad, komen hier samen, want als twee kunstenaars hun verbeelding de vrije loop laten wordt in hun wereld alles mogelijk.

Iedereen, iedere vrouw, mag daarom onze Kate Moss in Mahaai zijn. Iedereen is de facto de Kate Moss op de mondiale catwalk van het sterfelijke leven, zoals alle vrouwen, alle mensen in deze wereld enigszins op elkaar menen te moeten lijken in gedrag en uiterlijk, maar in de dagelijkse gang van proces naar rusteloos proces futiliteit, wrok en achterklap met elkaar delen.

Hans Vaders (1949) was als neerlandicus aanvankelijk docent, maar is bovenal journalist en als eindredacteur werkzaam bij diverse Curaçaose kranten. Hij is auteur van de korte roman Tropische winters en de meervoudig bekroonde bundel Otrobanda (‘bevat juweeltjes van beschrijvingskunst’, Michiel van Kempen).

Herman van Bergen (1953) studeerde aan de kunstacademie in Arnhem en culturele antropologie in Nijmegen en exposeert met regelmaat in Europa, Noord- en Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Hij is de maker van het Snèk Book Curaçao dat zowel in het Papiaments als in het Engels en Nederlands verscheen. Hij verwierf faam met zijn jaarlijkse kunstkalenders die alleen al op Curaçao jaar na jaar duizenden exemplaren verkopen.

Prijzen

Werd Hans Vaders (Curaçao) in april 2006 op de Antillen onderscheiden voor zijn in Antilliaans Dagblad gepubliceerde verhalenreeks “Otrobanda“, op 27 juni jl. is de reeks ook internationaal bekroond in Miami, Florida met de American Express Tourism Media Award, een prijs voor de schrijvende pers voor het gehele Caribisch gebied inclusief Zuid-Florida. Tevens werd hem hiervoor op 7 juli 2006 in Fort Amsterdam tijdens een officiële ontvangst door de Antilliaanse premier Emily de Jongh-Elhage een ‘Sertifikado di Ekselensia’uitgereikt. De Nederlandse lezer zal tot het najaar moeten wachten op Vaders Otrobanda en kunnen het tot dan stellen met zijn romandebuut Tropische winters.

Hans Vaders – Otrobanda. Berichten van de overkant

HANS VADERS
Otrobanda. Berichten van de overkant
Nederlandse Antillen. Verhalen
Ingenaaid, 128 blz. € 13,50
ISBN 90-6265-580-9
Eerste druk 2007

Naar Curaçao? Otrobanda te boek gesteld.

Otrobanda, waar 300 jaar geleden de eerste bouwsels – een paar berucht geworden kroegen – verrezen, werd sinds die tijd de uitwijkplaats aan de overkant van de St.-Annabaai voor de second-class citizens van Willemstad. Inmiddels is dit het meest Caribische stukje Curaçao, een veelkleurig en bruisend stadsdeel dat nooit slaapt, waar het leven van alledag een aaneenschakeling is van verrassende verhalen, en is het door de Unesco geplaatst op de lijst van het Werelderfgoed.

Hans Vaders portretteerde met een scherp oog dertig weken lang wekelijks voor het Antilliaans Dagblad het wel en wee van ‘zijn’ Otrobanda en zijn medebewoners van deze wijk. De artikelenreeks werd in 2006 op Curaçao bekroond met de prestigieuze Tourism Journalism Award en internationaal in Miami met de Caribbean Tourism Media Award.

«Is dushi Kòrsou het stralende middelpunt van deze wereld, dan kan Otrobanda zonder enige twijfel haar grote, enigszins morsige, maar bovenal gastvrije huiskamer worden genoemd. De westelijke grens van die wonderlijke enclave aan het Curaçaose havenfront, het is het Manhattan van het eiland waar niemand ooit echt slaapt, is echter nogal diffuus.
Zo rekenen namelijk ook de meeste, veelal vergrijsde bewoners van de oude politiewoningen van Mundo Nobo, de Nieuwe Wereld, zich vaak tot de Otrobandista’s pur sang. Maar dat is een misvatting. Ze brengen alleen in de pittoreske buurt het merendeel van hun vrije tijd en werkende leven door.»

Hans Vaders (1949) woont in Otrobanda op Curaçao.
Hij is neerlandicus. Behalve journalist is hij dichter (o.a. in Kristòf en De Tweede Ronde) en schrijver van de roman Tropische winters (2001).

American Express Tourism Media Award 2006

De uitreiking van deze voor het Caribisch gebied belangrijke onderscheiding vond plaats op 27 juni tijdens de CHIC, de Caribbean Hotel Industry Conference in Miami. De criteria voor deze award zijn: originality of the subject; quality of the investigation/research; quality of treatment; ability to relate tourism to social, economic and environmental issues; and potential impact on the public and policy makers.

‘Hans Vaders wrote a series of 30 articles entitled ‘Otrobanda’ published in the Antilliaans Dagblad over a period of six months. He traces the impact of socially-responsible development in the reemergence of the small community of Otrobanda, a formely troubled and impoverished city district situated on the harbor that has been designated a World Heritage Site by Unesco.’

‘The Otrobanda series offers a very real look at sustainable tourism in practice – and in terms we can all relate to.’ – Dianelys Rodrí­guez, VP of Establisment Services – Latin America & Caribbean

Tourism Jounalism Award 2006 (Curaçao) voor Hans Vaders

De Chata, de Curaçao Hospitality and Tourism Association heeft voor de elfde keer de prestigieuze Tourism Journalism Award uitgereikt. De onderscheiding voor 2006 ging naar auteur Hans Vaders voor zijn reeks van 30 verhalen in het Antilliaans Dagblad over de rebelse buurt Otrobanda, een wijk die hoteleigenaar Jacob Gelt Dekker van Kuri Hulanda bij zijn komst omschreef als een ‘Somalisch oorlogsgebied’ en die sinds enkele jaren in optima forma toeristisch wordt ontwikkeld. Otrobanda speelde in de Antilliaanse literatuur tot dusver alleen een rol in Boeli van Leeuwens roman Schilden van leem en vooral in Erich Zielinski’s De Engelenbron. Uitgeverij In de Knipscheer is voornemens in najaar 2006 de verhalen in boekvorm te bundelen onder de titel «Otrobanda».

Hans Vaders in De Tweede Ronde

In het ‘winternummer’ van De Tweede Ronde (Tijdschrift voor literatuur, uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, januari 2005) is werk opgenomen van drie auteurs uit het fonds van In de Knipscheer. Klaas Jager, van wie in 2004 Klipgeiten verscheen, komt met twee nieuwe gedichten: Spiegel van de werkelijkheid? en Houden van het imperfecte. Van Hans Plomp is het verhaal Op koninklijk bezoek opgenomen, dat prachtig aansluit bij zijn verhalen uit In India. Hans Vaders (Curaçao), schrijver van de roman Tropische winters, debuteert als dichter eveneens met twee gedichten: De banneling en Hotel Maracaibo.

Hotel Maracaibo

Toen…ja toen in korte
weemoedige nacht,
verrot klokhuis vol genot,
tijd stilstond als de kapotte klok
in berucht hotel Maracaibo
en de immer heilige madelief Magda,
in besloten misdienst devoot
en langdurig werd bezeten;

In tempu di su ten,
tijd van weleer en toch weer geleend,
zijn sterren vluchtig en transparant,
wijde wijnzakken vol fijn gewreven
kristallen luchters.

Weer overvalt een wassende maan
de zwevende wereld, de kwetsbare
buik van een stad vol ingewijden.

Hotel Maracaibo is berooide haven,
het uitgelezen testament van karsokov
met zijn bruid, de volle bruine fles;

voor de barbier met geslepen mes
en tang om tand en tijd te slijten;
voor de bruut met zijn bijvrouw,
die hij bedreigt en zeer berouwt.

Elk drinkt rum en slaapt
met zijn favoriete meisje.
Maar waarom dan toch
die universele kilte,
gehuiver in flinterdunne dracht?

Een glimlachende geisha,
die niets heeft en alles wil bezitten,
grijpt warmbloedig naar onwillig bot.
In klamme kamers, waar
kakkerlak matroos regeert
op vele potsierlijke poten,
wordt oude zonde opgerakeld
tot traag vuur uit een vochtige tak,
een nat spoor uit zee.

Herinnering vervluchtigt slechts,
een bij voorbaat verloren, vuile oorlog,
tot luie lucht in de dolende ziel,
wanneer zij door vervlogen tijd
wordt ontmaskerd en ontleed.

Dwingende herinnering knaagt
alom aan het nabije verleden;
de hongerige rijstrat knaagt gestaag
aan het verboden kruid.

Verdrongen historie wordt
onverwacht opgeklopt tot heden.
Wie niet leeft, bestaat niet meer.
Wie zijn verleden vergeet,
keert nooit weer,
nooit weer naar het eiland,
niet naar de havenstad,
niet naar het hotel aan de kaai.

De banneling

Soms dacht ik, dat ik
de jonge jezus was.

Maar christus, wat is
mij nu nog gebleven
na het ontluisterd paradijs,
eens het mijne, enig bewijs en
middel van bestaan?

Ogenschijnlijk wijzigt niets zich,
in een hemel bezaaid met
vers gestrooid sterrengruis
en nog steeds en voor niemendal
danst de zondebok met de zwarte
clerus in vers gekerstende velden.

Wanneer de oude banneling rust
in naaldpulp zo kil en koud,
paren bange bosdieren schielijk,
balkend en licht ontstemd,

En kan hij, de wezenlijke,
de echte verlosser in exil,
slechts in staccato stamelen,
de gezwollen liefdeslippen praalziek
getuit van smart en koortsig paars:

María, ik had je lief, zo lief was je;
omarmden toch je roomblanke dijen
mijn naaktheid, mijn schuldig lichaam niet
onder het mij zo dierbaar bloedend hout?