Harman Nielsen – De Hoge Stad. Fantasyroman

Harman Nielsen
De Hoge Stad

Boek 3 in de romancyclus Het Verscholen Volk
Fantasy, Nederland
Ingenaaid, royaal formaat (14 x 21 cm), 440 blz.
€ 19,50
ISBN 978-90-6265-572-4
Eerste druk 2006
alleen rechtstreeks bij uitgever te bestellen

De Hoge Stad is boek drie uit de romancyclus Het Verscholen Volk, een verhaal dat in de toekomst speelt en waarin in Het Verscholen Volk niet de sterksten maar de zwaksten op Aarde als groepjes overleven, uitgroeien tot keldervolk, karavaanvolk en riviervolk en totaal nieuwe vaardigheden ontwikkelen. Twaalf jaar later is in De Laatste Jacht de buitenaardse vijand verdwenen, maar dienen zich nieuwe vijanden, nu uit eigen kring, aan. De mens heeft nog steeds zijn zwakten.

In De Hoge Stad zijn opnieuw twaalf jaren voorbijgegaan en schemer dreigt te vallen over de wereld van ‘het verscholen volk’. Sommigen geven de oude bestaanswijze op om onderdak te zoeken in een van de verlaten steden. De Hoge Stad is donker door de hoogbouw, nauw door de stegen. De Muur die erom is opgeworpen, door puin te storten in half neergehaalde hoogbouw, is een gordel van versteende, opeengestapelde oude angst. Zoals een kathedraal die op instorten staat van ouderdom, waar geen licht meer in wil vallen, waar het wrak van een prelaat uit angst voor de eigen dood macht over het nabestaan pretendeert, en waar groepen mensen gedwongen komen geloven.. Zo is De Hoge Stad de veruiterlijking van het gekluisterd worden, het opgesloten zijn in andermans angst en machtshonger. In onvrijheid gaat de mens dood; maar uiteindelijk komt hij aan de Muur en weet er door te dringen.

De romancyclus Het Verscholen Volk is door de pers eensluidend bestempeld tot eigentijds hoogtepunt in het genre.

Harman Nielsen in een essay in 2006 voor NCSF:
“Als iemand me vraagt, waarom ik Fantasy heb geschreven, kan ik dus eigenlijk alleen maar antwoorden: waarom niet? Maar in werkelijkheid heb ik me nooit zo erg afgevraagd of het schrijven van een Fantasy-cyclus nu wel of niet lite-ratuur zou opleveren. Ik ben aan de cyclus begonnen, omdat Fantasy me de vrijheid gaf te vertellen over een speciale wereld met een speciale problematiek. Die vrijheid moet volgens mij trouwens aan alle kunst ten grondslag liggen. Maar in Science Fiction – en al helemaal in Fantasy – komt die vrijheid wel heel specifiek tot uitdrukking. De vrijheid van de verbeelding.”

«Na Het verscholen Volk en De Laatste Jacht heb ik met veel spanning gewacht op het derde deel van de Nederlandse schrijver Harman Nielsen. De reeks gaat over de Aarde ver in de toekomst. Buitenaardse slavenhalers hebben de Aarde leeggehaald. En alleen de zwakken zijn gebleven. Na honderden jaren heeft de mensheid de draad weer opgepakt. Het Wagenvolk trekt over de vlakten, het Riviervolk bevaart de wateren en het Keldervolk woont in de vernielde steden. Over de wereld heerst een stilte en een gestage waakzaamheid. De slavenhalers kunnen immers terugkomen! Gepraat wordt er nauwelijks; men communiceert door een soort vingertaal. In de vorige twee delen hebben we gezien dat er veranderingen optraden. Er is een nieuwe zelfbewustzijn ontstaan en dit heeft de psychische talenten versterkt. In De Hoge Stad is een nieuwe ontwikkeling gaande. De Witte Vrouwe roept, en velen van het Wagen- en Riviervolk hebben gehoor gegeven. De stad is afgesloten door een hoge wal, en wie binnenkomt mag niet meer weg. Wat betekent dit?
Ik kan niet anders dan enthousiast zijn. Het verhaal wordt met veel verve verteld, en het eind is sterk en met stijl. Een absolute topper.» – Dagblad De Limburger

«Harman Nielsen heeft zich in mijn ogen bovenaan de lijst van Nederlandse schrijvers geplaatst met zijn prachtige vertelling over een toekomstige Aarde, beroofd van zijn menselijke bewoners door een ras van slavenhalers. Hun bedoeld lot was uit te sterven. Na eeuwen heeft zich toch weer een gemeenschap ontwikkeld. Het gesproken woord is vervangen door een vingertaal. En nog altijd werpen de mensen steels hun blik naar de hemel. De mensen ontwikkelen nieuwe talenten. Sterke geestelijke vermogens geven sommigen van hen een enmorme potentie. In De Hoge Stad volgen we de bekende hoofdpersonen. Er is een nieuwe dreiging. De Witte Vrouwe roept het Volk naar de stad. Ze is ommuurd, en wie naar binnen gaat, komt niet meer naar buiten. Vluchters worden genadeloos opgejaagd. Wie is de Witte Vrouwe, en hoe kan haar roep zo lokkend zijn? Niet iedereen van het Volk accepteert deze ontwikkeling en er dreigt een confrontatie. Zal er weer bloed vloeien op Aarde, waar de vrede zo lang geheerst heeft?
Wederom een sprankelend feest van stijl, originaliteit en poëtische pracht. Nielsen heeft niet enkel een mooi verhaal geschreven, hij brengt de lezer bij zichzelf en de wereld van nu. Kunst is de projectie van het heden en roept daardoor emotie op. En dat doet dit verhaal. Ik heb het al eerder gezegd: een juweeltje!!!» – Gerrie van Kooij, SF Terra nr. 196

«Met de Het Verscholen Volk-cyclus waagt Harman Nielsen (pseudoniem van Kees Glimmerveen) zich voor het eerst in de fantasy. De wereld die hij neerzet, is weemoedig en zwart. Buitenaardse slavenhalers hebben eeuwen geleden het grootste gedeelte van de mensheid ontvoerd. Alleen de zwakken glipten door het net; de Aarde is een wereld van losers die winnaars zijn geworden. Er zijn nu drie bevolkingsgroepen, elk met eigen talenten: het Wagenvolk, het Riviervolk en het Keldervolk die in de restanten van de steden wonen. Andere volken mijden de steden, maar in dit deel, een vervolg op ‘De Laatste Jacht’ worden de kinderen van Mus gedwongen naar de mythische en verboden Hoge Stad te gaan. Vergelijkbaar met Ursula Le Guin. Het beste dat de Nederlandse fantasy te bieden heeft.» – NBD/Biblion

«In Nederland worden weinig fantasyboeken geschreven, het land telt dan ook maar een paar fantasyschrijvers. Harman Nielsen (een pseudoniem van Kees Glimmerveen) is er zo een. Hij heeft ook ‘gewone’ romans geschreven, zoals Judas, Waanzin en Michelangelo’s Marmer. Een paar jaar geleden is hij begonnen met het schrijven van een fantasy-trilogie, Het Verscholen Volk, en nu heeft hij heeft het derde deel geschreven. In deze episode, De Hoge Stad, bouwt hij verder op het verhaal dat hij is begonnen in Het Verscholen Volk (2003) en /De Laatste Jacht (2004).
De serie begint met het verhaal van een buitenaards ras, de K’zan, die een groot deel van de mensheid heeft weggevoerd als slaven. Alleen de zwakken blijven uit de handen van de K’zan en zij leven dan ook verder, als riviervolk dat met boten over de rivieren trekt of als wagenvolk dat met karren over de vlaktes reist. In het laatste deel van de trilogie is een deel van deze volkeren in de kelders van de steden gaan wonen, en zij heten nu het keldervolk. Om zich te kunnen voortplanten komen de drie volkeren bij elkaar op de vlaktes. Zo nu en dan worden er Sprekers geboren, dat zijn mensen met speciale krachten waarmee ze bijvoorbeeld mensen kunnen genezen of het kunnen laten sneeuwen. Bron en Beer, en ook hun vader Mus, zijn zulke Sprekers. Zij komen erachter dat het wagen- en riviervolk massaal naar de Hoge Stad trekt en om een mysterieuze reden niet meer terugkomt. Als ze willen uitzoeken waarom, worden ze hierbij geholpen door Bles, een vrouw die met wolven reist, en Kauw, die in de Stad woont. Als ze ontdekken wat het volk tegenhoudt, gaan ze dit gevaar te lijf en proberen ze het te bevrijden.
Een minpunt is dat deze roman nogal eens in vaagheden vervalt wanneer het aankomt op de magische krachten van de hoofdpersonen en de belangrijke verhaallijnen. Er wordt bijvoorbeeld een lange tijd gesproken over een ‘schemer’ en een ‘helling’, waarvan op een later punt in het boek pas duidelijker wordt wat ermee bedoeld wordt, namelijk een soort hiernamaals. Daar gebeuren belangrijke dingen, want blijkbaar kunnen Sprekers de doden achterna gaan, met het risico dat ze zelf niet meer terug kunnen komen. Ook kunnen zij dieren temmen en het weer beïnvloeden, maar het wordt pas geleidelijk aan duidelijk dat dit met (een speciale) energie gebeurt. De vaagheden in de verhaallijnen liggen waarschijnlijk aan het feit dat een groot deel van het verhaal al is uitgelegd in de andere twee boeken. Dat maakt dat dit boek toch minder goed individueel te lezen is, want de informatie van de eerste twee verhalen is wel nodig om dit deel beter te kunnen begrijpen.
Toch is er nog genoeg van het verhaal helder om erachter te komen waar het over gaat. De parallelle gebeurtenissen worden om en om verteld en dat houdt de spanning er goed in. Terwijl Beer naar de stad reist en Bron bij het wagenvolk blijft, probeert Bles Mus te helpen bij het verlies van zijn vrouw, Grit. Een ander element versterkt de spanning. In de Hoge Stad heerst een duister, dat veroorzaakt wordt door de muur. Het schemerdonker dat Nielsen opwekt dringt door in het hele boek, wat met de magische krachten van de hoofdpersonen een mystieke sfeer creëert.
Het taalgebruik in het boek doet meer aan Engels denken dan aan Nederlands en voegt meer toe aan de betoverende vertelling. Er wordt veel ‘gesproken’ door middel van handgebaren, en bovendien hebben de volkeren hun eigen manier van spreken. Met woorden als ‘dat is de waarheid’ en ‘zo is het’ zetten de mensen hun uitingen kracht bij. Het vreemde taalgebruik neemt het alledaagse weg uit een taal die we al zo goed kennen. Ook de namen van de karakters zijn interessant omdat ze verwijzen naar de aard van de persoon. In een fantasiewereld komt dit uitstekend tot zijn recht.
Fantasy is een genre dat de meeste mensen al snel met Engelse boeken zullen associeren; The Lord of the Rings of Harry Potter zijn populaire voorbeelden. Deze Nederlandse trilogie wijkt af van de standaardformule die fantasy kent: geen elfen of dwergen, geen grote queeste die met behulp van magische voorwerpen volbracht moet worden. Nielsen beschrijft een samenleving die op de Middeleeuwen lijkt, maar dan gesitueerd in de toekomst. Niet alleen schrijft hij goed, hij geeft ook een eigen draai aan het genre. Met dit boek bewijst hij dat ook een Nederlands fantasyboek prachtig uit de verf kan komen.» – Marjolein Tamis op www.recensieweb.nl

«Er is veel gebeurd sinds eeuwen geleden de slavenschepen van K’zan de aardse bevolking hebben weggevoerd. Al die tijd heeft de bevolking in kleine stammen geleefd en zijn ze als nomaden over het land en het water getrokken. Maar daar komt nu verandering in, want de mensen worden opgeroepen om naar De Stad te komen. En wanneer ze hier eenmaal zijn, is het haast onmogelijk om er weer weg te komen. Enkelen lukt het, maar zij moeten dit soms met hun eigen leven betalen. Wanneer Bron en Beer (intussen volwassen geworden) hier wat aan besluiten te doen, blijken er nog meer factoren mee te spelen. Want waarom zouden mensen die van de velden en rivieren houden zich op laten sluiten in een vervallen stad? Zoals bij alle boeken uit deze serie, moet je in het begin even weer in het verhaal komen. Maar deze schrijver/filosoof is een meester in de vertelkunst en vooral de overtuigende karakters maken dit boek voor mij om te smullen.» – Sandra Pellegrom Elf Fantasy

Meer over ‘De Hoge Stad’
Meer over de Het verscholen Volk-cyclus

Harman Nielsen – De Laatste Jacht. Fantasyroman

Harman Nielsen
De Laatste Jacht
Boek 2 in de romancyclus Het Verscholen Volk
Nederland. Fantasyroman
Genaaid gebrocheerd, 352 blz., € 19,50
Eerste druk 2004
ISBN 978 90 6265 568 7

Als in de slavenschepen van de K’zan de Aardse bevolking wordt weggevoerd, ontkomt een kleine, kwetsbare groep. Voor het eerst overleven niet de sterksten, maar de zwaksten – onvermoed gadegeslagen door achtergelaten wachters.
Drie eeuwen gaan voorbij en voor de wachters, traag verouderd, nadert het einde. Een van hen weigert echter haar lot te aanvaarden; ze riskeert het weerkeren van de K’zan en een zekere dood voor de mensen. Met hen verbindt zich haar soortgenoot Kauw. Vergezeld door het karavaanmeisje Bles, de jonge Spreker Mus, en Grit, een kleine vrouw uit het keldervolk, achtervolgt hij zijn verwante. Hoe hun tocht verliep, werd verteld in Het Verscholen Volk, het eerste boek uit de grote romancyclus van Harman Nielsen. Maar twaalf jaar later blijkt Kauws verbond onverhoopte gevolgen te hebben. Een bijna vergeten gevaar neemt een nieuwe vorm aan. En hij, Mus en de anderen verzamelen zich wanhopig voor De Laatste Jacht.

Bles keek naar de wolf. Het grote dier stond met opgestoken oren tegen haar aan en luisterde behoedzaam, terwijl hij de vreemde lucht opsnoof met traag slaande neusvleugels. Ze trok haar draagzak vaster tegen haar rug, ontweek de kleine waterval en liet zich lenig zakken op het pad. Met de wolf warm naast zich voelde ze de eerste kilte van de nevel beneden haar terwijl ze vlug afdaalden, langs de rotswand, dan tussen de varens. In de broeiende hemel rommelde het opnieuw en ze kreeg het gevoel dat ze hier tussen twee lagen wolken liep, maar vergat het toen bont haar benen raakte, links en rechts. Tussen de deinende ruggen van de andere dieren uit het pak versnelde Bles haar pas. Ze wist nog niet waarop. Maar ze joeg.

«Binnen de context van de internationale groten zoals Tolkien, Williams, Goodkind etc. scoort Nielsen goed. Hij schept in “De Laatste Jacht” een herkenbaar post-apocalyptisch beeld van een wereld waar de resterende bevolking zich in groepjes verbergt zodat ze niet opvallen. De opbouw van het verhaal is logisch, spannend en vlot. De hoofdpersonen zijn herkenbaar en veel elementen die fantasy aantrekkelijk maken, zoals romantische sfeerbeschrijvingen afgewisseld met spannende momenten zijn in ruime mate aanwezig. Het boek leest in één adem uit. Je zou verwachten dat deze auteur tot de internationale stal van Luitingh of de Boekerij behoort. Kortom ik vind Harman Nielsen een aanwinst voor het fantasy contingent van eigen bodem. Hij past zo in het rijtje van Maryson, Schaap en de hiervoor genoemde groten. Bij Boekhandel van der Meer kijken we graag uit naar de volgende fantasy roman van Nielsen.» – ‘Boekverkopers kiezen’ in Boekblad, Peter van Blanken (Boekhandel van der Meer)

«Deze filosoof schreef voorheen werken die onder het kopje Literatuur vallen, en dat valt in zijn fantasywerk te merken. Het zijn vooral de beeldende stijl die aanspreekt en het verfrissende taalgebruik dat opvalt. Zijn zinnen zijn verzorgd, met geen woord te veel; iets wat je van menig fantasy-schrijver niet kunt zeggen. Deel twee speelt twaalf jaar later na het eerste boek ‘Het Verscholen Volk’: men moet nu de consequenties van Kauws acties uit deel een onder ogen zien. Een gemeenschap van Keldervolk wordt uitgemoord, de weinige overlevenden worden meegevoerd door Volk uit het Noorden. Men zet de achtervolging in om wraak te nemen en om te ontdekken wie dit Volk is en waarom zij als eersten na eeuwen weer een moord hebben gepleegd. Het plot is consistent en is ook te volgen als het eerste boek niet gelezen is (al valt dit niet aan te bevelen). De personages worden goed uitgediept en de lezer wordt deelgenoot gemaakt van hun psychologische ontwikkeling. Een sterk boek van zondermeer de beste Nederlandstalige fantasy-schrijver.» – Rene van Rosenberg voor NBD/Biblion, 7 april 2006

Meer over ‘De Laatste Jacht’
Meer over de Het verscholen Volk-cyclus

Harman Nielsen – Het Verscholen Volk. Fantasyroman

Harman Nielsen
Het Verscholen Volk

Boek 1 in de romancyclus Het Verscholen Volk
Nederland / Roman
Paperback, royaal formaat, 256 blz., 16,90
ISBN 978 90 6265 560 1
Eerste druk 2003

Tot nog niet zo lang geleden leek het genre fantasy vooral voorbehouden aan Engelstalige schrijvers en was de fantasyroman een stiefkind van de Nederlandstalige literatuur, in Nederland nog meer dan in België. Uitgeverij In de Knipscheer waagde zich pas in 2001 met een Nederlands auteur aan dit genre, nl. met de debuutroman Ravens Imperium van Edith Louw. Harman Nielsen is geen debutant, want heeft bij In de Knipscheer inmiddels drie gewone literaire romans op zijn naam staan. Laat u nu verrassen door zijn eerste fantasyroman!

In de slavenschepen van de K’zan is de aardse bevolking weggevoerd. Slechts een kleine, kwetsbare groep ontkwam. Voor het eerst overleven niet de sterksten, maar de zwaksten…

‘Hij had zich afgevraagd waarom.
Hij had gezien dat ze in de schaduwen bleven en de stegen verkozen boven de straten. Pleinen meden ze; open ruimte leek voor hen een bron van angst. Hun voedsel verzamelden ze in de sloppen en de kelderruimtes: schimmels, wortels, grassen, en de kleine dieren die er hun eigen voedsel zochten. Ze leefden in de schemer.
Maar ze leefden. En ze hadden licht. Toen de tweede nacht was gevallen, had hij zich verwonderd over het schijnsel dat uit hun kelders straalde. Pas in de ochtendschemer van de volgende dag had hij de bron ervan gezien: een kind was uit een deur geglipt, en in een steeg verdwenen, met een bevende blauwe vlam op zijn hand.’

Welke vergeten gaven bezit dit kleine, verscholen volk? Hoe slaagt het erin te blijven bestaan? Ongemerkt wordt het gadegeslagen door dienaren van de K’zan. Maar nu, na drie eeuwen, moeten deze dienaren kiezen tussen hun eigen leven en het broze, stille, andere, dat ze zo lang hebben gespaard. Het Verscholen Volk combineert overtuigend thriller en legende tot originele fantasy in prachtig beeldende taal. Harman Nielsen, als ervaren verteller, heeft een feeërieke wereld geschapen vol vaart en actie waarin de lezer onweerstaanbaar wordt meegezogen.

Mooi Woorden over Het Verscholen Volk
«Nederlandstalige sciencefiction is schaars en het valt deze schrijver, die voorheen vooral historische romans schreef, te prijzen dat hij deze roman heeft geschreven. De wereld is vrijwel ontvolkt omdat eeuwen geleden een buitenaards ras de aarde heeft leeggeroofd. De restanten van de mensheid zijn nu in gevaar omdat een achtergebleven toezichthouder van de K’zan hen terug naar de planeet wil roepen. De post-apocalyptische wereld wordt gedetailleerd beschreven en met name de cultuur van de verschillende stammen wordt treffend verhaald. Wat opvalt, is de fraaie, geheel eigen stijl van de auteur, die niet alleen beeldend is, maar ook verrassend origineel in de bewoordingen. Het plot komt tot een bevredigende conclusie.» – Biblion

«Een fantasieroman spelend in de toekomst als de bewoners van de aarde zijn afgevoerd in de slavenschepen van de K’zan. Slechts enkelen blijven als verscholen volk en kelderbewoners achter, zij het wel onder toezicht van K’zan-vertegenwoordigers die de eeuwen blijken te kunnen weerstaan. Waar leidt dat heen als het contact met de K’zan verbroken lijkt? Een roman met thrillerachtig karakter.» – Het Nederlandse Boek

«Midden in de nacht komt de K’zan met hun slavenschepen. Ver boven de aarde laten zij hun sleepnetten van angst los, energetische velden, om alle bewoners in te vangen. Waarheen de gevangenen gaan, weet niemand. Wat hun lot is? Misschien worden ze slaaf, fokdier of voedsel. De aarde blijft eenzaam achter. Na een aantal eeuwen zijn de steden vervallen en de bossen tot onherbergzame wouden geworden. Vrijwel niemand weet te ontkomen aan de netten van de K’zan. Soms glippen er een aantal bewoners door maar alleen vinden zij al snel de dood. 300 jaar na de komst van de slavendrijvers is er echter nog steeds leven op aarde. In de krochten van de vervallen steden woont het keldervolk en door de graslanden trekt het karavaanvolk. Maar ze zijn niet alleen. Kauw is één van de wachters van K’zan, achtergelaten door zijn bevelhebbers om te waken over de toestand op aarde. Na drie eeuwen is de aarde hun thuis geworden maar worden hun lichamen broos. Ze moeten kiezen tussen hun eigen leven of het aanroepen van de K’zan en het ombrengen van het verscholen volk. Nielsen is filosoof en dat merk je aan zijn beeldende en ritmische taalgebruik. Waar in fantasyromans de zinnen vaak snel en fantasieloos geschreven zijn en het verhaal centraal staat, gaat het hier juist om de poëzie van de woorden. Op een derde van het boek kom je meer te weten over de komst van de K’zan en begint de strijd tussen de wachters die de K’zan willen aanroepen en degenen die het verscholen volk willen redden. Dan leest het verhaal als een trein. Harman Nielsen laat met Het Verscholen Volk zien dat Nederland de fantasymarkt iets bijzonders te bieden heeft.» – Marinka Copier in Elf Fantasy Magazine (april 2004)

«Het Verscholen Volk van Harman Nielsen onderscheidt zich zo wezenlijk van anderen, zowel nationaal als internationaal, dat ik dit juweeltje de trouwe lezer niet wil onthouden. Op een aarde ver in de toekomst heeft het noodlot toegeslagen. De K’zan, een volk van slavenhalers, hebben de aardse bevolking weggehaald. Enkel de zwakken, die niet bevattelijk waren voor elektronische netten, wisten de dans te ontspringen. En nadat de K’zan weer verdwenen, ontwikkelde zich in de honderden jaren erna weer een beschaving. Een beschaving van zwijgende mensen, die zich verschuilen en altijd steelse blikken werpen naar de hemel. Die bovendien telepatische en telekinetische krachten ontwikkelen zoals de mensheid in zijn geschiedenis nog nooit heeft gekend. Een nieuwe dreiging duikt op als blijkt dat de K’zan waarnemers hebben achtergelaten. Een van die waarnemers is op weg naar het baken, dat de K’zan driehonderd jaar geleden hebben achtergelaten. Een baken dat hen zal waarschuwen dat er een nieuwe oogst op hen wacht op aarde. Er is echter onenigheid tussen de waarnemers. Een van hen verbindt zich met enkele aardlingen om de dreiging af te wenden. De centrale vraag is: is er een toekomst?
De Nederlandse schrijver Harman Nielsen heeft in mijn ogen een geweldig boek geschreven. Een oorspronkelijk verhaal, prachtig gestileerd in zijn taal en met een zeer goede spanningsopbouw. Zelfs zodanig dat je met spijt de laatste bladzijde omslaat.» – Uit: Dagblad De Limburger, 1 juni 2004

«Ik krijg regelmatig per mail ontzettend wervende aanbiedingen van boeken van de relatief kleine uitgeverij In de Knipscheer en nu heb ik al een paar keer zon aangeprezen boek gelezen en telkens blijkt dat de moeite waard. Zo las ik Het Verscholen Volk van Harman Nielsen, een pseudoniem voor de Friese filosoof Kees Glimmerveen. Hij schreef de afgelopen jaren al een aantal romans en heeft zich nu voor het eerst aan het genre fantasy gewaagd. Daar ben ik helemaal niet dol op en ik lees het ook nooit, behalve dan Harry Potter natuurlijk, maar Het Verscholen Volk is echt een boeiend boek! En vooral de stijl van schrijven vond ik erg mooi, heel beeldend en vaak erg origineel: het leest als een trein en neemt je moeiteloos mee in de fantasie. Het verhaal speelt zich af in een verre toekomst als de aarde leeggeplunderd is door buitenaardse wezens. Wat er aan menselijks achterbleef leeft in de spelonken van de verwoeste steden of in kleine groepjes in het veld, zwijgend en steeds hun sporen uitwissend. Langzaamaan zijn zo nieuwe beschavingen ontstaan, die heel andere talenten hebben moeten ontwikkelen. De dreiging nu wordt gevormd door de waarnemers die de buitenaardsen achterlieten. Eén van hen wil het baken ontsteken om hen te waarschuwen dat ze weer een nieuwe oogst aan mensen kunnen ophalen. Anderen sluiten zich juist aan bij de mensen om dat te voorkomen. Bijzonder spannend allemaal. Ik vond het boek echt een ontdekking en een klein wondertje, want hier in Nederland bestaat geen enkele traditie in het fantasygenre.» – Adeline van Lier tipt boeken, KRO-radio Dolce Vita 25 juni 2004

«Hoewel de literaire critici van tegenwoordig fantasy maar al te graag als lectuur beschouwen, en een fantasyroman in grote nationale dagbladen hooguit in themanummers wordt besproken, kreeg ik onlangs echter een roman onder ogen die zeker tot de literatuur gerekend kan worden. Het Verscholen Volk van Harman Nielsen vertelt over de Aarde in de toekomst. Een buitenaards volk, de K’zan’, is naar de Aarde gekomen, heeft de bevolking met behulp van grote netten gevangen en meegenomen als slaven – maar niet de gehele bevolking. In de kelders van oude steden ontwikkelt zich een verborgen volk met bijzondere gaven. Driehonderd jaar na de komst van de K’zan is de aardse bevolking al weer hard gegroeid, hoewel zij zich totaal anders ontwikkelt dan de eerdere aardse bevolking. Dit volk is altijd de angst blijven houden dat de K’zan weer terugkomen. Wanneer een vrouw, achtergelaten door de K’zan om samen met een aantal anderen de Aarde in de gaten te houden, op het punt staat om K’zan weer naar de Aarde te roepen, moet alles op alles gezet worden om dit tegen te houden en toont dit zwakke volk krachtiger te zijn dan het lijkt. Dit boek is werkelijk subliem, niet alleen door de opbouw, die maakt dat je het boek in één ruk uit wilt lezen en die haast de spanning opwekt alsof je een thriller leest, maar ook door het schitterende poëtische taalgebruik waardoor je soms de idee krijgt dat je één groot verhalend gedicht leest. Het originele concept maakt dit boek werkelijk uniek en een aanrader voor iedere Tolkienliefhebber.» – Lembas, tijdschrift van het Tolkien Genootschap Unquendor

«Harman Nielsen publiceerde al drie romans bij In de Knipscheer. Twee daarvan waren historische romans: Skaldenzang speelde zich af in Friesland in 719. Michelangelo’s Marmer speelt zich af met de Spaanse Burgeroorlog op de achtergrond. Ester ging over een kunstenares die tegelijk een bedreven bergbeklimmer is. Met Het Verscholen Volk pakt Nielsen sciencefiction aan. Het verhaal speelt zich af op Aarde in een verre toekomst. De mens is niet meer het enige wezen op de planeet, en de ontmoeting met een ander ras is slecht afgelopen. Tussen de twee rassen die op Aarde aanwezig zijn, groeit een nieuwe verstandhouding. Nielsen kan de nieuwsgierigheid van de lezer opwekken. Hij schrijft enigszins wijdlopig doordat hij veel aandacht besteedt aan de omgeving, en hij doet dat vanaf de eerste pagina. Voor een roman met heel weinig actiescènes slaagt hij er wel in om de lezer gaande te houden. Zijn stijl is bewogen. Het Verscholen Volk is een roman waar velen een goede herinnering aan zullen overhouden. We kijken uit naar De Laatste Jacht, het vervolg op Het Verscholen Volk, dat dit jaar verschijnt.» – De Tijdlijn, zomer 2004

Meer over ‘Het Verscholen Volk Boek 1’
Meer over de Het verscholen Volk-cyclus

Harman Nielsen – Esther

HARMAN NIELSEN
Esther

Nederland / Roman
Paperback, 200 blz., 15,75
ISBN 90-6265-521-1
Eerste druk 2001

Esther Kan gaat het niet om de toppen, het gaat om het klimmen. In haar zoektocht naar het paradijs dat acher de bergen lijkt te liggen, ontmoet ze gelijkgezinden, groepen klimmers die het eerder om de hoogte gaat. Het zijn vluchtige ontmoetingen die echter niet gespeend gaan van intense ervaringen en grote intimiteit, zeker met de vrouwelijke klimmers. Esther zoekt naar meer dan dat en vindt het inde grootsheid en eenzaamheid van de natuur; haar droom is een traverse van twaalf kilometer, klimmen over een wand waar geen einde aan komt, zonder dat je hoger moet of terug moet naar het dal.
Ze ontmoet Horst Brandl, een berggids en merkt dat ze net als voorheen door de bergen, nu door hem wordt aangetrokken. De gastvrijheid die ze bij hem en zijn oom Bonatti ondervindt maakt dat ze meer dan ooit naar de ijle hoogten van het hooggebergte terug wil, maar nu met Horst.
In het beeld dat, gelijk op met de vertelling, van haar uit graniet gehakt wordt door de beeldhouwster Hanna Kan, komen steeds duidelijker Esthers contouren naar voren, zoals ook haar leven in de vertelling steeds meer details krijgt. Maar gaandeweg ontdekt de lezer dat de avontuurlijke, erotische bergbeklimster het verzinsel is van de wat saaie en stille beeldhouwster, dat Esther de vrouw is die Hanna eigenlijk had willen zijn, een gebeeldhouwd zelfportret van haar alter ego.

De pers over Esther
«Onder de handen van beeldhouwster Hanna Kan ontstaat Esther, haar ‘andere’ of ‘nieuwe’ ik, die uit een blok graniet tevoorschijn komt. Eigenlijk is Esther het liefst alleen, althans in het begin van het boek. Hanna geeft Esther het nodige van haar karakter en achtergronden mee. Een passie die ze samen delen is de bergsport. Esthers eigenzinnigheid komt het best tot zijn recht in de bergen. Daar is ze in haar element, al valt het haar moeilijk haar beweegredenen te peilen. De hardheid van steen, de kou, het gevaar, een leven teruggebracht tot de essentie, tot het minimum, dat alles wordt op suggestieve wijze verwoord. Toch komt de lezer niet dichter bij de figuur van Esther of Hanna. Ze blijven raadselachtig, sfinxen. Esther moet het vooral hebben van de sfeervol vertelde klimtaferelen.» – Leeuwarder Courant

Harman Nielsen – Michelangelo’s marmer

HARMAN NIELSEN
Michelangelo’s Marmer

Nederland / Roman
Paperback, 288 blz., € 15,75
ISBN 90-6265-464-9
Eerste druk 1999

Met Michelangelo’s Marmer neemt Harman Nielsen (1958) de lezer mee naar een omslagpunt in een nog nabij verleden: het einde van de Spaanse burgeroorlog dat het begin van de de Tweede Wereldoorlog werd. Het verhaal, verteld aan de hand van het wel en wee van vier jonge mensen (de Vlaamse verpleegster Ilse uit Berlijn, de net afgestudeerde student medicijnen Siger uit Amsterdam, zijn zus Helga en haar vriend Louis, de Amsterdamse kunstenaar, die wil fotograferen zoals Michelangelo beeldhouwde), speelt op dit breukvlak van twee tijdperken. Of eigenlijk op twee breukvlakken omdat het einde van die oorlog vervolgens het begin was van de Koude: twee keer een vrijheid die zich in de knop liet knakken.

In de taal van en met beelden uit die tijd wordt het menselijk streven en sterven onder woorden gebracht in de adembenemende scènes die zich griffen in het geheugen van de lezer. En de lezer die niet wil geloven dat de werkelijkheid zo bizar kan zijn als de schrijver haar lat zien mag weten dat Harman Nielsen zich baseerde op overheids- en familiearchieven, historische standaardwerken en speciaalstudies en daarin meer bizarheid aantrof dan bruikbaar was voor zijn Michelangelo’s Marmer.

Over Skaldenzang, zijn eerste roman bij In de Knipscheer, die eveneens maar dan 1000 jaar geleden speelt in een periode van wezenlijke verandering waar de tijd om vormgeving vraagt, schreef de pers: Er worden maar weinig romans gepubliceerd waarin de schrijver zo merkbaar de magische kracht van de taal tracht te gebruiken ten dienste van zijn verhaal.

Harman Nielsen – Skaldenzang

Harman Nielsen
Skaldenzang

Roman, Nederland
Paperback, 206 blz.,
ISBN 90-6265-437-1
Eerste druk 1997

Temidden van terpen en wierden leeft het Friese volk zoals het al eeuwen doet. Dan verschijnt er een boot aan de einder met een man die voor beroering zal zorgen. Hij is Clemens, de prediker, die de zo bruut afgebroken taak van Bonifacius op zich heeft genomen. Ook dit op de zee herwonnen Friese land dient christelijk te worden.

In Skaldenzang zingt Nielsen (1958) als een bard ten tijde van de kerstening het lied van deze vergeten wereld. Nielsen slaagt erin proza en poëzie in elkaar op te laten gaan. Schitterende, ritmische woordschakeringen doen de schemerwereld van het eens vrije Friesland herleven. Slechts zelden is een op historisch materiaal gefundeerde roman zo betoverend van taal. Nielsen gaat terug tot de traditie van orale literatuur en verwerkt dit in zijn uiterst lyrisch klinkende proza.

«Er worden maar weinig romans gepubliceerd waarin de schrijver zo merkbaar de magische macht van de taal tracht te gebruiken ten dienste van zijn verhaal.»

«De schrijver van dit bijzondere boek neemt de lezer mee naar het Friesland van het jaar 719. Skaldenzang wordt beurtelings verteld door een Friese zanger (skald) die in Rome is geweest, door een Frankische priester, door de koning der Friezen Radbod in zijn laatste dagen, zijn tweede vrouw en zijn gebochelde dochter die zwanger is. Als de zanger aan het woord is, hanteert hij soms het oud-Germaanse heffingenvers met zijn kenmerkende stafrijmen. De priester bedient zich van tijd tot tijd van Latijnse zinnen (die in voetnoten vertaald worden). Voor deze aanpak is werkelijk moed nodig. In het genre schuilt het gevaar dat het op zich zeer goed geschreven verhaal vlug gekunsteld dreigt te worden. Zo dienen de overgangen van de ene naar de andere verteller enkel een literair doel het verhaal een duidelijke continuïteit te geven. Afgezien van deze kanttekening niets dan lof voor dit werk, dat op de liefhebbers een onvergetelijke indruk zal maken.» – Kritisch-bibliografisch Tijdschrift