‘Zeven rivieren ver.’

KarinLachmisingKleinCMYKOver ‘Ademhalen’ van Karin Lachmising in Literat-uur op Amsterdam FM-Radio, 24 april 2017:
De eerste tien minuten van het gesprek tussen Peter de Rijk en Karin Lachmising, auteur van ‘Nergens groet een boom die haar aarde niet vindt’, gaat over de actualiteit in haar geboorteland Suriname, dat zich economisch in zwaar weer bevindt waardoor de bevolking in protest komt tegen de regering. Daarna gaat het over het theaterstuk ‘Ademhalen’. Drie vrouwen uit het district Nickerie komen daarin aan het woord over hun leven als Hindoestaanse vrouw dat van oudsher vastzit aan orthodoxe wijzen van samenleving en godsdienst, en ongelijkheid met zich meebrengt tussen de seksen. Naar aanleiding van een mislukte poging tot zelfdoding van een gemeenschappelijke kennis laten de vrouwen hun eigen levens de revue passeren en maken zo de benauwenis van een kleine gemeenschap met sterke tradities voelbaar. Het stuk, in de regie van Alida Neslo, beleefde succesvolle opvoeringen in Nickerie en in Paramaribo. De tekst zal later ook in boekvorm verschijnen. Ook werkt Karin Lachmising aan een nieuwe gedichtenbundel met de titel ‘Zeven rivieren ver’ waarin zij de vele aspecten van ‘afstand’ verwoordt. In de laatste tien minuten van de uitzending leest zij uit deze bundel in wording vier gedichten: Contact, Waanzin, Vluchteling en Suïcidebommen. Literat-uur is het tweede uur van het live vanuit de OBA uitgezonden radioprogramma Kunst & Cultuur.
Luister hier naar de uitzending door de tijdlijn helemaal onderin op 1:07:50 te zetten
Meer over Karin Lachmising op deze site

«Het late debuut van Chesley Rach.» – Ko van Geemert

Opmaak 1Interview met Chesley Rach over ‘De terugkeer van Ricardo Bonifacio’ in De Ware Tijd, zaterdag 4 maart / zondag 5 maart 2017:
Chesley Rach woont al weer zo’n dertig jaar in Nederland, maar is geboren en getogen op Curaçao. Zijn moeder kwam uit Trinidad, zijn vader uit Suriname. Onlangs publiceerde hij een roman, zijn eerste: ‘De terugkeer van Ricardo Bonifacio’. Een ontmoeting met deze 64 jaar jonge debutant. (…) Hij heeft goede herinneringen aan Suriname, ondanks dat hij er bijna 35 jaar geen voet aan de grond meer heeft gezet. Rach: ‘De laatste keer dat ik er was, was in 1983. Als kind en tiener kwam ik er vaak, ik heb daar leuke herinneringen aan, vooral aan mijn opa en oma. (…) En de huilende mannen in 1983 op het terras bij de buren die spraken over de militaire dictatuur.’ (…)
Lees hier het artikel
Meer over ‘De terugkeer van Ricardo Bonifacio’

« * * * * Een mooi en onderhoudend boek voor iedereen die Suriname én Slory een warm hart toedraagt.» – Ko van Geemert

VoorplatZoekennaarSlory75Over ‘Zoeken naar Slory’ van E. de Haan in Parbode 105, januari 2015:
Ezra de Haan gaat (voor de eerste keer) naar Suriname en laat zich door alles verrassen wat op zijn pad komt: ontmoetingen, gerechten, krantenartikelen, winkels, de natuur, reizen naar Nickerie, Coronie, het binnenland. (…) ‘Vandaag hoop ik Michaël Slory te ontmoeten.’ De Haan is bij het gebouw van de Ware Tijd, waar Slory elke dag zijn krantje komt halen. Zo niet vandaag! De Haan zet zijn zoektocht voort en krijgt hem, op pagina 196, aan de telefoon. Ze spreken de volgende dag af, op het Kerkplein. In het hoofdstuk ‘Slory is Suriname’ doet De Haan verslag van het gesprek dat hij met Slory had. (…) Een mooi en onderhoudend boek voor iedereen die Suriname én Slory een warm hart toedraagt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Zoeken naar Slory’
Meer over E. de Haan bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Shrinivási: leven en werk

Over Shrinivási in De Ware Tijd Literair door Jerry Dewnarain, 23-02-2013:
In 1974 ontving Shrinivási voor zijn gehele oeuvre de Gouverneur Currie-prijs, samen met Michaël Slory. In 1989 werd hij benoemd tot Officier in de Ere-orde van de Palm. Hij ontving de Literatuurprijs van Suriname over de jaren 1989-1991 voor zijn bundel ‘Sangam’. In 2002 werd hem de Vedanta-prijs voor zijn hele oeuvre uitgereikt.

Lees hier het artikel

Meer over Shrinivási

«We zouden Shrinivási de dichter van de illuminatie kunnen noemen.» – Brede Kristensen

Over ‘Hecht en Sterk’ van Shrinivási in Ñapa/Amigoe, 2 maart 2013:
Uniek kenmerk van Shrinivási trouwens, al die talen vervlochten met elkaar, zonder dat het storend is. De ontmoeting tussen mensen en talen gaat hand in hand. Niemand hoeft zijn taal ontrouw te worden. Onze werkelijkheid is meertalig. (…) Met het klimmen der jaren is zijn poëzie aan eenvoud gaan winnen. Het komt mij voor dat deze late gedichten, zoals nu gebundeld, tevens zijn meest fascinerende zijn. Waarom? Wanneer het vele overbodige is opgeruimd, ligt de weg tot de kern en daarmee tot inzicht open.

Lees hier de recensie of in Ñapa/Amigoe

Meer over deze bundel

«Shrinivási is een dichter die het leven liefheeft, en dat weet over te brengen. Eenvoudig en groots.» – Levity Peters

Over ‘Hecht en Sterk’ van Shrinivási op MeanderMagazine, 21 januari 2013:
Er is een beroemd filmpje van Pablo Picasso waarop hij, al op leeftijd, moeiteloos een duif op papier tovert. Wat komt er ook in deze poëzie een vakmanschap tot uitdrukking! Alleen wie met poëzie leeft, kan zo dichten, nee; ik schrijf het verkeerd: Alleen wie poëzie leeft kan zo dichten.
Wat is het toch waardoor je bij deze verzen het gevoel krijgt dat zij de essentie raken? Al heeft hij het alleen maar over een blad, een boom, versteende aarde…

Lees hier de recensie

Meer over ‘Hecht en Sterk’

Cándani – een zoetwaterlied

CANDANI
een zoetwaterlied

Surinaams Poëzie
Paperback, 64 blz., 12,50
ISBN 90-6265-495-9
Eerste druk 2000

In een zoetwaterlied, geheel geschreven in het Nederlands, maakt de lezer kennis met het district Nickerie in Suriname, het district van de ‘rijstesmart’. De 35 kortere en langere gedichten vormen samen een cyclus van het leven van de immigrant, de contractant.

Cándandi (pseudoniem van Asha van den Bosch-Radjkoemar, Paramaribo, 1965) hindoestaanse, kwam in 1990 naar Den Haag ter gelegenheid van de publicatie door de NBLC van haar eeste dichtbundel (‘een nieuw ijkpunt in de jonge literaire ontwikkeling van het Sarnami’ Michiel van Kempen) en is sindsdien in Nederland gebleven.
In 1993 werd zij als een van de jongste Surinaamse auteurs in woord en beeld als een natuurtalent geportretteerd in Woorden op de westenwind (tien Surinaamse schrijvers buiten hun land van herkomst) en al in 1995 opgenomen in Meulenhoffs Spiegel van de Surinaamse poëzie.

De pers over een zoetwaterlied
Haar pregnante beelden en taalreflecties zijn uniek. Vooral met de onuitputtelijke stroom intuïtieve beelden lonkt Cándani naar een plaats in de eregalerij van onze literatuur. – De Ware Tijd