Arturo Uslar Pietri – Rode lansen

ARTURO USLAR PIETRI
Rode lansen

Venezuela, Roman
Vertaling : Rikkie Degenaar
Gebonden, 224 blz. € 20,00
ISBN 90-6265-517-3
Eerste druk 2001

De Venezolaanse schrijver Arturo Uslar Pietri (Caracas, 1906-2000) gebruikte in 1948 als eerste de term `magisch realisme’ om de Latijns-Amerikaanse literatuur te beschrijven. Begin jaren dertig deelde hij zijn woning in Parijs met Alejo Carpentier en Miguel Angel Asturias en schreef hij Rode lansen, zijn beroemde historische roman over de onafhankelijkheidsoorlog van 1811-1821 in Venezuela.

Het verhaal verloopt lineair en kent drie hoofdpersonen. Presentación Campos is opzichter van El Altar, het landgoed van Fernando Fonta. Als de oorlog uitbreekt, met alle gruwelijkheden van de strijd, komen ook zij tegenover elkaar te staan: Campos komt met de slaven in opstand en schaart zich aarzelend aan de Spaanse kant, terwijl Fonta uit ideologische overwegingen voor het revolutionaire leger kiest. De derde hoofdpersoon, en uiteindelijke triomfator, is Simon Bolívar, die in de roman wel alom tegenwoordig is via anderen, maar alleen in het begin en aan het eind in eigen persoon aanwezig is. Daardoorheen speelt de liefde tussen de zus van Fernando, Inés, en zijn vriend, de Engelse kapitein David. Deze liefdesgeschiedenis krijgt een noodlottige wending wanneer Campos Inés verkracht en voorgoed een einde maakt aan de oude verhoudingen door ook haar ouderlijk landhuis in brand te steken.

Uslar Pietri is getuige geweest van de geschiedenis van Latijns-Amerika in de twintigste eeuw en was een van de voornaamste critici van Venezuela. Rode lansen, een jeugdwerk, wordt gezien als de eerste ‘moderne’ Spaans-Amerikaanse roman, die de Latijns-Amerikaanse vertelkunst op historische wijze heeft vernieuwd.

Rode lansen is spannend, mede dankzij de verhaalstructuur waarin de verteller buiten het verhaal staat en zich van commentaar onthoudt. De Nederlandse vertaling van deze klassieker is uitgebreid met een Voorwoord dat Uslar Pietri in 1995 schreef.

Alejo Carpentier – Het koninkrijk van deze wereld

ALEJO CARPENTIER
Het koninkrijk van deze wereld
Cuba, Haïti, Roman
Vertaling Arthur H. Seelemann
Paperback, 176 blz., € 15,00
ISBN 90-6265 478-9
Eerste druk 1997
Tweede druk 2001

Het koninkrijk van deze wereld (1949) is het fascinerende verhaal van de gebeurtenissen op Haïti in het begin van de negentiende eeuw. De slavenopstand leidt tenslotte tot het eerste zwarte koninkrijk met een zwarte koning. Maar de tirannie blijkt slechts van kleur te zijn veranderd… In deze korte historische roman, waarin naast veel ellende en strijd ook erotiek, voodoo, pracht en praal een rol spelen, geeft Carpentier blijk van zijn visie op het kwaad van de macht en van zijn schitterende, soms poëtische verteltechniek, die hij lo ral maravilloso noemde en waarmee hij grondlegger werd van het magisch realisme.

Het koninkrijk van deze wereld kwam voor het eerst in 1997 uit in Nederlandse vertaling. Deze heruitgave in Reprise Literair is uitgebreid met Carpentiers beroemde proloog Het wonderbaarlijke werkelijke die, hoewel tot dusver alleen gepubliceerd in de eerste Spaanstalige editie, wordt beschouwd als een baanbrekend document.

In 2000 verscheen zijn novelle De achtervolging, voorafgegaan door drie verhalen in de door hem zelf samengestelde uitgave Tijdoorlog.

De pers over Het koninkrijk van deze wereld
Alejo Carpentier werd in 1904 op Curba geboren als zoon van een Franse architect en een Russische moeder. Hij zat enige tijd in de gevangenis wegens zijn verzet tegen de Cubaanse dictator Machado. Vanaf 1966 woonde hij in Parijs, waar hij tot zijn dood in 1980 een belangrijke diplomatieke betrekking had. Carpentier wordt algemeen beschouwd als Cuba’s grootste romanschrijver. In 1977 kreeg hij de Premio Cervantes, de grote Spaanse prijs voor de letteren.

«Het wonderbaarlijke werkelijke van de verbeelding enerzijds en de pijnlijke historische feiten anderzijds vinden in dit indrukwekkende boek een juiste balans.» – Vrij Nederland

«Een verrassing deze Nederlandse vertaling. De beschrijvingen zijn tastbaar, de oorsprong legendarisch. Daarenboven is het boek ongenadig ontroerend.» – De Groene

«Zelfs na een halve eeuw blijft dit boek overeind als een waardevolle aanvulling op de literatuur over Haïti.» – NRC

«Het is een tijdloze fabel die nog steeds indruk maakt. Uitgesproken literair, beeldrijk en sensueel.» – Trouw

«Al lezende wordt al snel duidelijk waarom deze roman nog altijd genoemd wordt. Carpentier is de wegbereider voor García Márquez, Vargas Llosa en Fuentes.» – Leeuwarder Courant

«Een verbijsterend boek, een triomfzang op de heldhaftige stijd en de vrijmaking van de slaven.» – Martin Ros

«Carpentiers Haïti is doorlopend bijna tastbaar concreet en de ondertoon van het relaas onweerstaanbaar ironisch.» – De Morgen

«Eerlijk gezegd vind ik de boeken van Carpentier veel beter en vooral dieper dan die van García Márquez.» – Robert Lemm

Paul Kastelein – De erfgenamen

PAUL KASTELEIN
De erfgenamen

Nederland Roman
Paperback, 272 blz., € 15,75
ISBN 90-6265-458-4
Eerste druk 1998

De erfgenamen speelt zich af in het nevelige noorden van Friesland. Daar ligt het terpdorp Beegummerzwaag als een parel in Gods hand. Het is de thuishaven van een mennonietische sekte die al eeuwen om geloofsredenen afgezonderd van de wereld werkt en leeft. Zelfs de huzaren van Lodewijk Napoleon, op zoek naar soldaten voor de Garde d’honneur, zagen in de mist geen hand voor ogen en waren door het dorp getrokken zonder er erg in te hebben. Ook de Tweede Wereldoorlog lijkt de Beegummers ongemoeid te laten.
Maar als in ’43 de Roeland, een vierhonderd jaar oude luidklok die in het gemeenschapsleven een centrale rol speelt, op grond van de metaalverordening van Seyss-Inquart door de Duitsers in beslag wordt genomen, ziet men zich genoodzaakt illegaal een nieuwe klok te gieten. Dit ontketent een reeks van gebeurtenissen die voor de broederschap een nieuwe tijd inluidt. Een nieuwe tijd die wortels blootlegt van de oude, en de lezer laat kennismaken met hedendaagse legendes, kleurrijke belevenissen en markante personages; die uit zuinigheid weigeren dood te gaan, de boerderij vastketenen aan een manshoog anker, of bijvoorbeeld Bouke Dingeldijn, een man die meer van zijn vrouw houdt dan goed is voor een boer.
De erfgenamen is geschreven in een beeldende stijl en is kroniek, spookvertelling en avonturenroman ineen.

De pers over De erfgenamen
«Deze lijvige roman van Paul Kastelein is een bijzonder boek, al was het alleen maar al vanwege de mythische trekjes die onmiskenbaar de sfeer in het verhaal bepalen. Kastelein laat zien dat hij uit het goede vertellershout is gesneden.» – Friesch Dagblad

«Een meeslepend verhaal. Willekeurig welke bladzijde kun je opslaan en beginnen met citeren. Iedere greep is raak.» – Eindhovens Dagblad

«Kastelein maakt het de lezer makkelijk om zich de situatie voor te stellen. Het zou niet veel moeite kosten om zijn boek te verfilmen.» – Nederlandse Bibliotheek Dienst

«Het magisch realisme van Noord-West-Friesland. Een roman in de traditie van de grote Zuid-Amerikaanse schrijvers. Een literaire tegenhanger van Hoe God verdween uit Jorwerd.» – Leeuwarder Courant

«Magische elementen doortrekken het boek, dat toch in een fictief terpdorp op de Friese klei speelt.» – Nederlands Dagblad

«De erfgenamen van Paul Kastelein haalt in literair opzicht wel een hoog niveau, maar de religieuze thematiek staat minder centraal. Met name dit romandebuut van scenarioschrijver Kastelein heeft mij aangenaam getroffen. Wat is dat geweldig goed geschreven! Van deze kroniek van een mennonietisch dorp in Friesland zijn zowel de compositie als de stijl zo perfect, dat je als je De erfgenamen uit hebt, meteen een volgend boek van deze jonge auteur zou willen lezen. – Bert van Weenen

Guy Vaes – Eindeloze zondag in oktober

Guy Vaes
Eindeloze zondag in oktober
Oorspronkelijke titel Octobre long dimanche
België
Vertaling Edith Klapwijk
Gebrocheerd in omslag met flappen 368 blz.
ISBN 90-6265-255-7
Eerste uitgave oktober 1988
i.s.m. Dedalus

De weg die Laurent Carteras aflegt, is ogenschijnlijk die van het verval. Hij raakt op drift, verliest achtereenvolgens zijn werk, zijn vrienden, de verschillende vrouwen die hij op zijn pad is tegengekomen – om uiteindelijk in de armen van een dienstmeisje te belanden, als tuinier van het landgoed waarvan hij de erfgenaam had moeten zijn. Zijn medewerking in dit proces van verlies heeft veel weg van een ascese, een mystieke ervaring van totale ontzegging, de aanvaarding niemand meer te zijn in afwachting van zijn opgaan in het niets.

Eindeloze zomer in oktober beschrijft de terugkeer van een jongeman Laurent Carteras in een omgeving waar hij zijn kinderjaren heeft doorgebracht. Niemand herkent hem echter. Aanvankelijk vecht hij tegen dit identiteitsverlies; hij tracht een nieuw leven te midden van onbekenden te beginnen, maar faalt in deze pogingen: niemand kan hem zijn persoonlijkheid teruggeven, niemand bindt zich aan hem, zodat hij in zijn isolement blijft opgesloten. Ten slotte neemt hij de identiteit aan die anderen hem opdringen.

«Soms denkt men aan De vreemdeling van Camus, maar Guy Vaes voert zijn persoonlijke zoektocht veel verder door. Zijn stijl is precies, nauwgezet, als een scalpel waarmee hij het bewustzijn ontleedt. Het decor – waarin men de nevels, de pleinen en de zeelucht van Antwerpen terugvindt – geeft aan deze roman van de vervreemding een hallucinerende werkelijkheid mee.» – Le Figaro Littéraire

Eindeloze zomer in oktober, door Guy Vaes op twintigjarige leeftijd geschreven, verschijnt (pas) in 1956 bij de Parijse uitgever Plon, in 1979 bij Editions Jacques Antoine in Brussel en anno 1988 voor het eerst in Nederlandse vertaling.

Guy Vaes (Antwerpen, 1927) werkt als journalist en fotograaf en heeft vijf boeken en tal van reisverhalen en essays gepubliceerd. Hij is een vooraanstaand vertegenwoordiger van het magisch realisme, welk genre – alvorens de jaren zeventig wereldwijd faam te verwerven dank zij de grote literatuur van Latijns-Amerika – tot ontwikkeling kwam in met name de Franstalige Belgische literatuur.

«Bij het corrigeren van de proeven van een van mijn romans, waarin ook sprake is van dubbelgangers, moest ik uw boek erop naslaan… Urenlang was ik Laurent Carteras en ik ontdekte in u een van de ware meesters.» – Julio Cortázar aan Guy Vaes in 1963

Franz Hellens – Kind tussen twee vuren. Roman

Franz Hellens
Kind tussen twee vuren
Oorspronkelijke titel Contes et nouvelles ou Les souvenirs de Frédéric
België, Franstalig Vlaams
Vertaling Leonard Nolens
Paperback met stofomslag, 187 blz.,
ISBN 90-6265-207-7
Eerste uitgave oktober 1985

Kind tussen twee vuren bevat verhalen die zich in Vlaanderen aan het eind van de vorige eeuw afspelen. Door de bundel heen wordt een groeiproces beschreven, vanaf de vroege kinderjaren tot de volwassenheid. Deze zelfontplooiing leidt tot botsingen met godsdienstige taboes, burgerlijke moraal en benepen gezinsopvattingen. De vroegste impressies worden scherp realistisch weergegeven, terwijl de beelden uit de adolescentie zich naar het fantastische bewegen.

«De werkelijkheid wordt pas draaglijk wanneer er een dosis verbeelding, geput uit het bovennatuurlijke, het wonderbaarlijke, aan wordt toegevoegd.» – Franz Hellens in Document secrets

Franz Hellens (1881-1972) heette eigenlijk Frédéric Van Ermengem, en werd in Brussel als zoon van een beroemde arts en bacterioloog geboren. Zijn jeugd bracht hij door in het Oost-Vlaamse dorp Wetteren en in Gent. Hij heeft in het Frans tientallen werken – romans, verhalen, toneel en dichtbundels – gepubliceerd en geldt al een voorname vertegenwoordiger van het magisch realisme.
Het door hem opgericht tijdschrift Le Disque Vert slaagde volkomen in zijn opzet: de Franstalige Belgische letteren te propageren tot ver over de eigen landsgrenzen. Werk van Hellens is in de meeste Europese landen verschenen, echter tot nog toe nauwelijks in het Nederlands vertaald.

«Wanneer twee zieners elkaar ontmoeten… Dat is wat Hellens overkomt als hij, in volle Eerste Wereldoorlog, in Nice Modigliani ontmoet. Wanneer twee zieners elkaar ontmoeten, krijgt de werkelijkheid een fantastische dimensie!
Modigliani schildert Hellens’ portret in ruil voor een liter wijn. En wat een portret! Hij schildert hem als een verstrooid, een beetje grienerig en pruilend kind. Frédéric die almaar terugkomt uit Pontoise, geportretteerd alsof hij niet meer loskomt van een kindertijd waarin de droom echt is, want de kindertijd stelt een vraagstuk waarvan de oplossing een leven lang duurt. Zijn hele leven zal Hellens worden achternagezeten door de mythe van de kindertijd.» Paul Neuhuys