«Prachtige hommage aan een groot dichter.» – André Oyen

VoorplatVriesland-75Over ‘Gekozen gedichten’ van Victor E. van Vriesland op Ansiel, 27 december 2022:
Victor E. van Vriesland (Haarlem, 27 oktober 1892 – Amsterdam, 29 oktober 1974) was een Nederlands dichter, criticus, vertaler en voorzitter van de (internationale) PEN-club. Van Vriesland stamde uit een welgesteld joods koopmansgezin, dat naar Den Haag verhuisde toen hij zes was. (…) Van Vriesland raakte in het interbellum bevriend met talloze Nederlandse literaire en artistieke grootheden, zoals Dick Binnendijk, J.C. Bloem, Menno ter Braak, Hendrik Marsman, Adriaan Roland Holst en Charley Toorop. (…) Hij wilde bovenal een dichter zijn, maar groeide na de Tweede Wereldoorlog uit tot ‘het geweten van de Nederlandse letterkunde’ en zelfs tv-persoonlijkheid. De poëzie bleef hij niettemin beschouwen als de kern van zijn bestaan. Al sinds de jaren dertig van de vorige eeuw was hij een veelbesproken, ongrijpbare figuur, een aristocratische bohemien, een bon vivant, die zichzelf ooit eens omschreef als een ‘opgewekte pessimist’. In zijn poëzie was hij vaak naar binnen gericht, in het sociaal-maatschappelijke leven naar buiten. (…) Voor mij persoonlijk is deze bloemlezing een prachtige hommage aan een groot dichter. (…)
Meer over ‘Gekozen gedichten’
Meer over Rob Groenewegen

«Alle reden deze bomvolle maar prikkelende en met vaart geschreven biografie te lezen.» – Esther Wils

Opmaak 1Over Rusteloos en overal. Het leven van Albert Helman door Michiel van Kempen op Athenaeum, 3 oktober 2016:
(…) Helman doet in verschillende opzichten denken aan twee begaafde, bereisde Indische schrijvers-polemici: Tjalie Robinson en Rudy Kousbroek. Robinson en Helman hadden beiden, naast een machokarakter, ook een lerareninborst en voelden een groot maatschappelijk engagement. Hun literaire ambitie – waarmee ze onder andere de unieke mengculturen waarin ze opgroeiden hebben vereeuwigd – moest vechten om de aandacht met hun emancipatoire drang. Kousbroek en Helman (die zijn studie Nederlands aan de wilgen hing) verwierven beiden als autodidact een eredoctoraat, maar bleven hun hele leven in een haat-liefdeverhouding tot de wetenschap staan. Alle drie waren ze overal en nergens thuis, en zowel kritisch op als verslingerd aan hun land van herkomst. (…) Alle reden deze bomvolle maar prikkelende en met vaart geschreven biografie te herlezen. Helman heeft een zeer toegewijde biograaf getroffen in Michiel van Kempen (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Rusteloos en overal’
Meer over Michiel van Kempen op deze site
Meer over Albert Helman op deze site

«Literaire delicatessen. » – André Oyen

VoorplatExtaze15-75Over ‘Extaze 15 – Verwantschap’ op Ansiel, 6 maart 2016:
‘Extaze’ is een literair kwartaalschrift, gemaakt door een Haagse redactie maar bestemd voor heel Nederland en België. Het wordt samengesteld uit literair (verhaal, gedicht, essay) en beeldend werk van Nederlandse en Belgische schrijvers en kunstenaars. De afzonderlijke nummers van ‘Extaze’ zijn niet strikt thematisch geordend, maar enige samenhang tussen de bijeengebrachte stukken is er wel. Het karakter van het nummer wordt versterkt door het werk van een beeldend kunstenaar. Literaire inhoud, beeldend werk en vormgeving zijn nauw met elkaar verbonden. De rode draad in dit nummer is het thema ‘Verwantschap’. (…) Isolde Sanders schreef met ‘Ophouden’ een schitterend en beklijvend verhaal over een nogal bizarre moeder-zoonrelatie. P.C. Hooftprijswinnaar 2016 Astrid H. Roemer laat ons proeven van een voorpublicatie van een nieuwe roman in wording en daar staan zoals gewoonlijk familie en andere verwantschappen uiterst centraal. Voor nieuwsgierige lezers in Nederland en Vlaanderen biedt deze aflevering van ‘Extaze’ weer een keuze aan literaire delicatessen.
Lees hier en hier de recensie
Meer over Extaze 15

Literair tijdschrift Extaze 15 ‘Verwantschap’ [Jrg. 4, nr. 3]

VoorplatExtaze15-75Extaze 15 – Verwantschap
vierde jaargang nr. 3
Genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 112 blz.
€ 15,00
8 oktober 2015
ISBN 978-90-6265-890-9

Extaze 15 wordt op donderdag 8 oktober 2015 gepresenteerd in De Haagse Kunstkring. Rode draad in dit nummer is het thema ‘Verwantschap’ en bevat essayistische bijdragen van Johanneke van Slooten over de verwantschap van componist, dirigent en essayist Pierre Boulez met de poëzie van Stéphane Mallarmé en René Char en de muzikaal georiënteerde schilderkunst van Paul Klee; van Thomas Langerak over leven en werk van de in Oost-Rusland geboren dichteres Svetlana Kekova, wier politieke houding steeds meer naar het nationalisme neigt; van Léon Hanssen over de verwantschap van Menno ter Braak met de Duits-Britse socioloog Norbert Elias; van Annemarié van Niekerk en Pieta van Beek over de verwantschap van het Afrikaans met het Nederlands en alle overige invloeden op de ontwikkeling van deze taal; van Cees Bronsveld over de antropologie van Claude Lévi-Strauss – waarbinnen ‘verwantschap’ een fundamenteel thema is – met de revolutionaire taalwetenschap van Noam Chomski.
Verder verhalen van Marcel van Eeden, Bram Esser, Boudewijn van Houten, Mohana van den Kroonenberg, Giuseppe Minervini, Isolde Sanders, Astrid H. Roemer en Niki van Zuylen en gedichten van Erika De Stercke, Dorien Dijkhuis, Svetlana Kekova, Renée van Riessen en Theo van der Wacht. Het beeld in dit nummer is van Nina Roos.

Lees ook nieuwe verhalen, gedichten (o.a. Astrid H. Roemer), interviews en recensies op het digitale supplement van Extaze:
Meer over Extaze
Meer over de presentatie

«Jo Otten was en is een unieke stem in de Nederlandse literatuur.» – Ezra de Haan

Over ‘Kritisch en verhalend proza’ van Jo Otten op Literatuurplein.nl, 22 mei 2013:
Waar Menno ter Braak zich met de discussie ‘vorm of vent’ bezig hield, waagde Jo Otten (1901-1940) zich aan het experiment. In zijn verhalen, kritieken en essays toont hij een pessimistisch wereldbeeld, zij het in een modernistisch jasje. De ratio van Ter Braak verving hij door gevoel; hij ging uit van zijn intuïtie en gebruikte dromen en verbeelding als inspiratiebron. Ondanks de kwalificatie stoutmoedig was Jo Otten ook een angstig mens. In het geval van Otten maakte die levensangst energie los. Hij verzette zich en schreef het van zich af. Soms komt het proza van Otten over als hedendaags. Wat toen modernistisch werd genoemd, is waarschijnlijk blijvend tijdloos. Wie jong is wil leven en de wereld zal dat weten. Dat was toen en zo is het nog steeds.

Het kritisch proza van Jo Otten laat een andere kant van hem zien, die van de filosoof. Waar het in zijn prozastukken emotioneel soms alle kanten op gaat, blijft de auteur in zijn essays beschouwelijk en nuchter. Al ontkom je er niet aan om ook deze stukken als autobiografisch te interpreteren. Aan fantasie en ideeën heeft het Otten nooit ontbroken, wel aan tijd. Hij is steevast zijn eigen weg gegaan. Helaas kwam abrupt een eind aan zijn leven. Het zal altijd interessant blijven te bedenken wat er van hem geworden zou zijn als hij was blijven leven. Jo Otten was een eenling en dat wist hij. Het herdrukken van zijn proza en vertalingen ontrukt zijn werk aan de vergetelheid, en terecht.

Lees hier de recensie

Meer over Jo Otten

Rob Groenewegen – Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten

Rob Groenewegen
Te leven op duizend plaatsen
Jo Otten 1901-1940. Biografie

Genaaid gebonden, met stofomslag en leeslint
832 blz., geïllustreerd ca. € 45,00
ISBN 978-90-6265-665-3
Te verschijnen: september 2011

De Rotterdamse schrijver Jo Otten zocht tijdens het interbellum naar erkenning, maar moest vanuit de kantlijn van de literatuur machteloos toezien hoe zijn medestrevers, onder wie de essayist en criticus Menno ter Braak, de dienst uitmaakten. Dit boek schetst Ottens ontwikkelingsgang. Het is het tragische verhaal van een hypersensitieve intellectueel die zichzelf isoleerde van zijn tijdgenoten door zijn emoties te etaleren en zich in woord en gebaar te verzetten tegen de wetmatigheden die hem hinderden in zijn geestelijke bewegingsvrijheid.

Het gevoel en de verbeelding, het verstand en de werkelijkheid: het zijn de belangrijkste thema’s in dit boek. In het zicht van een nieuwe wereldoorlog trachtte Otten een geschikte balans te vinden tussen deze ongelijksoortige grootheden, waarbij hij zich liet leiden door angst. Van dit proces deed hij onder meer verslag in zijn caleidoscopische novelle Bed en wereld (1932) en het theoretische supplement, het modernistische essay Mobiliteit en revolutie (1932), dat als bijlage in dit boek is opgenomen.

Literatuur, architectuur, studentenleven, film, politiek en filosofie komen samen in deze biografie, waarin tevens een beeld wordt geschetst van het literaire leven van Rotterdam tijdens het interbellum. Als uniek document is aan dit boek een causerie toegevoegd van de Rotterdamse journalist-schrijver Ben Stroman (1902-1985), die in 1940 zijn licht liet schijnen over de ‘letterkundige schimmels en kasplanten’ van de Maasstad.

«Jo Otten was een romanticus uit Rotterdam. Het lijkt een contradictio in terminis, maar die karakterisering geeft precies de sfeer van de man en zijn tijd weer: dynamisch, controversieel. Otten was een eenzaat, een rusteloze reiziger, een gekweld mens. Verlegen en stoutmoedig, ambitieus en arrogant, talentvol en maar half geslaagd als schrijver, een persoonlijkheid waar je niet makkelijk de vinger achter krijgt. Juist doordat er over hem weinig of geen voorgekookte kennis bestaat, lezen we zijn biografie met de onbevangenheid die garant staat voor verrassingen. Het interbellum, dat we zo goed kennen via de mannen van Forum en al wat er over hen is geschreven, krijgt diepte in de uitstekende biografie van Jo Otten door Rob Groenewegen.» – Nelleke Noordervliet