Op vrijdag 12 februari 2021 begint aan de Universiteit van Amsterdam een nieuwe collegereeks – open voor publiek en nog online: ‘Caraïbische dromen’, verzorgd door prof. Michiel van Kempen. De tien colleges, steeds op vrijdagmiddag, gaan overigens niet enkel over de literatuur van Suriname en de Caraïbische eilanden, maar ook over de Nederlands-Indische literatuur en zelfs over Dominica. Ook dit jaar zijn er weer verschillende gastdocenten aanwezig. De tien colleges beginnen met de oudste koloniale literaturen, maar er is deze keer veel aandacht voor de allernieuwste teksten. De colleges worden ook gratis opengesteld voor belangstellenden van buiten de universiteit; zij hoeven ook niet deel te nemen aan het afsluitende tentamen. Voorwaarde is dat men de opgegeven tekst plus het bijbehorende artikel vooraf leest, het hele college bijwoont en dat men zich aanmeldt bij Van Kempen via het mailadres M.H.G.vanKempen@uva.nl. U krijgt de lijst met Zoom-links dan toegestuurd. Tijd: vrijdag 15.00-17.00 uur. Het achtste college op vrijdag 16 april gaat over de roman ‘Hot Brazilian wax’ van de Curaçaose auteur Eric de Brabander, die bij het college aanwezig zal zijn. Deze roman is uitsluitend nog te bestellen bij Uitgeverij In de Knipscheer. Het tiende college op vrijdag 30 april 2021 handelt over de moderne Nederlands-Caraïbische poëzie, waaronder het nog te verschijnen ‘Een mensenkind in niemandsland’ van de Surinaamse dichter Jit Narain.
Meer info over alle online colleges postkoloniale Nederlandse literatuur
Meer over ‘Hot Brazilian wax’
Bestel hier ‘Hot Brazilian wax’
Meer over Jit Narain bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: Madelon Székely-Lulofs
«Eigenlijk mooi uitgegeven boekwerken.» – André Oyen
Over ‘Extaze 16 – Film’ op Ansiel, 25 maart 2016:
In een soort dagboekfragmenten vertelt Pieter Verhoeff over de perikelen die hij meemaakt om zijn recente filmproject ‘The Tokyo Trial’ op de rails te krijgen. (…) Hans Muiderman noemt Adriaan Ditvoorst de meester van de beweging en de stilte, van het intrigerende grensgebied tussen zichtbaar en onzichtbaar. Dankzij dit bijzonder knap opgebouwde artikel komt een monumentaal werk weer tot leven. (…) Cor Gout beleefde aan boek en film ‘Rubber’ merkbaar plezier en deelt dat heel overtuigend met zijn lezer. Dit filmnummer brengt film op een vrij academische leest naar de lezer maar beschikt toch ook wel over de nodige toegankelijkheid. Mij persoonlijk charmeerde deze Extaze-uitgave vooral door de originaliteit van de onderwerpen.
Lees hier en hier de recensie
Meer over Extaze 16
Literair tijdschrift Extaze 16 ‘Film’ [Jrg. 4, nr. 4]
Extaze 16 – Film
vierde jaargang nr. 4
Genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 96 blz.
€ 15,00
15 december 2015
ISBN 978-90-6265-896-1
In dit ‘filmnummer’ van Extaze essays van cineast Pieter Verhoeff (reist door de wereld op zoek naar een goede landingsbaan voor zijn recente filmproject en overpeinst ondertussen zijn leven als filmmaker),
Hans Muiderman (raakte hevig geëmotioneerd toen hij Ik kom wat later naar Madra van Adriaan Ditvoorst voor de twintigste of dertigste keer zag), Jonas Bruyneel (werpt zich op als scheidsrechter bij een filmduel tussen Nederland en België), Lukas Simonis ontleedt het begrip ‘cultfilm’ en stelt de vraag of de aldus aangeduide films nog gezocht en bekeken worden), Wim Noordhoek (brengt de magie die de film sinds zijn jeugd op hem heeft uitgeoefend onder woorden), Cor Gout beschrijft de verschillen en de overeenkomsten tussen Rubber, het boek, van Madelon Székely-Lulofs, en Rubber, de film, van Gerard Rutten) en Mark Baltser (verstaat zich met de stilte).
Korte verhalen van Andreas van den Akker, Elko Born, Chris Ceustermans, Peter De Voecht, Christien Kok, Ronnie Krepel, Marc Caméra, Jens Meijen en gedichten van Gilles Boeuf, Marco Geldermans, Arnold Jansen op de Haar en Tom Marien. Het beeld in dit nummer is van Marcel van Eeden.
Lees ook nieuwe verhalen, gedichten, interviews en recensies op het digitale supplement van Extaze
Meer over Extaze
Meer over de presentatie
«Aansprekende voorbeelden van de beeldvorming rond de Indo.» – Petra Teunissen-Nijsse
Over ‘De dubieuzen’ van Alfred Birney in Arabesken nr. 40, 1 november 2012:
Birneys inleiding over de begrippen ‘Indo’, ‘Indisch’, ‘Hollander’ en ‘koloniale literatuur’ legt duidelijk de pijnpunten bloot. Er is veel verwarring over deze begrippen, door tekortschietend historisch besef of door politiekcorrecte angst voor racisme. Birney stelt uiteindelijk voor om de term ‘Indisch’ als een cultureel begrip op te vatten en de term ‘Indo’ als een etnisch begrip. (…) In zijn omvangrijke essay laat Birney zien dat de Indo-schrijvers het multiculturele leven in Nederlands-Indië anders beschrijven dan Couperus en Multatuli. Hij geeft enkele aansprekende voorbeelden van de beeldvorming rond de Indo en zijn ‘dubieuze’ status. Ook trekt hij interessante parallellen tussen ‘liplappen’ en ‘sinjo’s’, en jonge halfbloeden in onze huidige samenleving.
Lees hier de recensie
Meer over De dubieuzen