Shrinivási: “Wat zijn woorden eigenlijk? De woonplaats van de dichters.”

Shrinivasi januari 2009 - 2 - Copyright foto Usha MarheFoto Usha Marhé

Shrini is 88! Schrijven en blijven’ door Thea Doelwijt (Willemstad) in Antilliaans Dagblad, 30 december 2014 :
Op Curaçao vieren wij dat onze dichter Shrinivási vrijdag 12 december 88 jaar is geworden. Het is woensdag de 10de en in de Openbare bibliotheek Curaçao houdt de Neerlandicus Geert Koefoed de lezing ‘Over het transcendente in de poëzie van Shrinivási’, terwijl schrijfster en dichteres, mijn nicht Diana Lebacs, af en toe een gedicht van Shrini voorleest. Shrini is blij dat het publiek meer dan één aanwezige telt. Daar zijn mijn zes nichten bij en juf Marijke van Geest, lerares Nederlands, en intussen volgend jaar 50 jaar mijn metgezel. Shrini wil achter mij plaatsnemen, maar ik vraag hem naast mij te zitten, op de eerste rij. Het is zo prettig toevallig op Curaçao te zijn, om twee weken uit te rusten voor wij zondag 14 december voor langere tijd naar Sranan komen. Shrini fluistert af en toe in mijn oor zijn reacties op de voordracht. Wij kennen elkaar sinds 1963, waren actief in de schrijversgroep Moetete, maakten samen een bloemlezing met gedichten van jongeren, voor Carifesta in… Tyek Facebook! Het mooiste van de friyaribijeenkomst vond ik toen Shrini fluisterde dat ik belangrijk was geweest, naast Dobru en Slory, met het gedicht ‘Zwarte regen’. En het belangrijkste: dat hij voor het eerst in het Sarnami een gedicht schreef, dat hij nu heeft vertaald in het Nederlands: “De dichter en het woord (Kavi aur shabd)… Wat zijn woorden eigenlijk? Een land. Het vaderland van de dichters. De woonplaats van de dichters.” Ik fluister terug: “Dat moet je presenteren.” Hij zucht: “Ik heb de tekst niet bij mij…” Als Diana mij aan het publiek voorstelt, zeg ik dat Shrini voor Suriname het eerste gedicht in het Surinaams-Hindoestaans schreef. Ik wil het horen. Geert Koefoed graait direct in zijn tas en haalt er een boek uit waarin het gedicht staat. Shrini leest het zeer ritmisch voor. De avond kan niet meer stuk. Wat zou hij zijn Surinaamse lezers willen zeggen? “Mi e wensi yu wan switi kresneti nanga wan bun nyunyari. God’s blessings te wi miti èn si makandra! Yu mati Shrini.”
Klik hier voor ‘Antilliaans Dagblad’ (eerder verschenen in ‘De Ware Tijd’, Paramaribo)
Meer over Shrinivási bij Uitgeverij In de Knipscheer
Lees hier het gedicht ‘Zwarte regen’ van Thea Doelwijt

«Liefde en strijd voor de eigen taal.» – Nel Casimiri

voorplatSilence75Over ‘De stilte van het ongesproken woord’ in het Antilliaans Dagblad, 17 juni 2014:
En terwijl ik dit schrijf, klinkt om mij heen de muziek en de woorden uit het boek, de gedichten zijn op muziek gezet en worden gezongen en voorgedragen op muziek. (…) Klank, ritme en woorden samen geven de betekenis. En de stilte tussen die woorden zijn deel van de compositie. Gedichten moeten gehoord worden. (…)Er zijn heel veel lijnen te trekken van Suriname naar Curaçao: de gezamenlijke koloniale tijd, maar in de eerste plaats de liefde en de strijd voor de eigen taal. De ontkenning eerst van de waarde van die taal, de jonge dichters die lieten zien dat die taal wel degelijk prachtige poëzie kon voortbrengen, de muziek die zo’n grote rol speelt in die taal.
Lees hier de hele recensie of hier in het Antilliaans Dagblad
Meer over ‘De stilte van het ongesproken woord’