Wim Verbei – Boom’s Blues. Boek en cd

978-90-6265-667-7WIM VERBEI
Boom’s Blues. Muziek, jounalistiek en vriendschap in oorlogstijd
Biografie. Nederland
Genaaid gebonden, rijk geïllustreerd, groot formaat, 288 blz.
ISBN 978-90-6265-667-7
Verlaagd in prijs € 29,50
Eerste uitgave 2011, tweede oplage 2015

Eind jaren zestig van de vorige eeuw verscheen bij een Londense uitgeverij een reeks van dertien Blues Paperbacks onder hoofdredactie van Paul Oliver. Op diens bureau belandde na omzwervingen het manuscript Laughing to Keep from Crying, in 1943 door de Amsterdammer Frank (Frans) Boom op 23-jarige leeftijd geschreven en daarmee de allereerste studie over blues ter wereld. Op de achterflap van de laatste drie delen van Blues Paperbacks in 1971 en 1972 werd de uitgave aangekondigd. Het boek zou evenwel niet verschijnen en het manuscript raakte (opnieuw) spoorloos.

De Nederlandse blueskenner, -promotor en -publicist Wim Verbei (Holland Blues Festivals, Blues-Teach-In, Mr. Blues, Hitweek, Jazzwereld, Muziek-krant Oor) ging in oktober 1996 op zoek naar het verloren gewaande manuscript en naar het verhaal achter de auteur. Het manuscript, oorspronkelijk met de titel The Blues. Satirical Songs of the North American Negro, vond hij al na een paar maanden terug. Maar om erachter te komen wie Frans Boom was (in 1953 overleden in Indonesië) kostte hem meer dan 10 jaar.

Boom’s Blues is een opmerkelijke biografie geworden en vertelt hoe en wanneer Nederland kennis maakte met Afrikaans-Amerikaanse bluesmuziek. En over de even dramatische als bijzondere vriendschap tussen Frans Boom en de jazzcriticus en musicoloog Will Gilbert die in de oorlog voor de Kultuurkamer bleek te werken en aan de wieg stond van het door de Duitsers uitgevaardigde Jazzverbod.

Boom’s Blues wordt genaaid gebonden uitgegeven op het vierkante formaat waarop ook o.a. de boeken over CCC Inc. Een band en Doe Maar. Lijf aan lijf verschenen. Het boek eindigt met de volledige Nederlandse tekst van De Blues. Satirische Liederen van de Noord-Amerikaanse Neger van J. Frank G. Boom, is rijk geïllustreerd met historische foto’s en documenten en bevat een cd met 24 bluesnummers die Frans Boom in zijn collectie had en/of verwerkte in zijn manuscript.

Medio 2016 verschijnt een Amerikaanse editie bij University Press of Mississippi.

Meer over Boom’s Blues

Extaze in Pulchri op donderdag 10 mei 2012.


Extaze 2012-3, het vierde nummer van Literair tijdschrift Extaze, wordt op donderavond 10 mei 2012 gepresenteerd met ‘Extaze in Pulchri’, een gevarieerd cultureel programma in Pulchri Studio in Den Haag. Extaze lijkt een vaste waarde te worden in het landschap van komende en gaande literaire tijdschriften. Extaze kreeg in januari dit jaar op het Writers Unlimited Festival (Winternachten) aan het Spui in Den Haag een eigen podium/programma. ‘Oorlog’ is de thematische leidraad in Extaze 2012-3.

Vergroot de afbeelding door te klikken.

Klik hier voor de inhoud van Extaze 2012-3.

Marc Wildemeersch over Georges Kopp, commandant van George Orwell

Marc Wildemeersch Op donderdag 28 april 2011 is Marc Wildemeersch van 12.00 tot 13.00 uur te gast bij presentator Peter de Rijk in het live boekenprogramma Literatuur naar aanleiding van zijn boek De man die Belg wilde worden – Georges Kopp, commandant van George Orwell.

De uitzending vindt plaats vanaf de 4de etage in de nieuwbouw van de Openbare Bibliotheek Amsterdam (op 5 minuten loopafstand van het Centraal Station) en is door publiek bij te wonen. De OBA is gevestigd aan de Oosterdokskade 143, 1011 DL Amsterdam.

Radio Amsterdam FM is te beluisteren op 106.8 FM, op de kabel 103.3 en via het internet op het logo Luister Live. Het interview is tot 2 maanden na uitzending hier te beluisteren.

Marc Wildemeersch Marc Wildemeersch (Brugge) is in Nederland want op 27 april te gast in het Orwellprogramma van Mondiaal Literair in Haarlem. Wildemeersch laat Orwell zien door de ogen van Georges Kopp, Orwells commandant in de Spaanse Burgeroorlog, en gaat in op Orwells rol bij MI5, de Britse geheime dienst. Het boek kwam eind vorig jaar uit, werd in Brugge gepresenteerd in het bijzijn van de zoon van Georges Kopp en kreeg ook in Nederland mooie aandacht in o.a. Het Parool en Trouw. En van Geert Mak.

Wim Verbei – Boom’s Blues + cd

Wim Verbei WIM VERBEI
Boom’s Blues. Muziek, jounalistiek en vriendschap in oorlogstijd
Biografie. Nederland
Genaaid gebonden, rijk geïllustreerd, groot formaat, 288 blz.
ISBN 978-90-6265-667-7 50 € 34,50
Eerste uitgave 2011. Uitverkocht; zie tweede oplage

Eind jaren zestig van de vorige eeuw verscheen bij een Londense uitgeverij een reeks van dertien Blues Paperbacks onder hoofdredactie van Paul Oliver. Op diens bureau belandde na omzwervingen het manuscript Laughing to Keep from Crying, in 1943 door de Amsterdammer Frank (Frans) Boom op 23-jarige leeftijd geschreven en daarmee de allereerste studie over blues ter wereld. Op de achterflap van de laatste drie delen van Blues Paperbacks in 1971 en 1972 werd de uitgave aangekondigd. Het boek zou evenwel niet verschijnen en het manuscript raakte (opnieuw) spoorloos.

De Nederlandse blueskenner, -promotor en -publicist Wim Verbei (Holland Blues Festivals, Blues-Teach-In, Mr. Blues, Hitweek, Jazzwereld, Muziek-krant Oor) ging in oktober 1996 op zoek naar het verloren gewaande manuscript en naar het verhaal achter de auteur. Het manuscript, oorspronkelijk met de titel The Blues. Satirical Songs of the North American Negro, vond hij al na een paar maanden terug. Maar om erachter te komen wie Frans Boom was (in 1953 overleden in Indonesië) kostte hem meer dan 10 jaar.

Boom’s Blues is een opmerkelijke biografie geworden en vertelt hoe en wanneer Nederland kennis maakte met Afrikaans-Amerikaanse bluesmuziek. En over de even dramatische als bijzondere vriendschap tussen Frans Boom en de jazzcriticus en musicoloog Will Gilbert die in de oorlog voor de Kultuurkamer bleek te werken en aan de wieg stond van het door de Duitsers uitgevaardigde Jazzverbod.

Boom’s Blues wordt genaaid gebonden uitgegeven op het vierkante formaat waarop ook o.a. de boeken over CCC Inc. Een band en Doe Maar. Lijf aan lijf verschenen. Het boek eindigt met de volledige Nederlandse tekst van De Blues. Satirische Liederen van de Noord-Amerikaanse Neger van J. Frank G. Boom, is rijk geïllustreerd met historische foto’s en documenten en bevat een cd met 24 bluesnummers die Frans Boom in zijn collectie had en/of verwerkte in zijn manuscript.

Marc Wildemeersch – De man die Belg wilde worden

Marc Wildemeersch
De man die Belg wilde worden.
Georges Kopp commandant van George Orwell

Monografie. België
Ingenaaid met flappen, 144 blz., € 16,50
ISBN 978-90-6265-657-8
2010

Deze monografie boekstaaft het avontuurlijke leven van Georges Kopp, die vooral bekend werd als de ‘Belgische’ vriend van de Britse schrijver George Orwell in diens autobiografische roman Saluut aan Catalonië en die mogelijk model stond voor het personage O’Brien in Orwells 1984.
Maar zijn levensverhaal heeft zoveel meer te bieden. Geboren in Rusland emigreert hij met zijn ouders naar Brussel.

Na een pijnlijke scheiding geeft hij zich uit voor Belgische reserveofficier en neemt hij deel aan de Spaanse Burgeroorlog. Hij brengt het tot commandant in de 29ste divisie, waarvan ook George Orwell deel uitmaakt. Kopp wordt het slachtoffer van een afrekening binnen links en belandt in een Spaanse gevangenis. Na anderhalf jaar komt hij vrij en hij besluit zich aan te sluiten bij het Franse Vreemdelingenlegioen om de Duitse invasie te keren. Kopp raakt zwaargewond maar kan ontsnappen. In Frankrijk blijft hij actief als spion o.a. voor MI-5.

Na de oorlog houdt Kopp contact met zijn vriend Orwell en probeert als gentleman-farmer-uitvinder aan de kost te komen. Uiteindelijk komt hij in financiële problemen. Georges Kopp overlijdt in 1951, op zijn negenenveertigste.

Marc Wildemeersch roept in De man die Belg wilde worden het beeld op van een man die intelligentie, charme, zin voor avontuur en soms een gebrek aan realiteitszin combineert tot een fascinerende cocktail. Het boek is o.a. gebaseerd op onlangs geopende archieven van MI-5 en op getuigenissen van Kopps kinderen.

Marc Wildemeersch debuteerde met verhalen in literaire tijdschriften. Hij schreef een jeugdroman Noem ons geen helden en een roman Knijp nu je ogen dicht, beide met de Eerste Wereldoorlog als inspiratiebron. De man die Belg wilde worden is zijn eerste non-fictieboek.

Hugh Hudson is voornemens de speelfilm ‘Catalonia’ te maken, met name over de vriendschap tussen George Orwell en zijn charismatische commandant George Kopp, op basis van Orwell’s Saluut aan Catalonië met Colin Firth en Kevin Spacey in de hoofdrollen.

«Uw ontdekking was ook voor mij een vreugde en een verrassing. Op gezag van George Orwell had ik Kopp doodgewaand, een treurig einde in een Franco-cel, maar ziedaar! ( …) Heel interessant allemaal.» – Geert Mak

Alfred Birney – Rivier de Lossie

alfred birney rivier de lossie Alfred Birney
Rivier de Lossie
Novelle – Nederland
Gebonden met stofomslag, 104 blz.,
ISBN 978-90-6265-590-8 € 16,50
Eerste druk 2009

Hoe komen drie benen op een wapenschild terecht en meer dan duizend jaar later op het etiket van een ketjapfles? Waardoor worden mensen soms dagenlang achtervolgd door hetzelfde lied? Waarom zijn het zo vaak onbekenden die ons heel anders naar de dingen laten kijken? Vragen uit de sfeervolle novelle Rivier de Lossie, die zich afspeelt in Schotland in de beginjaren negentig van de vorige eeuw. Een Nederlandse folkgitarist is er op zoek naar zijn Schots-Aziatische voorgeschiedenis. Tegen het decor van leisteen en voortspoedend water ontmoet hij een betoverende vrouw die hij uit een ballade uit zijn vroegere repertoire meent te herkennen. Maar wie is zij in werkelijkheid? Rond hun kortstondige samenzijn spelen thema’s die altijd actueel zijn: oorlog, migratie, afkomst, de fascinatie voor het onbekende en het noodlot.

Een clandestiene folkclub lag ergens boven in een hoekhuis in het Renbaankwartier, waar je de zee kon ruiken. Er was geen alcohol of marihuana, wel hete soep. Schaakborden, gedempte conversaties. Op een barkruk zat een jongen met een bebrild vollemaansgezicht, varkenslijf en worstvingers geweldig gitaar te spelen. De jongen zong in het Gaelic. Ik verstond hem niet maar begon een land te missen waar ik nog nooit geweest was.

‘Ook de Nederlandse literatuur heeft haar geheimen. Een van de best bewaarde heet Alfred Birney. Dit is uiterst verfijnd proza – tastbaar en tegelijk ongrijpbaar als water, een stille kracht in de Nederlandse literatuur.’

Dat schreef de Standaard der Letteren eens over Alfred Birney, zoon van een Nederlandse moeder en een Indo-Chinese vader met Schotse wortels. Veelvuldig terugkerende motieven in zijn literaire werk zijn vervreemding van familie, voortdurend raadselen in verband hiermee oplossen en het onvermogen tot identificatie met moederland of vaderland. Rivier de Lossie is Alfred Birney’s literaire comeback na een periode van columns schrijven.

——————————————————————————–

De pers over Rivier de Lossie (2009):

‘Nog even en Alfred en ik hebben vijftig jaar kennis aan elkaar. Ik kende hem als jongen. Er verstreken enkele decennia voordat ik hem leerde kennen als schrijver. Om hem in die hoedanigheid te waarderen, was aanzienlijk minder tijd nodig. Ik zou nu zeggen: je hebt de Nederlandse literatuur en je hebt Alfred Birney. Een zelfstandig genre binnen de letteren, wat mij betreft: de meest onderschatte schrijver van Nederland.’ – Rudie Kagie, Vrij Nederland

‘Werkelijk prachtig verteld.’ – Michiel van Kempen in Caraïbisch Uitzicht

‘Niet meer een van de best bewaarde geheimen, maar een aangename ontdekking.’ – De Recensent

‘Rivier de Lossie is een novelle zoals alleen Alfred Birney die kan schrijven. Economisch geschreven als het is, staat er geen woord te veel. Maar wat er staat klinkt nog lang na herlezing door.’ – Literatuurplein.nl

‘Subtiele vertelling.’ – Jan-Hendrik Bakker in het Algemeen Dagblad

‘Meer dan geslaagde rentree… meesterlijk… een prachtige novelle.’ – Biblion

Dirk Johan Stromberg – Tropendrift / Tropical Drift CD

Dirk Johan StrombergDirk Johan Stromberg
Tropendrift / Tropical Drift
(2006)
music, USA / poetry, The Netherlands – Indonesia
Dubbel-CD (57:00 en 44:00), 18 nummers
€ 18,00, ISBN 90-6265-601-3

Hagenaars/Stromberg
Tropendrift / Tropical Drift
Boek + CD’s in buikband
€ 29,50 set, ISBN 90-6265-600-5

Kijk hier naar de poëzievideo van het gedicht ‘Singapore: Bugis Street’

Indonesië staat centraal in Tropendrift (zie Fonds 2003), een bundel die door zijn terugkerende personages en opvallende compositie (berustend op de structuur van de Borobudur) het verhaal terugbrengt in de poëzie: 48 gedichten van elk driemaal vier regels. Belangrijkste thema’s zijn de liefde en het besef dat oorlog niet ophoudt bij het sluiten van vrede, dat voor verwerking van leed inzicht nodig is.

Tropendrift is tweetalig uitgegeven, de vertaling Tropical Drift is van John Irons.

In 2005 zette de Amerikaanse geluidskunstenaar Dirk Johan Stromberg 18 gedichten op muziek (bedoeld als een performance) die later in 2006 op DUBBEL-CD officiëel worden uitgebracht. Speciaal voor de Nederlandse liefhebbers een kleine ‘voor-editie’ gemaakt.

«Ik las Tropendrift voor het eerst in december 2004. Ik voelde me er meteen toe aangetrokken door de seksualiteit, het verlangen en de schoonheid. Ik reisde af naar Azië om een beter begrip te krijgen van de principes die aan het boek ten grondslag liggen. Het werk nam het ritme over waarin vrienden voor me zongen, alsmede de andere tijdservaring en alle nieuwe geluiden om me heen – die van tuk-tuks, natte markten en talen vol monotone melodieën. Gedurende dit proces was ik telkens verbaasd over de diepte van het boek.» – Dirk Johan Stromberg

Dirk Johan Stromberg is een Amerikaanse geluidskunstenaar die in Europa opgroeide. Zijn muzikale interesse reikt van klassiek en improvisaties tot industriële en computermuziek. Geboeid door intieme optredens, schrijft hij tevens kamermuziek met behulp van computers en een sleutelrol voor geautomatiseerde diffusie en ‘artificial intelligence’. Hij haalde zijn kandidaats Muziek aan de Texas Tech University en zijn doctoraal examen aan het Brooklyn College in New York. Momenteel doceert hij aan de Bilgi Universiteit in Istanbul. Aan Tropendrift / Tropical Drift werken verder mee de musici Douglas Cohen (stem), Andrea La Rose (fluit en piccolo), Christopher Bacas (saxofoon en fluit), Alfredo Marin (gitaar) en Andrew Livingston (bas). Douglas Cohen studeerde compositie bij o.a. Louis Andriessen, Chris Bacas speelde o.a. in de band van Buddy Rich en op North Sea Jazz Festival. Meer informatie over de musici op «Composer Dirk Johan Stromberg and personel».

Albert Hagenaars
Tropendrift / Tropical Drift
(2003)
Boek, ing. 128 blz.
€ 16,90, ISBN 90-6265-538-6

Hagenaars/Stromberg
Tropendrift / Tropical Drift
Boek + CD’s in buikband
€ 29,50 set, ISBN 90-6265-600-5

De pers over Tropendrift/Tropical Drift«Dirk Johan Stromberg reisde naar Azië om de sfeer te proeven en voorzag achttien gedichten uit Albert Hagenaars ‘Tropical Drift’ van muziek. Hoewel akoestische instrumenten zijn gebruikt, is het eindresultaat van deze ‘gesproken opera’ zozeer met de computer bewerkt dat het zich toch vooral laat beluisteren als elektronische muziek. De gedichten worden gesproken door Douglas Cohen. De muziek is in hoofdzaak opgevat als een sfeertekening en is dus sterk programmatisch. Persoonlijk heb ik hierbij de neiging uitsluitend nog naar de klankschildering te luisteren en de inhoud van de teksten aan mij voorbij te laten gaan, maar als muzikale productie vind ik deze interpretatie van ‘Tropendrift’ wel degelijk een mooi geheel.» – Lauran Toorians in Brabant Cultureel-Brabant Literair. Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur (jrg. 55, nr. 4) – Brabant Cultureel

Albert Hagenaars – Tropendrift

albert hagenaarsALBERT HAGENAARS
Tropendrift

Nederland / Poëzie
In het Engels vertaald door John Irons
Pap., 128 blz., 15,00
ISBN 90-6265-538-6
Eerste druk 2003

Kijk hier naar de poëzievideo van het gedicht ‘Singapore: Bugis Street’

Evenals zijn romans en vorige poëziebundels staat Tropendrift in het teken van reizen, interculturele relaties en bovenal de liefde, en wel de liefde in al haar aspecten. De bundel is het verslag van een poëtische reis door enkele landen in Zuidoost-Azië telt zeven cycli die alle gebonden zijn aan een locatie: Thailand, Maleisië & Singapore, Sumatra, Java, Bali, Singapore & Maleisië, Thailand.

Het centrale thema is het besef dat oorlog niet ophoudt bij het sluiten van vrede, dat voor verwerking van leed inzicht nodig is. Verwezen wordt naar de Tweede Wereldoorlog (o.a. de internering van Hollandse en Indische Nederlanders in Japanse kampen en de inzet van Nederlandse krijgsgevangenen aan de beruchte Birma Spoorlijn), de Politionele Acties, de coup van Soeharto in 1965 en de Vietnam-oorlog.

De compositie van respectievelijk 3-6-9-12-9-6-3 gedichten berust op de structuur van de Borobudur. Deze bekende Boeddhistische tempel, een boek met in steen uitgehouwen reliëfs ter lering en vermaak, staat in het midden van Java, dat op zich weer het geografisch centrale en belangrijkste eiland van de Indonesische archipel vormt. Indonesië wordt in de compositie van de bundel als het ware omarmd door de plaatsen die onderweg aangedaan worden door de hoofdpersonen, een ik met meereizende familie.

Van Albert Hagenaars (Bergen op Zoom, 1955) verscheen werk in Duitse, Engelse en Franse vertalingen. De Engelse vertaling Tropical Drift is van John Irons, die onder andere ook Bernlef, Claus en Komrij vertaalde.
zie ook het blogspot over Tropendrift

De pers over Tropendrift
‘Stilistisch vertoont Albert Hagenaars een opvallende voorkeur voor het kwatrijn. Zijn beeldspraak getuigt van een sterk poëische trefkracht.’ – Poëziekrant.

‘Waar Hagenaars ook over schrijft, of het nu gaat over het leven in grote Europese steden of over de vervreemding van het eigen verleden, telkens onthult zich een onvermoeibaar streven naar (her)formulering van de dichterlijke plaatsbepaling. En laat ik het onomwonden zeggen: Albert Hagenaars weet waar hij het over heeft, kent de wetten van het vers en laat zich niet verleiden tot klakkeloze opname in de oneigenlijke verzuiling van onze dichtersbent.’ – Vrij Nederland.

‘Het verwerken van sterk symbolisch geladen motieven en de ongewone, koele, soms zelfs sinistere beeldspraak verlenen de toon van deze poëzie iets obsessioneels en vaak iets intrigerends.’ – Prisma Lectuurvoorziening.

‘Taalstructuren die hun spanning ontlenen aan een geheimzinnige, moeilijk ontleedbare uitstraling. Taalbouwsels waarin als het ware het artistieke temperament van de dichter rechtstreeks werd neergeslagen. Dit neerslaan en uitstralen levert dan een poëzie op die niet in proza kan worden omschreven, maar wel sterk is en fascineert. Raadselachtig, verre van makkelijk, markant en mooi.’ – Brabantia.

‘IJle taalschetsen die intrigeren door hun opzettelijk tekort. De vorm is ook voor Hagenaars niet een vanzelfsprekend iets, maar een ding van buiten waarbij weerstand noodzakelijk is.’ – Haarlems Dagblad.

«De dichter onderneemt in diverse gedaanten zijn tocht door Zuid-Azië. Hij verplaatst zich in ouders en kinderen, soldaten en geliefden. Ook schrijft hij over de speciale band tussen moeders en zonen en die tussen vaders en dochters en het dwangmatige aspect daarvan. In de relatie van de ik met zijn oosterse geliefde is er sprake van een synthese. Het gaat dus om verplaatsingen in de meest ruime zin. Hij reist door de geografische ruimte. De tijd omvat behalve de duur van de reis ook het verleden, tijd vóór zijn geboorte. Daarbij verplaatst hij zich in mensen die hij leert kennen of hoort en leest in verhalen. Albert Hagenaars past dit toe op een niet-expliciete manier die intrigeert. Hij houdt het geheim in deze zeer consistente cyclus gevangen.
De levens van ouders hebben hun directe neerslag op die van de kinderen. En wij allen zijn indirect verbonden met de vele, vele mensen, die door de grote gebeurtenissen in de geschiedenis werden en worden getroffen. Steeds worden ook verhalen uit die geschiedenis herschreven, vervalst of verzwegen. Formules die de wereld willen verklaren, geven geen verklaring voor het leed. Sterk in deze poëzie is dat Hagenaars geregeld de fictieve gedaante benadrukt van de opgevoerde personages. Gelijk de ik een literair personage is. Zij zijn de uitkomsten van feiten, voorstellingen en vervalsingen. Dat maakte hen nog tragischer. Het ware kan niet worden achterhaald.» – Yvonne Né in BN/De Stem

«Zo blijkt de reis een tocht naar binnen. Naar het eigen leven, naar de eigen relaties, naar eigen emoties, inzichten, herinneringen en eerlijkheid. En daarmee is het niet altijd even goed gesteld. Verraad, onbespreekbare familiegeheimen, ontucht en landverhuizers op een zondige weg naar een volgende toekomst, dat zijn de betekenissen en associaties die deze goed geconstrueerde regels projecteren tegen het achterdoek van een exotisch en woelig verleden. Oorlog en geweld zijn de themas waar het in deze bundel om draait. De Jappenkampen, de Birmaspoorlijn, ook de oorlog in Vietnam en de coup van Suharto, maar al deze voorbeelden uit de menselijke geschiedenis worden niet uitsluitend aangehaald om te bewijzen hoe slecht het met de vooruitgang is gesteld. Ze bewijzen dat vrede geen zaken van staten is maar van mensen die tot inzicht zijn gekomen. Die geleden hebben en dat grote en het kleine persoonlijke leed verwerkt hebben.
Hagenaars wil met deze knappe gedichten ook internationaal erkenning afdwingen. Daarom is de bundel tweetalig, links steeds de fraaie Engelse vertaling door John Irons, rechts daaropvolgend het oorspronkelijke Nederlands.» – Camiel Hamans in Brabant Cultureel

«De bundel Tropendrift vormt de neerslag van een bedevaart door Zuid-Oost Azië en de Gordel van Smaragd. De tocht staat symbool voor de menselijke speurtocht naar harmonie. In de Borobudur, het boeddhistische heiligdom op het Indonesische eiland Java, vond Hagenaars een blauwdruk voor de structuur van Tropendrift. Bij de Borobudur passeer je al die reliëfs, vergelijkbaar met onze reliëfs, die op de computer staan. Maar op het hoogste punt, bij de bovenste stoepa, vind je niets, dat wil zeggen: geen godheid die aanbeden wordt. Tenslotte draait het om je eigen inzicht.» – Nick J. Swart in Brabants Dagblad

«In deze tweetalige dichtbundel (Nederlands en Engels) beantwoorden de tropen allang niet meer aan jongensachtige dromen van palmen, tempels en aapjes. Glas, staal en razend verkeer contrasteren met loerende ogen in het struikgewas, oosterse trots verzet zich tegen westerse hoogmoed. Vooral in het huidige Indonesië speelt het verleden van lang verzwegen familiegeheimen mee. Vaak wordt dat gesymboliseerd in de figuur van de vader: angstwekkend geniformeerd of met lieve kampogen. Op de Borobudur kan de wijsheid van de Boeddha de realiteit van afval en stank nauwelijks verhullen. Wat sterk overkomt, is de sfeer van dreiging en angst. Een verrassende bundel.» – Els van Geene voor Biblion (Nederlandse Bibliotheek Dienst)

«Bij Albert Hagenaars is het trouwens sowieso onduidelijk of hij het wel over zijn huidige zelf heeft, want hij torst immers meerdere zielen in de borst, getuige in mijn hoofd, waar de mannen die ik ben denken te slapen (uit De tempel van de poëzie I). Intrigerend is de vervlechting van heden en verleden, een procédé dat Hagenaars geregeld pakkend toepast. Albert Hagenaars staat ook garant voor beklijvende beelden als: Het meer te diep voor de zon. Jij voor mij en Ik was een jonge man en bevocht het niet en Toen ik vroeg naar vroeger en Het lemmet trilt na in de stam. Jij in mij en vooral het onvergetelijke het kwaad dat over de rand van de doopvont komt. De bundel is zo hecht gecomponeerd dat de gedichten amper op zich gelezen kunnen worden. Dat geeft het geheel een verhalend karakter. Je zou deze bundel kunnen lezen als een poëtisch reisverslag.» – Bert Bevers in Stroom (nr. 12, maart 2004)

Pieter Wiegersma – Vriendschap in enveloppen

Pieter WiegersmaPIETER WIEGERSMA
Vriendschap in enveloppen

Nederland. Verhalen
Luxe paperback, 256 blz., € 15,75
ISBN 90-6265-484-3
Eerste druk 2000

Wiegersma’s leven kenmerkt zich door vele, bijzondere ontmoetingen. Ontmoetingen die, zeker in tijden van oorlog en verzet, van levensbelang waren. In Vriendschap in enveloppen schetst Pieter Wiegersma de mens in al zijn facetten. Kunstenaars, machtigen en excentriekelingen zijn in deze verhalen nauwelijks te onderscheiden van de armen, de slachtoffers en de doden. Wiegersma verstaat de kunst deze levens te lezen en er iets mee te doen.

Allen worden door hem met een waar kunstenaarsoog bekeken om vervolgens beschreven te worden. Met hem ontmoet de lezer o.a. Anton Coolen, Jan Engelman, Jacq Bloem, Otto van Rees, Baron Guy de Rothschild, Baron Etienne van Zuylen.

De jaren in Deurne en op Rolduc, de dodencel in Breda, het paleis op de Dam, kasteel De Haar, zijn reizen naar Italië en Spanje vormen het toneel waarop de verteller zijn verhalen laat afspelen. Vergeten schrijvers (als Leonard Huish), verzetshelden (als Jaap van Hamel), ‘goede’Duitsers (als Manfred B.) en zelfs koningin Wilhelmina blijken in Wiegersma’s leven slechts een ding gemeen te hebben gehad: ze hebben een verhaal nagelaten.

Herinneringen, verweven met vaak vergeten poëzie, zorgen ervoor dat de vorige, zo bewogen eeuw met al zijn anekdotes en verhalen herleeft. Dromerige jeugdjaren staan haaks op de harde dagen ten tijde van de Duitse bezetting. De ontluistering van de met het leven worstelende kunstenaars contrasteert met het wonder van het niet-verwachte succes van Wiegersma zelf.

Vriendschap in enveloppen is een logische voortzetting van Postbode van de hemel (1997), Wiegersma’s eerste verhalenbundel: «onderhoudend» (De Limburger), «komisch» (Het Parool), «krachtig» (Standaard der Letteren).

Betty Roos – Zamira een bedoeïnenkind

978-90-6265-411-6BETTY ROOS
Zamira een bedoeïnenkind

Roman, Israël
Paperback 128 blz., € 13,50
Eerste druk 1996
ISBN 90-6265-411-6

Zamira is een bedoeïnenmeisje dat leeft in een vrijwel kaal gebied aan de zee. In dit harde leven van alledag spelen kamelen, geiten en een dolfijn een even belangrijke rol als het handjevol mensen met wie ze omgaat en die haar met hun verhalen scholen. Aan de vanzelfsprekendheid van dit eenvoudige, eerlijke bestaan komt abrupt een einde, wanneer een totaal onvoorziene oorlog het gebied teistert. Vanaf dat moment ontwaakt Zamira haast dagelijks in een nieuwe situatie; ze wordt een vluchtelinge, en niet lang daarna een wees.
Het verhaal – door het element van herhaling en symboliek haast Arabisch van toon – lijkt ruimschoots materiaal te bieden voor pathetiek en tragiek, maar de schrijfster laat dit zeer bewust liggen: het gaat haar erom te laten zien hoe kinderen omgaan met zulke situaties, en ze rekent daarbij duidelijk op een grote dosis veerkracht van hun kant.
In Zamira, een bedoeïnenkind is gemakkelijk een echto te horen van Betty Roos’indringende debuut Bonsai-kinderen, waarin ze haar jeugd (als joods kind in een jappenkamp in Indie en daarna als ‘Indische’ in joods Amsterdam) beschrijft, eveneens vanuit de ervaring en in de taal van een kind.