«Waar de verhalen van Vaandrager op het eerste gezicht benauwend, monochroom (zwart) en leeg lijken, zijn ze bij nader inzien vol stemmen, levenslust en tederheid.» – Maarten van der Graaff

Over ‘Koprot’ van Harry Vaandrager op Ooteoote.nl, 12 maart 2013:
Met een voor de hand liggende quote zou er gemakkelijk iets literair verantwoords en existentieels van te brouwen zijn, van die verhalen van Vaandrager. Maar daar moet je dus niet intrappen. De teksten in ‘Koprot’ lijken vaak op allegorieën, met archetypische tonelen als de baarmoeder, het graf, de cel enzovoort, maar voortdurend worden die aanzetten tot allegorie, of tot een soort existentiële literatuur, ontmanteld door de onvrede van de karakters in die verhalen of door het ritme, het muziekje, van de tekst zelf. (…) De grote vragen over het bestaan worden voortdurend belachelijk gemaakt en toch ook bloedserieus genomen.

Lees hier de tekst

Meer over ‘Koprot’

Harry Vaandrager – Koprot. Verhalen

HARRY VAANDRAGER
Koprot

Verhalen
Ingenaaid, 136 blz., € 17,50
2013
ISBN 978-90-6265-823-7

Harry Vaandrager schrijft poëzie en proza. Na de roman Aan barrels (2010), zijn om zijn taalvirtuositeit geprezen prozadebuut, komt Vaandrager nu met de verhalenbundel Koprot.

Alle personages in deze verhalenbundel lijden aan koprot. De koprot openbaart zich in hun staat van onthecht zijn en delirante stijl van spreken. Het kan hen niet zwart genoeg zijn. Het is de zwartheid die behaagt. Krachtig proza met een beukend ritme. Doekjes winden, om wat dan ook, is niet Vaandragers stijl. Het liefst staat hij in dienst van het slopen. Het belang van het schrijven begint pas na de vernietiging. Dat levert bondige zinnen op. Twaalf woorden is genoeg. De waarheid heeft niet meer nodig. Alweer een zwarte diamant van Harry Vaandrager!

‘In een trillende nevel hangt heimwee aan een waslijn te drogen. Degenen die ik vijf, tien en vijftien jaar geleden was, komen nu zoetjesaan samen. Ze willen allen leven, en in leven blijven. De jongen van elf, die wilde wonen in het kasteel dat hij uit legosteentjes had opgetrokken, geeft de tien jaar oudere, bezeten van de wil om Ovidius te overtreffen, een schop in zijn kruis. Allemaal zitten we met paperassen als blindgangers op schoot. Wachtend op de explosie.’

‘De grofheid van de taal, de brute kracht van de beelden en de walging van het bestaan spatten de lezer tegemoet.’ – Piet Gerbrandy

‘Aan barrels is een grappig en bij wijlen melancholisch boek, maar voornamelijk een extreme en wrange roman die je grijpt door zijn ritme, woede en passie.’ – Hans Demeyer