«Dit is poëzie die wil communiceren, die uitgesproken moet worden en gehoord.» – Joop Leibbrand

Over ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ van Michaël Slory op MeanderMagazine, 25-09-2012:
Hoewel het werk dus duidelijk in een orale traditie staat, zijn de gedichten niet neergezet in brede, epische streken. Slory blijkt in de eerste plaats een taalkunstenaar te zijn die de bijzondere facetten van de werkelijkheid die hij waarneemt, bijslijpt tot juweeltjes. Ieder gedicht een geschenk, ik denk dat hij het zo bedoelt.
Lees hier de hele recensie.

Michiel van Kempen – Wat geen teken is maar leeft. Gedichten

MICHIEL VAN KEMPEN
Wat geen teken is maar leeft

Nederland
Ingenaaid, 56 blz., € 15,–
september 2012
ISBN 978-90-6265-698-1

Presentatie 23 september 2012 in Vereniging Ons Suriname in Amsterdam

Op de grens van poëzie en proza schrijft Michiel van Kempen vaak lange gedichten die hoogst persoonlijk van toon zijn. Niet voor het eerst wordt de liefde in de literatuur bezongen en ook het einde daarvan, maar wat deze bundel zo bijzonder maakt is het beschrijven van de breuklijn daartussen. Hoe er toch nog iets tussen mensen kan zijn als het overduidelijk voorbij is. De ooit zo begeerde wordt haast een vreemde. Zelfs woorden krijgen een nieuwe betekenis. Een bed wordt lits-jumeaux.

Hoe kan een taal die wij beiden
vanaf de eerste aai blindelings spraken
met open ogen zo ontregeld raken.

Van Kempen beschrijft de totale ontluistering na het verlies en spaart de ‘ik’ daarbij geen moment.

Thuis is niet waar jij je hebt verbeeld dat thuis was
Aankomst is gesmolten sneeuw en vreemdheid die verdampt

Hij laat zien dat het menselijk bedrijf slechts de spelers ervan betreft. De wereld draait door alsof er niets aan de hand is en ook de natuur laat zich nog steeds van haar beste kant zien.

en wij die binnen de klanken van dit waterland
wonen, laten geen traan, want wat niet zinkt
en wat niet drijft en wat niet zweeft
en wat geen teken is maar leeft
en is en is en is, begraaft de waan
het is van geen betekenis geweest

Michiel van Kempen is wetenschapper en schrijver. Hij is de auteur van verschillende bloemlezingen en essaybundels over Surinaamse literatuur en van diverse romans en verhalenbundels. Wat geen teken is maar leeft is zijn eerste dichtbundel.

Zondag 11 december 2011 grote Surinaamse presentatie in Amsterdam

De Aankomst
met voordracht, interview en muziek

Uitgeverij In de Knipscheer en Vereniging Ons Suriname nodigen u van harte uit aanwezig te zijn op zondagmiddag 11 december 2011 om 15.00 uur bij de feestelijke, dubbele boekpresentatie van:

[1] De laatste parade Ruth San A Jong

[2] Dat ik je liefheb Bernardo Ashetu

Met medewerking van:
Ruth San A Jong, auteur uit Paramaribo
Michiel van Kempen, bezorger van Dat ik je liefheb
Peter de Rijk, interviews
Felix Burleson, voordracht Bernardo Ashetu
Frank Ong-Alok en Fleur Tolman e.a. (Flower to the People), muziek Will It Go Round
Raj Mohan (met diverse bandleden), muziek Daayra

Na afloop signeren de auteurs en musici voor belangstellenden hun boeken en cd’s.

Vereniging Ons Suriname Zeeburgerdijk 19-21 1093 SK Amsterdam Tel: 020 693 50 57
Klik kaart:
Zondag 11 december 2011
zaal open 14.30 uur; programma 15.00 tot circa 17.00 uur
daarna signeren en napraat

U wordt uitgenodigd een (of meer) gratis toegangskaart(en) te reserveren.
U kunt uw komst bevestigen via antwoordmail aan info@veronsur.org . Reserveren is verplicht.
De toegangskaart(en) liggen op 11 december vanaf 14.30 uur klaar bij VOS.

Kijk hier naar fragmenten uit het interview van Peter de Rijk met Ruth San A Jong bij de presentatie
Meer over ‘De laatste parade’ van Ruth San A Jong

Bernardo Ashetu – Dat ik je liefheb. Gedichten

BERNARDO ASHETU
Dat ik je liefheb. Gedichten

Suriname/Nederland
Genaaid gebonden met stofomslag
met leeslint, 128 blz., € 19,50
november 2011
ISBN 978-90-6265-676-9

Bij zijn leven publiceerde Bernardo Ashetu (pseudoniem van Hendrik George van Ommeren, Paramaribo 1929 – Den Haag 1982) zegge en schrijven één grote poëziebundel, Yanacuna, in 1959. Hij schreef ook in de jaren daarna poëzie, veel poëzie, en stelde daaruit 31 poëziebundels samen die alle ongepubliceerd zouden blijven.

Michiel van Kempen, die de hier aangeboden bloemlezing Dat ik je liefheb uit diens nalatenschap samenstelde, geeft in zijn Nawoord (Poëzie als graf voor demonen) als verklaring hiervoor dat Ashetu, na de afwijzing door zijn vader van zijn dichterschap met Yanacuna, geen vers meer wilde laten verschijnen opdat publicatie van zijn poëzie niet meer in verband gebracht zou kunnen worden met de naam van zijn vader. Bernardo Ashetu, zoon van een joodse moeder en een creoolse vader, voelde zich een ‘zwarte’ dichter en verwant aan Stokely Carmichael, Aimé Césaire, Frantz Fanon. Zijn poëzie heeft evenwel de klankrijkdom die Gezelle, Gorter, Van Ostaijen, Engelman, Lodeizen aan de Nederlandse taal wisten te geven.

Dat ik je liefheb bundelt ruim 100 gedichten die Michiel van Kempen koos uit de nalatenschap van Ashetu, die meer dan duizend gedichten telt, poëzie die een tijdspanne omvat van een kwart eeuw en voor het overgrote deel niet eerder gelezen en genoten kon worden.

Uiteindelijk bezingt Ashetu eerst en vooral de uithoeken van zijn eigen complexe verhouding tot leven en dood. Michiel van Kempen zegt het in de slotregels van zijn Nawoord zo: ‘Voor Bernardo Ashetu heeft het lied en de dood alles met elkaar te maken op de weg naar evenwicht en rust. Zijn liederen bezweren de demonen die tevoorschijn waren gesprongen, toen de twee continenten van zijn ouders, Afrika en Europa, in Zuid-Amerika op elkaar botsten. Ashetu heeft zich zingend een weg naar de dood gebaand en de poëzie die hij naliet klinkt ons als muziek in de oren.’

Michiel van Kempen – Pakistaanse nacht

MICHIEL VAN KEMPEN
Pakistaanse nacht

Nederlands Verhalen
Paperback, 184 blz., 14,50
ISBN 90-6265-547-5
Eerste druk 2002

Michiel van Kempen is behalve literatuurwetenschapper en essayist over de Surinaamse letteren ook romancier en verhalenschrijver. Zijn Plantage Lankmoedigheid werd door de Standaard der Letteren tot de mooiste boeken van 1998 gekozen: een knap, humoristisch, mooi-geconstrueerd en intelligent romandebuut. Zijn bundel met humorvolle en soms hilarische reisverhalen over India in Het Nirwana is een lege trein (2001) is inmiddels een steady-seller aan Indiagangers.

Ook Pakistaanse nacht begint als een reisverslag maar gaandeweg krijgt deze novelle onder de verhalen trekken van een Oosterse vertelling. En vanzelfsprekend speelt Suriname (in drie van de zes overige verhalen) een rol. Zo verbeeldt (in De eer van het lintje) een Surinamer in Nederland zich de loop van de geschiedenis van zijn geboorteland een radicale wending te hebben gegeven. Tupperware gaat over een gemengde relatie tussen een Surinaamse vrouw en een Nederlandse man en in De laatste dagen van de rijstpelmolen storten de decembermoorden tante Rina en haar rumdrinkende Lucas op een absurde manier in het verderf.

De pers over Pakistaanse nacht
Een verrassend goed, maar ook behoorlijk onsmakelijk verhaal. – Jessica Durlacher over Tupperware in Vrij Nederland
Dit heeft ruimte, sfeer en lading. – Gerrit Jan Zwier over Pakistaanse nacht in Leeuwarder Courant

Bundel met één lang en zes korte verhalen. Het lange verhaal dat bijna de helft beslaat is naamgevend voor de bundel en tevens het enige dat in Azië speelt. Dit verhaal Pakistaanse nacht belicht aspecten van Pakistan en een elitaire bovenlaag die ook bij insiders weinig bekend zijn. De schrijver bezit een bepaalde obsessie met erotiek die zich in dit verhaal soms met een soort Rushdie surrealisme openbaart. Dichtung und Wahrheit raken gaandeweg zozeer verstrengeld dat zich een mysterieus sprookjesachtig visioen ontspint. De andere verhalen leiden naar een nu eens voorspelbare dan weer onverwachte plot. In alle verhalen klinken verre of overduidelijke verwijzingen door naar Suriname, een vast thema van Michiel van Kempen. Gemakkelijk leesbaar, vloeiend, onderkoeld ironisch en humoristisch en doordacht geschreven. – uit: Biblion

Michiel van Kempen – Het nirwana is een lege trein. Reisverhalen over India

MICHIEL VAN KEMPEN
Het Nirwana is een lege trein. Reisverhalen over India

Nederland / Verhalen
Paperback, 160 blz., 13,50
ISBN 90-6265-496-7
Eerste druk 2000

Geen Indiër hoeft naar het buitenland, want India heeft alles. Deze woorden worden waarheid tijdens de reis die Michiel van Kempen met zijn reisgenote maakt door India, het continent van de tegenstellingen.

In India is alles in veelvoud aanwezig: talen, religies, monumenten en mensen – alleen al in Bombay 15 miljoen. Temidden van deze chaos houdt Michiel van Kempen het hoofd koel en observeert, opdat de lezer inzicht krijgt in de kronkelige hersens van de Ganges. En daarbij komt zijn kennis van het Hindi (als taalwetenschapper over Suriname) goed van pas: Het is prettig dat we kunnen verstaan hoe ze een stroom van denigrerend commentaar in het Hindi over ons uitstorten.

In zeer lezenswaardige verhalen met tal van bijzondere wetenswaardigheden vertelt Van Kempen onder andere over Madras, de trotse bezitter van het goorste busstation ter wereld waar wel het vervoer verzorgd wordt naar de wereldberoemde tempels van Mahabalipuram!
Over de ashram van de Divine Mother Marahabablabla, alwaar dagelijks 20.000 personen door haar worden omhelsd.
Over de katholieken in India, waarvan er meer zijn dan in Nederland en België bij elkaar.
Over het vervoer per overvolle trein, geblindeerde bus of autoriksja.
Over de Afrikanen in India. En natuurlijk over de cultuur in de vorm van de voor de westerling ondoorgrondelijke Hindifilms uit Bombay of de monumentale liefdestragiek van de Taj Mahal.

De pers over Het niwana is een lege trein
De wereld in dit boek wordt bevolkt door bedelaars, priesters en gehaaide middenstanders. Van Kempen stelt zich doorgaans op als ironische commentator, die met sierlijke pen zijn observaties aan het papier toevertrouwt. Overigens doet Van Kempen iets wat Naipaul nooit zou doen: contact zoeken met jonge Afrikanen, van wie er vele duizenden in India studeren. – Leeuwarder Courant

Michiel van Kempen – Plantage Lankmoedigheid

MICHIEL VAN KEMPEN
Plantage Lankmoedigheid

Nederland / Roman
Paperback, 254 blz., € 15,75
ISBN 90-6265-446-0
Eerste druk 1997

De onderwijzeres Indra probeert haar leven op te bouwen los van haar Miss-achtige verschijning, archeoloog Doctor Bernhard offert aan zijn ambities graag zijn principes op, en ook de historicus Arno Spitzers blijkt er een verborgen agenda op na te houden. Zamuel Brabande is de oude nationalist die in zijn verleden blijft wroeten, terwijl de van energie barstende Amalia Bougezpas telkens nieuwe uitdagingen zoekt.

Allen zoeken hun weg in een jonge staat onder de tropenzon, maar hun levens scheren langs elkaar heen zonder elkaar werkelijk te raken. Zij hebben maar één ding met elkaar gemeen: ze leven in de schaduw van de mythische Schildpad en de groene Legerleider en proberen zich met wisselend succes te wapenen tegen het verval en de verwarring. Zo maken zij deel uit van een maatschappij die wanhopig naar samenhang zoekt. De roman gaat dan ook en vooral over de dilemma’s van de dekoloniserende samenleving, over vooruitgang en stilstand, idealisme en corruptie.
Plantage Lankmoedigheid is het meeslepende en caleidoscopische verhaal van een aantal levens tegen het decor van het Suriname van de jaren tachtig.

Michiel van Kempen (1957) verbleef een vijftal jaren in Suriname en woont tegenwoordig in België. Hij schreef verschillende boeken over Surinaamse literatuur, o.m. De geest van Waraku (1993) en Woorden op de westenwind (1994), en stelde bloemlezingen samen als Hoor die tori (1990) en de Spiegel van de Surinaamse poëzie (1995). Plantage Lankmoedigheid is zijn romandebuut.

De pers over Plantage Lankmoedigheid
Ik las het boek gefascineerd. Het is namelijk ook een sleutelroman. Het verhaal vindt zijn climax in de moord op Arno Spitzers. Pas in het relaas van diens laatste uur komt de titel naar voren: zijn moordenaars dwingen hem tot een uitvoerige boedelbeschrijving van de voormalige plantage Lankmoedigheid. – John Jansen van Galen in Het Parool

Plantage Lankmoedigheid geeft een beeld van de jaren tachtig in Suriname, zoals Van Kempen ze heeft beleefd. De portretten van de figuren zijn levendig en de constructie doortimmerd, want ze geeft samenhang waar die in werkelijkheid ontbreekt. – Jos de Roo in Trouw

Een onthutsende kijk op Surinames menselijke samenleving. Plantage Lankmoedigheid is goed geschreven, met vaart verteld, met de ironie als voertuig. – Wim Rutgers in Amigoe

Leo Geerts – Het gras in de duinen. Opstellen over literatuur

Geerts Gras in de duinenLeo Geerts
Het gras in de duinen
Opstellen over literatuur

genaaid gebrocheerd, 304 blz., € 19,50
geïllustreerd met 16 collages in zwart-wit
eerste uitgave 1993
ISBN 978-90-6265-386-3
leverbaar rechtstreeks bij uitgever

In Het Gras in de Duinen zijn de literaire kritieken gebundeld van Leo Geerts (1935-1991). Zijn leven lang heeft Geerts schrijver van onder andere de romans ‘Pagadders’, ‘Loeders’, ‘Dadaders’ en de Mulisch-pastiche ‘De mentor’, de internationale literatuur met een oplettend oog gevolgd.

In het Woord Vooraf bij Het Gras in de Duinen schrijft Cyrille Offermans: ‘Wat telkens opvalt is dat Geerts altijd snel ter zake komt. Hij moet niets hebben van ‘‘persoonlijke’’ inleidingen of irrelevant vertoon van eruditie. Zelden of nooit begint hij aan een bespreking met een samenvatting van de inhoud, laat staan dat hij het daarbij zou laten. Geerts is een polemisch criticus: hij stoot meteen door tot de kern van een boek en treedt – vaak via andere critici – in discussie met de auteur. Wat hij te berde brengt heeft karakter en scherpte, zet aan tot instemming en tegenspraak en – las but not least – tot lezen. Dat maakt de kritieken van Geerts altijd boeiend, ook als je het niet altijd met hem eens bent.’

Met zijn opstellen over de Nederlandse, Vlaamse en Caribische literatuur en zijn beschouwingen over het werk van ondermeer Bordewijk en Mulisch, laat Leo Geerts zich in Het Gras in de Duinen zien als een veelzijdig en begenadigd lezer en criticus.

Opmerkelijk voor een Vlaams essayist was zijn haast vanzelfsprekende belangstelling voor de Nederlandstalige Caribische literatuur uit Suriname en de Antillen (Edgar Cairo, Bea Vianen, Michiel van Kempen, Albert Helman, Michaël Slory, Astrid H. Roemer) met zelfs een ‘uitstapje’ naar de Amerikaanse Indiaan Craig Strete die in Nederlandse vertaling debuteerde.
Meer over Het Gras in de Duinen
Meer over Leo Geerts

Michael Slory – Ik zal zingen om de zon te laten opkomen

MICHAEL SLORY
Ik zal zingen om de zon te laten opkomen

Suriname – Gedichten. Tweetalig
Inleiding: Michiel van Kempen
196 blz., gebonden
€ 19,50
ISBN: 978-90-6265-339-3
Eerste uitgave 1991

Ik zal zingen om de zon te laten opkomen bevat de sterkste keuze uit het omvangrijke en veelzijdige oeuvre van een van Surinames grootste dichters, Michaël Slory.
Slory (1935) publiceerde vanaf 1961 meer dan twintig bundels, in het Nederlands, in het Sranantongo en in het Spaans. De sociale en politieke actualiteit, in Suriname en daarbuiten (Afrika, Viëtnam), de natuur en de schoonheid van de zwarte vrouw zijn steeds terugkerende thema’s in zijn gedichten.

In deze uitgave zijn alle bundels van Slory vertegenwoordigd, met Nederlandse vertalingen naast de oorspronkelijke in het Sranantongo en in het Spaans geschreven versies. Ook zijn enkele uitsluitend in tijdschriften gepubliceerde en enkele nieuwe gedichten opgenomen.

Ik zal zingen om de zon te laten opkomen werd samengesteld door Michiel van Kempen (die ook de informatieve inleiding schreef), met medewerking van Jan Bongers en Michiel Bergens (die ook het merendeel van de vertalingen uit het Sranantongo verzorgde).

Hoewel Michaël Slory meermaals onderscheiden werd, is de bereikbaarheid van zijn werk altijd frustrerend minimaal geweest. Met deze uitgave is daar nu voorgoed verandering in gekomen.