«Ernst Jansz reconstrueert het leven van zijn ouders.» – Marjo van Turnhout

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz op Leestafel, 14 januari 2025:

(…) [De oma van Ernst Jansz] Jeanne is geboren in 1893 op Java en verloor al jong haar ouders. Wat precies de reden er voor is is niet bekend maar zij werd een hardvochtige moeder voor Rudi, sloeg hem vaak met de karwats. Zij trouwt met Anton Jansz, die net als zij een Indo is, met Nederlanders als voorouders. Hun eerste kind overlijdt, waarna Rudi beschouwd wordt als eerstgeborene. Rudi is een goede leerling en wordt na zijn eindexamen naar Nederland gestuurd, om daar letterkunde te studeren. Hij richt de Indo-Nederlandsche Jongerenbond op, om de belangen van de Indo te behartigen. Na verloop van tijd verwaarloost hij zijn studie. Intussen is er Jopie in Amsterdam. Het is kerst 1937, als Rudi en Jopie elkaar voor het eerst zien, en de vonk meteen overslaat. Al snel wonen ze samen, maar dan breekt de oorlog uit. Rudi moet het leger in, hetgeen hem behoorlijk zal raken. Maar zijn reactionaire neigingen verminderen niet. Hij blijft zich hard maken voor de onafhankelijkheid van Indonesië. (…)  Ernst Jansz reconstrueert nu het leven van zijn ouders, met de hulp van vele – zeer persoonlijke – brieven, die wij kunnen lezen in dit boek. Daarnaast schreef hij liedjes, te beluisteren, want er zit een cd bij! Mooie liedjes die passen bij bepaalde gebeurtenissen, beschreven in het boek.

Bron
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Armoede, oorlog en heimwee: het leven van Ernst Jansz’ ouders ging niet over rozen, maar de liefde overwon alles.» – Dieter van den Bergh

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Brabants Dagblad, 15 november 2024:

(…) Al in 1981 was de zanger en muzikant uit Neerkant – 76 inmiddels – bezig met de afkomst van zijn vader en zijn Indische wortels. Een geschiedenis die ook zijn weerslag kreeg in een door Peter van Dongen fraai geïllustreerde autobiografische boekenreeks met cd; in 1985 beginnend met De Overkant en bijna veertig jaar later (vooralsnog) eindigend in Een liefdeslied, waarin Jansz inzoomt op de (liefdes)geschiedenis van zijn ouders. Een ‘documentaire roman’ op basis van onder meer foto’s en brieven. Vader Rudi neemt in 1933, achttien jaar oud en geheel alleen, de boot naar Amsterdam om in het verre Nederland te gaan studeren. Rond kerst 1937 valt in een danstent op het Rembrandtplein zijn oog op een mooi Amsterdams meisje, Jopie Becht, die opgroeit in een straatarm gezin. Als kind krijgt Rudi er van zijn moeder flink van langs met de karwats, een zweep met leren riemen. Toch droomt ook hij – net als Ernst in Rumah saya – een leven lang over Indië, en verlangt hij naar een terugkeer. Na een paar jaar in Nederland lijkt het erop dat hij spoedig zijn geliefde moederland zal terugzien, met Jopie in zijn kielzog. Maar dan breekt hier de oorlog uit en moet Rudi na zijn dienstplicht het leger in. Later belandt hij in het verzet. Eerst in de illegale pers, daarna helpt hij Joden onderduiken. Ernst’ vader maakt zich hard voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Voor hem betekent vrijheid voor Nederland ook vrijheid voor Indonesië. Ook Jopie doet illegaal werk. Beiden worden opgepakt, moeder komt snel vrij, vader belandt in een dodencel. Hij wordt overgeplaatst naar het beruchte kamp Amersfoort. Rudi overleeft, maar maakt verschrikkelijke dingen mee. Vanuit Amsterdam fietst zijn radeloze geliefde er een keer heen. (…) Met zestien nieuwe liedjes componeerde Ernst Jansz een soundtrack bij het boek. Liedjes waarin de echo’s doorklinken van artiesten als The Beatles, Bram Vermeulen, Bob Dylan en natuurlijk Doe Maar, en die net zo goed over deze tijd gaan, zo licht Jansz toe. ‘Liedjes over de liefde om mensen te verbinden in wederom een turbulente tijd vol toenemende polarisatie.’

Lees hier het artikel  of hier
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«* * * * * Magistraal liefdesverhaal grijpt de lezer regelmatig naar de strot.» – Herman Veenhof

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Nederlands Dagblad, 15 november 2024:

(…) Ernst Jansz kon zijn moeder Jopie in 1985 nog uitgebreid interviewen; met de honderden brieven had hij het materiaal voor een persoonlijke documentaire, die de lezer regelmatig naar de strot grijpt. Het ‘magistrale liefdesverhaal’ is te horen op een cd met zestien nieuwe liedjes en te lezen in een boek met ontroerende brieven en de door elkaar heen dansende levensstijl van drie prachtige mensen, [waaronder] de vader, als Indo te westers voor zijn moederland en te oosters voor zijn nieuwe vaderland; die zijn idealen maatschappelijk in rook ziet opgaan, maar zich vastklampt aan gezin en morele hoogstaandheid, totdat het virus van oorlog, cel en kamp hem velt. (…) Jopie en Rudi trouwen op 18 december 1940. Korporaal Jansz en zijn luchtafweerbatterij hebben 35 Duitse vliegtuigen neergehaald en maanden in krijgsgevangenschap  doorgebracht. Jopie en hij gaan in het verzet; blaadjes verspreiden, deelnemen aan knok- en hulpploegen, in steeds meer netwerken. Dat gaat fout, door verraad. Jopie bivakkeert weken in het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen, Rudi is een grotere vis, wordt verhoord en tot pulp geslagen, gaat vanaf de Weteringschans naar kamp Amersfoort. (…) In het boek houdt Ernst Jansz zich zorgvuldig uit beeld. Hij schrijft bindteksten tussen de brieven van zijn ouders, hun dialogen en de verhalen van zijn moeder. In de zestien liedjes komt hij zelf aan het woord; alle aspecten van de liefdesgeschiedenis van zijn ouders krijgen hun plaats. Maar het houdt ook iets lichtvoetigs, met mooie koortjes en heerlijke baslijntjes in bijvoorbeeld ‘Er is een lied geschreven.’ En de liefde overwint die geschiedenis. De oorlog en de bloedige wording van Indonesië verwonden de relatie tussen Jopie en Rudi wel, maar het eindigt hand in hand, de ondergaande zon tegemoet. (…)

Lees hier het artikel ‘Liefde is sterker dan oorlog ‘ door zoekwoord in te tikken op www.nd.nl ; wie het artikel wil lezen, krijgt toegang op de site door het achterlaten van een mailadres, of hier het het artikel ‘Liefde is sterker dan oorlog ‘
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het is prachtig. » – Hijlco Span

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Volgspot, 19 oktober 2024:

(…)  ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz vertelt een bijzonder liefdesverhaal. Extra bijzonder: het is de liefdesgeschiedenis van zijn eigen ouders. Zijn vader was een Indische student en zijn moeder een arm meisje uit Amsterdam. In een danstent ontmoeten de twee elkaar. En deze ontmoeting vormt de start van een uniek verhaal. (…) n“Je vindt het belangrijk om in je liedjes en je boek persoonlijk te zijn, het is materiaal dat direct terug te voeren is op je eigen leven. Het is prachtig.” (…)

Volgspot is een programma van KRO-NCRV uitgezonden op NPO Radio 5.

Luister hier naar het gesprek
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Die zoektocht naar zijn vader loopt duidelijk als een rode draad door zijn leven.» – Harriët Salm

Over verzetsman Rudi Jansz in Trouw, 3 mei 2019:
(…) Rudi Jansz was een held, zegt historicus Herman Keppy. En hij is zeker niet de enige Indische jongen die zich tegen de Duitsers verzette. “Hij is, zoals velen onder die Indische groep, nooit gedecoreerd of anderszins bedankt voor zijn strijd voor de bevrijding van Nederland. Dat is onterecht.” (…) Als de Duitsers Nederland invallen in mei 1940 vecht [Rudi Jansz, de vader van Ernst Jansz] tot de capitulatie mee in het Nederlandse leger. Hij trouwt na terugkeer met de Hollandse Jopie Becht, afkomstig uit een communistisch milieu. Via haar familie raakt hij betrokken bij het verzet. Persoonsbewijzen vervalsen, illegale kranten drukken en verspreiden, en vanaf 1943 ook Joden helpen onderduiken. Hij vormt samen met zijn vriend Tutti Webb in 1944 een eigen verzetsgroep met alleen Indische jongens. Ze werken onder andere samen met Indonesische studenten. Dat zijn jongens, met twee Indonesische ouders, die al voor de oorlog tot een politieke groepering behoren die voor de onafhankelijkheid van Indonesië strijdt. Ook deze studenten zijn zeer actief in het verzet tegen de Duitsers. (…) Het verzetswerk stopt op die augustusdag in 1944 voor Rudi, als hij wordt gearresteerd. Dit heeft grote gevolgen. Zijn vriend Tutti wil vervolgens Jansz uit de gevangenis op de Weteringschans bevrijden. Als een soort proef besluit hij met wederom een voornamelijk Indische groep verzetsmensen eerst in Den Haag een distributiekantoor te overvallen. “Een vingeroefening voor het grote werk”, zegt Ernst Jansz. Ook zijn moeder Jopie is bij die overval. (…) De actie loopt uiteindelijk mis, Tutti wordt gearresteerd en in september 1944 in Vught gefusilleerd. Jopie zit vijf weken in de beruchte gevangenis in Scheveningen, het Oranjehotel. Zij komt daarna vrij. Jansz wordt in januari 1945 naar Kamp Amersfoort overgebracht. Daar blijft hij tot de bevrijding. De gebeurtenissen hebben hun weerslag op zijn leven na de oorlog én op dat van zijn zoon, geboren in 1948. Vader Rudi overlijdt aan kanker als Ernst 17 jaar oud is. (…)
Lees hier of hier het artikel ‘Het was de wens van verzetsman Rudi Jansz: eerst Nederland vrij, daarna Indonesië’ van Harriët Salm in Trouw
Ernst Jansz verhaalde over het verzet van zijn ouders in de Tweede Wereldoorlog in zijn romans ‘De Overkant’, ‘Molenbeekstraat’ en ‘De Neerkant’.

«Een geschenk van de schrijver aan de lezer.» – Peter de Rijk

VoorplatNeerkant-75Over ‘De Neerkant’ van Ernst Jansz in Pletterij, 20 januari 2018:
(…) Ernst Jansz (…) is schrijver van een oeuvre, een reeks autobiografische romans, ooit begonnen met ‘Gideons droom’. (…) En nu is ‘De Neerkant’ uit. Wederom een boek dat van muziek is voorzien, net zoals zijn voorgangers. Waarin Jansz zijn leven verslaat en ook dat van CCC Inc. , de band waarmee alles is eigenlijk begonnen. Zonder CCC Inc. immers geen Doe Maar. (…) De weemoedig makende romantische tijd van de Seventies (…) wordt volledig tot leven gewekt, inclusief de liefde en de eenzaamheid. Zelfs de aanloop tot, en de eerste jaren van, Doe Maar worden eerlijk en helder beschreven. Toch is het boek veel meer dan dat… Al op de eerste pagina van de roman noteert Jansz een theorie over tijd en de beleving ervan. Met name van de Indo en de Hollander. Meteen verbindt hij die stelling met het citaat ‘Daar werd wat groots verricht!’ Zo weet de lezer dat zowel zijn afkomst als de koloniale geschiedenis een rol in het boek gaan spelen. Hierbij zal hij scherp zijn, al komt er ook humor aan te pas. (…) We (…) belanden dan heel onverwacht via een floppy uit 1986 in zijn, op een Commodore 64 geschreven, roman ‘De witte kamer’. In het erbij horende lettertype… In zes pagina’s zet hij een hele wereld, wat zeg ik diverse werelden neer. Juist die afwisseling van toon en onderwerp maakt deze roman zo interessant. (…) Naadloos sluiten de verschillende tekstgedeeltes op elkaar aan, ook al zitten er soms decennia tussen waarin ze werden geschreven. (…) Zonder iets te verbloemen deelt hij in deze roman zijn leven met ons. Zijn welgekozen woorden, verhalen, anekdotes en gedachten zet de lezer aan tot mijmering over zichzelf en de wereld. Die van toen en die van nu. Niet vaak lukt dat een schrijver. Samen met de bijgeleverde muziek (op 2 cd’s), het kleurenkatern, de songteksten en de superbe omslag van niemand minder dan Peter van Dongen vormt het geheel een geschenk van de schrijver aan de lezer. Aan u om dat te ontvangen en ervan te genieten.
Lees hier de recensie
Kijk hier naar de gesproken recensie op de tijdbalk van 37:10 tot 46:40
Meer over ‘De Neerkant’

Janny de Heer – Buitenbeentjes

Omslag_Buitenbeentjes_HR.inddJanny de Heer
Buitenbeentjes
Getuigenissen van het noodgedwongen vertrek
uit de Gordel van Smaragd

Nederland, Nederlands-Indië, Indonesië
Paperback met flappen, 224 blz., € 19,50
Presentatie 31 maart 2017
ISBN 978-90-6265-928-9

In Buitenbeentjes zijn in tien zeer persoonlijke verhalen de belevenissen van destijds jongvolwassenen in de Bersiap-periode (1945-1949) in Nederlands-Indië, of van hun kinderen, bijeengebracht. Elk verhaal wordt verteld vanuit een ander perspectief: geboren in de archipel dan wel in het moederland, zelf jong militair dan wel kind van een planter, dominee, marineman of KNIL-militair. Samen completeren zij een geschiedenis waaraan niet te ontkomen viel.

Door de ogen van hen die het meegemaakt hebben ervaart de lezer de loop van de gebeurtenissen vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië. Als op hun plaats gevallen puzzelstukjes openbaren zij de consequenties voor het hele volk aan beide kanten van de oceaan, zoals uiteengereten familiebanden. In de nieuwe republiek Indonesië waren Nederlanders, waaronder ook zij die daar al generaties lang waren geworteld, niet meer welkom. Patria stond niet te trappelen om de ontheemden met open armen te ontvangen en zocht argumenten om de Indische Nederlanders, de Indo’s, duidelijk te maken dat zij veel te oosters waren om in een westers land te kunnen gedijen.

Eenmaal in Nederland kon niemand zijn verhalen kwijt, misschien even in eigen kring maar algauw werd de beschuldigende vinger geheven, zoals de zoon van een marineman te horen kreeg: ‘Wat deden jullie daar ook, stelletje kolonialen?’ De beschreven episodes zijn niet alleen maar weergaves van enorme treurnis en verdriet, hoewel het verleden een enorme wissel op hun aller toekomst heeft getrokken. De overeenkomst en de kracht waaruit zij putten is de humor, hun geheime wapen. Nu de kinderen van toen er eindelijk zonder gêne over mogen praten, teneinde de verhalen voor hun kinderen en kleinkinderen te bewaren, gaat dat gepaard met een lach en een traan.

Van Janny de Heer (1955) verscheen in 2016 de roman De Barones, een fascinerend verhaal van een vrouwenleven dat zich afspeelt tegen het decor van de wederopbouw in het naoorlogse Nederland. Een tijd die zoveel mogelijkheden tot ontwikkeling bood, maar niet aan hen met de stempel ‘dat is er zo eentje van die fout was in de oorlog’. Een rode draad in het werk van Janny de Heer is het koloniaal verleden van Nederland. Zo debuteerde zij in 1999 met drie historische verhalen over Curaçao, in 2015 opnieuw uitgebracht onder de titel Yu di tera / Landskinderen. In 2008 verscheen Hey buddy de andere voet is voor jezelf, een biografie over Huib Wijnants, die als marineman in de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië o.a. de Japanse bezetting (internering, krijgsgevangenschap, dwangarbeid) meemaakte. In Suriname verrichtte zij uitgebreid historisch onderzoek voor het schrijven van Gentleman in slavernij (2013) een roman over een Duitse immigrant in het 19de eeuwse Suriname.

Meer over de presentatie
Meer over Janny de Heer bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het namenregister leest als een korte geschiedenis van de jazz.» – Mia Dreese

CoverHinzeDef2.inddOver ‘Chris Hinze. Een biografie’ van Kees Ruys in Fluit (Nederlands Fluit Genootschap), 2015/4:
Door de uitgebreide beschrijving van zijn jeugd wordt begrijpelijk dat Chris Hinze in zijn latere leven geïnteresseerd was in allerlei muziekuitingen, zowel in het klassieke als het ‘entertainment’ genre. Zijn eerste instrument was de piano; op zijn zeventiende speelde hij al in een dixielandband in de Haagse Jazzclub. (…) Chris Hinze besloot op zijn vierentwintigste zelf muziek te gaan componeren en klassiek fluit te gaan studeren, eerst bij Govert Jurriaanse en daarna aan het conservatorium van Den Haag bij Frans Vester. (…) De biografie (met soms meer dan 40 voetnoten per hoofdstuk) gaat daarna door met beschrijvingen van zijn talloze optredens en opnamen, zijn ontmoetingen en samenwerking met talloze bekende namen uit de jazzwereld (het namenregister leest als een korte geschiedenis van de jazz) en een overzicht van al zijn plaat- en cd-opnamen. De bijgevoegde cd is een prachtig document. En heel interessant vind ik de vele foto’s, die een mooi beeld geven van alle contacten die Hinze over de hele wereld heeft opgebouwd. (…) Een bijzonder uitvoerige, mooie biografie.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Chris Hinze. Een biografie’
Meer over Kees Ruys bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Deze uitgave mag men gerust historisch noemen.»

VoorplatRoepdervertenOver ‘Roep der verten, krontjong van roots naar revival’ van Lutgard Mutsaers op De Kritische Katjang, 15 januari 2015:
Gelukkig verscheen onlangs EIN-DE-LIJK een standaardwerk van formaat in boekvorm over krontjong, begeleid door een CD met unieke historische opnamen. Deze uitgave mag men gerust historisch noemen, gezien de geringe publicaties tot dan toe over dit bijzondere muziekgenre. Die-hard fans als we zijn, hadden we uiteraard graag meer gelezen over Leo Spel en Guus Becker in deze ‘Krontjong-bijbel’, maar ze staan erin en gaan daardoor niet de vergetelheid in. Krontjong is onlosmakelijk verbonden met Indië en Indo’s. Krontjong is een mix, net als wij dat zijn; ontstaan in een koloniale tijd, onder invloed van vele culturen en nationaliteiten, net zoals wij dat zijn; wij zijn krontjong! Wie de sfeer van het oude Indië wil proeven en de emotie wil beleven, zou de oude krontjong eens moeten beluisteren uit de jaren twintig/dertig (bijvoorbeeld van Krontjongorkest Eurasia, Miss Riboet en Krontjongband Indische Club Amsterdam) en vijftig/zestig. Wij durven met een gerust hart te stellen dat krontjong de ruggengraat is van de Indische cultuur en daarmee een onmisbaar onderdeel van ons Indisch erfgoed. De muziek raakt de ziel van elke Indo die de muziek beluistert in het licht van onze geschiedenis. (…) Wie zich wil verdiepen in krontjong, kan het beste het boek ‘Roep der verten’ raadplegen. Ik zou zeggen haal dat boek in huis nu het nog kan. Niet omdat de auteur zo aardig is, maar omdat het gaat om de kennisoverdracht van krontjonggeschiedenis.
Lees hier het artikel
Meer over ‘Roep der verten’

«Blote kakkies in Ballyschoenen.» – Ricci Scheldwacht

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek in Moesson, augustus 2013:
Veel van de korte verhalen van Barney Agerbeek (Soerabaja, 1948) gaan over wat de ik-figuur meemaakte toen hij in de jaren negentig vierenhalf jaar als bankdirecteur in Jakarta werkte. Dankzij zijn goede job kon hij ‘als een tuan besar’ naar zijn geboorteland terugkeren. Daar ontdekt hij dat het expatleven veel overeenkomsten vertoont met het leven van de koloniaal in Nederlands-Indië. Als expat in Indonesië weet hij al snel hoe het hoort: gedraag je zoals je klanten zich gedragen. (…) Toch blijft hij in Indonesië ook een buitenstaander als hij het leven van de happy few observeert.

Lees hier het artikel in Moesson.

Meer over ‘Schaduw van schijn’