«Spiegeler is in staat om goede gedichten te schrijven.» – Hans Puper

VoorplatSpiegelerOver ‘Krijgskunst. Verluierde gedichten en andere vuurpauzes’ van Brigitte Spiegeler op MeanderMagazine, 3 april 2015:
In haar eerste gedicht, ‘Zeker het bestaat’, schrijft ze: ‘Goed ter tale / heb je niet in de hand / zelftwijfel ook niet / Bovendien moet het nog / wat liggen uitzweten.’ Dat gedichten in alle opzichten moeten ‘uitzweten’ is bekend. (…) Hoe zij zelftwijfel kan overwinnen, laat Spiegeler zien in ‘Opengebarsten vruchten’. Het tweede motto van de bundel, een aforisme van Karl Kraus, past hierbij: ‘Phantasie had ein Recht, im Schatten des Baumes zu schwelgen, aus dem sie einen Wald macht.’

Laat het laboratoriumwerk maar zitten
geen montage
geen herhalingen
geen echo’s
Slechts een krokante bodem
en luchtkastelen
zover het oog reikt.

Ik vind dat ze in haar geval gelijk heeft. Schrijf eenvoudige, ‘lekkere’ gedichten – de milde zelfspot bevalt me. Zulke gedichten zijn niet slecht: eenvoud is iets heel anders dan simpelheid.
Meer over ‘Krijgskunst’

«Zeer intense en aansprekende en ontroerende poëzie.» – R.A. Wagenaar-Duursma

Nachtvlinders door het kattenluikOver Nachtvlinders door het kattenluik van Chawwa Wijnberg voor NBD/Biblion, 30 mei 2012:
Bundel met 36 gedichten in vrije versvorm, verdeeld in twee titelloze afdelingen en een cd waarop de Nederlandse dichteres (1942) 25 “vrolijke” gedichten voordraagt uit eerdere bundels. Het belangrijkste thema is het persoonlijk leed, door de oorlog verminkt met een pijn die nooit ophoudt. Wijnberg was Joods onderduikkind en overleefde samen met haar moeder de oorlog. De tweede afdeling gedichten is gericht aan juffrouw D(ood), die wordt ondervraagd over allerlei facetten van sterven, dood en het hiernamaals. Vragen die iedereen heeft, maar nooit stelt. De nachtvlinders uit het titelgedicht zijn de herinneringen. Onderkoelde toon, niet zwaarwichtig, ogenschijnlijk luchthartig en vlinderachtig, maar zeer intense en aansprekende en ontroerende poëzie. Doet wel iets denken aan Judith Herzberg. De zesde bundel van deze auteur die in 1989 debuteerde met “Aan mij is niets te zien” en die in 2003-2004 stadsdichter was van Middelburg.
Meer over ‘Nachtvlinders door het kattenluik’
Meer over Chawwa Wijnberg bij In de Knipscheer

«Meer dan alleen een kaft met daartussen verzamelde gedichten.» – Sylvana van den Braak

Opmaak 1Over ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’ van Karin Lachmising in Parbode (jrg. 8 nr. 93), januari 2014:
Korte teksten worden met lange teksten afgewisseld en bepaalde gedichten bestaan uit meerdere delen, dit zorgt voor variatie in de bundel. De gedichten zijn verdeeld over drie hoofdstukken waarvan de titels vervolgens verschijnen in een van de gedichten die het hoofdstuk bevat. De regel wordt herkend door de lezer en daardoor is het boek echt één geheel. Een subtiele ingreep, waardoor het boek dus meer is dan alleen een kaft met daartussen verzamelde gedichten.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Nergens groeit een boom’

Karin Lachmising, Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt, poëziedebuut, Nederlandse gedichten, Surinaamse literatuur, Caraïbische letteren, schrijversvakschool Paramaribo, klimaatverandering, Rio+20, Purcy Tjin,

«Zeer de moeite waard.» – C.H. Gajadin

Opmaak 1Over ‘Een droom die ik heb’ van Nydia Ecury voor NBD/Biblion, 17 december 2013:
Voor deze tweetalige bloemlezing werd een selectie gemaakt uit zes bundels geschreven in het Papiaments van de Antilliaanse toneelregisseur, cabaretier en dichteres (1926-2012). … Het ritme van het tropische eiland, een zekere gelatenheid, de hitte, het grote verlangen vormen de onderstroom in Nydia Ecury’s fraaie gedichten.

Lees hier de recensie

Meer over Nydia Ecury

«Een belangrijke uiting van oorspronkelijke Surinaamse poëzie in het Nederlands.» – Ko van Geemert

Over ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ van Michaël Slory in Parbode, 30 november 2012:
Slory is zonder twijfel de meest bekende nog levende dichter van Suriname, niet in de laatste plaats door de schijnbare romantiek van zijn eigenzinnige en vaak beschreven (solitaire) levenswijze. Is zijn poëzie het werk van een groot dichter of ‘een groot kunstenaar’, zoals Van Kempen stelt? De tijd zal het leren. Zeker is echter dat de publicatie van deze mooi uitgegeven bundel terecht is en een belangrijke uiting van oorspronkelijke Surinaamse poëzie in het Nederlands en, niet te vergeten, in het Sranantongo.

Lees hier de recensie

Meer over deze bundel

«Ook stilstaande herinneringen van een verrassende eenvoud.» – T. van Deel

Over ‘Khazarenbloed’ van Rogi Wieg voor NBD Biblion, 27 november 2012:
‘Ik ben een khazar, / eet mijn eigen verzen / als het moet. Zo ook maak / ik gedichten aan en maak / ik nieuw papier.’ Hier kiest iemand het gedicht als zijn (voorlopige) redding. Dat hij nog de keus heeft, laat zien dat nog niet alles verloren is, vandaar dat wanhoop en depressie en radeloosheid bij hem toch ook nog distantie en het zoeken naar een vorm en een formulering ervan tot gevolg heeft. Zelfs galgenhumor.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Khazarenbloed’