Jack Kerouac en de Beat Generation

VoorplatOpweg-75Over ‘Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen’ van Jaap van der Bent in Live in de Poentjak, 7 april 2023:
In ‘Live in de Poentjak [10]’ op 5 maart 2023 vertelde auteur Jaap van der Bent uitgebreid over de invloed van de Beat Generation op andere literaturen, met name die in Nederland en Vlaanderen. Aan zijn verhaal gaan twee kortere inleidingen vooraf door initiatiefnemer en presentator Cor Gout (over de Amerikaanse naoorlogse literatuur vóór de opkomst van de Beat Generation in de jaren vijftig van de vorige eeuw) en door René van der Voort (o.a. uitgever van audiocassettes van de Beat Poets) die ook William Burroughs, Allen Ginsberg en Gregory Corso in zijn beschouwing betrekt die hij afsluit met het gedicht ‘Memory Gardens’ van Allen Ginsburg ter nagedachtenis aan Jack Kerouac. Jaap van der Bent haalt o.a. herinneringen op aan de One World Poetry Festivals eind jaren zeventig en vroege jaren tachtig in Amsterdam met o.a. William Burroughs, Diane di Prima en Lawrence Ferlinghetti en de viering van Kerouacs 100ste geboortedag in Ruigoord in oktober 2022. Hij benoemt de critici die door de jaren heen positief (o.a. Kester Freriks) maar ook negatief (Gerard Reve, Graa Boomsma) over Kerouac schreven. En de Nederlandse schrijvers die door Kerouac beïnvloed werden: Jules Deelder, Simon Vinkenoog (‘Hoogseizoen’, ‘Zolang te water’), Hans Plomp, Hans Andreus (‘Denise’), Ewald Vanvugt, Johnny van Doorn, Peter H. van Lieshout (‘De Generalenrepetitie’). Ook Van der Bent eindigt zijn bijdrage met een gedicht, te weten Sakko II’ van Arie Gelderblom (uit ‘Gekkenwerk’). Het programma is gefilmd door Erik de Vries. Helaas is het geluid tijdens de inleiding van Cor Gout nog niet goed. Om die reden treft u zijn bijdrage hieronder aan als leesbestand.
Kijk hier naar de opname. René van der Voort vanaf ca. 10:00 op de tijdlijn, Jaap van der Bent vanaf ca. 22:00 op de tijdlijn.
Klik hier voor de inleidende tekst van Cor Gout
Meer over ‘Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen’
Meer over Hans Plomp bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Ewald Vanvugt bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Peter H. van Lieshout bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over One World Poetry op deze site

«Vlot en boeiend document over een legendarisch werk.» – André Oyen

VoorplatOpweg-75Over ‘Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen’ van Jaap van der Bent op Ansiel, 13 december 2022:
(…) Tegenwoordig geldt Kerouac als een van de meest prominente Amerikaanse auteurs van de twintigste eeuw. Nochtans waren vele lezers en Nederlandse en Vlaamse critici en schrijvers al vroeg overtuigd van de literaire kwaliteit van Kerouacs boeken. (…) In ‘Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen’ beschrijft Jaap van der Bent de manier waarop Nederlandse critici in de loop der tijd op Kerouacs werk reageerden. Ook laat hij zien op welke wijze Nederlandse en Vlaamse schrijvers door Kerouac werden beïnvloed. Zo lijken Vlaamse schrijvers vanaf het begin ontvankelijker te zijn geweest voor de experimentele aspecten van beatschrijven, wat te maken kan hebben met het feit dat de Vlaamse literatuur vaak een barokke kwaliteit heeft die in de Nederlandse literatuur minder gangbaar lijkt te zijn. Mogelijk vanwege dat verschil pikten een aantal Vlaamse schrijvers het werk van William Burroughs eerder op dan hun Nederlandse collega’s dat deden. (…) Wat vooral relevant is voor Nederlandse critici en schrijvers is niet langer het gevoel van vrijheid en avontuur dat een boek als ‘On the Road’ kenmerkt, maar Kerouacs kunstenaarschap en het idee dat schrijven voor hem belangrijker was dan wat dan ook.
‘Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen’ is een vlot en boeiend document over een legendarisch werk.
Bron
Meer over ‘Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen’

Jaap van der Bent – Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen. Essays

VoorplatOpweg-75Jaap van der Bent
Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen

Essays
royaal formaat, gebrocheerd in omslag met flappen,
290 blz., incl. 4 fotopagina’s met 9 foto’s van Jaap van der Bent,
€ 19,95
ISBN 978-94-93214-87-3
presentatie 9 oktober 2022

100 jaar Jack Kerouac

In 2022 is het honderd jaar geleden dat de Amerikaanse auteur Jack Kerouac werd geboren, de vader van de Beat Generation en schrijver van de bekendste Beat-roman, On the Road. Hoewel hij bij zijn dood, in 1969, enigszins in de vergetelheid was geraakt, staat zijn werk wereldwijd alweer jaren in de belangstelling. Tegenwoordig geldt Kerouac als een van de meest prominente Amerikaanse auteurs van de twintigste eeuw. Een aantal Nederlandse en Vlaamse critici en schrijvers was al vroeg overtuigd van de literaire kwaliteit van Kerouacs boeken.

In Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen beschrijft Jaap van der Bent de manier waarop Nederlandse critici in de loop der tijd op Kerouacs werk reageerden. Ook laat hij zien op welke wijze Nederlandse en Vlaamse schrijvers door Kerouac werden beïnvloed. Het boek bestaat verder uit een selectie van de meest opvallende artikelen die in Nederlandse kranten en tijdschriften aan Kerouac werden gewijd, alsmede proza en poëzie van Nederlandse en Vlaamse schrijvers die door Kerouac werden geïnspireerd.

Met citaten uit het werk van Werner Cranshoff, Johnny van Doorn, Kester Freriks, Arie Gelderblom, Auke Hulst, Ed’ Korlaar, Tom-Jan Meeus, Hans Plomp, Willem M. Roggeman, John Schoorl, Hansmaarten Tromp, Simon Vinkenoog en Joost Zwagerman.

Jack Kerouac in Nederland en Vlaanderen besluit met een overzicht van de Nederlandse vertalingen van Kerouacs werk. Van der Bents boek is een waardevolle toevoeging aan wat tot nu toe in Nederland en Vlaanderen over de Beat Generation is geschreven.

Jaap van der Bent (1948) was tot 2013 universitair docent Amerikaanse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn specialisme is het werk van de Beat Generation. Van der Bent publiceerde o.a. in De Revisor, Armada, Vrij Nederland en NRC-Handelsblad. In 2021 verscheen zijn biografie van Louis Lehmann, De dichter die het niet wilde zijn.

Meer over ‘Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen’
Meer over Jack Kerouac op deze site

«Birney’s felle polemiek laat zien dat de canon van de Nederlands-Indische literatuur getuigt van ‘blanke arrogantie’ jegens de Indo.» – Kester Freriks

Over De dubieuzen van Alfred Birney in NRC Handelsblad, 11 -05-2012:
In het essay De dubieuzen spreekt hij zijn verbazing uit over de zo westers georiënteerde Nederlands-Indische canon. Altijd weer Multatuli, Couperus en Orpheus in de dessa van Augusta de Wit met de blanke visie op de inlanders die vol geheime krachten en bijgeloof zouden zijn. Birney pleit voor onbekend gebleven schrijvers die, meer dan welke Nederlandse auteur ook, een anti-westers vertelperspectief kiezen. Ten onrechte vergeten auteurs als Victor Ido, Délilah en J.E. Jaspers verdienen aandacht.

Lees

Alfred Birney voltooit met Rivier de Brantas zijn rivierentrilogie. Door Kester Freriks.

Rivieren75RGBEr stromen veel rivieren door de Nederlandse literatuur. Brede, trage rivieren, omzoomd door populieren, rivieren die overstromen, rivieren die dreigend klinken met „de stem van het wassende water”. Maar niet eerder verbond een auteur een Nederlandse rivier, de IJssel, met de Schotse rivier de Lossie en vervolgens met de rivier Brantas, de langste rivier van het eiland Java.

Schrijver Alfred Birney (Den Haag, 1951) komt de eer toe een reeks van drie samenhangende novellen te hebben geschreven waarin zijn proza vloeit als de beschreven rivieren zelf: een kalme Hollandse rivier, de wildere Schotse en de intrigerende Indonesische rivier. In het Indonesische leven spelen rivieren een cruciale rol, zoals hij schrijft in het laatste deel van zijn drieluik, Rivier de Brantas. ‘Kali’ is de Indische benaming voor een rivier, het is de levensader van miljoenen mensen. In Indonesië wonen armen mensen aan een rivier; in Nederland de rijken.

Birney’s moeder is een Nederlandse. Zijn vader komt van Surabaya, is een Indische-Nederlander met Nederlandse, Oost-Javaanse, Chinese en Schotse wortels. Die complexiteit van Birney’s roots is het bindende thema van de drie novellen die je evengoed kan lezen als een grote roman met drie hoofdstukken. In alle drie de novellen is de hoofdpersoon een muzikant, een gitarist en zanger van verstilde liederen. Hij treedt zelden op de voorgrond, blijft een begeleider. In Rivier de Lossie (2009) is de folkgitarist op zoek naar zijn Schots-Aziatische voorgeschiedenis. Hij begeeft zich in het woeste berglandschap en aan de oever van de onstuimige Lossie, omsloten door het grijze leisteen van de flanken, komt hij in aanraking met een betoverend mooie vrouw. Hij meent haar te herkennen. Is zij de vrouw uit een van de balladen die hij ooit heeft gezongen? Komt een verzinsel tot leven?

Dit is een kenmerkend gegeven voor Birney’s proza. Fictie en werkelijkheid, een bezongen vrouw in de liedkunst en een echte vrouw komen samen, wisselen elkaar op prachtige wijze af. In Rivier de IJssel treedt opnieuw een muzikant op de voorgrond: hij droomt van een wilde nacht met een zangeres. Maar opnieuw slaat de verbeelding toe: er is een dubbelganger in het spel die op onthullende en verontrustende wijze aan de muzikant zijn koloniale verleden onthult.

Dan nu, de derde novelle: Rivier de Brantas. Opnieuw werd ik gegrepen door de knappe wijze waarop de auteur speelt met liedkunst en werkelijkheid. Hoofdpersoon, opnieuw een naamloze gitarist, neemt als muzikant de plaats in van zijn vriend op een ambassadefeest in Jakarta. Hij komt terecht in een sfeer van ex-pats, van mensen met herinneringen aan de koloniale periode, van bedienden met hún eigen herinneringen. Hij ontmoet een vrouw, opnieuw; Myra heet ze en ze is ook muzikante. In de studio van een bevriende muzikant laat hij een loflied op zijn grootmoeder opnemen. Zij is van Chinese afkomst, hij geeft haar een lievelingsnaam, Mother Swan. In werkelijkheid heet ze Sie Swan Nio; ‘Nio’ betekent ‘meisje’, de achternaam staat vooraan volgens de Chinese gewoonte, dus moet ze Swan heten.

Zij is voor de ik-figuur een onbekende, de mysterieuze vrouw van Java. Haar portret siert de schoorsteenmantel van het ouderlijk huis. Tussen grootmoeder en kleinkind bestaat er een indringende band. In tijden van liefdespijn en eenzaamheid waakt zij over de jongen. Als hij op een nacht afscheid neemt van zijn geliefde, dan staat zij op de straathoek en slaat hem gade. Soms meent hij zelfs haar lichte, gewichtloze voetstap op zijn bed te voelen. Ze zou geboren zijn in 1893, in Kediri op Oost-Java, maar uit de acte der erkenning uit 1925 is te reconstrueren dat ze in 1890 moet zijn geboren. Dat maakt meer verschil dan de argeloze lezer denkt: 1890 is in China het jaar van de Tijger, 1893 het jaar van de Slang. Is een vrouw een Tijger, dan is ze een geboren feminist. Is ze daarentegen Slang, dan is ze geheimzinnig en sensueel. Niet voor niets gaat de voorkeur van de verteller uit naar 1893, het jaar van de Slang.

Eenmaal op haar spoor gekomen reist de ik-persoon door naar Kediri, een stad aan de voet van de vulkaan de Wilis. In de koloniale tijd werd hier vooral suiker verbouwd. Kediri ligt aan de rivier de Brantas, waarin een witte krokodil leeft die nooit door iemand is gezien. Dit dier is de opmaat tot het slothoofdstuk, waarin aan de ik-persoon wordt verteld te blijven geloven in de raadsels en geheimen van het land.

Birney’s boek is opgebouwd uit 50 korte hoofdstukjes, waarin heden en verleden worden afgewisseld. Het is ongelooflijk hoeveel verschillende aspecten van het koloniale verleden Birney oproept. Zijn novelle van nog geen honderd bladzijden zou evengoed een roman fleuve kunnen zijn van vele delen.

De vaderfiguur is een slachtoffer van de politionele acties en heeft aan die periode trauma’s herinneringen overgehouden. De Japanse interneringskampen komen voorbij, evenals de complexe Bersiap-tijd waarin Indonesische onafhankelijkheidsstrijders, de Japanse bezetter én de Nederlanders een tamelijk onontwarbare kluwen vormen. Op elke bladzijde komt het koloniale verleden aan de orde in treffende details. Sinds de dood van de grootmoeder rust er een vloek op de familie, een vloek die de kleinzoon voorgoed weg wil wissen. Maar dat blijkt onmogelijk. Als hij eenmaal aan het graf van zijn grootmoeder staat, begraaft hij zijn sandalen aan haar voeten. Volgens de moslimtraditie getuigt dat van weinig eerbied, maar de hoofdpersoon ziet er een fraaie geste in. Anderzijds: hij beseft ook dat het bloemen hadden moeten zijn.

Dat het koloniale verleden nog steeds doorwerkt in het heden, lijkt het werkelijke thema van dit boek te vormen. Niemand kan zich losmaken van vroeger, dat bewijst Birney op elke bladzijde. En Rivier de Brantas bewijst zijn kracht op paradoxale wijze: de hoofdpersoon is obsessioneel op zoek naar bevrijding en tegelijk raakt desondanks steeds dieper verstrikt in het verleden. Aan het slot komt hij, de zingende gitarist, dat hij niet meer moet willen weten. Hij moet zingen. Hij moet zingen over de zaken die je niet kunt begrijpen. Aan het toch al schitterende juwelensnoer van de Nederlands-Indische literatuur heeft Birney drie parels toegevoegd.

Eerder verschenen in EAST! zomer 2011 www.eastmagazine.nl
Kester Freriks schrijft behalve voor EAST! ook voor NRC-Handelsblad www.kesterfreriks.nl
Dit artikel is met toestemming van de betrokkenen op deze site geplaatst.