«Jo Otten was en is een unieke stem in de Nederlandse literatuur.» – Ezra de Haan

Over ‘Kritisch en verhalend proza’ van Jo Otten op Literatuurplein.nl, 22 mei 2013:
Waar Menno ter Braak zich met de discussie ‘vorm of vent’ bezig hield, waagde Jo Otten (1901-1940) zich aan het experiment. In zijn verhalen, kritieken en essays toont hij een pessimistisch wereldbeeld, zij het in een modernistisch jasje. De ratio van Ter Braak verving hij door gevoel; hij ging uit van zijn intuïtie en gebruikte dromen en verbeelding als inspiratiebron. Ondanks de kwalificatie stoutmoedig was Jo Otten ook een angstig mens. In het geval van Otten maakte die levensangst energie los. Hij verzette zich en schreef het van zich af. Soms komt het proza van Otten over als hedendaags. Wat toen modernistisch werd genoemd, is waarschijnlijk blijvend tijdloos. Wie jong is wil leven en de wereld zal dat weten. Dat was toen en zo is het nog steeds.

Het kritisch proza van Jo Otten laat een andere kant van hem zien, die van de filosoof. Waar het in zijn prozastukken emotioneel soms alle kanten op gaat, blijft de auteur in zijn essays beschouwelijk en nuchter. Al ontkom je er niet aan om ook deze stukken als autobiografisch te interpreteren. Aan fantasie en ideeën heeft het Otten nooit ontbroken, wel aan tijd. Hij is steevast zijn eigen weg gegaan. Helaas kwam abrupt een eind aan zijn leven. Het zal altijd interessant blijven te bedenken wat er van hem geworden zou zijn als hij was blijven leven. Jo Otten was een eenling en dat wist hij. Het herdrukken van zijn proza en vertalingen ontrukt zijn werk aan de vergetelheid, en terecht.

Lees hier de recensie

Meer over Jo Otten

«Een goed verzorgde, zeer lezenswaardige bundel.» – Gerard Oevering

Over ‘Kritisch en verhalend proza’ (Verzameld werk, deel 2) van Jo Otten voor NBD Biblion, mei 2013:
Het is bekentenisproza dat een verhuld autobiografisch portret van Otten geeft. Hij zoekt in zijn essays naar evenwicht tussen rede en gevoel. Zijn mensvisie is nihilistisch. Otten schrijft over onderwerpen die destijds om aandacht vroegen zoals de film, de houdbaarheid van het humanisme, mens en mythe. Deze essays zijn nog zeer actueel. De bundel besluit met een essay van Victor van Vriesland uit 1935 over Otten. Een goed verzorgde, zeer lezenswaardige bundel.

Lees hier de recensie

Meer over Jo Otten

Jo Otten*Kritisch en verhalend proza. Verzameld werk, deel 2

JO OTTEN
Kritisch en verhalend proza
Verzameld werk, deel 2

Ingenaaid met flappen, 248 blz. € 18,50
2013
ISBN 978-90-6265-818-3

Bezorgd en ingeleid door
Rob Groenewegen

«Wankel is het bestaan, wankel is de mens
en zekerheid is nooit zekerheid»
– Jo Otten (1901-1940)

In zo’n twintig jaar tijd schreef de Rotterdamse auteur Jo Otten (1901-1940) verhalen, kritieken en essays waarin hij zijn ‘mobiliserende’, maar bij tijden ook pessimistische wereldbeeld op een modernistische wijze wist vorm te geven. De romanticus Otten gebruikte het gevoel, de intuïtie, de droom en de verbeelding in zijn werk om zich staande te kunnen houden in een wereld die aan wetten en conventies onderworpen was. Op die manier dreigde het leven volgens hem aan voorspelbaarheid ten onder te gaan, en in een starre wereld van gelijkvormigheid weigerde Otten te leven.
Hij protesteerde ook tegen een samenleving waarin men elkaars ideeën en opvattingen deelde. Zo’n wereld van eensgezindheid en gebrek aan spanning was in zijn optiek van een dodelijke saaiheid. Er waait steevast een frisse wind in Ottens universum: oude denkbeelden vallen er na verloop van tijd als bladen van de boom, nieuwe groeien in ijltempo aan. Grenzen zijn in zijn dynamische gedachtegang van betrekkelijke betekenis. In Ottens verhalend proza hangt de angst als een
constante nevel over het onzekere bestaan van zijn verhaalfiguren. Die angst bepaalt het grondthema van zijn diverse verhalen en daarmee feitelijk het spectrum van Ottens onrust. Maar hoezeer het tegendeel ook het geval lijkt, de angst ervoer hij tevens als troost, als een ‘dierbare vijandin’, die juist sturing aan het leven van deze eigenzinnige wereldreiziger gaf.
Wie de moeite neemt om nader toe te zien, ontdekt in dit uitzonderlijke werk Ottens eigenheid en authenticiteit. Wie geen aandacht krijgt, die bestaat immers niet, zelfs niet wanneer hij leeft op duizend plaatsen.

«De angst is voor deze auteur een ongeneeslijke,
wurgende ziekte en tegelijk een soort huisdier
waar hij niet meer buiten kan.»
– Victor E. van Vriesland (1892-1974)

«Een intrigerend politiek kleinood, dat met plezier gelezen wordt.» – Martin Lok

Over ‘De Vorst’ van Niccolò Machiavelli en over Machiavelli, sleutel van onze tijd van Jo Otten op Literair Nederland, 19 december 2012:
Voor Otten is Machiavelli ‘sleutel van onze tijd’ en verklaart zijn oeuvre zowel de verdeeldheid van Europa als de gewenste koers voor de toekomst. Otten gebruikt zijn inleiding om kritiek te leveren op de politiek van zijn dagen, die van Europa een verdeeld continent had gemaakt. (…) Of we ‘De vorst’ lezen als historisch waardevol pamflet dat ons helpt het Italië van de Renaissance te begrijpen, of als sleutel van onze eigen tijd, het blijft een intrigerend politiek kleinood, dat met plezier gelezen wordt. Want wie wil nu niet lezen waarom mensen gewaardeerd worden, of leiders wel of niet mogen liegen en of een gehaat leider beter zal leiden of niet. De context waarin de lessen geschreven zijn moge bepalend zijn voor de boodschap ervan, dat doet niets af aan de tijdloze inspiratie die je eraan kunt ontlenen, ten goede of kwade.

Lees hier de recensie

Meer over deze publicatie

«Met een scherp oog voor nuance laat Groenewegen Ottens modernisme zien.» – Hans Anten

Over ‘Te leven op duizend plaatsen’ van Rob Groenewegen in Spiegel der Letteren (Gent, 2012 nr. 4), 18 december 2012:
Het voorbeeldig uitgegeven en royaal geïllustreerde Te leven op duizend plaatsen presenteert het chronologische verhaal van Ottens leven in vijfentwintig hoofdstukken. Op grond van een indrukwekkende hoeveelheid veelsoortige bronnen vertelt Groenewegen het au fond tragische levensverhaal van Jo Otten, waarin persoon en werk in hoge mate samenvallen en reliëf krijgen. De biograaf overtuigt als hij de omstandigheden schetst die van invloed zijn geweest op de ontwikkeling van Ottens karakter. (…) Met deze biografie probeerde Groenewegen ‘alle aspecten van [Ottens] uitzonderlijke denkwereld en kleurrijke schrijversleven’ bijeen te brengen en zo begrip te kweken voor diens leven en werk in relatie tot zijn tijd. Die doelstelling is zeker bereikt.

Lees hier de recensie

Meer over deze biografie en Jo Otten

«‘Te leven op duizend plaatsen’ is het lezen zeker waard.» – Joost van der Vleuten

Over ‘Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901 – 1940’ van Rob Groenewegen op Literair Nederland, 26 januari 2012:
Groenewegen doet alle moeite doet om de wereld van de schrijver tot leven te wekken. Hij geeft een beeld van Rotterdam in de eerste decennia van de twintigste eeuw, dat zich schoksgewijs ontwikkelde tot wereldhaven. Hij beschrijft het culturele leven: het was de tijd van de filmliga, de charleston en de grammofoonplatenfeestjes, de tijd ook van nieuwe zakelijkheid, vitalisme en futurisme. Groenewegen schetst de gecompliceerde veelvormigheid van de Nederlandse literatuur uit die tijd, met allerlei avant-gardebewegingen die over elkaar heen tuimelen. En hij doet een verdienstelijke poging de waardering van Otten en vele anderen voor het fascisme en andere autoritair-populistische stromingen te begrijpen in de context van hun tijd. (…) Rob Groenewegen heeft het allemaal grondig uitgezocht, opgeschreven en met gulle hand van illustraties voorzien.

Lees hier de recensie

Meer over deze biografie

Lof van lezers voor de biografie van Rob Groenewegen over Jo Otten

Herman Romer:
Rob Groenewegen moet op een ongelofelijke wijze door de figuur van Jo Otten gefascineerd zijn geweest. Eindelijk een hoogwaardige medestander die ook vindt, dat het vaak weggedrukte literaire leven in Rotterdam meer in de schijnwerper moet worden geplaatst!
Otten voelde zich duidelijk al jong anders dan anderen, een bewustzijn dat hij in wezen tijdens zijn hele leven heeft behouden. Hij lijkt me een rasindividualist te zijn geweest, die in aanleg al afstand nam van vastgeroeste opvattingen en prietpraat. En dat terwijl zich zich in zijn vrij korte leven juist op diverse terreinen ingrijpende ontwikkelingen voordeden. Ontwikkelingen die bijna smeekten om afwijkers van de norm, mensen met een geheel eigen visie op het maatschappelijk leven. Ook in zijn tijd was er kennelijk al sprake van lieden die anderen buitensloten en elkaar bij voortduring het balletje toespeelden.
Mensen als Otten voelen zich als non-conformist al jong eenzaam en geïsoleerd in een gemeenschap, die wegduikt voor dwarse en oorspronkelijke visies.
Ik heb grote bewondering voor wat Groenewegen allemaal in de biografie ‘Te leven op duizend plaatsen‘ nog boven water heeft gekregen. Niet minder voor het titanenwerk dat hij ervoor heeft moeten verrichten. Uit mijn bescheiden ervaring op dit terrein weet ik, hoeveel niet aflatende inzet dit kost, wat dikwijls door anderen niet wordt gezien, laat staan erkend. Alle hulde!
Bron: e-mail aan de auteur (29-01-2012)

Rinus Spruit (Nieuwdorp):
De afgelopen dagen las ik de door u geschreven biografie van Jo Otten met de prachtige titel Te leven op duizend plaatsen. Ik heb veel respect voor wat u tot stand heeft gebracht. Het moet welhaast een levenswerk geweest zijn. U hebt met uw biografie een boeiend portret gecomponeerd van een man die eigenlijk voortdurend bezig was zich te bewijzen, die voortdurend duidelijk wilde maken dat hij wel degelijk “iets waard” was. Ik denk dat de man leed aan minderwaardigheidsgevoelens die hij voortdurend trachtte te compenseren door te zoeken naar erkenning voor zijn literaire prestaties. Mijn dank en respect voor uw werk.
Bron: e-mail aan de uitgever

André van der Laan:
Ontegenzeggelijk een briljante biografie. Biograaf Rob Groenewegen legt pijnlijk bloot hoezeer Ter Braak en Forum het aangezicht van het interbellum hebben bepaald en figuren als Otten e.v.a. van deze starre zienswijze het slachtoffer zijn geworden. Ottens novelle ‘Bed en wereld’ uit 1932 is een waar meesterwerk, diens essay ‘Mobiliteit en revolutie’ (1932) zeer verrassend. Ook andere boeken en figuren die Groenewegen in deze biografie de revue laat passeren doen je terugverlangen naar een lang vervlogen tijd. Tien met een griffel deze biografie.
Bron

Hans C. Janssen:
Eén van de betere Nederlandse biografieën. Allemachtig wat is dit op de juiste – nuchtere – manier geschreven. De hoofdstukken over Rotterdam, het fascisme, de Filmliga en Ottens ‘Bed en wereld’ zijn zelfs briljant te noemen. Wat draagt Groenewegen onnoemelijk veel nieuwe informatie aan. Verplichte kost voor iedereen die in het interbellum geïnteresseerd is, ongeacht zijn of haar interessesfeer.
Bron

H. Leijtens:
Een verrassend sterke biografie. Al na een paar bladzijden voel je dat je een heel apart verhaal te wachten staat, zoveel spanning is er dan al ontstaan. Na enkele hoofdstukken raakte ik dus al aan dit verhaal verslaafd. Het knappe van deze biografie is ook dat biograaf Groenewegen op een briljante wijze ongemerkt heel veel nieuwe informatie aandraagt over het interbellum, wat deze biografie tot iets onvergelijkbaars maakt. De zeer vele voetnoten die Groenewegen ons schenkt zijn om je vingers bij af te likken. Groenewegen heeft een nuchtere stijl en is in staat om de meest complexe materie helder en vaak met weinig omhaal van woorden uit de doeken te doen. Dat maakt het lezen van zijn biografe, die veel méér is dan een biografie, over de complexe figuur Jo Otten tot een waar feest. Het boek is schitterend vormgegeven en voorzien van een hoop fotomateriaal.
Bron

Tim Donker 05-01-2012 22:41:
Bed en wereld’ was geniaal! geniaal, mensen! geniaal, geniaal!!!
Bron

Literatuurplein.nl over de biografie over Jo Otten door Rob Groenewegen

«Soms is het mogelijk om een boek van 814 pagina’s samen te vatten in een foto. De foto van Jo Otten die de omslag van zijn biografie siert heeft die kwaliteit. We zien een jongeman met strak achterovergekamd haar. In zijn ogen zit iets angstigs, de rechte neus toont wilskracht. Zijn sensuele mond, en vooral de neerhangende hoeken daarvan, verraden de twee kanten die hij had: levenslust en frustratie. Otten heeft zo vaak verongelijkt gekeken dat zijn gezicht ernaar is gaan staan. Het mag duidelijk zijn dat de negenendertig jaar die hij leefde niet van een leien dakje zijn gegaan. Rob Groenewegen brengt dit leven in kaart. Het is een prestatie die bewonderenswaardig is. Van de wereld die Otten kende is weinig overgebleven. Toch wist Rob Groenewegen genoeg boven water te halen. Hierdoor komt niet alleen Jo Otten maar ook literair Nederland ten tijde van het interbellum tot leven.»

Lees verder

Rob Groenewegen – Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten

Rob Groenewegen
Te leven op duizend plaatsen
Jo Otten 1901-1940. Biografie

Genaaid gebonden, met stofomslag en leeslint
832 blz., geïllustreerd ca. € 45,00
ISBN 978-90-6265-665-3
Te verschijnen: september 2011

De Rotterdamse schrijver Jo Otten zocht tijdens het interbellum naar erkenning, maar moest vanuit de kantlijn van de literatuur machteloos toezien hoe zijn medestrevers, onder wie de essayist en criticus Menno ter Braak, de dienst uitmaakten. Dit boek schetst Ottens ontwikkelingsgang. Het is het tragische verhaal van een hypersensitieve intellectueel die zichzelf isoleerde van zijn tijdgenoten door zijn emoties te etaleren en zich in woord en gebaar te verzetten tegen de wetmatigheden die hem hinderden in zijn geestelijke bewegingsvrijheid.

Het gevoel en de verbeelding, het verstand en de werkelijkheid: het zijn de belangrijkste thema’s in dit boek. In het zicht van een nieuwe wereldoorlog trachtte Otten een geschikte balans te vinden tussen deze ongelijksoortige grootheden, waarbij hij zich liet leiden door angst. Van dit proces deed hij onder meer verslag in zijn caleidoscopische novelle Bed en wereld (1932) en het theoretische supplement, het modernistische essay Mobiliteit en revolutie (1932), dat als bijlage in dit boek is opgenomen.

Literatuur, architectuur, studentenleven, film, politiek en filosofie komen samen in deze biografie, waarin tevens een beeld wordt geschetst van het literaire leven van Rotterdam tijdens het interbellum. Als uniek document is aan dit boek een causerie toegevoegd van de Rotterdamse journalist-schrijver Ben Stroman (1902-1985), die in 1940 zijn licht liet schijnen over de ‘letterkundige schimmels en kasplanten’ van de Maasstad.

«Jo Otten was een romanticus uit Rotterdam. Het lijkt een contradictio in terminis, maar die karakterisering geeft precies de sfeer van de man en zijn tijd weer: dynamisch, controversieel. Otten was een eenzaat, een rusteloze reiziger, een gekweld mens. Verlegen en stoutmoedig, ambitieus en arrogant, talentvol en maar half geslaagd als schrijver, een persoonlijkheid waar je niet makkelijk de vinger achter krijgt. Juist doordat er over hem weinig of geen voorgekookte kennis bestaat, lezen we zijn biografie met de onbevangenheid die garant staat voor verrassingen. Het interbellum, dat we zo goed kennen via de mannen van Forum en al wat er over hen is geschreven, krijgt diepte in de uitstekende biografie van Jo Otten door Rob Groenewegen.» – Nelleke Noordervliet