«Zo bloedstollend mooi.» – Rob van Erkelens

VoorplatSneeuw-75Over ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’ van Frans Lopulalan in De Groene Amsterdammer, 1 juli 1998:
Lopulalans eerste boek heette ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’. Het werd, in 1985, enthousiast ontvangen door de kritiek. Voor het eerst maakt de Nederlandse literatuur van binnenuit kennis met het leven van de Molukkers, zoals dat zich drie decennia lang in ons land heeft afgespeeld. ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’ is een boek over een vader. Over dé vader. Over alle Molukse vaders die in de kracht van hun leven naar Nederland werden getransporteerd en in de kampen geprobeerd hebben hun kinderen in de strenge oosterse traditie op te voeden. Het conflict tussen die oosterse traditie (en levensvisie) en het lijdzame leven van die oude mannen ‘in Hollandse doorzonwoningen’ is Lopulalans thema. En wat hij er ook mee doet, hij schrijft het zo bloedstollend mooi op dat het onmogelijk is de verhalen, ‘De Barak’ en ‘De veertigste dag’ weg te leggen. “We aten dagen achtereen rijst met ketjap en een klontje margarine, terwijl er tegelijkertijd van alles het huis binnenkwam: beddegoed dat mijn moeder in het plastic liet zitten, stoffen die ik niet thuis kon brengen – tot ik weer een keer langs het huis van de barones liep en mijn oog op de vitrages viel – een toiletborstel en een wel erg vreemd apparaat dat bestond uit drie pvc-pijpen, waarmee wij doorgaans pijltjes schoten, met elkaar verbonden door een metalen plaatje. Die drie pijpen kon je ieder afzonderlijk heen en weer bewegen. Het bleek een handdoekhanger voor een badkamer te zijn.” ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’ weet werkelijk iets voelbaar te maken van het leven van een man die nergens thuishoort, omdat hij ver weg is van zijn vaderland terwijl zijn nieuwe moedertaal niet lekker in de mond ligt. Daar kan een grote berg allochtonenliteratuur heel veel puntjes aan zuigen.
Lees hier het artikel in ‘De Groene Amsterdammer’
Meer over Frans Lopulalan bij Uitgeverij In de Knipscheer