«Het zijn telkens zéér mooie gedichten.» – André Oyen

Opmaak 1Over ‘Mijn lief mijn leed’ van Clyde R. Lo A Njoe op Iedereenleest.be, 12 juni 2015:
Het zijn telkens zéér mooie gedichten waar flarden van bekende liederen in verweven zitten. Een prachtig voorbeeld hiervan is Een tijdloos lied waarin zinnen van La vie en rose van Edith Piaff in terug te vinden zijn. (…) Een juweeltje dat de kunst en het heimwee der jaren verzameld heeft. Uit ‘Ode aan de dode dichter’:

Die meedogenloze plaag sloop in je lijf als een dief
en jij liet ons verzen na – soms geheel uit het gareel –
met ook wel een bezinning op de dingen om ons heen.
Ne me quitte pas, ‘laat me niet alleen’,
wordt nooit meer door jou voor het voetlicht gebracht.

Lees hier en hier de vermelding
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’
Meer over Clyde Lo A Njoe bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Er valt qua vorm en inhoud heel wat te beleven.» – Wim Rutgers

Opmaak 1Over ‘Mijn lief mijn leed’ van Clyde R. Lo A Njoe in Antilliaans Dagblad, 4 juni 2015:
Poëzie is in zijn voordracht klank en beeld op papier (…) De vernieuwing in ‘Mijn lief mijn leed’ zit in de verwerking van bekende liederen van diverse componisten en zangers waarvan betekenisvolle fragmenten de thematische kracht van de gedichten versterken. Deze opgenomen songs vormen zo een essentieel onderdeel van het gedicht. De dichter maakt de balans van zijn leven op in zijn poëzie, terwijl hij tegelijkertijd in en door zijn dichtwerk leeft: dichten is leven, leven is dichten. (…) Er valt qua vorm en inhoud heel wat te beleven aan dit openingsgedicht dat op een eerste blik nogal eenvoudig aandoet. De dichter gebruikt op het eerste oog eenvoudige woorden, maar een nauwkeuriger blik toont de zorgvuldige compositie met stijlverschijnselen als antithese, synesthesie en chiasme bijvoorbeeld. Het parlandokarakter wordt gestructureerd door alliteraties en het gebruik van een gevarieerd rijm met afwisseling van binnenrijm en een eindrijm dat verspringt en omarmt. (…) Clyde Lo A Njoe eigent zich in deze bundel de wereldliteratuur ofte wel de wereld van de literatuur toe en maakt die tot verkenning van zijn eigen creativiteit, waardoor hij het mondiale karakter van wat literatuur voor hem is in het in lokale context gegronde persoonlijke integreert. (…) In de gedichten resoneren leven en dichten als onlosmakelijk met elkaar verbonden, lichtvoetig verwoord maar ernstig. (…) Een bundel om te lezen en te luisteren, een bundel om te hebben!
Zie hier de recensie in Antilliaans Dagblad
Lees hier de recensie in word
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’
Meer over Clyde Lo A Njoe bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wat voor mens durft de dood in het gezicht te blaffen?» – Ivan Sacharov

VoorplatTemepelsWoestijnen75Over ‘Tempels in woestijnen’ van Boeli van Leeuwen op MeanderMagazine, 10 april 2015:
Wat wordt bedreigd met uitsterven als (de natuur van) de taal gaandeweg verandert? Sommige formuleringen, opvattingen wellicht. Een lezer mag zich gelukkig prijzen als hij – ontdekkingsreiziger op papier nog altijd – per ongeluk een bedreigde soort tegenkomt. (…) Ik vind dit [‘Moeder van mijn moeder’] een mooi gedicht: met die perkamenten handen die als lichte vleugels op de ogen aan een engel doen denken. Het leven gespot op het moment van de dood, die als schuw wordt voorgesteld: alsof deze hooghartige aristocratische dame hém over de streep moet trekken! Zij was gewend om het voor het zeggen te hebben tijdens haar leven en nu, bij haar dood, is dat niet anders: zij sterft zoals zij geleefd heeft. Dáárom grijpen dood en leven dus in elkaar als ringen: ze passen bij elkaar. En zelfs het gedicht blijkt een ring: het grijpen in de laatste strofe doet weer denken aan de handen uit het begin. Een apart gedicht ook: door de ouderwetse taal die wordt gehanteerd. Wat een goede vondst lijkt van de dichter want vorm (gedicht) en inhoud (vrouwenziel) sluiten zo beter op elkaar aan (inderdaad: alwéér als ringen). Maar dit is niet bedoeld als ouderwetse taal. Dit werd geschreven omstreeks 1947, toen dit taalgebruik nog heel gewoon was. De tijd knaagt blijkbaar niet aan alle dingen; werkt soms zelfs in hun voordeel. (…) Afgezien van de cosmetica (hoofdletters, interpunctie en samengestelde woorden als juichendhelle) is het nog niet zo uit te leggen waarom dit gedicht [‘Luchtgevechten boven een krankzinnigengesticht’] als een bedreigde (dicht)soort kan worden beschouwd. Is het met die ‘scheefgeslagen ziel die God hun uit de hemel zond’ nog teveel gedrenkt in een op christelijke leest geschoeide cultuur? Misschien. (…) [Deze gedichten van Boeli van Leeuwen] getuigen in elk geval van lef. Want wat voor mens durft de dood in het gezicht te blaffen? Durft dat te schrijven: met die juichendhelle kreet, die op het laatst meer hel dan juichend moet zijn geweest. De lezer moge het zelf ontdekken (…) want wie zou het oordeel over dit werk alleen aan een paar stoffige heren willen overlaten?
Lees hier de recensie
Meer over ‘Tempels in woestijnen’

«Zeer mooie gedichten van Olga Orman.» – André Oyen

VoorplatDoorwaaiwoning72Over ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ van Olga Orman op Ansiel en Iedereenleest.be, 5 april 2015:
Na haar studie (in Nederland) was Olga Orman (Aruba) jarenlang als leerkracht werkzaam op Curaçao. Vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw begon zij haar gevoelens en gedachten in de vorm van gedichten tot uiting te brengen. De gedichten die in deze tweetalige bloemlezing zijn verzameld onder de titel ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ zijn voornamelijk geschreven in Nederland en voor een deel in Aruba en Curaçao. Fred de Haas vertaalde de zeer mooie gedichten van Olga Orman en schreef ook een ook een zeer verhelderend voorwoord waarin leven en werk van deze bijzondere auteur in het juiste perspectief wordt geplaatst.
Lees hier de recensie of hier
Meer over Olga Orman bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Na maar liefst 22 jaar verscheen een nieuwe dichtbundel: ‘Hecht en sterk’.» – Ko van Geemert

shrinivasi nov 2012Foto: Bea Moedt

Een interview met Shrinivási in Ñapa (weekendbijlage van dagblad Amigoe), zaterdag 28 maart 2015:
In 2013 liet de dichter weer van zich horen. Na maar liefst 22 jaar verscheen een nieuwe dichtbundel: Hecht en sterk, de naam van een plantage in het Surinaamse district Commewijne, waar hij in zijn jeugd gewoond heeft. (…) ‘Soms voel ik me wel eenzaam, maar je moet er niet aan toegeven. Als je je gaat opsluiten of in jezelf gaat praten, dan ben je rijp voor het gesticht. Je moet in je gedachten iemand hebben die je liefhebt. Of op papier. Eigenlijk zou ik een roman of mijn autobiografie willen schrijven, maar dat zal er niet meer van komen.’
Lees hier de versie in ‘Amigoe’, in april 2015 ook gepubliceerd in het Surinaamse magazine ‘Parbode’
Het oorspronkelijke, veel uitgebreidere artikel kunt u hier lezen
Meer over Shrinivási bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Zoals het in Dansen/Baliamentu gaat om de dans, zo speelt de muziek in Mijn lief mijn leed een grote rol.» – Klaas de Groot

Clyde Lo A NjoePoëzie-performance van Clyde R. Lo A Njoe op zondag 22 februari 2015 in Perdu Amsterdam:
De beeldend kunstenaar en dichter Clyde Roël Lo A Njoe (Aruba 1948) publiceerde in 1982 de bundel Dansen / Baliamentu bij In de Knipscheer te Haarlem. Twee jaar later werkt hij mee aan Doodwerf, uitgegeven door de Kofschip-Kring (Hilversum/Brussel). Zijn derde publicatie heet Echolood en dateert van 1989. Deze bundel werd verzorgd door Kwadraat in Utrecht. (…) Gelet op de jaren van uitgave kan men zeggen dat Lo A Njoe wel erg lang niets van zich heeft laten horen. Daar komt nu gelukkig een eind aan en wel op twee manieren. Binnen afzienbare tijd zal Uitgeverij In de Knipscheer een nieuwe bundel op de markt brengen en op zondag 22 februari 2015 zal Lo A Njoe in verband hiermee een optreden verzorgen in Theater Perdu, Kloveniersburgwal 86 in Amsterdam. Interessant is dat de nieuwe bundeling, met de werktitel Mijn lief mijn leed, verwant schijnt aan het debuut uit 1982 Dansen / Baliamentu. Het gaat weer om grote en soms brede gedichten die geregeld dicht bij een vertelling liggen. En zoals het in de eerste bundel lijkt te gaan om de dans: de meeste gedichten hebben een dans in de titel: tarantella, salsa, bolero; zo speelt de muziek in Mijn lief mijn leed een grote rol. Maar de dichter heeft de muziek via delen van teksten bij die muziek sterker geïntegreerd in zijn werk. Van Otis Redding tot L’amour de moy, van smartlap tot het volkslied van Aruba en een volksliedje uit Suriname. Het laatste komt te voorschijn in een gedicht dat vernoemd is naar de rivier de Tapahoni. De gedichten worden niet alleen door de muziek verbonden. De woorden lief en leed komen ook vaak terug en gaan daardoor als refrein werken.
Datum: zondag 22 februari, 15.oo uur, zaal open 14.30 uur, toegang € 5,00
Locatie: Perdu, Kloveniersburgwal 86, Amsterdam.
Lees hier het artikel van Klaas de Groot
Meer over Clyde R. Lo A Njoe
Meer over Dansen / Baliamentu

«Er valt zoveel te genieten in deze bundel.»

VoorplatSheherezade75Over ‘Een serenade voor mijn Shéhérazade’ van Walter Palm in Antilliaans Dagblad, 12 februari 2015:
Het gaat vooral om metaforen, tientallen voorbeelden van hoe schoon het geluk en de liefde zijn. Daarbij wordt veel gebruik gemaakt van de natuur die, in al zijn puurheid, uitstekend aansluit bij de gevoelens die de dichter probeert weer te geven. Interessant is de opbouw van de zinnen in Palms poëzie en ook hoe hij woorden durft te blijven herhalen. Zelfs een woord als liefde. Het is poëzie waar je je aan over moet geven. Zoals aan een geliefde. Walter Palm biedt de lezer nog veel meer dan liefde in deze bundel. Mooie regels ‘als staan vochtige tafels/ te transpireren van romantiek’ of ‘Zilverachtig de ochtendnevel/ die als Chinese zijde/ het bos drapeerde’. Er valt zoveel te genieten in deze bundel.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Een serenade voor mijn Shéhérazade’

Interview met componist Dave MacDonald, de geestelijke vader van ‘Silence of the Unspoken Word’

DaveMcDonaldOver ‘De stilte van het ongesproken woord’ op newmediaplatform.nl, 4 februari 2015 in Art:
Sinds mijn tijd als gitarist voor bands als ‘Liberation of Man’ ben ik een groot liefhebber van poëzie. Op zeker moment ben ik enorm gegrepen door de teksten van drie belangrijke dichters uit Suriname, Dobru, Trefossa en Shrinivási. Het werk van deze dichters is gedeeld cultureel literair erfgoed. De gedichten zijn geschreven in verschillende talen, Nederlands, Sranantongo, Sarnami, Hindi en Engels. Van die gedichten heb ik muzikale composities gemaakt. We hebben verschillende artiesten gevraagd mee te werken aan een tv-registratie die we op dvd hebben uitgebracht. De dvd zit in een boek waarin achtergronden van de dichters worden beschreven door middel van interviews met familie van de dichters en personen die de dichters goed hebben gekend. Door deze benadering maakt het publiek op een laagdrempelige manier kennis met het werk van deze dichters. (…) Ook met het Silence-project ben ik, behalve door het radioprogramma ‘Met het oog op morgen’ nergens voor gevraagd en heeft er niet één journalist mij ook maar één vraag gesteld. Als je als artiest vanuit je eigen kracht en authenticiteit werkt, dus bijvoorbeeld vanuit je culturele bagage, dan kom je in Nederland niet bij het establishment binnen.
Lees hier het interview
Kijk hier naar ‘The making of Silence’
Meer over ‘De stilte van het ongesproken woord’

«Eén taal, een euforische, daarvoor heeft hij gekozen.» – Ezra de Haan

VoorplatSheherezade75Over ‘Een serenade voor mijn Shéhérazade’ van Walter Palm op Literatuurplein.nl, 4 februari 2015:
Liefde doet vreemde dingen met een mens. En wellicht nog meer wanneer het een dichter betreft. Walter Palm nam zich voor om zijn geliefde voor iedere week van het jaar een gedicht, een ode, te schenken. Zijn uitgangspunt was het verhaal van Shéhérazade, de vrouw die haar dood wist uit te stellen door verhalen te vertellen en dat net zolang deed tot de sprookjes van 1001 nacht er waren. Palm draait het om, hij bekoort zijn lief met woorden, wekelijkse woorden vol vuur. Niet de vrouw, nee, deze keer is het de man die een jaar lang de ander weet te boeien. Het levert een bundel op die tijdloos is en soms eerder aan de hoofse liefde doet denken. (…) En natuurlijk had Palm het bij een, twee of drie liefdesbetuigingen kunnen laten. Maar het mooie is juist dat hij dat niet deed. Hij gaat verder dan normaal, put zich uit en schrijft gedichten, die steeds weer zijn liefde voor de vrouw van zijn leven bejubelen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Een serenade voor mijn Shéhérazade’

«De trots en kracht die uit de taal spreken weerspiegelen die van een natie, een volk.» – Mark Weenink

voorplatSilence75Over ‘De stilte van het ongesproken woord/ Tiri fu den wortu… di no taki’ op La Chispa, het Latijns Amerika Magazine, 29 januari 2015:
Goede poëzie kan klinken als muziek. En klanken zijn universeel. In De stilte van het ongesproken woord (Tiri fu den wortu… di no taki/Silence of the Unspoken Word), een initiatief van de Surinaamse gitarist en songwriter Dave MacDonald, worden beide gecombineerd. In deze mooi vormgegeven dichtbundel lees je een aantal gedichten van Trefossa , Dobru en Shrinivási. Deze drie poëten hebben aan de wieg gestaan van de Surinaamse literatuur. (…) Het boek en de dvd, die elkaar aanvullen, zijn een eerbetoon aan de grondleggers van de Surinaamse cultuur en identiteit. Naast de gedichten schittert het boek met smaakvolle tekeningen, oude handgeschreven teksten en zwart-witfoto’s die je in de tijd mee terug nemen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De stilte van het ongesproken woord’