«Strijdbaar engagement met de onderdrukten en de bedreigden.» – Hans Franse

VoorplatAanmij1-75Over ‘Aan mij is niets te zien’ van Chawwa Wijnberg op Meander Magazine, 17 juni 2019:
(…) Haar eerste bundel Aan mij is niets te zien geeft in de titel weer dat ze als persoon hier en nu leeft en het beste ervan maakt, maar niemand kan aan haar zien welke emotionele strijd zich bij haar afspeelt, want aan haar is ‘niets te zien’, ze is ‘eigenlijk niet geschikt voor deze wereld’. Ze vertelt over haar zware nachten, de droombeelden, want hoewel ‘het’ over is: ‘veertig jaar voorbij / hitler is een oude wolk geworden / maar nog altijd stormt en regent het in mij’. (…) De bundel bestaat uit drie afdelingen waarin steeds de dreiging van de spoken, het spinnenweb waarin ze zichzelf vastkleeft, leesbaar is. Gelukkig zijn er veel mooie liefdesgedichten, gedichten over de natuur. Het laatste deel vertelt over de kracht van de muze: met haar woorden in een gedicht gevat leeft ze dit leven en zoekt zich een plaats. Wat mij opvalt is dat de ‘woede’, misschien de ‘angst’ van dit in 1942 geboren onderduikkind zich ontwikkelt tot een strijdbaar engagement met de onderdrukten en de bedreigden. Dit is al zichtbaar in de eerste bundel. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Aan mij is niets te zien’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

Chawwa Wijnberg – Aan mij is niets te zien. Gedichten

VoorplatAanmij1-75Chawwa Wijnberg
Aan mij is niets te zien

gedichten
Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
82 blz., € 17,50
ISBN 978-90-6265-763-6
eerste uitgave 1989, imprint Uitgeverij Furie
tweede, gewijzigde druk 2019

Soberheid, helderheid en kracht kenmerken de gedichten van Chawwa Wijnberg. Het verstild schreeuwen van een overlevende, het vervreemdende zorgen van een huisvrouw, het aarzelend en uitbundig liefhebben van een minnares. Aan mij is niets te zien leest als een ontwikkelingsproces: de overlevingsstrijd maakt langzaam plaats voor het zoeken naar de kwaliteit van het bestaan. Aan mij is niets te zien (eerste uitgave 1989) is het debuut van Chawwa Wijnberg, die daarvoor publiceerde in de verzamelbundels van De Nieuwe Wilden in de Poëzie, een dichteressengroep waarvan zij deel uitmaakte. De heruitgave van Aan mij is niets te zien in 2019 markeert het 30-jarig dichterschap van Chawwa Wijnberg en maakt de cirkel rond met het verschijnen van haar achtste bundel Het ontbreken hoor je niet.

Schrijf een gedicht
zei zij
alsof dat gaat
gaan zitten – een gedicht te maken
een slager werkt niet zonder vlees
alsof de woorden werkbaar zaten
in de zakjes van de geest
mag ik een kilo dure woorden
ik moet mijn moeder weer vermoorden

Beeldend kunstenaar en dichter Chawwa Wijnberg (1942) was een onderduikkind. Haar vader zat in het verzet en werd in de oorlog gefusilleerd. Over haar debuutbundel Aan mij is niets te zien constateerde Standaard der Letteren: ‘Het niet-doordeweekse debuut van een authentiek dichteres.’ En over Krassen, haar zevende bundel, schreef Hans Franse op Meander Magazine: ‘Alles is geschreven met een grote helderheid van taal. Haar integere engagement lijkt haar credo.’ Van 2004 tot 2007 schreef zij wekelijks een column voor de PZC. Als dichter trad zij vijf keer op in de Nacht van de Poëzie.

Meer over ‘Het ontbreken hoor je niet’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

Chawwa Wijnberg – Het ontbreken hoor je niet. Gedichten

VoorplatOntbreken75Chawwa Wijnberg
Het ontbreken hoor je niet

gedichten
Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
64 blz., € 17,50
978-90-6265-762-9
2019

Het ontbreken hoor je niet is de bundel waarin alle thema’s samenkomen die Chawwa Wijnberg haar leven lang beschreef. Net als in haar debuut Aan mij is niets te zien komt de pijn van het (oorlogs)verleden en de echo ervan in het heden voor. Het niet kunnen horen of zien zorgt voor gedichten die verklanken wat normaal onderhuids blijft. Ze zijn intens, doorleefd en glashelder. Het is niet alleen het verleden dat in deze gedichten een rol speelt, ook het heden en de toekomst klinken door: in geluk en liefde, in humor zoals alleen Chawwa die gebruiken kan, maar ook in liefdeloosheid en haat. De natuur, met name het gras, is de metafoor van alles wat overleeft. Al haar gedichten lijken de wereld te willen bezweren. Bescheidenheid siert deze dichter die liefst de hoofdletters omzeilt en je laat glimlachen waar huilen op zijn plaats zou zijn.

Ik zeg je

Het is tijd voor een gedicht
een bal met ronde woorden
of een grasspriet door
duimendik beton

een zacht vers voor dove oren
een streel over de bebloede
kus voor een vermoorde
ik wou dat ik het kon

wij zitten na de maaltijd
volgegeten en spreken
over een bloedbad uit
de krant

we hebben oordelen en
woorden, we wassen af
vegen de tafel schoon, ja
ja mevrouw, alles is aan kant

Beeldend kunstenaar en dichter Chawwa Wijnberg (1942) was een onderduikkind. Haar vader zat in het verzet en werd in de oorlog gefusilleerd. Ze debuteerde in 1989 met Aan mij is niets te zien (opnieuw uitgegeven in 2019). Standaard der Letteren: ‘Het niet-doordeweekse debuut van een authentiek dichteres.’ In 1993 verscheen Handboek voor de joodse kat, waarover de Poëziekrant schreef: ‘Een van de opmerkelijke dichteressen uit de Nieuwe Wilden. Deze bundel bevestigt haar talent. Kenmerkend voor haar poëzie zijn de weerbaarheid en de humor.’ In haar derde bundel Matses en Monsters (2000, herdrukt in 2015) vindt Wijnberg de woorden om te beschrijven wat overlevenden van de holocaust dagelijks ervaren. Paul Gellings: ‘Zang en dans dus, tot op de laatste bladzijde. De poëzie van Chawwa Wijnberg is onontkoombaar uitnodigend. Wie haar leest gaat met haar mee op reis.’ In Echo van de roos (2003) wisselen liefdesliedjes en stadsoden elkaar af maar is er ook ruimte voor de elfde september, de wandelende jood of het eigen ego. Mario Molegraaf: ‘Dit is Chawwa Wijnberg op haar best, in meer dan één opzicht herinnert ze aan Judith Herzberg. Woorden ter bezwering. Woorden om met het verleden in het reine te komen.’ Met haar vijfde bundel Nerf en flanken (2008) bewijst ze wederom met mooie metaforen de grenzen van taal te kunnen doorbreken. Mark Meekers: ‘Ik ben een dag met Chawwa in haar bundel op stap geweest. Ik heb het mij niet beklaagd.’ Nachtvlinders door het kattenluik (2012) is haar zesde bundel. Biblion: ‘Zeer intense en aansprekende en ontroerende poëzie.’ Over Krassen (2015) schreef Hans Franse op Meander Magazine: ‘Alles is geschreven met een grote helderheid van taal. Haar integere engagement lijkt haar credo.’

Haar achtste bundel Het ontbreken hoor je niet (2019) maakt de cirkel rond met haar debuutbundel Aan mij is niets te zien en markeert het 30-jarig dichterschap van Chawwa Wijnberg. In 2003 en 2004 was Chawwa Wijnberg stadsdichter van Middelburg. Van 2004 tot 2007 schreef zij wekelijks een column voor de PZC. Als dichter trad zij vijf keer op in de Nacht van de Poëzie.

Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Fijne woordspelingen en sublieme taalvondsten kruiden haar vrij emotionele gedichten.» – André Oyen

Opmaak 1Over ‘Krassen. Gedichten + cd Minimazzel en andere verhalen’ van Chawwa Wijnberg op Ansiel, 21 april 2016:
Chawwa Wijnberg (…) was als joods kind een onderduikkind. Haar vader zat in het verzet en werd in de oorlog door de Duitsers gefusilleerd. Zij debuteerde in 1989 met ‘Aan mij is niets te zien’. Dat joods-zijn blijft in haar gedichten klinken en dat is het best te merken aan het gedicht ‘Aanslag in Brussel’ waarin ze rouwt om de slachtoffers van de aanslag op het Joodse museum in Brussel, enkele jaren geleden, waarbij ook enkele doden vielen. Ze noemt de bommengooiers haatmannen en maakt daar drie woordportretten over waarin de bitterheid weliswaar poëtisch maar ook nogal eenzijdig wordt weergegeven. Het gedicht ‘Geroosterd brood’ is dan wel weer een klein pleidooi voor een wereld zonder oorlog waarin Vivaldi, Telemann en Bach de plaats innemen van de pijnlijke berichten over stromen vluchtelingen en waar brood zonder oorlogen en hartzeer op het ontbijtmenu staan. Hoe kritisch Chawwa Wijnberg ook klinkt toch blijft ze ook met haar immens gevoel voor humor met fijne woordspelingen en sublieme taalvondsten haar vrij emotionele gedichten kruiden. Op de bijbehorende cd ‘Minimazzel en andere verhalen’ kunnen we luisteren naar 5 pareltjes van verhalen (…) die ze met een theaterstem voorleest.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Krassen’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Pijnlijk verleden schemert door haar humor heen.» – Els van Geene

Opmaak 1Over ‘Krassen’ van Chawwa Wijnberg voor Biblion, 9 februari 2016:
Het Joodse onderduikkind, de beeldend kunstenaar en dichter Chawwa Wijnberg presenteert hier haar zevende bundel. Zelf ziet ze haar gedichten als ‘aanzetten’ die vanzelf uitgroeien tot eigenzinnige, schijnbaar luchthartige gedichten. Rijm verschijnt als het haar uitkomt, een stortvloed van neologismen wordt aangewend om kritische vragen over onze moderne tijd te stellen: het ‘volgevretene’, de ‘zesbaanshaast’, ‘nulzessen’ etc. Leuk is het niet, maar het is haar aard ‘tegen de wind in te fietsen’, ‘haatmannen’ te bestrijden en de ‘maandagochtendhekel’ met een lach te verdrijven. Soms schemert het pijnlijke verleden door haar humor heen en soms wordt haar inspiratie afgebroken door aanbellende collectanten. Een tekeningetje van haar siert het omslag en op de bijgevoegde cd* vertelt zij eigen verhaaltjes.
Meer over ‘Krassen’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Alles is geschreven met een grote helderheid van taal.» – Hans Franse

Opmaak 1Over ‘Krassen’ van Chawwa Wijnberg op MeanderMagazine, 10 januari 2016:
De gedichten zijn kleinschalig, hebben de lichtheid en sierlijkheid van de Middelburgse gevels, terwijl de oorlogsherinneringen in de poëzie terug te vinden zijn, gekoppeld aan een sterk engagement met gebeurtenissen van nu, die bedreigend zijn voor kwetsbare groepen. De gedichten bevatten vaak beelden die helder en weinig geabstraheerd zijn: alles verwijst naar de realiteit van vandaag, die niet altijd leuk is: er is haat en dreiging, er zijn ‘wapenboeren’. Wie echter denkt dat het een zware bundel is, heeft een verkeerde indruk. Alles is geschreven met een grote helderheid van taal. (…) Haar integere engagement lijkt haar credo. Het laatste gedicht van de bundel, ‘Krassen’, is een manifest als mens en dichter, waarbij ze enerzijds de poëzie wat relativeert: ‘er zitten/ geen woorden meer/ in mijn pen/ alleen maar kleine/ krassen’ (een zin die menig prozaschrijver zou willen schrijven), maar zich toch een maatschappelijke opgave stelt. Ze eindigt haar laatste gedicht van de bundel met een zin die ook zonder afbrekingen en de layout ijzersterk is ‘ik moet nog wat/ stormen/ en alle vijandbeelden/ aan gruzelementen slaan’.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Krassen’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een fenomenale bundel.» – Ezra de Haan

Opmaak 1Over ‘Krassen’ van Chawwa Wijnberg op Literatuurplein, 23 december 2015:
Als nooit tevoren zet Chawwa Wijnberg in haar gedichten de taal naar haar hand. Zelfstandige naamwoorden worden werkwoorden. Woorden worden bedacht en krijgen een vanzelfsprekendheid die verbijsterend is. Interessant is dat ze zo typisch Wijnberg zijn. Ze hebben iets grappigs, zijn vilein. Met nieuwe woorden reageert ze zich af op de wereld die haar omringt en mogelijk zelfs bedreigt. Deze woorden verdienen opgenomen te worden in het dagelijks taalgebruik, wat zeg ik, in de volgende editie van de Van Dale! Schrikvoorraad, snoerloze tijden, gisterzinnetjes, fluisterregen, maandagochtendvragen, zesbaanshaast, zijn prachtige vondsten die geen enkele uitleg behoeven. (…) Het speelse taalgebruik klinkt soms verraderlijk naïef in de oren. Als door een kind bedacht. Niets is minder waar. Het is taal ontstaan door het ‘schreeuwen tegen dove oren’, door het zingen in de tegenwind. Het is spelen met alle registers van de taal.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Krassen’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Optimistisch blijven over de toekomst, dat is het grootste mirakel van deze poëzie.» – Mario Molegraaf

Opmaak 1Over ‘Krassen’ van Chawwa Wijnberg in PZC, 13 november 2015:
Maar het plezier is er niet minder om, bij haar valt dat vooral af te lezen uit een stroom nooit vertoonde woorden. De nieuwe Van Dale stond zo trots wit in mijn kast, maar lijkt door alle vondsten van de dichteres toch een beetje verschoten. In de drie delen zoek je vergeefs naar ‘gisterzinnetje’ of ‘maandagochtendhekel’, door Chawwa Wijnberg uit het niets tevoorschijn getoverd. Er is in ‘Maandag’, een gedicht over de verstoorde illusies van zondagskinderen, ook nog sprake van maandagwind en maandagregen, van maandagochtendscholen en maandaghuilen. Tot nu toe ontbraken ons de woorden, maar wat de dichteres bedoelt herkennen we met pijn en opluchting tegelijk: zij dus ook! Moeten we nu lachen of huilen om een dag van ongerief, ‘van opgevreten muizen/ van kattenkwijl en staartverlies’ en bovendien ‘van fiets gevallen/ spaken in wiel/ en schadebrief.’ (…) ‘Spreek vrede’ is haar oproep, wapens weg. Ze wijdt zelfs een heus sonnet, ‘Zulke tijden’, aan deze heerlijke illusie, een droom van vredige tijden: ‘we strelen de voeten/ we vertellen de kinderen/ het is nooit oorlog geweest.’ Haar manier om te vechten tegen het verschrikkelijke verleden en tegen de akelige actualiteit. En dan toch optimistisch blijven over de toekomst, dat is het grootste mirakel van deze poëzie.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Krassen’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ik las de gedichten uit ‘Krassen’, blad na blad en elk blad een eenheid, onderweg naar de samenhang van een bundel.» – Andreas Oosthoek

Opmaak 1Dankwoord, ingebed in een kort verhaal, bij de ontvangst van het eerste exemplaar van ‘Krassen’ van Chawwa Wijnberg in De Drvkkery, 1 november 2015:
Dat is het woord, dát is het begrip, Chawwa Wijnberg: overlevingspoëzie te midden van de dreigingen. Daarmee is, denk ik, veel gezegd. Die poëzie stelt vast: ‘we hebben het grote kwaad overleefd, nu grimmig óp naar het kleine ongerief, onkruidbestrijding’. Diezelfde poëzie vraagt zich tegelijkertijd af: ‘hebben we het grote kwaad wel écht overleefd?’ We zijn alert, we blijven alert en we durven het gisterwoord vergeten en al aan morgen denken, een mooie lucht vol ranke vogels, de open lucht, adem.
Andreas Oosthoek, voormalig hoofdredacteur van de PZC, debuteert in 2015 als romanschrijver met ‘Het relaas van Solle’. Het manuscript uit 1974 vond hij in 2013 weer terug.
Lees hier de tekst van Andreas Oosthoek
Meer over ‘Krassen’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ze hoort tegelijk tot de grappigste dichters die ik ken.» – Mario Molegraaf

Opmaak 1Over ‘Krassen’ van Chawwa Wijnberg bij de presentatie in De Drvkkery (Middelburg), 1 november 2015:
Ze is een van de weerbaarste dichters die we hebben, en zich daarvan ook bewust. Voortdurend levert ze varianten op ‘vechten tegen de bierkaai’. Ze wil, zegt ze, ‘schreeuwen tegen dove oren/ zingen in de tegenwind’. En toch is de toon nooit wanhopig, met al haar bewogenheid hoort ze tegelijk tot de grappigste dichters die ik ken. ‘Slijp de messen/ dichters,’ schrijft ze. Maar ze schrijft het zonder uitroepteken, zonder hoofdletters. Het is een mes dat niet gemeen steekt, dictatoriaal dwingt, maar vriendelijk prikkelt.
Mario Molegraaf is een Nederlandse auteur en vertaler. Vanaf 1978 deelde hij het leven met de eind 2001 overleden schrijver Hans Warren. Momenteel werkt hij aan de biografie van Hans Warren.
Lees hier de tekst van Mario Molegraaf
Meer over ‘Krassen’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer