«Een pionier stopt als pionieren niet meer nodig is.» – Elodie Heloise

foto: Bram Petraeus
‘Een uitgeverij die haar tijd ver vooruit was’ door Wouter Geerts in NRC, 9 augustus 2024:

Op 26 maart 2026, precies vijftig jaar na haar oprichting, houdt de Haarlemse uitgeverij In de Knipscheer op te bestaan. Dat maakte Franc Knipscheer (77), oprichter van de uitgeverij al in 2022 bekend. Nu, twee jaar later, worden de laatste boeken uitgegeven. De ‘kleurrijkste uitgever van Nederland voor avontuurlijke lezers’ pionierde met de introductie van niet-westerse literatuur in Nederland. Daarnaast gaf zij een podium aan veel debuterende Nederlandstalige schrijvers. (…) In de Knipscheer, opgericht als zelfstandige literaire uitgeverij, introduceerde de term ‘multiculturele literatuur’ in Nederland. Eind jaren tachtig verhuisde de uitgeverij van Haarlem naar Amsterdam. Nadat Jos Knipscheer zich wegens gezondheidsproblemen in 1993 terugtrok uit de uitgeverij en vier jaar later overleed, keerde Franc terug naar Haarlem om daar, samen met partner Anja en redacteur Peter de Rijk, de uitgeverij voort te zetten. Met die terugkeer liet In de Knipscheer de vertaalde literatuur los en begon zij zich steeds meer te richten op Nederlandse schrijvers afkomstig uit Suriname, Indonesië en de Antillen. (…) In de Knipscheer speelde vanaf haar oprichting een belangrijke rol in het verbinden van de literaire werelden van de Nederlandstalige gebieden. Volgens schrijfster Elodie Heloise, die in 2024 met ‘Blauwe Tomaten’ een plek verdiende op de longlist van de Libris Literatuurprijs, stonden diversiteit en inclusiviteit centraal bij de uitgeverij. (…) Ook volgens Peter Nijssen, hoofdredacteur van de Arbeiderspers, is In de Knipscheer een pionier geweest. „Je ziet dat vrijwel elke grote uitgever de afgelopen jaren in hun voetsporen is getreden”, zegt hij. Van Kempen gaat nog iets verder: „De uitgeverij heeft jarenlang de weg geplaveid voor buitenlandse schrijvers. Hun literatuur is inmiddels wijdverspreid over allerlei andere uitgeverijen.” (…) Met het verdwijnen van de uitgeverij neemt de onzekerheid voor schrijvers van niet-westerse literatuur toe, denkt Heloise. (…) Belangrijker vindt de schrijfster dat de overzeese literatuur inmiddels een gerespecteerde plek heeft gekregen in de Nederlandse literatuur. In die zin heeft ze vrede met de sluiting van In de Knipscheer: „Een pionier stopt als pionieren niet meer nodig is.”

Lees hier of hier het artikel van Wouter Geerts

Heruitgave van ‘Kopzorg’ van Edgar Cairo

De Surinaamse schrijver Edgar Cairo (1948-2000) schreef in het Sranantongo, in het Surinaams-Nederlands en enkele titels in het Nederlands (o.a. ‘Dat vuur der grote drama’s’ en ‘Kopzorg ‘. Uitgeverij Cossee hield op 3 juli 2024 de heruitgave van ‘Kopzorg’ ten doop in de OBA. De roman verscheen in 1988 bij Uitgeverij Agathon, nadat in 1979 al de Surinaams-Nederlandse (Cairojaans)  versie ‘Temekoe/Kopzorg’ was verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer en in 1969 in Paramaribo in het Sranantongo het oorspronkelijke ‘Temekoe’. 65 jaar na dit origineel voegde Cossee aan de heruitgave van ‘Kopzorg’ een verhelderend Nawoord toe van Thalia Ostendorf. Bij de presentatie (waaraan ook Felix Burleson, Gerda Havertong, Sarita Bajnath, Thalia Ostendorf en Dean Bowen meewerkten) hield  Michiel van Kempen een korte inleiding waarin hij ook verwijst naar de door Charl Landvreugd gehouden Van Lierlezing 2024 op 29 februari 2024 die geheel gewijd was aan dit vader-zoonverhaal (novelle, roman) in drie decennia in drie taalversies.

Lees hier de Inleiding van Michiel,van Kempen
Lees hier de Van Lierlezing 2024 van Charl Landvreugd
Meer over Edgar Cairo op de website van  Uitgeverij In de Knipscheer

Eenakter ‘Fábula Caribeña’van Ken Mangroelal opgedragen aan Michiel van Kempen.

Over Fábula Caribeña van Ken Mangroelal op Caraïbisch Uitzicht, 4 juli 2024:

De eenakter ‘Fábula Caribeña’ van Ken Mangroelal werd opgevoerd op zondag 30 juni 2024 door een gezelschap onder regie van Felix Burleson in de Tuin van Kapitein Rommel in Castricum. De eenakter speelt zich af in de mondi van Aruba nabij San Nicolas. Het stuk is opgedragen aan Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Nederlands-Caräibische letteren,  en is geschreven naar aanleiding van diens onderscheiding met de Everwinus Wassenbergh Penning. Deze jaarlijks uit te reiken penning, die ook wel de ‘Nobelprijs voor de neerlandistiek’ wordt genoemd, werd hem op 4 april 2024 uitgereikt vanwege zijn jarenlange inzet voor de Nederlands-Caraïbische literatuur en cultuur. De Dramatis Personae in de eenakter zijn: Kabrito (hybride geit), Yuana (leguaan), Shoko (uil), Lora (papegaai, interviewer), Professor Kemphaan (een kemphaan) en Makako (aap).

Lees hier verder
Meer over Ken Mangroelal op deze site
Meer over Michiel van Kempen op deze site

Amsterdamse hoogleraar uitgeroepen tot beste neerlandicus.

Over Michiel van Kempen in De Taalstaat (KRO-NCRV),  30 maart 2024:

‘De Nobelprijs voor de Neerlandistiek’, zo noemt de organisatie de Everwinus Wassenbergh Penning zelf. Juryvoorzitter Marc van Oostendorp verraste de winnaar van dit jaar live in de uitzending: Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren aan de Universiteit van Amsterdam. Hij wordt geroemd om zijn missiewerk voor de Nederlands-Caraïbische literatuur en cultuur. In de uitzending leest hij een gedicht van de onlangs overleden dichter Jit Narain wie wil wonen op de oever uit diens bloemlezing  ‘Een mensenkind in niemandsland’, en Kortom,  een kort gedicht van hemzelf uit de bundel ‘Het eiland en andere gedichten’.

Kijk hier naar de uitzending
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over ‘Een mensenkind in niemandsland’
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’

Everwinus Wassenbergh Penning 2024 voor Michiel van Kempen

De Amsterdamse hoogleraar Caraïbische Letteren Michiel van Kempen krijgt voor zijn jarenlange inzet voor de studie van de Caraïbische letteren de Everwinus Wassenbergh Penning. Dit werd zaterdag 30 maart 2024 bekendgemaakt in het radioprogramma De Taalstaat. Deze prijs – de ‘Nobelprijs van de neerlandistiek’ – wordt een keer per jaar uitgereikt aan iemand die volgens de jury gedurende vele jaren een brede bijdrage aan de neerlandistiek heeft geleverd. Van Kempen, die de komende week met emeritaat gaat, krijgt de penning op 4 april 2024 overhandigd tijdens de Neerlandistiek-dagen in Amsterdam. Michiel van Kempen (1957) staat bekend als een pleitbezorger van de literatuur van de Antillen en – vooral – van Suriname. Hij heeft zich daarin een ware pionier getoond: ook in jaren waarin belangstelling voor de letteren buiten Europa nog lang niet vanzelfsprekend was, vestigde Van Kempen onvermoeibaar de aandacht op de kwaliteiten van zijn schrijvers. Een uitstekend voorbeeld hiervan is zijn monumentale werk ‘Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur’. Van Kempen heeft zijn grote liefde voor deze letteren zowel in zijn wetenschappelijk werk getoond, als in zijn colleges en in werk voor een breder publiek. Wetenschappelijk is hij niet alleen in zijn eigen werk altijd scherpzinnig en breed georiënteerd geweest, bijvoorbeeld door historische en contemporaine analyse aan elkaar te verbinden, maar ook iemand die anderen heeft weten te stimuleren. De eerste niet-witte promovendi in ons vak promoveerden bij Van Kempen. Zijn colleges aan de Universiteit van Amsterdam hebben ook velen geïnspireerd, niet in de laatste plaats doordat heel veel gastsprekers uit Van Kempens netwerk kwamen optreden. Maar ook in bredere kring konden mensen kennis maken met Van Kempens liefde voor en eruditie in de Caribische letteren, onder andere dankzij het weblog ‘Caraïbisch uitzicht’. Van Kempens biografie over Albert Helman ‘Rusteloos en overal’, en de deeltjes Tekst in context die hij maakte voor het middelbaar onderwijs. De Everwinus Wassenbergh Penning wordt sinds 2020 ieder jaar (met uitzondering van coronajaar 2021) uitgereikt tijdens de zogeheten Neerlandistiekdagen. De prijs ging eerder naar Hans Bennis, Frank Willaert en Marita Mathijsen. De prijs is een initiatief van het tijdschrift ‘Neerlandistiek’ en de jury bestaat uit de leden van de redactie en de redactieraad van dit tijdschrift. De prijs is vernoemd naar Everwinus Wassenbergh (1742-1826), de eerste hoogleraar Nederlands ter wereld, werkzaam aan de toenmalige Universiteit van Franeker.

Bron
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Rusteloos en overal

Jit Narain  (7 augustus 1948 – 21 februari 2024)

Foto auteur Michiel van Kempen
In memoriam Jit Narain (Djietnarainsingh Baldewsing) door Michiel van Kempen op Caraïbisch Uitzicht, 22 februari 2024:

(…) Zijn voorouders zouden met de Yorkshire in Suriname zijn gearriveerd, wat betekent dat ze op 25 augustus 1873 in Suriname zijn aangekomen, dus in het allereerste jaar van de Brits-Indische migratie vanuit Calcutta naar de volksplanting in Zuid-Amerika. Jit Narain zou een tempel voor hen oprichten. In poëzie welteverstaan. (…) Al vroeg besefte Jit dat er hard gewerkt moest worden om het Sarnámi de status te geven die het als echte Surinaamse taal verdiende. (…) Hij behaalde het middelbare-schooldiploma en ging naar Nederland om medicijnen te studeren. In 1979 vestigde hij zich als huisarts in Den Haag. (…) In zijn jaren in Nederland ontplooide Jit Narain zich als de peetvader van de literatuur in het Sarnámi, de volkstaal van de Surinaamse Hindostanen, een taal waarin tot aan het einde van de jaren ’70 nooit boekuitgaven waren gerealiseerd. (…) Begin 1978 kwam zijn eerste dichtbundel uit, ‘Dal bhat chatni’: Rijst, gele erwten, chutney – het dagelijkse voedsel van de eenvoudige Hindostanen. Jit Narain stond tussen hen in, bezong voor hen de eigen geschiedenis in hun ‘boerentaal’, tilde die taal op tot een literair niveau. (…) In 1991 was Jit teruggekeerd naar zijn geboorteland. Aan de weg naar Uitkijk in het district Saramacca zette hij een eigen polikliniek op. (…) Jit breidde de polikliniek uit met een zwembad, een computercentrum, een bibliotheek waar de mensen uit de wijde omtrek van konden komen profiteren. (…) In het soms weerbarstige voorkomen van Jit Narain school een zanger, in wezen was hij een bard, een lok gáyak: de volkszanger die langs oeroude orale weg de geschiedenis doorgeeft met zijn liederen. (…) Zo glashelder voor zijn patiënten als hij als huisarts was wanneer hij een diagnose stelde, zo vaag bleef hij over zijn eigen fysieke welbevinden. Hij was bang om te vliegen, omdat hij wist dat een bypass-operatie aanstaande was. Maar hij werd opgenomen voor een darmkankeroperatie, die hij op zich goed doorkwam, maar aan de gevolgen waarvan hij later op dezelfde dag toch overleed. (…)

Lees hier het IM  ‘Jit Narain: Het mensenkind in niemandsland is niet meer’
Meer over Jit Narain bij Uitgeverij In de Knipscheer

Jeroen Heuvel  – Op weg naar authenticiteit. Essays

Jeroen Heuvel
Op weg naar authenticiteit
Een liber amicorum in twee delen voor Jeroen Heuvel
samengesteld door Peter de Rijk en Scott Rollins
Curaçao, Nederland
omslagillustratie Jeroen Heuvel
gebrocheerd in omslag met flappen, 352 blz.,
+ fotokatern 8 blz.,
€ 24,50
eerste druk december 2023, januari 2024
ISBN 978-94-93214-34-7

Op weg naar authenticiteit is een liber amicorum in twee delen voor Jeroen Heuvel. Het aanvankelijke idee om een standaard liber amicorum voor hem te maken, lieten de samenstellers Scott Rollins en Peter de Rijk varen. Zij wilden hem zelf ook aan het woord laten met een omvangrijke selectie uit de honderden stukken die hij in de loop van pakweg de laatste kwart eeuw in verschillende Antilliaanse periodieken heeft gepubliceerd.

Geboren (uit Nederlandse ouders) en getogen op Curaçao is Jeroen Heuvel Curaçaoënaar in hart en nieren. Dit perspectief levert een scherpzinnige kijk op de recente ontwikkelingen van zijn geboorteland en hoe het zich verhoudt tot Nederland. Met zijn beheersing van het Nederlands en Papiamentu is hij de ideale vertaler van zijn cultuur. Naast beschouwingen over aspecten van de cultuur, taal, literatuur en geschiedenis van zijn geboorte-eiland Curaçao, zijn er een paar vertalingen en enkele prachtige sfeerverhalen van zijn hand opgenomen. Nog steeds levert Jeroen Heuvel regelmatig bijdragen aan het Antilliaans Dagblad. Ook heeft hij in het Papiaments en Nederlands gepubliceerd in het meertalig Curaçaose sociaal-culturele tijdschrift Kristòf. Zijn eerste journalistieke bijdragen die meermaals toneel (en soms lokale politiek) belichten, komen uit het dagblad Amigoe. Een flink aantal artikelen, veelal uit het Antilliaans Dagblad, is digitaal te lezen op de onvolprezen blogspot Caraïbisch Uitzicht van de Werkgroep Caraïbische Letteren.

In het eerste deel introduceert Jeroen Heuvel zichzelf door over (het werk van) anderen te schrijven, zoals Frank Martinus Arion, Barche Baromeo, Lucille Berry Haseth, Krijn de Best, Paul Brenneker, Maryse Condé, Rudolf Crispulo, Luis Daal, Colá Debrot, Ronald Donk, Nydia Ecury, Henk Egbers, Radna Fabias, Carel de Haseth, Rihana Jumalidin, Jan de Heer, Bernadette Heiligers, Pim Heuvel, Dorie Heuvel-Meijer, Ita Heuvel-Nicolas, Anton Koolhaas, Michiel van Kempen, Pierre Lauffer, Diana Lebacs, Boeli van Leeuwen, Tip Marugg, Ralf Mohren, Jules de Palm, Walter Palm, Rudi Plaate, Miguel Pourier, Scott Rollins, Lionel Romney, Jan-Willem Roozenboom, Wim Rutgers, Alfred Schaffer, Edsel Samson, Shrinivási, Tula, Erich Zielinski. In deel twee schrijven vrienden, familie en collega’s over Jeroen Heuvel: Elodie Heloise, Ita Heuvel-Nicolas, Michiel van Kempen, Brede Kristensen, Wim Rutgers, Clay Toppenberg, Lex Veerkamp.

Jeroen Heuvel (1957) werd geboren op Curaçao. Hij studeerde tot 1981 aan het Hoger Instituut voor Dramatische Kunsten, Studio Herman Teirlinck te Antwerpen. Hij kreeg zijn eerste rol in toneelstuk Naamloos… Naamloos, van Edsel Samson en speelde voorts diverse solovoorstellingen zoals Zwarte Pelgrim en Mijn Zuster de Negerin. Jeroen Heuvel baseerde toneelvoorstellingen op boeken van onder meer Derek Walcott, Maryse Condé, Tip Marugg en Boeli van Leeuwen en heeft bijgedragen aan tientallen theaterproducties in Nederland en op Curaçao. Hij ontpopt zich als storyteller van voornamelijk Caraïbische verhalen, vertaler en recensent. Daarnaast is hij tot aan zijn pensioen leraar Papiaments en literatuur. In zijn vrije tijd is hij al enkele decennia belangeloos belangenbehartiger van Uitgeverij In de Knipscheer, beheert voor de uitgeverij een boekendepot op Curaçao en vertegenwoordigt hij aldaar de uitgeverij op tal van lokale boekpresentaties.

Meer over Jeroen Heuvel bij Uitgeverij In de Knipscheer

Film over Albert Helman op komst.

Over Albert Helman door Michiel van Kempen in De Taalstaat, 11 november 2023:

Een van de gasten van Frits Spits in zijn De Taakstaat van 11 november was Michiel van Kempen, hoogleraar Nederlands-Caribische Letteren. Schrijver Albert Helman heeft een imposant oeuvre achter zijn naam staan. Eén van zijn allerbekendste boeken verscheen in 1931: ‘De stille plantage’. Over die roman, ook wel beschouwd als de eerste ‘slavernijroman’, gaat het gesprek met Michiel van Kempen, die ook Helmans biograaf is: in 2016 verscheen van hem de biografie ‘Rusteloos en overal’, in 2022 in wat verkorte en herziene editie verschenen als ‘Pionier en rebel. Het leven van Albert Helman’. Aan het eind van het gesprek verklapt Van Kempen dat aan een film over Helman gewerkt wordt door regisseur Sherman de Jesus, waarvoor Van Kempen het scenario schrijft.

Luister hier naar het gesprek
Meer over ‘Pionier en rebel’
Meer over ‘Rusteloos en overal’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Over de tot nu toe onderbelichte levensgang en geschriften van Medardo.» – Tommy van Avermate

VoorplatMedardo-75Over Medardo de Marchena: Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao van Aart G. Broek op Pas Uit, 3 augustus 2023:

Als het Duitse leger op 10 mei 1940 Nederland binnenvalt, wordt 7.800 kilometer verderop de Curaçaose schrijver, dichter en activist Pablo Pedro Medardo de Marchena (1899-1968) gearresteerd. In de laatste editie van de ‘Parelduiker’ van 2022 schrijft bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren Michiel van Kempen een uitvoerig essay over deze relatief onbekende antikoloniale verzetsfiguur. Eén jaar eerder was al het boek ‘Medardo de Marchena. Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’ van Aart G. Broek verschenen. (…) Medardo de Marchena werd vanwege zijn ‘opruiende’ antikoloniale, antikapitalistische en antikatholieke geschriften al jaren door de koloniale autoriteiten en de inlichtingendienst in de gaten gehouden. (…) Uiteindelijk bood de uitzonderingstoestand van de wereldoorlog de autoriteiten alsnog de gelegenheid om Medardo op te pakken. (…)  Van Kempen noemt Medardo in de titel van zijn essay ‘een Antilliaanse held’ en vergelijkt hem vanwege beider radicaliteit, rechtvaardigheidsgevoel en eloquentie met Anton de Kom. (…) Medardo schreef zijn schotschrift, waarin hij fel uithaalt naar het koloniale bestuur, de rooms-katholieke missie en het internationaal grootkapitaal, maar waarin hij ook kritisch is op het gebrek aan verzet van het Afro-Curaçaose volksdeel, in het Papiaments. Dat is nog een belangrijk verschil met Anton de Kom (waar Van Kempen zelf op wijst), die ‘Wij slaven van Suriname’ in het Nederlands schreef en daarmee dus ook een Nederlands publiek bediende. Medardo spreekt tot zijn mede-eilandbewoners en spoort hen aan massaal in opstand te komen tegen het onrecht dat hen wordt aangedaan. (…)
Lees  meer op Pas Uit
Meer over ‘Medardo de Marchena: Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Littekenpoëzie met ‘Een zoetwaterlied’ in 2000 als lyrisch hoogtepunt.» – Michel van Kempen

poezie[Foto auteur met dank aan Dennis van den Bosch ]

In memoriam Cándani/Saya Yasmine Amores op Caraïbisch Uitzicht, 4 augustus 2023:
Vandaag exact twee jaar geleden overleed de Hindostaanse dichter Cándani (District Suriname 8 maart 1965 – Amsterdam 4 augustus 2021), die later publiceerde onder de naam Saya Yasmine Amores. Michiel van Kempen herdenkt haar. “Nu zijzelf is ingeslapen op de brandstapel en vervlogen in rook, precies zoals zij haar vader beschreef in haar debuutbundel, vraag ik mij af hoe ik dichter en romanschrijver Cándani moet duiden. Cándani, in de taal van de Surinaamse hindostanen, het Sarnámi: Maanlicht. Een meisje dat bijna letterlijk vanonder een koe werd uitgetrokken in het Surinaamse landbouwersdistrict bezuiden Paramaribo en dat opeens de prachtigste dichtregels uit haar mouw schudde. Iemand die fijnzinnige observaties kon neerzetten over het vluchtend licht op de rug van een slak, maar die ook granietharde regels schreef als: hoe kan ik je moeder noemen/ als je mijn geboorte betreurt/ en nu nog de wens koestert dat je/ bij de geboorte mijn keel had dichtgeknepen. (…) Ik ken geen enkel portret van Asha Radjkoemar – zoals haar geboortenaam luidde – waar de pijn en het verdriet níet vanaf straalt, zelfs niet wanneer zij lacht. (…) Geruststellend hadden vijf bundels met poëzie tussen melancholie en zelfmutilatie nooit geklonken, littekenpoëzie met ‘Een zoetwaterlied’ in 2000 als lyrisch hoogtepunt. (…) In 2013 liet zij haar naam voor de burgerlijke stand wijzigen in Saya Yasmine Amores. Onder die naam verscheen in 2020 opnieuw een tweetalige bundel: ‘Bánsuri ke gam/Het verdriet van de fluit’ – de dichter was thuisgekomen bij de rijstplanterslyriek van haar debuutbundel. Zij was toen al bezig aan een lang en pijnlijk traject langs operatiekamers waar haar darmkanker bezworen moest worden. Op woensdag 4 augustus 2021 kwam er een einde aan dat traject. Daags ervóór had ze nog bijna een uur lang met bijna gebroken stembanden en toch krachtig uit haar hoofd poëzie gereciteerd. Alles in het Sarnámi.”
Lees hieronder verder
https://werkgroepcaraibischeletteren.nl/in-memoriam-candani-saya-yasmine-amores/
Meer over Saya Yasmine Amores bij Uitgeverij In de Knipscheer