Jo Otten*Kritisch en verhalend proza. Verzameld werk, deel 2

JO OTTEN
Kritisch en verhalend proza
Verzameld werk, deel 2

Ingenaaid met flappen, 248 blz. € 18,50
2013
ISBN 978-90-6265-818-3

Bezorgd en ingeleid door
Rob Groenewegen

«Wankel is het bestaan, wankel is de mens
en zekerheid is nooit zekerheid»
– Jo Otten (1901-1940)

In zo’n twintig jaar tijd schreef de Rotterdamse auteur Jo Otten (1901-1940) verhalen, kritieken en essays waarin hij zijn ‘mobiliserende’, maar bij tijden ook pessimistische wereldbeeld op een modernistische wijze wist vorm te geven. De romanticus Otten gebruikte het gevoel, de intuïtie, de droom en de verbeelding in zijn werk om zich staande te kunnen houden in een wereld die aan wetten en conventies onderworpen was. Op die manier dreigde het leven volgens hem aan voorspelbaarheid ten onder te gaan, en in een starre wereld van gelijkvormigheid weigerde Otten te leven.
Hij protesteerde ook tegen een samenleving waarin men elkaars ideeën en opvattingen deelde. Zo’n wereld van eensgezindheid en gebrek aan spanning was in zijn optiek van een dodelijke saaiheid. Er waait steevast een frisse wind in Ottens universum: oude denkbeelden vallen er na verloop van tijd als bladen van de boom, nieuwe groeien in ijltempo aan. Grenzen zijn in zijn dynamische gedachtegang van betrekkelijke betekenis. In Ottens verhalend proza hangt de angst als een
constante nevel over het onzekere bestaan van zijn verhaalfiguren. Die angst bepaalt het grondthema van zijn diverse verhalen en daarmee feitelijk het spectrum van Ottens onrust. Maar hoezeer het tegendeel ook het geval lijkt, de angst ervoer hij tevens als troost, als een ‘dierbare vijandin’, die juist sturing aan het leven van deze eigenzinnige wereldreiziger gaf.
Wie de moeite neemt om nader toe te zien, ontdekt in dit uitzonderlijke werk Ottens eigenheid en authenticiteit. Wie geen aandacht krijgt, die bestaat immers niet, zelfs niet wanneer hij leeft op duizend plaatsen.

«De angst is voor deze auteur een ongeneeslijke,
wurgende ziekte en tegelijk een soort huisdier
waar hij niet meer buiten kan.»
– Victor E. van Vriesland (1892-1974)