«Scherpe herinnering aan pijnlijke moeder-zoon-relatie.» – Wim Rutgers

VoorplatOpWeg-75Over ‘Op weg naar Nos Plaser’ van Ken Mangroelal in Antilliaans Dagblad, 22 juli 2023:
Filosoof, schrijver, essayist, performer en componist drs. Ken Mangroelal werd in 1948 op Aruba geboren uit Surinaamse ouders, migreerde naar Nederland en debuteerde daar in 1978 met de novelle Distance call, met een felle afrekening in de vorm van een ‘brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder’, zoals de ondertitel luidt. In zijn onlangs verschenen novelle, Op weg naar Nos Plaser, komt hij aan het einde op dit debuut terug, ‘de boosheid voorbij’ zoals Michiel van Kempen in een recensie in Caraïbisch Uitzicht schrijft. ‘De systematische verwijdering van u uit Mijn Leven’ aan het begin van Distance Call eindigt in Op weg naar Nos PLaser met het definitieve afscheid van zijn moeder, als hoofdpersoon Kenny haar as uitstrooit bij het geliefde privéstrandje Nos Plaser, zodat de twee novelles na 45 jaar als het ware een tweeluik vormen: “De donkere wolk boven mij en mijn moeder was weggedreven.” (…) Kenny is met de wrok van zijn jeugd door de negatieve relatie met zijn moeder niet alleen nog steeds de gevangene van zijn verleden, maar dreigt halverwege het verhaal ook in letterlijke zin gevangen te worden als hij huisarrest krijgt omdat hij van cocaïnesmokkel verdacht wordt. Aan het einde van Op weg naar Nos Plaser worden beide problemen opgelost als hij onverwacht bezoek krijgt uit Paramaribo van Tamara – een naam die ‘morgen’ betekent – die de pleegdochter van zijn moeder blijkt te zijn. Zij vertelt Kenny dat zijn moeder is overleden en brengt een brief met haar laatste wens: “Het is mijn wens dat mijn enig kind, mijn zoon, mijn as verstrooit langs het strandje van Nos Plaser.” (p. 104) Die laatste wens van zijn moeder betekent een scherpe herinnering aan de nog steeds pijnlijke moeder-zoon-relatie, zoals beschreven in Distance Call: “Een lange, moeizame reis stond mij te wachten. Voorbij de horizon. Voorbij oud zeer en verdriet.” (p. 109) Door aan deze laatste wens van zijn moeder toe te geven weet de zoon zich op aandringen van Tamara van het negatieve aangaande zijn verleden te bevrijden als een ‘ultieme liefdesdaad’. (p. 108) Het tweeluik is voltooid.
Lees hier of hier de recensie
Meer over ‘Op weg naar Nos Plaser’
Meer over Ken Mangroelal bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De schrijfster zich duidelijk goed beslagen ten ijs heeft begeven.» – Cobie Pengel

VoorplatGoudzand2_Opmaak 1.qxdOver ‘De geur van bruine bonen’ van Henna Goudzand Nahar in De Ware Tijd Literair, 16 april 2021:
De protagonist van ‘De geur van bruine bonen’ is de 49-jarige in Nederland wonende Surinaamse Ilse Madrettor. (…) Ilse woont samen met Henk, met wie zij twee kinderen heeft: Abigail en Marvin. Henk en Ilse kennen elkaar vanaf hun dertiende. Beiden waren ongewenste kinderen, achtergebleven in Suriname toen hun verzorgers na de Onafhankelijkheid naar Nederland vertrokken, maar later ook naar Nederland zijn ‘gehaald’. Anita, de moeder van Ilse, was vijftien jaar toen Ilse geboren werd, de vader is altijd onbekend gebleven. Als ze naar Nederland vertrekt, wordt Ilse bij Anita’s moeder achtergelaten, voor wie zij een ongewenst kleinkind is en die maar wat blij is als Anita haar dochter jaren later laat overkomen. (…) Al is Ilse de protagonist, het is haar tienerdochter Abigail die het sterkste karakter heeft. Hoewel aanvankelijk een zwakke persoonlijkheid, ontwikkelt Ilse zich in de loop van het verhaal, met hulp van dochter Abigail die niet de ‘hebi’s’ te torsen heeft die haar moeder met zich meedraagt. (…) Geschreven door een in Nederland wonende en net als Ilse in het onderwijs werkende schrijfster die misschien niet alleen haar eigen herinneringen maar ook die van anderen in haar omgeving heeft meegenomen, is het overduidelijk dat Henna Goudzand-Nahar die herinneringen bewaard en gekoesterd heeft. De diverse typische Surinaamse toestanden en verhoudingen zijn uitstekend beschreven. De Srananwoorden en –zinnen zijn alleen gebruikt waar ze werkelijk het verhaal de juiste sfeer meegeven. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘De geur van bruine bonen’
Meer over Henna Goudzand Nahar bij Uitgeverij In de Knipscheer

Online interview door Reinjan Mulder via Zoom over ‘De geur van bruine bonen’ van Henna Goudzand Nahar.

VoorplatGoudzand2_Opmaak 1.qxdReinjan Mulder over ‘De geur van bruine bonen’ van Henna Goudzand Nahar, woensdag 21 april 19.30 uur:
Vijfenveertig jaar geleden, bij de onafhankelijkheid van Suriname, konden Surinamers hun Nederlandse paspoort alleen behouden als zij naar Nederland verhuisden. Wat hun komst met hen deed, en met Nederland, laat Henna Goudzand Nahar zien in haar nieuwe roman ‘De geur van bruine bonen’. «‘De geur van bruine bonen’ wroet nog het diepst in de psychologie van een Surinaams gezin in Nederland; Henna Goudzand Nahar laat op tal van bladzijden subtiel merken hoezeer de slavernijgeschiedenis ook in een moderne setting kan doorwerken. Intussen passeren tal van zaken die kenmerkend zijn voor mensen die een andere cultuur met zich meedragen.’» – Michiel van Kempen, hoogleraar Caribische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Reinjan Mulder, schrijver en voormalig criticus bij NRC, gaat met Henna Goudzand Nahar in gesprek over ‘De geur van bruine bonen’ en haar visie op de integratie van Surinamers in Nederland, de drugsproblematiek van de jaren 70 en de daarmee verbonden generatieconflicten. Aanmelden kan via info@linnaeusboekhandel.nl
Meer over ‘De geur van bruine bonen’
Meer over Henna Goudzand Nahar bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Daarom is dit boek nu belangrijker dan ooit.» – Estefanía Pampín Zuidmeer

VoorplatGoudzand2_Opmaak 1.qxdOver ‘De geur van bruine bonen’ van Henna Goudzand Nahar op La Chispa, 13 maart 2021:
(…) De roman (…) behandelt complexe thema’s zoals verstoorde familierelaties, psychische crisissen én het slavernijverleden. (…) Goudzand (1953, Paramaribo) weet verder heel goed de emotionele lading van persoonlijke kwesties uit te leggen, maar tegelijkertijd slaagt ze erin een breder beeld te geven over de personages, hun geschiedenis en hun land van herkomst. Ze legt haarfijn in haar boek uit hoe het slavernijverleden vandaag de dag het leven van een deel van de Surinaamse bevolking beïnvloedt. (…) Via de personages reflecteert Goudzand op de impact van de slavernij op zaken als opvoeden, het gezin, de schaamte om kroeshaar en de directheid waarmee soms gesproken wordt. (…) Zaken die soms botsen met de Nederlandse cultuur en doordrongen zijn van vooroordelen. In onze huidige tijd moeten we praten over ons gezamenlijk slavernijverleden, en erkennen wat voor impact dit nog steeds heeft op mensen en samenlevingen in de wereld. Daarom is dit boek nu belangrijker dan ooit. Het biedt kansen om Suriname te begrijpen en mensen te verbinden. Niet alleen voor Nederlanders, maar ook voor Surinamers zelf.
La Chispa is een journalistiek platform over Latijns Amerika.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De geur van bruine bonen’
Meer over Henna Goudzand Nahar bij Uitgeverij In de Knipscheer

«**** Het verhaal blijft boeien tot het einde.» – Ko van Geemert

VoorplatGoudzand2_Opmaak 1.qxdOver ‘De geur van bruine bonen’ van Henna Goudzand Nahar in Parbode, maart 2021:
(…) In ‘De geur van bruine bonen’ volgen we het leven van onderwijzeres Ilse Madrettor (= Rotterdam van achter naar voren), haar man Henk, zoon Marvin en dochter Abigail. Henk zit zonder werk en lijkt niet veel moeite te doen daarin verandering te brengen, hij kijkt liever televisie of helpt Peggy en Joyce, de dochters van Henks tante, die hem opgevoed heeft. Marvin is een goedwillende, conflict vermijdende jongen, Abigail is in haar puberteit: ze is rechtlijnig, probeert eerlijk te zijn en verwijt haar moeder Ilse van alles, waartegen de laatste vaak niet opgewassen is. De verhouding met Ilses moeder Anita en jonger zusje Joan is niet best. Anita Madrettor was na de Onafhankelijkheid naar Nederland gegaan. Ilse blijft aanvankelijk bij haar grootmoeder in Paramaribo, maar wordt op zeker moment ook naar Nederland gehaald. (…) Henna Goudzand Nahar is erin geslaagd met Ilse, Henk, Abigail, Marvin en de anderen, mensen van vlees en bloed te schilderen, met wie de lezer mee kan leven. (…) Het verhaal blijft boeien tot het einde. ‘De geur van bruine bonen’ is, zoals vermeld wordt op de achterzijde van het boek, het eerste deel van een tweeluik. We kijken uit naar deel twee!
Lees hier de recensie
Meer over ‘De geur van bruine bonen’
Meer over Henna Goudzand Nahar bij Uitgeverij In de Knipscheer

Bevrijding

VoorplatGrunwald75Diana Tjin over 75 jaar bevrijding in De Groene, 22 april 2020:
Het klopt dat nog lang niet elk verhaal bij een breed publiek bekend is, zoals Joeri Boom en Rosa Uijtewaal stellen in hun artikel ‘Wie nog kan spreken, spreekt’ over 75 jaar bevrijding (De Groene, 16 april). De familie van mijn zwager heeft bijna zeven jaar gevangengezeten in het interneringskamp aan de Copieweg (circa 21 kilometer verwijderd van Paramaribo). Pas in maart 1947 mochten zij het kamp verlaten. Hun ‘misdaad’ was dat ze uit sentimentele overwegingen hun Duitse nationaliteit hadden behouden, net als meer Surinamers. Verder zaten er in dat kamp onder anderen uit Duitsland gevluchte joden. Ook zij werden jarenlang geïnterneerd vanwege hun foute nationaliteit. En dan is er ook nog het verhaal van de andere twee interneringskampen in Suriname en de Antillen.
Lees hier het artikel in De Groene
Meer over interneringskamp Copieweg

«Het is zover! De befaamde dichter komt op zijn dooie gemak aanlopen.» – Saya Yasmine Amores

VoorplatZoekennaarSlory75Over ‘Zoeken naar Slory’ van E. de Haan op Caraïbisch Uitzicht, 30 december 2019:
(…) Het verhaal is spannend geschreven, het houdt de aandacht van de lezer vast. Het zoeken naar de legendarische dichter is de bezieling van dit boek. De lezer wil weten wanneer De Haan de dichter Michaël Slory ontmoet – en hoe de ontmoeting zal gaan. En waarom zoekt hij eigenlijk naar hem? Suriname heeft toch veel meer dichters! Deze reis die De Haan naar Suriname maakt is te vergelijken met een reis naar een voorouderland of een vaderland. Iemand die vele generaties later op zoek gaat naar dingen waar hij heel zijn leven mee bezig was. Dan heb je zoveel vragen, fantasieën en beelden over hoe dat land zal zijn. En je afvragen wie en wat je wel tegen zal komen. Het is zoeken naar iets: een thuisgevoel. Een soort van herkenning en erkenning dat je er bent in je land van oorsprong. Ik voel een spanning bij De Haan. En die spanning heeft niet alleen te maken met Michaël Slory. Maar ook met het gegeven dat De Haans literaire carrière als schrijver en dichter al tientallen jaren verbonden is met de Surinaamse schrijvers en dichters. Los hiervan heeft Suriname een koloniaal verleden. Zal Suriname wel hetzelfde Suriname zijn als De Haan in zijn gedachtewereld geschapen heeft aan de hand van de verhalen die hij over Suriname gehoord heeft door de jaren heen? (…) Het boek begint met een flashback waarin de schrijfster Cynthia McLeod en De Haan elkaar ontmoeten. Zij vertelt dat zij Michaël Slory sinds haar schooltijd kent. Ze zaten samen in één klas. En dat Michaël Slory ook een heel goede pianist is. Piano spelen leerde hij van de paters op de katholieke school. Michaël Slory ging naar Nederland om Spaans te studeren. Hij maakte zijn studie niet af – heimwee bracht hem terug naar zijn vaderland. Hij nam een map vol met gedichten mee. Terug in zijn vertrouwde omgeving begon hij nog meer gedichten te schrijven en te publiceren in eigen beheer. Hij werd een bekende dichter. Hij zou niet meer terugkeren naar Nederland. Ook niet toen hij vele jaren later een van de grootste dichters van Suriname werd en verschillende uitnodigingen kreeg voor optredens in Nederland. Hij wees iedere uitnodiging af. (…)
Dichter en beeldend kunstenaar Saya Yasmine Amores publiceerde eerder gedichten en romans onder het pseudoniem Cándani.
Lees verder op Caraïbisch Uitzicht
Meer over ‘Zoeken naar Slory’
Meer over Michaël Slory op deze site
Meer over E. de Haan op deze site
Meer over Saya Yasmine Amores op deze site
Meer over Cándani bij Uitgeverij In de Knipscheer

Afscheid en uitvaart Bea Vianen

BeaVianen2 Foto Els Kirst

Op woensdag 16 januari 2019 vindt in Paramaribo de uitvaart plaats van de op zondag 6 januari overleden schrijfster Bea Vianen in de Congreshall aan het Onafhankelijkheidsplein. Van 14.30 uur tot 15.30 uur is er gelegenheid tot afscheid nemen. Aansluitend de uitvaartplechtigheid tot 16.00 uur met toespraken door Robby Parabirsing, voorzitter van S’77, en door drs. Lilian Ferrier, minister van OWC, een In Memoriam door Jerry Dewnarain en een dankwoord van de familie Vianen. Van 16.00 tot 16.30 uur is de uitvaartdienst o.l.v. ds. Michel Steward. De teraardebestelling is vanaf 17.00 uur op de RK Begraafplaats aan de Schietbaanweg. In Nederland vindt een bijeenkomst plaats op vrijdagavond 15 maart bij Vereniging Ons Suriname in Amsterdam ter herdenking van Bea Vianen, Michaël Slory en de dichter James ‘Bhai’ Ramlall (1935–2018), die eveneens op 83-jarige leeftijd overleed op 29 december 2018.
Meer over Bea Vianen op deze site

«Het volk moest zijn zanger blijven horen en zien.» – Michiel van Kempen

Slory-Krzyzanowski-75 ( foto Michel Szulc Krzyzanowski )

Over Michaël Slory (1935-2018) in De Groene Amsterdammer, 9 januari 2019:
Michael Slory was er ten diepste van overtuigd dat hij ‘werkte voor Suriname’. Dat engagement leidde bij hem tot poëzie van een profetische gloed, maar even zo vaak ook van een intimistische detaillering. (…) Politiek was hij met de bewegingen van de tijd mee gegaan. In zijn jonge jaren was er het communisme en het meeleven met ontwakend Afrika, samenkomend in zijn door Theun de Vries ingeleide debuutbundel Sarka/Bittere strijd in 1961.Vervolgens speelde hij een grote rol in de nationalistische generatie die Suriname naar de onafhankelijkheid van 1975 droeg – soms publiceerde hij wel drie bundels in een jaar tijd. De meeste Surinaamse dichters lieten ná 1975 niet meer van zich horen, maar Slory ging door en bleef dapper zijn boekjes op straat verkopen, vaak in oplagen van tweeduizend. Het volk moest zijn zanger blijven horen en zien. Hij juichte de militairen toe, toen die aan het corrupte Suriname een eind zeiden te willen maken met hun coup van 1980. Maar na de decembermoorden twee jaar later zag hij hoe Suriname verraden werd door zijn eigen mensen. Hij had het volk zijn eigen cultuur willen teruggeven met poëzie in het Sranantongo, maar wendde zich teleurgesteld tot de taal van de voormalige overheerser: het Nederlands en de taal van Latijns-Amerika: het Spaans. En het wonderbaarlijke was dat hij zijn geheel eigen stem bleef behouden in elke taal. (…) Hij zou Paramaribo nooit meer verlaten sinds hij er in 1970 was teruggekeerd na zijn studie Spaans in Amsterdam. (…)
Lees hier het artikel
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Bea Vianen is niet meer

data39982651-d7cddd Foto Els Kirst

Angst

Schrijven en dan wachten tot de schemering is ingetreden
Minder beschaamd om wat er mis ging met mimiek
En dat went. Misschien doe ik de kamer aan kant.
Haal ik wat boodschappen zoals twee eieren.
Misschien wel drie. Kan ik daarna vertrekken
Of zou het kunnen dat het mij nooit meer lukt?

De Surinaamse schrijfster Bea Vianen, geboren op 6 november 1935, is op 6 januari 2019 op 83-jarige leeftijd in Suriname overleden. Ik kreeg het vandaag te horen, zo kort nog na het overlijden van leeftijd- en landgenoot Michaël Slory. En toch schrik ik weer. Van 1969 t/m 1973 beleefde ze haar grote periode bij Uitgeverij Querido met de publicatie van vier romans waarin de Hindoestaanse migratie tot en met haar eigen komst naar Nederland een voornaam thema is. Vanaf 1984, toen we al tal van jongere Surinaamse schrijvers in ons fonds hadden, tot en met 1988 gaven we drie van deze vroege romans opnieuw uit. Immers, zij was een belangrijk schrijver, de vrouwelijke stem in de Surinaamse literatuur, die niet in de vergetelheid mocht raken. En natuurlijk in de hoop dat het heruitgeven van die drie romans tot nieuw proza zou kunnen leiden. Dat proza kwam er niet, wel twee dichtbundels Over de grens in 1986 en Op het laatst krijgen we met z’n allen donderop in 1989. De relatie tussen deze uitgeverij en haar was niet een heel gelukkige. In die jaren tachtig was zij nergens thuis en reisde ze in veel Zuid-Amerikaanse landen, Curaçao incluis, en raakte daar keer op keer in problemen. Dan werd ik midden in de nacht door de marechaussee gebeld of ik haar kon ophalen van Schiphol. En ik heb wat met haar in lange rijen voor loketten gestaan om het zoveelste paspoort of woonvergunning of uitkering te regelen. In de jaren negentig, toen de uitgeverij aan het Singel in Amsterdam huisde, stond ze ineens op de stoep met naast haar al haar schamele bezittingen. Nergens thuis, zeker niet meer in Nederland. Misschien dan toch het beste terug naar de moederschoot in Suriname. Strafhok of paradijs? Ik verscheepte haar gasfornuis, koelkast en andere huisraad naar Paramaribo en bracht haar letterlijk tot aan de deur van het vliegtuig. Ze was met mij te ver gegaan, over de grens. Dat voelde toen al als een noodzakelijk definitief afscheid en dat bleek het ook te zijn. Ik reageerde allergisch op haar, kon de telefoon niet opnemen als ze belde. Ik ben er niet fier op. Zo vervaagde ons rechtstreekse contact, zoals haar vele faxen hun kleur en leesbaarheid zijn kwijtgeraakt. Niet meer gesproken, niet meer gezien. Wél nog steeds gelezen: twee gedichten met trots gebloemleesd door Klaas de Groot in Grenzenloos, dat nog geen maand geleden het licht zag. Want wat een schrijfster was ze! En met recht verklaren vele van haar inmiddels talrijke opvolgers van latere generaties zich schatplichtig aan haar. Niet voor niets was Bea Vianen een van de auteurs aan wie Astrid H. Roemer in 2016 haar P.C. Hooftprijs opdroeg.

franc knipscheer

Meer over Bea Vianen bij Uitgeverij In de Knipscheer