Aly Freije / Annemarie van Buuren – De donkere kamer. Poëzie en fotografie

VoorplatDonkereKamer-75Aly Freije
De donkere kamer
gedichten
fotografie Annemarie van Buuren
foto omslag Annemarie van Buuren
gebrocheerd in omslag met flappen,
48 blz., geïllustreerd met 14 zwartwit foto’s,
€ 16,50
ISBN 978-94-93214-11-8
eerste druk september 2023

In de zomer van 2021 werkten dichter Aly Freije en fotograaf Annemarie van Buuren samen tijdens het jaarlijks terugkerende kunstproject Monnikenwerk, kunst in de kerk. Zes weken lang reageerden ze, ieder vanuit een andere middeleeuwse kerk in het noorden van Groningen, op elkaars experimenten. Ze onderzochten de beelden en associaties die bovenkwamen en probeerden daar een gezamenlijke vorm voor te vinden.

De donkere kamer is een voortzetting van deze samenwerking. In deze bundel is een belangrijke rol weggelegd voor het besef van de eindigheid en een sterke verbondenheid met de omringende natuur, met de elementen, de planten en dieren en de gevaren die overal dreigen op planeet Aarde. Dichter en fotograaf dwalen door aangetaste landschappen, stuiten op sporen, zijn op zoek naar een zeker evenwicht. Ze moeten beiden ‘de donkere kamer in’ om de betekenissen aan het licht te brengen, ieder in hun eigen genre. Een dichter kan wellicht het onzichtbare bovenhalen en de fotograaf het onzegbare laten zien.

In de interactie tussen beeld en taal ontstaan in tussenruimtes nieuwe gedichten en foto’s die samen een mozaïek vormen. Engelen veranderen in gevleugelden, die tijdens hun reis boodschappen beginnen over te seinen. Wanhoop maar ook verwondering en verlangen gaan hand en hand.

Annemarie van Buuren (1961) zoekt in haar werk graag de grenzen van fotografie op. Van klassieke fotografie met moderne camera’s tot avonturen met oude camera’s, van fotograferen met een conservenblikje tot het ombouwen van het gebouw van de reddingsbrigade tot enorme camera obscura. Voor deze bundel werkte ze veel met een houten droge-plaat camera uit 1880. De papieren negatieven en de ongecorrigeerde lenzen van deze antieke camera geven beelden een extra dimensie: ze gaan niet langer alleen over ruimte, maar ook over tijd. Ze won met haar fine art fotografie internationale prijzen en eervolle vermeldingen.

Aly Freije (1944) bracht haar jeugd door in de Oost-Groninger Veenkoloniën, vlak bij de Duitse grens. Grensganger zijn en tussen de regels het onzichtbare, het leven met verlies en het niet-gezegde bovenhalen was steeds de inzet van haar schrijven. Haar verbondenheid met het landschap speelt daarbij een eigen rol. In 2008 werd aan haar de Duitse Freudenthal-prijs voor Nedersaksische literatuur toegekend. Ze publiceerde in 2009 de Groningstalige poëziebundel Wondpoeier bij Uitgeverij kleine Uil. Daarna volgde Nederlandstalig werk bij Uitgeverij In de Knipscheer:  in 2016 de poëziebundel Door het vanggat,  in 2018 de novelle De vloeivelden in en 2021 de dichtbundel Een engel aan de deur.

De pers over haar eerder werk:
«Het afgelopen jaar waren er heerlijke eerstgeborenen [zoals] het romantisch-zwarte Door het vanggat van Aly Freije.» – Ellen Deckwitz in De Morgen
«Meteen aan het begin van het boek De vloeivelden in worden al je zintuigen aangesproken: het gaat over warmte, licht, geluid. (…) De natuur spiegelt de sfeer van het verhaal, die nu eens weids, dan weer onheilspellend is.» – Nels Fahner in Fries Dagblad
«Wat opvalt in Een Engel aan de deur is dat Freije niets invult (…) maar door de sfeertekening, de stapeling van beelden voel je des te meer, en dat vraagt om rustige herlezing, na rustige herlezing.» – Erik-Jan Hummel op Tzum
«Ik heb nog nooit gedichten over stilte gelezen met zoveel geluiden en lawaai.» – Tonnus Oosterhoff

«Hij kan schrijven, associatief en met ironie en humor.» – Adri Altink

VoorplatSchilstraEh-75KaderOver ‘Eh’ van Onno Schilstra op Literair Nederland, 4 november 2022:
Onno Schilstra (geboren in 1961 in Zierikzee) is beeldend kunstenaar en maakt muziek. En met Eh is hij nu ook schrijver. Hij ontleende de titel aan de manier van spreken van zijn vriend en kent er ook de betekenis aan toe die hij daaraan gaf: het aanspreken van de verbeelding van de lezer. Grafisch gebeurt dat in het boek door het vele gebruik van wit en de presentatie in een exact bepaald jasje: er zijn drie (!) soorten teksten die strikt van elkaar gescheiden zijn. Ze wisselen elkaar in strakke regelmaat af. Eerst is er een mini-essay waarbinnen de alinea’s zijn gescheiden door, jawel, drie puntjes, dan een korte, cursief gezette, tekst die vaak aforistisch is, en als derde een historische gebeurtenis of een persoonlijke herinnering die bij de auteur opkomt naar aanleiding van het besproken thema. Die trits herhaalt zich in Eh telkens weer, waarbij de pagina’s met essayistische teksten zijn genummerd, maar de andere twee niet. Zo volgt de vormgeving van het boek de inhoud en is het op zichzelf een voorbeeld van beeldende kunst. (…) Schilstra schrijft sterk associatief (…) en mijmert over opvattingen over moderne kunst, ‘hoge’ kunst en volkskunst, enzovoort. Die uiteenlopende paden kruisen elkaar in dat ‘eh’ van de titel: ze zijn bedoeld om de lezer verder te laten fantaseren op het punt waar hij ophoudt. (…) Schilstra laat zien dat hij wel kan schrijven. (…) Het interessants zijn de keren dat Schilstra losgaat over moderne kunst en de ultrarijken der aarde die de prijs daarvan opdrijven door kunstobjecten te verhandelen waar niemand de zin van snapt. In die teksten zit ironie en humor. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Eh’ van Onno Schilstra
Meer over Extazereeks Essays

«‘Eh’ is een heerlijke bundel die regelmatig uitnodigt om een essay te lezen.» – André Oyen

VoorplatSchilstraEh-75KaderOver ‘Eh’ van Onno Schilstra op Ansiel, 4 november 2022:
Onno Schilstra (1961) is schrijver, muzikant, beeldhouwer, graficus en tekenaar. Na een studie kunstgeschiedenis in Leiden volgde hij een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij werkte als criticus, columnist en vormgever. ‘Eh’ is de eerste essay-uitgave in de Extazereeks. De Extazereeks-essays is een voortzetting van de Extazereeks voor korte verhalen en romans die sinds 2016 onder redactie van het literair tijdschrift Extaze door uitgeverij In de Knipscheer werd uitgegeven. In ‘Eh’ onderzoekt Onno Schilstra het belang van kunst. Een tentoonstelling van Bijbelse zandsculpturen in Elburg is het vertrekpunt voor het boek en geeft een mooi overzicht van kunstwerken die de auteur in zijn leven zag, een volksopera in Ransdorp en de Biënnale van Venetië. De auteur vraagt zich af waartoe kunst in staat is in het licht van morele en fysieke afbreuk. Ook het geboortehuis van Elvis Presley, de katholieke kunstgeschiedschrijving, het protestantisme in Staphorst en de protestsongs van Bob Dylan worden door de auteur kritisch maar ook onderhoudend besproken. ‘Eh’ is een heerlijke bundel die regelmatig uitnodigt om een essay te lezen.
Bron
Meer over ‘Eh’ van Onno Schilstra
Meer over Extazereeks Essays

«Ontspannend, maar met inhoud.»

VoorplatSchilstraEh-75KaderOver ‘Eh’ van Onno Schilstra voor NBD/Biblion, 24 augustus 2022:
Een essayistisch boek over kunst, kunstgeschiedenis en esthetica. Het boek geeft een persoonlijke bespreking van kunstwerken die de auteur in zijn leven zag, waaronder een tentoonstelling Bijbelse zandsculpturen, een volksopera in Ransdorp en de Biënnale van Venetië. De auteur reflecteert op de vraag waartoe kunst in staat is in het licht van morele en fysieke afbreuk. Ook besproken worden het geboortehuis van Elvis Presley, protserigheid, katholieke kunstgeschiedschrijving, protestantisme en de protestsongs van Bob Dylan. Ontspannend, maar met inhoud. Het boek zal vooral geoefende lezers aanspreken. Onno Schilstra (1961) is schrijver, muzikant, beeldhouwer, graficus en tekenaar. Na een studie kunstgeschiedenis in Leiden volgde hij een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij werkte als criticus, columnist en vormgever.
Meer over ‘Eh’ van Onno Schilstra
Meer over Extazereeks Essays

«In een persoonlijke en soms bloemrijke stijl geschreven essays.»

VoorplatRazendestiltes-75Over ‘Razende stiltes’ van Artien Utrecht voor NBD/Biblion, 24 augustus 2022:
(…) Bundel met essays over onderwerpen rond kunst, architectuur, cultuur, sociologie en politiek. Aan alle essays ligt de persoonlijke ervaring van de schrijfster ten grondslag. (…) Artien Utrecht (1950), van huis uit stedenbouwkundige, is het grootste deel van haar leven als onderzoeker en projectmedewerker werkzaam geweest in de internationale samenwerking. (…) Daarin bekleedde zij posities waarin de strijd voor mensenrechten vooropstond. Opgegroeid in Indonesië, kwam zij op haar twintigste naar Nederland. In 2018 begon zij met het schrijven van essays. (…) ‘Razende stiltes’ is haar eerste essaybundel. (…)
Lees hier het signalement
Klik hier voor het bekijken van de boekpresentatie
Meer over ‘Razende stiltes’
Meer over Artien Utrecht bij Uitgeverij In de Knipscheer

Alfred Birney – Rivier de IJssel

Alfred Birney
Rivier de IJssel

Novelle. Nederland
Gebonden, 112 blz.,
ISBN 978-90-6265-650-9 € 16,50
Eerste druk 2010

Een muzikant hoopt op een wilde nacht met een zangeres die hij moet begeleiden. Maar er is een derde in het spel: een dubbelganger die hem een vervreemdend gevoel geeft over zijn afkomst en een grote kennis van het Nederlands koloniaal verleden aan de dag legt. De muzikant krijgt het idee te moeten kiezen tussen de liefde en zijn zucht naar historische kennis. Wellicht zal hij zijn vaders motieven leren doorgronden: een politiek vluchteling onder de vlag van Nederland anno 1950. Met dit boek toont de schrijver dat migratie geen eenrichtingsverkeer is en dat racisme overal op de loer ligt. Rivier de IJssel is geschreven door iemand die weet hoe het voelt te leven in een land waar de mensen jou vertrouwd zijn maar jij hun niet.

‘Weet je wat het is met rivieren? Ze migreren niet. Ze raken vervuild, vergiftigd, drogen uit, lopen weer vol, stromen over, wat dan ook, maar ze blijven op hun plaats. Hun mysterie is dat ze stromen. Dát is dus waar het om gaat: op je plaats blijven en tegelijk blijven stromen.’

Rivier de IJssel is de follow-up van Rivier de Lossie, maar kan ook gemakkelijk zelfstandig, of in omgekeerde volgorde gelezen worden.

Schitterend geschreven novelle… Arnhem aan Zee.

Chapeau voor de auteur die zijn familiegeschiedenis weet te overstijgen en een universeel verhaal neerzet. Den Haag Centraal.

Birney heeft een heldere stijl van schrijven die erg plezierig aandoet. – NBD/Biblion.

Leo Stappers – Jongens toch, drie romans

LEO STAPPERS
JONGENS TOCH

Drie afzonderlijke, genaaid-gebrocheerde romans, 112, 112 en 104 blz. in boekenhuls. 29,50
ISBN 90 6265 540 8
Eerste druk 2003

Het DRIEvoudige romandebuut JONGENS TOCH van LEO STAPPERS.

Het thema van JONGENS TOCH – boeken van geloof, hoop en liefde – wordt bepaald door het dilemma dood versus leven en loopt daarmee vooruit op het thema van de Boekenweek 2003 (vanaf 12 maart): STYX – LEVEN EN DOOD IN DE LETTEREN. De ingrediënten zijn kunst, esoterie, religie.

Met de liefde, de grootste van deze drie, begint JONGENS TOCH. Tegen de klippen op, want neerslachtig zijn ze, verstaan de jongens in RIJM VAN OUDE LIEFDE, de kunst te leven. Zelfmoord wordt wel overwogen, maar afgewezen. Lessus, de hoofdpersoon, schrijft een verhaal. Maar in RIJM VAN OUDE LIEFDE wordt over dat verhaal enkel gepraat. Via allerlei invallen komt de liefde ter sprake, komt liefde tot stand.

GROEN GLOORT DE HOOP is het middendeel van het drieluik, een soort divertissement. Spannend en met eenzelfde erotische spanning als `Rijm van oude liefde’. GROEN GLOORT DE HOOP is het verhaal van een driehoeksverhouding. De hoofdpersoon is, zo blijkt langzaamaan, een gewezen prostitué met bijzondere belangstelling voor esoterische kunstvormen. En er is de taal waaraan alle personages duidelijk plezier beleven. Die taal, vooral, laat zien dat de jongens levensvatbaar zijn.

Leo Stappers
In EEN WANKEL GELOOF, EN NOG EEN gaan de jongens met ernst en passie diep in op het overkoepelende thema van JONGENS TOCH, vervat in Heines vers: Schlafen is gut, der Tod ist besser, aber am besten währe: nicht sein. De handeling wordt gegeven in de vorm van een interview. De taal, ook als die in citaten tot hen komt, blijkt voor hen eens te meer een levensvoorwaarde, een manier van leven.

Is de verhaalontwikkeling in de roman episch, op het cerebrale af, de taal is lyrisch, poëtisch, zinderend. En er is volop humor en zelfrelativering. De couleur locale van het Limburgse klinkt door in de bijzondere taal. Leo Stappers (1948), – filosoof, schilder, kenner van de middeleeuwen, bibliothecaris en verzamelaar – zet met JONGENS TOCH een tot nu toe onbekend schrijverschap neer.

“De landschappelijke en stedelijke passages dragen een sterk Peter Handke-handschrift, de bibliofiel-theologische exercities zouden Umberto Eco niet mishagen. Da’s alvast niet niks voor een debuut, maar het knappe moet nog komen. Als een bekwaam vakman heeft Stappers namelijk gezorgd voor een tegenstem in het verhaal. De literatuur heeft er een stem bij gekregen.” – Dagblad De Limburger

Lex van de Haterd (red.) Bloemen in het zand. Pieter Wiegersma, een oeuvre

Lex van de Haterd (red.)
Bloemen in het zand
Pieter Wiegersma, een oeuvre

Nederland. Kunst
Ing. groot formaat, 50 zw. ill., 37 kleurill, 104 blz.
Eerste druk, 2000, € 52,50
Tweede druk € 29,50
ISBN 978-90-6773-024-2

Pieter Wiegersma wordt vaak aangeduid als ‘de zoon van’ Hendrik Wiegersma, het vermaarde dubbeltalent, arts en schilder uit Deurne. Die aanduiding is een beetje de tragiek van zonen en dochters van alle beroemde vaders. Het is ook waar dat een deel van Pieter Wiegersma’s werk in het teken staat van en zelfs gewijd is aan zijn vader: diverse publicaties en het oprichten van Gemeentemuseum De Wieger, waar hij zelf tien jaar lang artistiek directeur was.

Echter, Pieter Wiegersma (1920) is vooral zelf ook beeldend kunstenaar van met name monumentaal werk (glas-in-lood, wandtapijten, mozaïek), en heeft daarnaast ook naam gemaakt met zijn sieraden, als schilder en tekenaar, en als schrijver.

Zijn solotentoonstellingen en groepsexposities van de laatste zestig jaar zijn misschien op een pagina te noemen. Toch is een belangrijk deel van zijn werk voortdurend te zien en openbaar toegankelijk op een kleine honderd locaties: (gebrandschilderd) glas-in-lood in talrijke kerken en kapellen (waaronder de St. Janskathedraal in Den Bosch), keramiek, mozaïek, wandtapijten in onder meer provinciehuizen, gemeentehuizen, ziekenhuizen, scholen en banken.

Bloemen in het zand bevat vier inleidingen (door de kunstpublicisten Lex van de Haterd, Rob Smolders, Maarten Beks en Jef van de Sande), die elk een aspect van Wiegersma’s veelzijdigheid belichten, gevolgd door ruim 50 pagina’s reproducties van zijn werk, waarvan 37 in vierkleuren, en besloten met een uitgebreide appendix.

Pieter Wiegersma – Postbode van de hemel

PIETER WIEGERSMA
Postbode van de hemel

Nederland. Verhalen
Luxe paperback met flappen, 222 blz., € 15,75
ISBN 90-6265-439-8
Eerste druk 1997

In de jaren dertig, en in vele jaren daarna, kende Nederland een unieke plek waar, toen nog onbekende, kunstenaars van binnen en van ver over de grenzen elkaar troffen, zoals de Zwitserse schrijver Charles Albert Cingria, de Belgische schilder en beeldhouwer Constant Permeke en de uit Rusland afkomstige Franse beeldhouwer Ossip Zadkine.
Plaats van samenkomst was niet Amsterdam of Den Haag, maar Deurne, middenin de Brabantse Peel ten huize van Hendrik Wiegersma, de schilder en legendarische arts op wie Anton Coolen zijn roman Dorp aan de rivier baseerde.
Meer dan eens vertrok het gezelschap naar Parijs om ook daar te duelleren met het potlood of het woord.

Pieter Wiegersma (1920), zoon van en zelf beeldend kunstenaar, groeide op in deze kunstanaarsscene en maakte hen allen van jongs af mee. Sindsdien heeft hij een open oog en oor voor de kwaliteiten van anderen, weet hij als geen ander dat ook de clochard of de vergeten kunstenaar zijn verhaal heeft en staat zijn leven in het teken van de kunst. Zo is hij initiatiefnemer van museum De Wieger in Deurne.

«Dat eens zo grote beroemdheden in onze tijd uit de vergetelheid te voorschijn gehaald worden is een grote verdienste van zulke vertellers als Pieter Wiegersma.» – Albert Helman in 1996

Vijftien verhalen over kunstzaken, zoals de stoel van Van Gogh, de bronzen penning van keizer Haile Selassie, De Zeug van Rik Wouters, over Solemis en andere ‘postboden van de hemel’, zoals de kunstenaars Ossip Zadkine, Constant Permeke, Charles Albert Cingria en Hendrik Wiegersma, opgetekend door Pieter Wiegersma, de ooggetuige die hen overleefde.

Robert Vernooy – De Contramine. Essays

Robert Vernooy
De Contramine
Essays
Nederland
Paperback 108 blz.
ISBN 978-90-6265-310-2
Eerste uitgave oktober 1989

De Contramine is een bundel polemische essays over kunst, media, mindbuilding, strips en esthetisch humanisme. Gewapend met een flinke dosis humor en eruditie trekt Robert Vernooy, de meest eigenwijze schrijver van zijn generatie, ten strijde tegen de tijdgeest van de jaren tachtig, bijgestaan door criticus Jaap Goedegebuure, die optreedt als ‘guest star’ in een briefwisseling over moderne decadentie. Vernooy, alias Captain Culture, schroomt daarbij niet om ook met zichzelf in strijd te zijn.
Meer over Robert Vernooy op deze site