«Zo’n wijze van vertalen, daar kan geen vertaalcomputer tegenop.» – Hein van der Hoeven

Over ‘Held…’ van Ovidius vertaald door Harrie Geelen op Elders,13 januari 2025:

(…) Harrie Geelen is cultuur in veelvoud. Naast vertaler is hij schrijver, beeldend kunstenaar (tekenaar), regisseur, maker van tekenfilms. (…)In 2022 verscheen zijn vertaling van Metamorfosen, het hoofdwerk van Ovidius. Heroides bestaat uit brieven in dichtvorm van vooral vrouwen aan hun vaak trouweloze echtgenoten. Briefschrijvers en geadresseerden zijn heldinnen en helden uit de Griekse mythologie. Deels zijn het bekende namen als Helena, Ariadne, Dido, Odysseus, Paris en Hercules. Gelukkig zorgt Geelen bij elke brief voor een inleiding, zodat ook de vergeten helden herleven. Het is een fascinerende wereld, die Griekse oertijd, de tijd van de Trojaanse Oorlog, waar de helden en heldinnen sterfelijke wezens zijn, maar goden als vader, moeder of grootouder hebben. Opvallend is dat de goden verre van ideale karakters bezitten. Ze zijn jaloers, ze bedriegen hun echtgenotes, ze nemen op gruwelijke wijzen wraak, stervelingen zetten ze tegen elkaar op. Daarentegen hebben de vrouwelijke briefschrijvers een hoogstaand karakter. Trouw, liefde, opoffering en geduld zijn eigenschappen die uit de brieven naar voren komen.       (…) Wat opvalt aan de manier van vertalen van Harrie Geelen is de vrijheid die hij neemt. Niet bij uitzondering, maar op veel plaatsen kiest hij voor een heel vlotte toon. Zoals:  Hoe keek je dan naar je kindjes, rotzak? /  Hier sluit je vrede, of anders vecht je, punt uit! / Al dat goud dat zijn sterke armen opeens strak omsloot, die spierballen vol blingbling / Geheel in de stijl van een stoeipoes / Een kort krabbeltje, ook bij tegenwind, is zo ondertekend //. Zo’n wijze van vertalen, daar kan geen vertaalcomputer tegenop.

Lees hier de recensie
Meer over ‘Held…’
Meer over Harrie Geelen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Zijn taalvermogen dwingt bewondering af, en er zitten veel mooie vondsten in zijn tekst.» – Vincent Hunink

Over ‘Held…’ van Ovidius vertaald door Harrie Geelen in De Volkskrant, 1 november 2024:

Wie houdt er niet van Ovidius? (…) Lezers en vertalers krijgen er maar geen genoeg van, lijkt het. In 2022 verschenen er zelfs twee ‘Metamorfosen’-vertalingen vrijwel tegelijk: (…) vooral de brutale vertaling van Geelen viel daarbij op, vanwege het vertel- en taalplezier op elke pagina. Nu, twee jaar later, levert Geelen onder de titel ‘Held…’ een versie van Ovidius’ ‘Heldinnenbrieven’ (Heroides). Dat zijn eenentwintig brieven in dichtvorm, zogenaamd geschreven door mythologische vrouwenfiguren aan hun roemruchte echtgenoten. Briseïs schrijft aan Achilles, Dido aan Aeneas, Medea aan Jason. Vrouwen die normaal gesproken niet aan het woord komen en meestal slachtoffer worden van de mythologische gebeurtenissen. Des te boeiender hoe Ovidius aan hun emoties een stem verleent. Natuurlijk speelt hij ook een literair spel ermee, dat doet hij altijd, maar zijn insteek op de oude verhalen is origineel en maakt nieuwsgierig. Tamelijk recent nog, in 2019, was een stevige bloemlezing uit de Heroides verschenen. Die was verzorgd door de gelauwerde Ovidius-vertaalster M. d’Hane-Scheltema. De Nederlandse lezer zat dus niet zonder. Geelen is misschien is in de ban geraakt van de oude dichter. En hij wil het duidelijk anders doen. (…) De rustige, jambische verzen van D’Hane-Scheltema maken plaats voor een barok aandoende vorm met steeds drie regels voor elke twee van het Latijnse origineel. De lezer krijgt een telling erbij, accenten op namen (in het geval van Penelope hier nogal verwarrend), en Odysseus heet op zijn Engels Ulysses. Nogal wat ingrepen dus. Vooral de keuze om telkens de vertaling van het tweede Latijnse vers (de dactylische pentameter) door te knippen in twee korte helften is gewaagd: zoiets heb ik nooit eerder gezien. Of het een geslaagde vorm is? De vertaling zelf is eigenzinnig, soms door de dwang van het metrum, lijkt het, maar op andere plaatsen door Geelens taalgevoel en humor. En het valt op dat de vertaler zich veel ruimte gunt, bondigheid is hier geen deugd. Geelens Ovidiusboek lijkt vooral een eigen, kunstzinnige schepping, waarin de vertaler alles naar zijn hand zet en zich verder van niemand iets aantrekt. Zijn taalvermogen dwingt bewondering af, en er zitten veel mooie vondsten in zijn tekst. Vooral de weergave van de pentameters, een technisch moeilijke zaak in het Nederlands, vind ik geregeld knap gedaan. (…)

Lees hier of hier de recensie
Meer over ‘Held…’
Meer over Harrie Geelen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wiersinga verwerkt de periode waarover hij schrijft op verbluffende wijze in fictie.» – Jan Stoel

Over ‘Zena’s arena’ van Pim Wiersinga in Bazarow (Nieuwsbrief Literatuur Week 38),  21 september 2023:

‘Zena’s arena’ van Pim Wiersinga (…) is een overweldigende historische roman die je meesleurt in het leven in het Romeinse rijk van de vijfde eeuw na Christus. In vele opzichten is het een roman die je lang bijblijft. De compositie is doordacht, de personages zijn levensecht, de taal past bij die van de vijfde eeuw, maar vooral is er de parallel met deze tijd. En is dat laatste niet wat geschiedenis doet? (…)  Wiersinga neemt je mee in dat verleden, gaat in op politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, besteedt aandacht aan godsdienst, filosofie, kunst en wetenschap. (…)  Wiersinga plaatst je in de vijfde eeuw. Je ervaart het alsof je er zelf bij bent. (…) De wereld verandert en ook Zena verandert. Zij gaat in die wereld op zoek naar wie ze eigenlijk is en wil zijn.  Wiersinga verdeelt het verhaal in drie grote delen, drie steden die ‘kantelen’ in de tijd: Cyrene, Alexandrië en Memphis. Zena, het hoofdpersonage, woont in het begin van het verhaal in Cyrene. (…) De positie van de vrouw in Cyrene is er een van ondergeschikt zijn. (…) Na de dood van haar moeder (…) vertrekt Zena naar Alexandrië. In Alexandrië (…) wordt  Zena steractrice in het theater en leert er haar grote liefde kennen (subtiel is daarbij de verwijzing naar een dichtbundel van Sappho). (…) Het toneelgezelschap waar ze deel van uitmaakt valt daardoor uiteen en Zena vindt een toevlucht in Memphis, de oude hoofdstad van Egypte. (…) Wiersinga heeft de periode waarover hij schrijft compleet geïncorporeerd. Op verbluffende wijze heeft hij dat verwerkt in fictie, gebaseerd op feiten. (…) Allerlei wetenschappelijke, maatschappelijke, ethische en filosofische vragen komen aan de orde. (…) De superioriteit van de elite ten opzichte van ‘het gewone volk’ komt regelmatig terug, de verstikkende macht van het geld. En dan kom je zo’n prachtig passage tegen als deze over bankiers in Athene ten tijde van Perikles en Socrates. Dat waren slaven “Slaven kon je namelijk geselen als ze over de schreef gingen, vrije burgers niet.” ‘Zena’s arena’ is een actueel boek! Je kunt in de structuur van het boek ook de opbouw van een klassieke tragedie herkennen. Logisch want Zena beleeft haar finest hour als actrice in een tragedie. Regelmatig komt er een epeisodion aan de orde: een stemmingsinleiding, een introductie van de personages. (…) In elk epeisodion laat Wiersinga de taal zingen. Alsof je Vergilius of Odysseus (…) hoort. (…) Dompel je onder in de wereld van Zena en geniet van de taal en de bijzondere roman van Wiersinga. De historie is dichterbij dan je denkt.
Lees recensie ‘ Zena’s arena’
Meer over ‘Zena’s arena’
Meer over Pim Wiersinga bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wat zou er kunnen bestaan tussen zang en zwijgen?» – Wim Noordhoek

coverE16DefOver Extaze 16 op Avondlog, woensdag 16 december 2015:
Franz Kafka is thuis in het niet. Niet schrijven was hem een vertrouwde verschrikking. In het nieuwe nummer van ‘Extaze’ – een filmnummer – gaat Mark Baltser in op zijn verhaal ‘Het zwijgen der Sirenen’ (1917) en de rol daarin van een ander schijnbaar ‘niet’, de stilte. (…) Als Odysseus de Sirenen niet hoorde zingen, maar ook niet hoorde zwijgen, wat heeft hij dan wel gehoord? Wat zou er kunnen bestaan tussen zang en zwijgen?
Lees hier verder
Meer over Extaze 16