Gedicht van Margreet Schouwenaar

VoorplatWaaraan het vlees ontsnaptIn zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Het is vandaag 16 mei de geboortedag van onder anderen Leo van Breen, Eldert Willems, Lenze L. Bouwers, Paul Gellings en Margreet Schouwenaar. Meertje Kaal stierf op deze dag.
Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til voor een gedicht van Paul Gellings; uitgeverij In de Knipscheer kiest in dit bericht voor het gedicht ‘Helder moet ik zijn’ van Margreet Schouwenaar (1955) uit haar bij Uitgeverij In de Knipscheer verschenen bundel ‘Waaraan het vlees ontsnapt’ uit 2014. Dit gedicht is ook opgenomen in de door Klaas de Groot samengestelde bloemlezing ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’.

Helder moet ik zijn

Liever ossengal. Of nee, liever
nog het water van de rivier
dat zingend stroomt. Schoon
moet het zijn wat ik draag.
De rimpelrok van verlangen
geurend rond mijn benen,
het keursje van verdriet strak
onder mijn kraakheldere blouse
vol verwondering. Gesteven
mijn blinddoek, gestoomd mijn
goede bedoeling. Helder moet ik

zijn, glad als bloei, als bloot, als vel.
Ik ben geen melodie van blad,
ook geen vermoeden van wind.
Ik ben van stof, vers gestreken.
Daar droogt mijn vergiffenis
en mijn moed bleekt op het gazon
onder de boom waarin mijn naam.
Zijn takken schouderophalend
kleerhangers voor mijn omslag.
Ik draag mijn routes naar geluk,
naar levendig verleden,

naar later. Alles later, zelfs nu
de boom en ik schoon en
bekend, zie ik poort noch stad,
heb ik alleen de stap die
de volgende omvat. Het gras
mijn zool, de vlakte het kleed
van hier. Ik weet van hoop,
ken de liefde. Och kon ik spinnen,
ik spon het nu waarin wij spreken,
waarin ik kijk. Het nu zo schoon,
zo stervensbereid.

Meer over ‘Waaraan het vlees ontsnapt’
Meer over Margreet Schouwenaar op deze site
Meer over ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’