Theo Monkhorst – Huis Huid. Gedichten

VoorplatHuisHuid30075Theo Monkhorst
Huis Huid

gedichten
Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
42 blz., € 15,00
eerste druk 2019
ISBN 978-90-6265-771-1

In Huis Huid beschrijft de dichter in zesentwintig gedichten zijn biotoop waarin hij met zijn huis samenvalt. De ene keer richt hij zich tot zijn muze Mirabel, geleerde, zongestoofde, andere keren spreekt hij schilders aan waarvan het werk de muren van zijn kamers bekleden, schrijft hij een ode aan zijn planken vloeren en eeuwenoude marmeren gangen, nodigt uit mee te gaan naar de donkere kruipruimten waar dictators geen toegang hebben, biedt vluchtelingen voor korte tijd onderdak en richt zich tot schrijvers die het labyrint van zijn bibliotheek bewonen en componisten waarvan de muziek hem doordringt.
De ontroering van de geschiedenis blijkt uit het portret van mensen die ooit in het huis leefden en alle eeuwenoude materialen afkomstig van overal die het huis en alles daarin vormgeven. Samen met zijn muze gaat hij tenslotte juichend ten onder in het door bomen overwoekerde huis.

Als daarna de boom die in mij wortelt
door dit huis groeit, takken
door zijn dak de zon zoeken,
zoals zijn wortels in mijn lijf
de duisternis, waar wormen leven,
het veilig is en doden naast mij slapen,
zal ik je niet meer missen Mirabel
en jij mij niet, want je bent begraven
in dit vers zoals ik in aarde.

De Haagse schrijver Theo Monkhorst publiceerde romans, poëzie en toneelstukken. Zijn werk werd opgenomen in literaire tijdschriften zoals Extaze, Hollands Maandblad, De Poëziekrant, Meander Magazine en tijdens de Poëziedagen in Watou (België). Hij was columnist van de Haagse Courant. Bij Uitgeverij In de Knipscheer verschenen in 2016 de roman De blijmoedige leugenaar en in 2018 de dubbelroman De zegen van weemoed die onderdeel is van een trilogie waarvan het derde deel in 2020 verschijnt.
Meer over ‘Huis Huid’
Meer over Theo Monkhorst bij Uitgeverij In de Knipscheer

Dag Michaël Slory,

Slory-Alsof-men-alles-26-juni-2018-1-705x940Het laatste publieke optreden van Michaël Slory bij de boekpresentatie van ‘Alsof men alles loslaat’ op 26 juni 2018 in Tori Oso, Paramaribo

Bij wijze van In Memoriam, Michaël Slory, 04-08- 1935 / 19-12-2018:
Merkwaardig toch, of toch niet, dat je hier in een kil Nederland de laatste dagen voortdurend ter sprake kwam. Afgelopen zondag 16 december hield Uitgeverij In de Knipscheer in het Amsterdamse theater Podium Mozaïek haar jaarlijkse boekpresentatie van de in 2018 nieuw verschenen titels van onze Antilliaanse en Surinaamse auteurs. Het slot van het programma was – als eerbetoon – gewijd aan jou met de Nederlandse presentatie van Alsof men alles loslaat, je nieuwste bundel die ik tot mijn blijheid in juni van dit jaar in jouw bijzijn mocht presenteren in Tori Oso. Je was toen eigenlijk al te zwak maar je wilde toch meedoen. Aan de hand van Sombra en Karin Lachmising liep je moeizaam naar je tafeltje bij het podium. Maar hoezeer je lijf ook protesteerde, je bleef scherp en alert. Dat beeld, die foto werd zondag op het grote theaterscherm in Amsterdam geprojecteerd.

Terwijl ik loftuitingen over Alsof men alles loslaat voor het publiek citeer, zie ik vanuit mijn ooghoek die foto voorbijkomen. Het ontroert mij onverwacht hevig, het besef dat we elkaar toen in Paramaribo voor het eerst en laatst hebben ontmoet, en het lukt me niet enkele gedichten van je voor te lezen. Aanwezige Surinaamse auteurs Karin Lachmising en Usha Marhé snellen me te hulp en brengen improviserend je titelgedicht ten gehore van het eerste boek dat In de Knipscheer van je in 1991 uitgaf: Ik zal zingen om de zon te laten opkomen.

Die Nederlandse loftuitingen herhaal ik hier met alle plezier. Meer dan bij Ik zal zingen (…) en je tweede bloemlezing Torent een man hoog met zijn poëzie bij ons uit 2012, zijn het ‘Hollandse’ recensenten en dichters die de loftrompet steken over Alsof men alles loslaat. Alle drie genoemde bundels kregen overigens hun selectie en hun voorwoord door Michiel van Kempen. Joost Baars, winnaar van de laatste VSB-Poëzieprijs 2017, een van de belangrijkste prijzen in Nederland voor dichters, schrijft: «Grenzeloos gelaagde eenvoud, en ik kan er alleen maar van dromen.» Hans Franse verzucht op Meander Magazine, het toonaangevende platform voor poëzie in Nederland: «Alles wat Michaël Slory ziet leidt bijna vanzelf tot een gedicht.» En John Jansen van Galen, niet onbekend met en in Suriname, en promotor van de poëzie, roept op de radio Michaël Slory uit tot «absoluut de beste dichter van Suriname.»

In Suriname ben je al in ver verleden gelauwerd met alle bestaande literaire prijzen. Maar nu is ook Nederland wakker. Net te laat.

Het ga je goed, Michaël.

Met beste groet,
franc knipscheer, uitgever
Haarlem, Nederland

Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Nu eens prikken en bijten ze, dan weer spreken ze van hoop en wanhoop en bedelven ze de vertwijfeling onder hoop uit verloren dagen.» – Johan Reijmerink

KhazarenbloedOver ‘Khazarenbloed’ van Rogi Wieg op MeanderMagazine, 02 oktober 2012:
Als je de gedichten uit zijn nieuwste bundel Khazarenbloed doorleest, merk je in alles de dwingende behoefte om het existentiële tekort van het leven ongedaan te maken, te overwinnen. Waarom ben ik hier? (…) Wieg zoekt naarstig naar de zin der dingen. Maar bovenal is hij op zoek naar zichzelf, de waarheid over wie hij nu eigenlijk zelf is, voor de ander is en kan zijn. (…) Ik ben al lezend onder de indruk geraakt van de ernst, ja, de af en toe panische ernst waarmee Wieg zoekt naar een uitweg voor zijn existentiële gespannenheid, zijn gevoel van zinloosheid, zijn overbewustheid van het leven zoals het zich aan hem voordoet.
Lees hier de hele recensie
Meer over Rogi Wieg