Onlangs verscheen bij Uitgeverij Querido de door Tsead Bruinja samengestelde bloemlezing ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’. Tsead Bruinja in het Nawoord: «Het leek mij bij de selectie goed te kijken naar het hele koninkrijk, zodat ook de poëtische stemmen uit de Antillen, Suriname en Indonesië mee mochten spreken. Het boek moet een gesprek opeen over wat we onder ‘Nederlandse poëzie’ verstaan. Het liefst zou ik zien dat er nooit meer een bloemlezing verschijnt met louter Nederlandse poëzie.» Dichters die ook bij Uitgeverij In de Knipscheer publiceerden komen daarin ruim aan bod: Frank Martinus Arion, Bernardo Ashetu, Aletta Beaujon, Edgar Cairo, Cándani (Saya Yasmine Amores), R. Dobru, Nydia Ecury, Aly Freije, Jelle Kspersma, John Leefmans, Tip Marugg, Djordje Matic, Raj Mohan, Jit Narain, Munye Oduber-Winklaar, Astrid H. Roemer, Johanna Schouten-Elsenhout, Ibrahim Selman, Shrinivási, Michaël Slory, Trefossa.
Meer over ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’
Meer bloemlezingen bij Uitgeverij In de Knipscheer met poëzie van Caraïbische dichters: ‘Grenzenloos’, ‘Vaar naar de vuurtoren’, ‘De navelstreng van mijn taal’ en ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta’
Tag: R. Dobru
Gedicht van Wim Brands [1]
In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (29 maart 2021) is het de geboortedag van onder anderen dit zevental dichters: Obe Postma, Jules de Corte, R. Dobru, Geert van Istendael, Nina Werkman, Jürgen Smit, en Wim Brands (1959-2016). Peter van Steen stierf op 29 maart. Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til voor een gedicht van Jules de Corte; uitgeverij In de Knipscheer kiest in dit bericht voor een gedicht van Wim Brands uit Extaze 1 (In de Knipscheer 2011, nr.1): ‘In memoriam Carlos Westerhout’. Dit gedicht werd ook opgenomen door Klaas de Groot in de bloemlezing ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’.
In memoriam Carlos Westerhout
Ik kende in Den Haag een man die elke avond in de stationsrestauratie zat;
ik heb nooit gezien dat hij daar at, meestal keek hij voor zich uit;
ik heb ook nooit gezien dat hij een krant las, of iets opschreef,
wat sommige vaste bezoekers wel deden. Grote, boze zinnen.
Hij keek voor zich uit, en rookte. Dat mocht toen nog binnen.
Soms bleef hij een tijd weg, niemand die vroeg waar hij was.
Altijd kwam ik hem weer tegen in de Passage, maar wie zag je daar niet?
Als ik denk aan jou in deze stad zie ik je daar ook lopen.
Je bent moederziel alleen, niet perse ongelukkig,
en je laat de ruimte galmen omdat je wilt
dat Den Haag ook voor jou zingt. Was je wel eens zo onbekommerd,
ook al stonken je kleren? Vrolijk op weg naar het station
om weer eens een paar weken verderop te gaan.
Maar in de restauratie niets prijsgeven van dat verlangen.
Ook niet als je boos was. Want hoe je je ook voelde, waar je ook was,
met of zonder dak, altijd gesloten dat hart.
Wie was je? Dit spookt door mijn hoofd: dat je post naar Zaandam ging.
Dat heet post apart.
Meer over Wim Brands op deze site
Meer over ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’
Gedicht van R. Dobru
In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Het is vandaag (29 maart 2021) de sterfdag van Peter van Steen en de geboortedag van onder anderen Obe Postma, Jules de Corte, Geert van Istendael, Nina Werkman, Wim Brands, Jürgen Smit en R. Dobru (1935-1983). Bij wijze van gedenken plaatst Wim van Til een gedicht van Jules de Corte; Uitgeverij In de Knipscheer kiest voor het gedicht ‘Blues and roots’ van R. Dobru, gepubliceerd in haar bloemlezing ‘De stilte van het ongesproken woord’ (In de Knipscheer, 2014).
Blues and roots
plotseling
heb ik mijn mingus nodig
om bij mij in de diepten te gaan
de wortels los te maken
zodat ik kan voelen
wat beneden in mij roert
en daarna naar het oppervlak
te brengen
alles wat ik nodig heb
voor de strijd
een heldere bron kreten van de agida
zwart water uit mijn kra
naar de stroomversnelling in mijn bloed
over rotsen van vallen en opstaan
en dan de brede
verbeten en vastberaden rivier
opnieuw op weg naar de zee
Meer over ‘De stilte van het ongesproken woord’