Aart Broek – Het lichten van de jaren

Aart Broek
Het lichten van de jaren
Gedichten Nederland-Curaçao
Ingenaaid, 46 blz.
ISBN 978-90-6265-649-3
Prijs: € 14,50
Verschijningsdatum november 2010

Het eiland Curaçao bood Aart G. Broek twintig jaar geborgenheid. In 2001 kwam hij terug naar Nederland. Het nam enkele jaren om weer enigszins vertrouwd te raken met de samenleving waarin hij was geboren en opgegroeid. In de overgang van de ene naar de andere samenleving kwamen hartstocht, liefde en vriendschap onder dwarse druk te staan. Die weerbarstige ervaringen resulteerden in Het lichten van de jaren: een verzameling tedere én toornige gedichten, steevast gedreven en dikwijls uitzonderlijk zinnelijk.

‘Wat een geweldig beeldende woordenschat gebruikt deze dichter. Bij het lezen en herlezen ontstond ontroering door de keuze van woorden en beelden die tot een prachtige symbiose samenvloeien. Het geheel laat een onvergetelijke indruk achter.’ – Elma Lindenbergh, Leiden

‘De spanning die je opbouwt, de verrassingen die je brengt, de misleiding die je bereikt […]. Ja, waardering is hier gewoon op zijn plaats en heeft niets te maken met de eilandelijke beleefdheidsvormen!’ – Carel de Haseth, Curaçao

Aart G. Broek is de auteur van onder meer de essays De terreur van schaamte (2007) en Het zilt van de passaten (2000)

‘De terreur van schaamte is een belangrijk boek dat iedereen is aan te raden die ook maar enigszins geïnteresseerd is in hedendaagse debatten over allochtonen en criminaliteit, nature/nurture-problematiek, de botsing van culturen, of in filosofische vragen op het breukvlak van psychologie en moraal.’ – Tijdschrift voor Filosofie

‘In het Nederlandse taalgebied is er geen ander boek dat zo breed erudiet en goed gedocumenteerd de weg wijst in de Caribische literatuur [als Het zilt van de passaten.’ – Michiel van Kempen

Helena Engelbrecht-Fornara – Manchi

Helena Engelbrecht-Fornara
Manchi

Poëzie, Nederland-Aruba
Ingenaaid 48 blz., € 13,50
ISBN 978-90-6265-654-7
Eerste uitgave 2010

Manchi is een ode van Helena Engelbrecht-Fornara aan haar echtgenoot. Alles op Aruba en zelfs in Nederland herinnert aan hem, aan de jaren toen ze nog samen waren, aan de strijd tegen zijn ziekte en aan het verlies dat ze daardoor beiden leden. In deze bundel vol weemoed en verdriet komt niet alleen Manchi weer tot leven maar ook Aruba, het eiland waar ze hun liefde beleefden. Hij is er en hij is er niet in de geur van zijn overhemden of sigarettenrook, als honden huilen en ze naar zijn graf op Sabana Basora loopt. Zelfs als ze in de ogen van een hagedis kijkt, ‘hun’ Vallenato hoort of een broodje bakelauw voor de truck van Papillon bestelt.

Ik had nooit gedacht dat het zou gebeuren dushi
maar je begint te vervagen
je aanwezigheid als een tweede huid om me heen
begint losser over mijn vel te zitten

Helena Engelbrecht-Fornara bracht haar jeugd grotendeels door op Aruba. Op haar achttiende kwam ze naar Nederland, maar door haar liefde voor Manchi keerde zij vele jaren later terug naar Aruba om er ook na zijn dood voorgoed te willen blijven.

Hanneke van der Hoeven – Ik ben weer in Berlijn geweest

Hanneke van der Hoeven
Ik ben weer in Berlijn geweest

Beeldroman. Nederland
Ingenaaid in omslag met flappen
144 blz., waarvan 94 blz. met tekeningen in 4 kleuren
Formaat 18x 26 cm € 29,50
ISBN 978-90-6265-653-0

Na twintig jaar keert Hanneke van der Hoeven, op uitnodiging van haar vriendin Gerdien, terug naar Berlijn. In 1988 was ze er voor het laatst. Hun vriend, de kunstenaar Thijs, werd toen begraven. Als ze door de stad loopt, waarvan de muur nu gevallen is, vertelt ze Thijs over de jaren dat ze nog met z’n drieën waren, in kraakpanden woonden en werkten en alles zo anders was. De Oost-Duitse controleurs, de honden, de schijnwerpers en het angstgevoel zijn verdwenen. Ze mijmert over hun vriendschap, hoe die in Groningen op de kunstacademie ontstond en hoe onvervangbaar Thijs voor haar bleek toen hij veel te jong stierf. Schrijvend en door het Berlijn van nu lopend brengt ze de jaren van toen in kaart. De krakersrellen, hun visie op kunst, politiek, liefde en emancipatie, de eindeloze discussies, de demonstraties, de feesten en de muziek. De Hinterhöfe zijn gebleven, de penetrante kolengeur is weg, Die Wende is geschiedenis, net als Thijs, haar geestverwant. Maar de herinneringen en de tekeningen van Hanneke, die het nieuwe Berlijn schetsen, brengen alles weer samen.

Hanneke van der Hoeven (1955) is schilder.
Zij voltooide de kunstacademie in Groningen, publiceerde strips in onder meer de Groene Amsterdammer en maakte kinderboeken voor Querido, o.a. Staartenboek en het bekroonde Gijsbrecht.

De Volkskrant over In Afrika (2001):
«Bijzondere tekeningen en trefzekere ‘bijschriften’. De sobere impressies in zwart-wit vormen een sterke reeks.»

Alfred Birney – Rivier de IJssel

Alfred Birney
Rivier de IJssel

Novelle. Nederland
Gebonden, 112 blz.,
ISBN 978-90-6265-650-9 € 16,50
Eerste druk 2010

Een muzikant hoopt op een wilde nacht met een zangeres die hij moet begeleiden. Maar er is een derde in het spel: een dubbelganger die hem een vervreemdend gevoel geeft over zijn afkomst en een grote kennis van het Nederlands koloniaal verleden aan de dag legt. De muzikant krijgt het idee te moeten kiezen tussen de liefde en zijn zucht naar historische kennis. Wellicht zal hij zijn vaders motieven leren doorgronden: een politiek vluchteling onder de vlag van Nederland anno 1950. Met dit boek toont de schrijver dat migratie geen eenrichtingsverkeer is en dat racisme overal op de loer ligt. Rivier de IJssel is geschreven door iemand die weet hoe het voelt te leven in een land waar de mensen jou vertrouwd zijn maar jij hun niet.

‘Weet je wat het is met rivieren? Ze migreren niet. Ze raken vervuild, vergiftigd, drogen uit, lopen weer vol, stromen over, wat dan ook, maar ze blijven op hun plaats. Hun mysterie is dat ze stromen. Dát is dus waar het om gaat: op je plaats blijven en tegelijk blijven stromen.’

Rivier de IJssel is de follow-up van Rivier de Lossie, maar kan ook gemakkelijk zelfstandig, of in omgekeerde volgorde gelezen worden.

Schitterend geschreven novelle… Arnhem aan Zee.

Chapeau voor de auteur die zijn familiegeschiedenis weet te overstijgen en een universeel verhaal neerzet. Den Haag Centraal.

Birney heeft een heldere stijl van schrijven die erg plezierig aandoet. – NBD/Biblion.

Dirk Johan Stromberg – Tropendrift / Tropical Drift CD

Dirk Johan Stromberg
Tropendrift / Tropical Drift
(2006)
music, USA / poetry, The Netherlands – Indonesia
Dubbel-CD (57:00 en 44:00), 18 nummers
€ 18,00, ISBN 90-6265-601-3

Hagenaars/Stromberg
Tropendrift / Tropical Drift
Boek + CD’s in buikband
€ 29,50 set, ISBN 90-6265-600-5

Kijk hier naar de poëzievideo van het gedicht ‘Singapore: Bugis Street’

Indonesië staat centraal in Tropendrift (zie Fonds 2003), een bundel die door zijn terugkerende personages en opvallende compositie (berustend op de structuur van de Borobudur) het verhaal terugbrengt in de poëzie: 48 gedichten van elk driemaal vier regels. Belangrijkste thema’s zijn de liefde en het besef dat oorlog niet ophoudt bij het sluiten van vrede, dat voor verwerking van leed inzicht nodig is.

Tropendrift is tweetalig uitgegeven, de vertaling Tropical Drift is van John Irons.

In 2005 zette de Amerikaanse geluidskunstenaar Dirk Johan Stromberg 18 gedichten op muziek (bedoeld als een performance) die later in 2006 op DUBBEL-CD officiëel worden uitgebracht. Speciaal voor de Nederlandse liefhebbers een kleine ‘voor-editie’ gemaakt.

«Ik las Tropendrift voor het eerst in december 2004. Ik voelde me er meteen toe aangetrokken door de seksualiteit, het verlangen en de schoonheid. Ik reisde af naar Azië om een beter begrip te krijgen van de principes die aan het boek ten grondslag liggen. Het werk nam het ritme over waarin vrienden voor me zongen, alsmede de andere tijdservaring en alle nieuwe geluiden om me heen – die van tuk-tuks, natte markten en talen vol monotone melodieën. Gedurende dit proces was ik telkens verbaasd over de diepte van het boek.» – Dirk Johan Stromberg

Dirk Johan Stromberg is een Amerikaanse geluidskunstenaar die in Europa opgroeide. Zijn muzikale interesse reikt van klassiek en improvisaties tot industriële en computermuziek. Geboeid door intieme optredens, schrijft hij tevens kamermuziek met behulp van computers en een sleutelrol voor geautomatiseerde diffusie en ‘artificial intelligence’. Hij haalde zijn kandidaats Muziek aan de Texas Tech University en zijn doctoraal examen aan het Brooklyn College in New York. Momenteel doceert hij aan de Bilgi Universiteit in Istanbul. Aan Tropendrift / Tropical Drift werken verder mee de musici Douglas Cohen (stem), Andrea La Rose (fluit en piccolo), Christopher Bacas (saxofoon en fluit), Alfredo Marin (gitaar) en Andrew Livingston (bas). Douglas Cohen studeerde compositie bij o.a. Louis Andriessen, Chris Bacas speelde o.a. in de band van Buddy Rich en op North Sea Jazz Festival. Meer informatie over de musici op «Composer Dirk Johan Stromberg and personel».

Albert Hagenaars
Tropendrift / Tropical Drift
(2003)
Boek, ing. 128 blz.
€ 16,90, ISBN 90-6265-538-6

Hagenaars/Stromberg
Tropendrift / Tropical Drift
Boek + CD’s in buikband
€ 29,50 set, ISBN 90-6265-600-5

De pers over Tropendrift/Tropical Drift«Dirk Johan Stromberg reisde naar Azië om de sfeer te proeven en voorzag achttien gedichten uit Albert Hagenaars ‘Tropical Drift’ van muziek. Hoewel akoestische instrumenten zijn gebruikt, is het eindresultaat van deze ‘gesproken opera’ zozeer met de computer bewerkt dat het zich toch vooral laat beluisteren als elektronische muziek. De gedichten worden gesproken door Douglas Cohen. De muziek is in hoofdzaak opgevat als een sfeertekening en is dus sterk programmatisch. Persoonlijk heb ik hierbij de neiging uitsluitend nog naar de klankschildering te luisteren en de inhoud van de teksten aan mij voorbij te laten gaan, maar als muzikale productie vind ik deze interpretatie van ‘Tropendrift’ wel degelijk een mooi geheel.» – Lauran Toorians in Brabant Cultureel-Brabant Literair. Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur (jrg. 55, nr. 4) – Brabant Cultureel

Annel de Noré – Het kind met de grijze ogen

Annel de Noré Het kind met de grijze ogen
Suriname. Verhalen
Paperback, 220 blz., € 15,00
ISBN 90-6265-563-7
Eerste druk 2004

Het kind met de grijze ogen bevat twee korte en zes lange verhalen. Annel de Noré smelt de taal samen met welhaast redeloze gebeurtenissen geladen met passie, wreedheid en magie in een Latijns-Amerikaanse sfeer. Alle personages kampen met intermenselijke relaties door wederzijds onbegrip en wantrouwen. Ze worden uiteengerukt door het verlangen naar aandacht, liefde en door de grillen van het lot.

Met een intense drang haar personages transparant te maken verhaalt zij over het alledaagse dat omslaat in een drama (Made in heaven, De deur, De fluit) of gaandweg een fictieve werkelijkheid wordt (Stella Ursina, De vloek).

De verhalen spelen zich af in een auto op het platteland, in een jong gezin, in een koloniaal verleden (Het kind met de grijze ogen) of in een spookachtige jungle waarin dingen gebeuren die doen denken aan historische feiten (De zwarte wolk).
Het kind met de grijze ogen is het tweede boek van Annel de Noré Haar debuutroman De Bruine Zeemeermin (2000), in de literaire kritiek het beste Caribisch debuut sinds Bea Vianen en Astrid Roemer genoemd, bleek het beginpunt van een nieuwe generatie schrijfsters, die betrokken is bij het wel en wee van de Surinamer en het Suriname van nu.

Het titelverhaal is een allegorie over het kolonialisme: hoe uit de verkrachting van een indiaanse door de blanke kolonisatoren nieuw, hoopvol leven komt, al schreeuwt het volk om wraak. Liefde en wreedheid die tegen elkaar aanschuren: daar draait het in bijna alle acht verhalen om. In het eerste verhaal neemt een shagrijnige vrouw een zwangere liftster mee, die de minnares van haar eigen man blijkt te zijn; de liftster bekoopt het met de dood. In het tweede neemt een jongen in een pleeggezin wraak voor de mishandeling van zijn moeder. ‘De fluit’ is geschreven vanuit een kinderperspectief, waardoor de pedofiele neigingen van ‘Oom Ed’ schrijnend uitkomen. Alle verhalen gaan – net als de succesvolle debuutroman ‘De bruine zeemeermin’ van deze Surinaamse auteur – over dromen, gefrustreerde verwachtingen. Het schrijnt soms hoe de auteur doordringend pijnlijke relaties weet neer te zetten. Dit boek weet zich door de stilistische kwaliteiten moeiteloos te nestelen tussen de beste verhalenbundels die het Caribisch gebied ooit voortbracht. – Biblion, Michiel van Kempen

Literatuur op zijn best.

Veelal geldt, na een opvallend debuut, een tweede publicatie als een soort van lakmoesproef. Een proef die Annel de Noré voor mijn gevoel, op wat kleinigheden na, glansrijk weet te doorstaan. De verhalenbundel Het kind met de grijze ogen laat in literair opzicht een grote verscheidenheid zien: realistisch, anekdotisch aandoend, verhalen die elementen van een parabel of mythe hebben, en tenslotte een verhaal met magisch-realistische kenmerken. Met deze staalkaart van haar kunnen laat Annel de Noré zien wie ze is: een schrijfster die de moeite van het lezen meer dan waard is.
‘Made in heaven’ laat een vrouw zien, die een buitensporige bewondering voor haar man heeft. Een zwangere, Braziliaanse, aan wie ze een lift geeft naar het ziekenhuis, blijkt uitgerekend van haar (en ik heb het over de hoofdpersoon van het verhaal) man in verwachting te zijn. De hoofdpersoon raakt totaal gedesillusioneerd en ‘gedesoriënteerd’ met alle gevolgen van dien.
In ‘Stella Ursina’, waarin Stella Ursina een metafoor is van het onafhankelijk geworden Suriname, laat Annel de Noré op indringende wijze de literatuur de lezer in Nederland en Suriname een spiegel voorhouden. Middels de literatuur geeft zij aan vertrouwen te hebben in de nieuwe generatie, en daarmee impliciet ook in het land.
In ‘De zwarte wolk’ trekt een groep van onderofficieren de jungle in om het land te zuiveren en het bestuur over te nemen. Met de eenheid en de zuivere bedoelingen van de groep is het echter gauw gedaan. Wantrouwen, machtswellust en hebzucht gaan de boventoon voeren. De revolutie eet zijn eigen kinderen op. Het verhaal heeft wat weg van een sleutelverhaal waarin we bestaande personen kunnen herkennen. De ik-figuur tracht tenslotte te ontkomen, maar hij geraakt op pijnlijke wijze tot een eenheid met de bomen in het oerwoud. ‘Vingers breken af. Krakend scheuren mijn lendenen uiteen. Mijn binnenste staat in brand. Ik schreeuw het uit. Schreeuw, Schreeuw, Schreeuw.’ Het einde van het verhaal vertoont aldus trekjes van het magisch-realisme, hetgeen sporadisch voorkomt in de Surinaamse literatuur.
Samenvattend, indrukwekkende verhalen, die de lezer aan het denken zetten over intermenselijke relaties, over historische en actuele politieke en maatschappelijke zaken. Literatuur op zijn best. – geciteerd uit ‘Een schitterende, maar enigszins schrijnende staalkaart!’
– Joost Minnaard in Leydraden, juni 2004

“De schrijfster verrast nu opnieuw met haar korte verhalen. Ze hebben alle als kenmerk dat ze geladen zijn met menselijke dramatiek waarbij de personages worstelen met de grillen van het (nood)lot. De Noré toont in haar schrijven ook een grote betrokkenheid met het hedendaagse Suriname.
In meerdere verhalen slaat een alledaags gebeuren op een gegeven moment om in een tragedie. ‘De deur’ is daar een mooi voorbeeld van. Het einde doet denken aan een Roald Dahl-achtig verhaal. In het ongezegde schuilt het drama. Meer nog dan in ‘De deur’ wordt in het verhaal ‘De fluit’ een kinderperspectief gehanteerd. Het is het mooiste verhaal dat ik ooit heb gelezen over een seksueel getinte relatie tussen een volwassene en een kind.
Het gewone kan bij De Noré op een sluipende manier iets magisch krijgen, zoals ze in ‘De vloek op een haast hallucinerende manier laat zien. Ook in het andere lange verhaal, ‘Stella Ursina’, speelt de auteur met een fictieve werkelijkheid. De Noré laat vooral in dit verhaal zien dat ze een vorser is op psychologisch en emotioneel gebied.
Een ware uitsmijter is het slotverhaal ‘De zwarte wolk’. Dit toont op een belangwekkende manier dat de literatuur kan gaan waar de historici nooit zullen komen.
Annel de Noré heeft met deze collectie verhalen op een overtuigende manier een plek veroverd in de hedendaagse Surinaamse literatuur.”
– Chandra van Binnendijk in De Ware Tijd (29 mei 2004)

De slechtste mens heeft nog iets goeds
Caribische schrijvers denken niet zwart-wit

Hoe schrijvers in het Nederlandstalig Caribisch gebied tegen hun omgeving aankijken, weten we eigenlijk niet, omdat hun werk nauwelijks tot Nederland doordringt. Er is hier wel een uitgebreide migrantenliteratuur, maar daaruit komen we vooral te weten wat de migrant in Nederland ervaart. Twee nieuwe boeken uit het Caribisch gebied zelf (‘Het kind met de grijze ogen’ en ‘De Engelenbron’) laten zien dat schrijvers dáár (Annel de Noré en Erich Zielinski) heel andere oriëntatiepunten hebben.
De Surinaamse Annel de Noré bewijst met de bundel ‘Het kind met de grijze ogen’ dat haar mooie debuutroman ‘De bruine zeemeermin’ van vier jaar geleden geen toevalstreffer was. Haar verhalen kennen één opvallende constante: geen van de personages is wat hij lijkt te zijn. Slachtoffers worden daders en keiharde zakenlui veranderen in romantische kunstenaars. Mensen kennen hun ware aard niet, suggereert De Noré want die begeeft zich tussen tegenpolen: “Er is zoveel goeds in de slechtste van ons en zoveel slechts in de beste van ons, dat geen van ons iets kan zeggen over één van ons.”
Een verklaring voor dit antipolisch gedrag is te vinden in het titelverhaal ‘Het kind met de grijze ogen’. Daarin wordt verteld over de Indiaanse, mythologische figuur Amanna, symbool voor het leven dat telkens in een andere vorm doorgaat. Toen de Europeanen Zuid-Amerika veroverden, kreeg Amanna een kind van een conquistador en dat heeft ze bij hen achtergelaten. “Dit weeskind met onzuiver dubbel bloed werd alleen gelaten bij en tussen zijn bloedeigen vijanden. Maar hij was de eerste van een nieuw volk. Hij zat vol leven.” Zo maakt De Noré duidelijk dat die mysterieuze spanning tussen tegengestelde polen Surinamers een vitale levenskracht verleent. Die mengvorm van mythe en alledaagse realiteit tekent ook het verhaal ‘De zwarte wolk’. Het speelt zich af tijdens de militaire dictatuur van Bouterse en begint bij een uit de hand gelopen arbeidsconflict, waarbij de sergeanten de macht grijpen. Al gauw krijgt het verhaal een mythologische dimensie. Dat de armoede niet verdwijnt, zou door de bosgeesten komen, die als zwarte wolken de hoofden van hebzuchtige types binnensdringen. Pas tijdens een expeditie die bedoeld is om deze geesten uit te schakelen beseft Boss, de expeditieleider, dat het kwaad uit de expeditieleden zelf voortkomt.
[…]
Kennelijk leeft bij deze twee Caribische schrijvers het besef dat goed en kwaad met elkaar zijn verbonden. Ze omarmen hun werkelijkheid, al zien ze de fouten van hun landgenoten ook. Ze wijzen niet met een beschuldigende vinger naar Nederland: die werkelijkheid speelt in hun verhalen geen rol.
– Jos de Roo in Trouw

Albert Hagenaars – Tropendrift

ALBERT HAGENAARS
Tropendrift

Nederland / Poëzie
In het Engels vertaald door John Irons
Pap., 128 blz., 15,00
ISBN 90-6265-538-6
Eerste druk 2003

Kijk hier naar de poëzievideo van het gedicht ‘Singapore: Bugis Street’

Evenals zijn romans en vorige poëziebundels staat Tropendrift in het teken van reizen, interculturele relaties en bovenal de liefde, en wel de liefde in al haar aspecten. De bundel is het verslag van een poëtische reis door enkele landen in Zuidoost-Azië telt zeven cycli die alle gebonden zijn aan een locatie: Thailand, Maleisië & Singapore, Sumatra, Java, Bali, Singapore & Maleisië, Thailand.

Het centrale thema is het besef dat oorlog niet ophoudt bij het sluiten van vrede, dat voor verwerking van leed inzicht nodig is. Verwezen wordt naar de Tweede Wereldoorlog (o.a. de internering van Hollandse en Indische Nederlanders in Japanse kampen en de inzet van Nederlandse krijgsgevangenen aan de beruchte Birma Spoorlijn), de Politionele Acties, de coup van Soeharto in 1965 en de Vietnam-oorlog.

De compositie van respectievelijk 3-6-9-12-9-6-3 gedichten berust op de structuur van de Borobudur. Deze bekende Boeddhistische tempel, een boek met in steen uitgehouwen reliëfs ter lering en vermaak, staat in het midden van Java, dat op zich weer het geografisch centrale en belangrijkste eiland van de Indonesische archipel vormt. Indonesië wordt in de compositie van de bundel als het ware omarmd door de plaatsen die onderweg aangedaan worden door de hoofdpersonen, een ik met meereizende familie.

Van Albert Hagenaars (Bergen op Zoom, 1955) verscheen werk in Duitse, Engelse en Franse vertalingen. De Engelse vertaling Tropical Drift is van John Irons, die onder andere ook Bernlef, Claus en Komrij vertaalde.
zie ook het blogspot over Tropendrift

De pers over Tropendrift
‘Stilistisch vertoont Albert Hagenaars een opvallende voorkeur voor het kwatrijn. Zijn beeldspraak getuigt van een sterk poëische trefkracht.’ – Poëziekrant.

‘Waar Hagenaars ook over schrijft, of het nu gaat over het leven in grote Europese steden of over de vervreemding van het eigen verleden, telkens onthult zich een onvermoeibaar streven naar (her)formulering van de dichterlijke plaatsbepaling. En laat ik het onomwonden zeggen: Albert Hagenaars weet waar hij het over heeft, kent de wetten van het vers en laat zich niet verleiden tot klakkeloze opname in de oneigenlijke verzuiling van onze dichtersbent.’ – Vrij Nederland.

‘Het verwerken van sterk symbolisch geladen motieven en de ongewone, koele, soms zelfs sinistere beeldspraak verlenen de toon van deze poëzie iets obsessioneels en vaak iets intrigerends.’ – Prisma Lectuurvoorziening.

‘Taalstructuren die hun spanning ontlenen aan een geheimzinnige, moeilijk ontleedbare uitstraling. Taalbouwsels waarin als het ware het artistieke temperament van de dichter rechtstreeks werd neergeslagen. Dit neerslaan en uitstralen levert dan een poëzie op die niet in proza kan worden omschreven, maar wel sterk is en fascineert. Raadselachtig, verre van makkelijk, markant en mooi.’ – Brabantia.

‘IJle taalschetsen die intrigeren door hun opzettelijk tekort. De vorm is ook voor Hagenaars niet een vanzelfsprekend iets, maar een ding van buiten waarbij weerstand noodzakelijk is.’ – Haarlems Dagblad.

«De dichter onderneemt in diverse gedaanten zijn tocht door Zuid-Azië. Hij verplaatst zich in ouders en kinderen, soldaten en geliefden. Ook schrijft hij over de speciale band tussen moeders en zonen en die tussen vaders en dochters en het dwangmatige aspect daarvan. In de relatie van de ik met zijn oosterse geliefde is er sprake van een synthese. Het gaat dus om verplaatsingen in de meest ruime zin. Hij reist door de geografische ruimte. De tijd omvat behalve de duur van de reis ook het verleden, tijd vóór zijn geboorte. Daarbij verplaatst hij zich in mensen die hij leert kennen of hoort en leest in verhalen. Albert Hagenaars past dit toe op een niet-expliciete manier die intrigeert. Hij houdt het geheim in deze zeer consistente cyclus gevangen.
De levens van ouders hebben hun directe neerslag op die van de kinderen. En wij allen zijn indirect verbonden met de vele, vele mensen, die door de grote gebeurtenissen in de geschiedenis werden en worden getroffen. Steeds worden ook verhalen uit die geschiedenis herschreven, vervalst of verzwegen. Formules die de wereld willen verklaren, geven geen verklaring voor het leed. Sterk in deze poëzie is dat Hagenaars geregeld de fictieve gedaante benadrukt van de opgevoerde personages. Gelijk de ik een literair personage is. Zij zijn de uitkomsten van feiten, voorstellingen en vervalsingen. Dat maakte hen nog tragischer. Het ware kan niet worden achterhaald.» – Yvonne Né in BN/De Stem

«Zo blijkt de reis een tocht naar binnen. Naar het eigen leven, naar de eigen relaties, naar eigen emoties, inzichten, herinneringen en eerlijkheid. En daarmee is het niet altijd even goed gesteld. Verraad, onbespreekbare familiegeheimen, ontucht en landverhuizers op een zondige weg naar een volgende toekomst, dat zijn de betekenissen en associaties die deze goed geconstrueerde regels projecteren tegen het achterdoek van een exotisch en woelig verleden. Oorlog en geweld zijn de themas waar het in deze bundel om draait. De Jappenkampen, de Birmaspoorlijn, ook de oorlog in Vietnam en de coup van Suharto, maar al deze voorbeelden uit de menselijke geschiedenis worden niet uitsluitend aangehaald om te bewijzen hoe slecht het met de vooruitgang is gesteld. Ze bewijzen dat vrede geen zaken van staten is maar van mensen die tot inzicht zijn gekomen. Die geleden hebben en dat grote en het kleine persoonlijke leed verwerkt hebben.
Hagenaars wil met deze knappe gedichten ook internationaal erkenning afdwingen. Daarom is de bundel tweetalig, links steeds de fraaie Engelse vertaling door John Irons, rechts daaropvolgend het oorspronkelijke Nederlands.» – Camiel Hamans in Brabant Cultureel

«De bundel Tropendrift vormt de neerslag van een bedevaart door Zuid-Oost Azië en de Gordel van Smaragd. De tocht staat symbool voor de menselijke speurtocht naar harmonie. In de Borobudur, het boeddhistische heiligdom op het Indonesische eiland Java, vond Hagenaars een blauwdruk voor de structuur van Tropendrift. Bij de Borobudur passeer je al die reliëfs, vergelijkbaar met onze reliëfs, die op de computer staan. Maar op het hoogste punt, bij de bovenste stoepa, vind je niets, dat wil zeggen: geen godheid die aanbeden wordt. Tenslotte draait het om je eigen inzicht.» – Nick J. Swart in Brabants Dagblad

«In deze tweetalige dichtbundel (Nederlands en Engels) beantwoorden de tropen allang niet meer aan jongensachtige dromen van palmen, tempels en aapjes. Glas, staal en razend verkeer contrasteren met loerende ogen in het struikgewas, oosterse trots verzet zich tegen westerse hoogmoed. Vooral in het huidige Indonesië speelt het verleden van lang verzwegen familiegeheimen mee. Vaak wordt dat gesymboliseerd in de figuur van de vader: angstwekkend geniformeerd of met lieve kampogen. Op de Borobudur kan de wijsheid van de Boeddha de realiteit van afval en stank nauwelijks verhullen. Wat sterk overkomt, is de sfeer van dreiging en angst. Een verrassende bundel.» – Els van Geene voor Biblion (Nederlandse Bibliotheek Dienst)

«Bij Albert Hagenaars is het trouwens sowieso onduidelijk of hij het wel over zijn huidige zelf heeft, want hij torst immers meerdere zielen in de borst, getuige in mijn hoofd, waar de mannen die ik ben denken te slapen (uit De tempel van de poëzie I). Intrigerend is de vervlechting van heden en verleden, een procédé dat Hagenaars geregeld pakkend toepast. Albert Hagenaars staat ook garant voor beklijvende beelden als: Het meer te diep voor de zon. Jij voor mij en Ik was een jonge man en bevocht het niet en Toen ik vroeg naar vroeger en Het lemmet trilt na in de stam. Jij in mij en vooral het onvergetelijke het kwaad dat over de rand van de doopvont komt. De bundel is zo hecht gecomponeerd dat de gedichten amper op zich gelezen kunnen worden. Dat geeft het geheel een verhalend karakter. Je zou deze bundel kunnen lezen als een poëtisch reisverslag.» – Bert Bevers in Stroom (nr. 12, maart 2004)

Alice Walker – Bij de glimlach van mijn vader

ALICE WALKER
Bij de glimlach van mijn vader

Verenigde Staten, Roman
Vertaling: Irma van Dam
Paperback, 270 blz. 15,75
ISBN 90-6265-454-1
Eerste druk 1998

Bij de glimlach van mijn vader, een verhaal van beantwoorde liefde, oversteken naar gene zijde en de seksuele genezing van de ziel, is na zes jaar de eerste nieuwe roman van Alice Walker, schrijfster van onder meer De kleur Paars, De tempel van mijn gezel en Het geheim van de vreugde.
Bij de glimlach van mijn vader is een verbluffend mooie, originele en belangrijke roman door ‘een van de beste hedendaagse Amerikaans schrijvers’ {The Washington Post).
Een Amerikaans gezin – Susannah, schrijfster in spe, haar zuster Magdalena en hun ouders – vestigt zich op een buitenpost in de verafgelegen sierra’s van Mexico. Daar, temidden van de Mundo, een bedreigd mengbloedvolk van zwarten en Indianen, begint een ontmoeting die hen meer zal veranderen dan zij ooit voor mogelijk konden houden.
Alice Walker doorbreekt in deze betoverende roman, vol onvergetelijke personages met hun verhalen, allerlei grenzen als ze onverbloemd de manieren onderzoekt waarop miskende vrouwelijke seksualiteit leidt tot verlies van de kostbare en noodzakelijke eigen identiteit – en hoe een vrouw die herovert, zelfs als haar van leugen en liefde vergeven familiegeschiedenis duidelijk wordt.
Bij de glimlach van mijn vader laat een viering van de seksualiteit zien, het onvoorwaardelijke belang ervan bij het bereiken van een volwassen levenshouding, en de invloed van de vader die bepaalt of zijn dochters hieraan vreugde dan wel verdriet zullen beleven.

Nawal El Saadawi – De zoektocht van Fouada

NAWAL EL SAADAWI
De zoektocht van Fouada

Roman
Egypte
Vertaling Djuke Poppinga
Genaaid gebonden met stofomslag, 192 blz., € 19,50
ISBN 978-90-6265-399-7
Eerste druk 1994
Alleen nog rechtstreeks bij de uitgeverij

Elke dinsdag, al jarenlang, ontmoet Fouada haar geliefde, Faried, in een restaurant bij de Nijl. Maar op een dag blijft hun tafeltje plotseling leeg. Als ze hem opbelt verbreekt het rinkelen van de telefoon slechts de stilte in een lege kamer. Faried is verdwenen. In de dagen die volgen raakt Fouada volledig gedesoriënteerd. Het leven lijkt te zijn veranderd in een droom die de zin van haar werk als scheikundige, en van haar bestaan als geheel, versluiert.
Of is ze met het verdwijnen van Faried juist ontwaakt uit een droomtoestand, en is de wereld vol pijn en twijfel zoals die zich nu aan haar voordoet niets meer dan een getrouwe afspiegeling van de werkelijkheid?

De zoektocht van Fouada is een poëtische roman, waarin tegen de achtergrond van de moderne Egyptische samenleving het klassieke thema van de verloren geliefde op zangerige, bijna hypnotische toon verwoord wordt.

Nawal El Saadawi werd geboren in Kafr Tahla, een dorp in Egypte. Ze weigerde om zich in de traditionele rol van de Arabische vrouw te schikken, ging medicijnen studeren en werd een vooraanstaand arts en psychiater.
Daarnaast verwierf ze grote bekendheid als schrijfster van zowel romans als nonfictie, waarin – telkens taboe-doorbrekend – de positie van de Arabische vrouw centraal staat. De zoektocht van Fouada is haar tiende boek dat in Nederlandse vertaling verschijnt.

«Saadawi bewijst met haar romans en reisverhalen hoe emancipatie in zijn werk gaat. En hoe het verhaal van één persoon het culturele klimaat van een heel land kan veranderen.» – Anil Ramdas

De pers over De zoektocht van Fouada
Het klassieke thema van de verloren geliefde wordt door Nawal El Saadawi tot op het bot uitgekleed, verschoond van elke romantische bijsmaak. Wat overblijft is ontreddelng, de kwetsbare ziel van de eenling, die mens heet.» – Friesch Dagblad

«Nawal El Saadawi schreef met De zoektocht van Fouada een ontroerend portret van een jonge Arabische vrouw op zoek naar houvast in een wereld die aan alle kanten wankelt. De roman laat een pijnlijke indruk achter van een onvervuld leven, van iemand die zich wil uiten, maar geen middel heeft kunnen vinden.» – Trouw

«Fouada ontdekt dat zij alles in haar leven alleen gedaan heeft terwijlle van haar moeders hooggespannen verwachtingen. Is het soms dit inzicht dat haar verlamt? Interessant is deze sobere roman vooral omdat hij een ver stadium van emancipatie toont.» – NRC Handelsblad

«De zoektocht van Fouada behelst een mengeling van emancipatie en westers introspectie en klinkt als een klaaglied. De toon is verwant met de bewoordingen van de Profeet waarin de nacht koud, en de dag heet is, en waarin vreugde en verdriet elkaars volkomen tegendeel zijn. Saadawi verzet zich als psychiater en als auteur tegen de traditionele inperking van de vrouw in de islam en zij eist gelijkwaardigheid en een volwaardig menselijk bestaan.» – Haagsche Courant