Over ‘De blinde kamer’ van Meine Fernhout in Haarlems Dagblad, 9 januari 2016:
Schrijver Meine Fernhout woonde drie jaar aan het Spaarne met uitzicht op Teylers Museum. Dit oudste museum van Nederland speelt een belangrijke rol in zijn debuutroman ‘De blinde kamer’. In dit boek licht hij zijn wereldbeeld toe aan de hand van een spannend verhaal met een lijk in het Spaarne. De dode is een natuurkundige die in Haarlem proeven deed met het opvangen van licht. (…) Het verhaal maakt een sprong in de tijd als de 45-jarige Roderick wordt aangehouden op verdenking van moord. In zijn cel heeft hij de tijd te zoeken naar verklaringen. Hoe kan het gebeuren dat hij verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van deze natuurkundige? Het moet gezegd; hij is intiem met haar geweest. (…) Het verhaal zit goed in elkaar.
Lees hier het artikel
Meer over ‘De blinde kamer’
Tag: Meine Fernhout
«Door deze roman waait de zilte zeewind.» – Henk Jellema
Over ‘De blinde kamer’ van Meine Fernhout in De Duinstreek (HMC), 30 december 2015:
Meine Fernhout werd tijdens zijn verblijf in Bergen aan Zee geïntrigeerd door Hotel De Dennen. (…) In dit gebouw heeft de schrijver een kamer zonder ramen, een ‘blinde kamer’, gesitueerd. De hoofdpersoon gaat met zijn moeder in deze vroegere villa wonen en ontdekt deze bijzondere kamer. Hij raakt daar verslaafd aan het lezen van de talloze boeken aan zijn overleden grootvader, die hier vroeger heeft gewoond. Jaren later wordt hij plotseling getroffen door berichten over wetenschappelijke experimenten met licht, waarin hij zich verder intensief verdiept. Hierbij speelt ook de filosofie een grote rol, zoals de lezer zal ontdekken.
Lees hier het artikel op blz. 25
Meer over ‘De blinde kamer’
«Fascinerend verhaal.»
Over ‘De blinde kamer’ van Meine Fernhout op bol.com [St.Lievens Esse, België], 10 november 2015:
Een fascinerend verhaal, ik kon het boek niet meer wegleggen. Je wilt weten hoe het de hoofdpersoon is vergaan, je wilt deel zijn van zijn poëtisch filosofische mijmeringen en zijn heldere gedachten. Hij lijkt onschuldig in een cel beland. Dit brengt hem ertoe alles op te schrijven wat voor hem van belang is. Hij overdenkt zijn leven en brengt het hiermee in kaart. Herinneringen, gedachten over de grote vragen van het leven, ontroerende passages over zijn moeder, de afwezigheid van een vader en de metershoge boekenkast van zijn grootvader gevuld met grote denkers. Deze kast voedt en vormt hem al vroeg. Door het lezen van grote denkers in die stille, blinde kamer wordt hij zich bewust van dingen. Hij verbaast zich en windt zich op. Het boek neemt je mee op een reis in ‘de wolk van niet-weten’. Het toont een bewustwordingsproces via intellectuele overdenkingen en innerlijke ervaringen. Zo ontmoeten binnen en buiten elkaar en andersom. Dat het boek een poging is wetenschap en het grote niet-weten te verbinden, was misschien was wel de belangrijkste drijfveer van de auteur. Als niet-wetenschapper en niet speciaal in natuurkunde geïnteresseerd, is het fascinerend te ontdekken dat het allemaal over hetzelfde gaat, de zoektocht naar de essentie van het bestaan, het verlangen naar eenheid. Ik kon moeilijk een citaat kiezen, het barst van de schitterende passages, hierbij een beeldend poëtische: Een mens zover uit de kust, je bent geen vogel en geen vis. Zich niet bekommerend om de plaats waar hij aan zal spoelen, want aan land komen zal hij zeker, voelt de afgedreven zwemmer zich nauwelijks bedreigd. Alleen de overgave maakt dat je het uithoudt tot je aanspoelt. Blz. 113. Pluspunten: Goede verhaallijn, Meeslepend verhaal, filosofisch meerdere lagen, beeldend beschreven, zet aan tot nadenken
Meer over ‘De blinde kamer’
Maandag 7 december Meine Fernhout op Amsterdam FM-Radio
Interview van 16.30 tot 17.00 uur met Meine Fernhout over het romandebuut van deze oud-Bintangsgitarist en voormalig directeur van de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. ‘De blinde kamer’ is een terugblik op het leven van de hoofdpersoon Rick, geschreven in een cel van het Huis van Bewaring . Hij wordt verdacht van de verdrinking van de vrouwelijk natuurkundige die erin is geslaagd “het licht stil te zetten”. Haar lichaam werd gevonden in het Spaarne, recht tegenover het Haarlemse Teylersmuseum waar Rick werkte en waar hij in een toespraak, bedoeld ter ere van het licht-experiment, zijn gevoelens kenbaar maakt. Hij heeft zich vanaf het begin afgevraagd of zij niet te ver was gegaan. “Wie het licht stilzet, haalt de adem uit het leven”. Het boekenuur van het programma Kunst & Cultuur op Amsterdam FM-Radio, wordt live vanuit de Openbare Bibliotheek Amsterdam uitgezonden en kan (op de 4de etage van de OBA, op loopafstand van Centraal Station) door belangstellend publiek worden bijgewoond.
Luister hier naar de uitzending
Meer over ‘De blinde kamer’
Boekpresentatie in Haarlem op vrijdag 30 oktober 2015
Op vrijdagavond 30 oktober 2015 presenteert Uitgeverij In de Knipscheer De blinde kamer, het romandebuut van Meine Fernhout. De roman, over de fascinatie van de hoofdpersoon voor de relatie tussen goddelijk en natuurlijk licht, speelt zich gedeeltelijk af in het Haarlemse Teylers Museum. Marjan Scharloo, directeur van het Teylers Museum, neemt het eerste exemplaar in ontvangst. Aan deze presentatie werken verder mee Peter de Rijk, redacteur en radiomaker (interview) en het duo Brass &Bass. U bent van harte uitgenodigd deze presentatie bij te wonen. Meld uw komst aan op indeknipscheer@planet.nl opdat u op de gastenlijst geplaatst kunt worden.
Locatie: Pletterij, Lange Herenvest 122, 2011 BX Haarlem. Aanvang: 20.00 uur precies. Zaal open: 19.30 uur.
Meer over ‘De blinde kamer’
Bekijk hier de foto’s van de presentatie gemaakt door Harry van Kesteren
Meine Fernhout – De blinde kamer. Roman
Meine Fernhout
De blinde kamer. Roman
Nederland
Paperback met flappen, 328 blz., € 19,50
Eerste druk november 2015
ISBN 978-90-6265-881-7
‘Wie het licht stil zet, haalt de adem uit het leven.’
Meine Fernhout vraagt zich in zijn debuutroman De blinde kamer af hoe dat zit: materie en geest. Rick Alting von Geusau doet niet veel anders sinds hij als puber in ‘de blinde kamer’ kennismaakte met de boekenkast van zijn grootvader. Zijn obsessie betreft de relatie tussen goddelijk licht en natuurlijk licht. In de bizarre geschiedenis die deze vierenveertigjarige neurotische filosoof in afwachting van zijn proces beschrijft, maken we kennis met de villa in Bergen aan Zee waar hij opgroeide. In deze omgeving heeft het licht de goede intensiteit gehad om zijn illusies te voeden. Tijdens een bijbaantje als taxichauffeur vervoert Rick geleerden van luchthaven naar congres. Hij krijgt zicht op de grote vragen van vandaag. De overmoed van de materialisten die alles tot stof willen reduceren irriteert hem mateloos. In Parijs bezoekt hij de inspirerende colleges van Lacan, een hippe psychiater die een heel ander geluid horen laat.
Terug in Amsterdam ontspoort een taxirit met een Belgisch psychiater volledig. Dan overlijdt zijn moeder. Juist in deze periode vol frustraties wordt een congres gewijd aan het experiment van het ‘stil gezette licht’. Het Teylers Museum, waar hij werkt, lijkt de ideale plek voor de afsluiting daarvan. Rick pleit tijdens zijn speech voor een natuurkunde die zichzelf zo oprekt dat er plaats komt voor zoiets als de geest. Vervolgens neemt hij ontslag en reist naar het Noorden. Onderweg leest hij in de krant dat hij wordt gezocht. De vrouwelijke natuurkundige die het lukte om ‘het licht stil te zetten’ blijkt in het Spaarne, de rivier waaraan het museum ligt, verdronken te zijn. Ricks toespraak en contacten met haar leiden tot zijn verdenking. Hij belandt in een cel van de Koepel, het Huis van Bewaring te Haarlem.
‘Hoe ons lichaam zich verhoudt tot dat wat denkt, praat, schrijft, is een buitengewoon twijfelachtig geheel. Wat praat en doet, zoekt zijn manifestatie langs de wetten van de stof en de wetten van de straling. Een eeuw geleden is er voor de relatie tussen beide een formule gevonden. Dat heet wetenschap; het wordt op grote schaal toegepast en niemand begrijpt er echt iets van.’
Meine Fernhout (Velsen, 1946) maakte zijn school niet af en werd gitarist in de Bintangs. Hij studeerde daarna sociale wetenschappen met filosofie als bijvak in Amsterdam en Utrecht alsmede museologie in Leiden. Hij was vervolgens werkzaam als kunstcriticus, maker van tentoonstellingen in het Frans Halsmuseum in Haarlem, docent in het kunstonderwijs en ten slotte als directeur van de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. Hij woont afwisselend in Frankrijk en Nederland.
Meer over ‘De blinde kamer’
Meer over Meine Fernhout bij Uitgeverij In de Knipscheer