«Voor liefhebbers van zowel literatuur als muziek is dit boek een aanrader.» – Jan Stoel

Over ‘Een Liefdeslied’ van Ernst Jansz op Boekenkrant, 18 februari 2025:

(…) De roman is opgebouwd uit twee grote delen. Het eerste deel, getiteld ‘Voorgeschiedenis’, neemt de lezer mee naar de negentiende eeuw en vertelt het verhaal van Rudi Jansz’ voorouders. Dit is een familie van doorzetters, gekenmerkt door Multatuliaanse trekjes en een diep gevoel voor rechtvaardigheid, levend in een periode waarin de slavernij weliswaar formeel was afgeschaft, maar de erfenis ervan nog altijd voelbaar was. Het tweede deel, dat de titel van het boek draagt, richt zich op het persoonlijke verhaal van Rudi Jansz en de liefde van zijn leven, Jopie Becht. Rudi is geboren in 1914 in Semarang uit een gemengd Indo-Europese familie. (…) Na het behalen van zijn HBS-eindexamen vertrekt de achttienjarige Rudi naar Nederland om Nederlands te studeren. (…) Hij verhuist naar Amsterdam. In 1937 treft hij daar in een dansgelegenheid in Amsterdam de bijna twintigjarige Johanna (Jopie) Becht . Het is liefde op het eerste gezicht. (…)  Hij wil samen met Jopie naar Indië terug, maar dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. (…) Rudi speelt in het verzet een belangrijke rol totdat hij opgepakt wordt en via de dodencel van de gevangenis op de Weteringschans in Amsterdam in kamp Amersfoort terecht komt. (…) Het boek werpt een kritische blik op de rol van Nederlanders in Nederlands-Indië en belicht de moeilijke positie van de Indo’s, die na de onafhankelijkheid gedwongen werden naar een vreemd vaderland te emigreren. (…)  Ernst Jansz heeft met deze biografische roman een ode aan de liefde tussen zijn ouders geschreven. (…) Wat het boek extra bijzonder maakt, is de vorm waarin het verhaal wordt verteld. Jansz gebruikt een mix van foto’s, brieven – vaak prachtig en indringend geschreven – en liedteksten die als muzikale vertaling van het proza fungeren. Het wisselende vertelperspectief, waarbij delen van het verhaal vanuit de ik-vorm worden verteld (zoals in de hoofdstukken met de naam Jopie), zorgt voor een intieme band met de personages. (…)

Lees hier de recensie
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het meest ontroerend in de passages waarin Ati op zoek gaat naar haar Indische wortels.» – Jan Kloeze

Over ‘Een Liefdeslied’ van Ernst Jansz op Literair Nederland, 24 januari 2025:

In ‘Een liefdeslied’ vertelt de Nederlandse zanger/schrijver Ernst Jansz over de liefdesgeschiedenis van zijn ouders, waarin zowel het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland als het onafhankelijkheidsstreven van Nederlands-Indië zijn verweven. (…) Hij gebruikt wel degelijk literaire fictietechnieken. Alle hoofdstukken die Jopie zijn getiteld — de naam van zijn moeder — schrijft hij bijvoorbeeld in de ik-vorm. Zo kruipt hij in de huid van zijn moeder. (…) Vooral als zijn moeder Jopie en zijn vader Rudi in de wilde oorlogsjaren plotseling een voor die tijd bijzonder modern open huwelijk aangaan en Jopie beschrijft hoe zij stapelverliefd werd op een andere man.  (…) ‘Een liefdeslied’ beschrijft vooral de liefde tussen Jansz’ ouders Jopie en Rudi, maar is het meest ontroerend in de passages waarin op latere leeftijd, als Rudi al is overleden, Ati op zoek gaat naar haar eigen Indische wortels en zich eindelijk verzoent met haar achtergrond. Het boek vertelt bovendien overtuigend het vaker vertelde verhaal over de enorme afstand tussen het leven in Nederlands-Indië en het bestaan van Indische Nederlanders in het koude kikkerlandje aan de Noordzee. Vader Rudi zag het als zijn levenswerk om die afstand voor zijn mede-Indo’s zoveel mogelijk te overbruggen. Maar tijdens en na de onafhankelijkheidsoorlog bleek dat een onmogelijke opgave. (…) Wie het boek koopt, krijgt de gelijknamige cd ‘Een liefdeslied’ erbij, te beschouwen als de soundtrack van het boek. Het zijn fraaie, vaak verstilde en melancholische liedjes die belangrijke momenten in de levens van Jansz’ protagonisten onderstrepen. Het album zou op zichzelf kunnen staan, maar de combinatie met het boek is een mooie meerwaarde.

Bron
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ik voelde me voor het eerst weer thuis. Hier. In Neerkant.»

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in interview met Frank van Dijl in Argus, nr. 190, 15 januari 2025:

“Schrijven is een eenzame bezigheid. Ik was gewend in bandjes te spelen en met elkaar lol te trappen  (…) . Maar ik heb het altijd heel fijn gevonden om te schrijven. En ik schrijf nog steeds. Mijn laatste boek is net uit en daar ben ik ook weer erg gelukkig mee. Dat ik dat mag en kan doen.”  Maar een boek alleen is voor jou te weinig: er moeten ook liedjes bij. “Eigenlijk is het omgekeerd. Ik schreef liedjes en ik wist hoe betrekkelijk een plaatje is, op een gegeven moment is het weg. Maar een boek zet je in de boekenkast en dat blijft eeuwig bestaan. (…) In het laatste boek, ‘Een liefdeslied’, heb ik de scènes op muziek gezet, eigenlijk voor het eerst.” (…) “Mijn vader was in 1933 al naar Nederland gekomen. Hij was achttien jaar, een paar maanden na zijn aankomst richtte hij een vereniging op voor de indo-jeugd in Nederland met als doel: een toekomst in Indonesië. Daar horen wij thuis, daar liggen onze wortels, we zijn een kind van Indonesia. (…) Dat was zijn overtuiging. Politiek heeft hij daar enorm zijn best voor gedaan en dat is dus mislukt. Dat aspect is nooit naar voren gekomen. (…) Met dit boek hinkte ik op twee gedachten: ik wilde de liefdesgeschiedenis van mijn ouders beschrijven, maar ik wilde ook graag de politieke rol van mijn vader belichten.”

Lees hier het interview/verhaal
Lees hier het interview dat Frank van Dijl 50 jaar eerder op dezelfde plek hield
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ernst Jansz reconstrueert het leven van zijn ouders.» – Marjo van Turnhout

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz op Leestafel, 14 januari 2025:

(…) [De oma van Ernst Jansz] Jeanne is geboren in 1893 op Java en verloor al jong haar ouders. Wat precies de reden er voor is is niet bekend maar zij werd een hardvochtige moeder voor Rudi, sloeg hem vaak met de karwats. Zij trouwt met Anton Jansz, die net als zij een Indo is, met Nederlanders als voorouders. Hun eerste kind overlijdt, waarna Rudi beschouwd wordt als eerstgeborene. Rudi is een goede leerling en wordt na zijn eindexamen naar Nederland gestuurd, om daar letterkunde te studeren. Hij richt de Indo-Nederlandsche Jongerenbond op, om de belangen van de Indo te behartigen. Na verloop van tijd verwaarloost hij zijn studie. Intussen is er Jopie in Amsterdam. Het is kerst 1937, als Rudi en Jopie elkaar voor het eerst zien, en de vonk meteen overslaat. Al snel wonen ze samen, maar dan breekt de oorlog uit. Rudi moet het leger in, hetgeen hem behoorlijk zal raken. Maar zijn reactionaire neigingen verminderen niet. Hij blijft zich hard maken voor de onafhankelijkheid van Indonesië. (…)  Ernst Jansz reconstrueert nu het leven van zijn ouders, met de hulp van vele – zeer persoonlijke – brieven, die wij kunnen lezen in dit boek. Daarnaast schreef hij liedjes, te beluisteren, want er zit een cd bij! Mooie liedjes die passen bij bepaalde gebeurtenissen, beschreven in het boek.

Bron
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Armoede, oorlog en heimwee: het leven van Ernst Jansz’ ouders ging niet over rozen, maar de liefde overwon alles.» – Dieter van den Bergh

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Brabants Dagblad, 15 november 2024:

(…) Al in 1981 was de zanger en muzikant uit Neerkant – 76 inmiddels – bezig met de afkomst van zijn vader en zijn Indische wortels. Een geschiedenis die ook zijn weerslag kreeg in een door Peter van Dongen fraai geïllustreerde autobiografische boekenreeks met cd; in 1985 beginnend met De Overkant en bijna veertig jaar later (vooralsnog) eindigend in Een liefdeslied, waarin Jansz inzoomt op de (liefdes)geschiedenis van zijn ouders. Een ‘documentaire roman’ op basis van onder meer foto’s en brieven. Vader Rudi neemt in 1933, achttien jaar oud en geheel alleen, de boot naar Amsterdam om in het verre Nederland te gaan studeren. Rond kerst 1937 valt in een danstent op het Rembrandtplein zijn oog op een mooi Amsterdams meisje, Jopie Becht, die opgroeit in een straatarm gezin. Als kind krijgt Rudi er van zijn moeder flink van langs met de karwats, een zweep met leren riemen. Toch droomt ook hij – net als Ernst in Rumah saya – een leven lang over Indië, en verlangt hij naar een terugkeer. Na een paar jaar in Nederland lijkt het erop dat hij spoedig zijn geliefde moederland zal terugzien, met Jopie in zijn kielzog. Maar dan breekt hier de oorlog uit en moet Rudi na zijn dienstplicht het leger in. Later belandt hij in het verzet. Eerst in de illegale pers, daarna helpt hij Joden onderduiken. Ernst’ vader maakt zich hard voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Voor hem betekent vrijheid voor Nederland ook vrijheid voor Indonesië. Ook Jopie doet illegaal werk. Beiden worden opgepakt, moeder komt snel vrij, vader belandt in een dodencel. Hij wordt overgeplaatst naar het beruchte kamp Amersfoort. Rudi overleeft, maar maakt verschrikkelijke dingen mee. Vanuit Amsterdam fietst zijn radeloze geliefde er een keer heen. (…) Met zestien nieuwe liedjes componeerde Ernst Jansz een soundtrack bij het boek. Liedjes waarin de echo’s doorklinken van artiesten als The Beatles, Bram Vermeulen, Bob Dylan en natuurlijk Doe Maar, en die net zo goed over deze tijd gaan, zo licht Jansz toe. ‘Liedjes over de liefde om mensen te verbinden in wederom een turbulente tijd vol toenemende polarisatie.’

Lees hier het artikel  of hier
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ruziënde beeldhouwers in derde boek Hofland.»

VoorplatBerniniWebsiteOver ‘Bernini’s waanzin’ van Margreet Hofland in AD (Haagsche Courant), 16 juni 2014:
De Haagse schrijfster Margreet Hofland heeft wat met Italië en met flamboyante kunstenaars. Eerder schreef ze een roman over meesterschilder en heethoofd Caravaggio, vorige week verscheen haar derde boek: Bernini’s waanzin. Nu zijn het de beeldhouwer-architecten Bernini en Borromini die centraal staan. (…) Hofland bekende dat haar sympathie al schrijvende steeds meer bij de underdog Borromini, die tot zelfmoord wordt gedreven, is komen te liggen. Ze laat hem een liefdesgeschiedenis beleven met de mooie Costanza. Het is een van weinige verzonnen elementen in het boek.
Kijk hier voor de het artikel
Meer over ‘Bernini’s waanzin’