«Dichtend tegen de klippen op.» – Toef Jaeger

MichaelSlory (foto Anja Brandse)

Necrologie van Michaël Slory (1935-2018) in NRC Handelsblad, 5 januari 2019:
‘Als een bedelaar loop ik op straat mijn dichtbundels te verkopen’, zei Michaël Slory over zichzelf. Het is een treurig, maar treffend zelfportret van de op 19 december op 83-jarige leeftijd overleden Surinaamse dichter. Hij was een van de belangrijkste dichters uit het land, zeker wanneer het gaat om gedichten in het Sranantongo, de taal waarin hij tot aan de onafhankelijkheid bleef dichten. (…) In Nederland studeert Slory Spaans aan de UvA en trekt hij op met de schrijversgroep rond het tijdschrift ‘De Gids’ – het blad waarin in de jaren zestig ook gedichten van hem worden opgenomen. Het is in die jaren dat hij aansluiting vindt bij de Surinaams-nationalistische beweging. De fascinatie voor de Cubaanse revolutie, de plek van Suriname in de wereld en de onafhankelijkheidsstrijd: ze typeren het engagement dat al in Slory’s vroege werk is te vinden. (…) Officiële erkenning was er wel (hij kreeg bijvoorbeeld in 1986 de Literatuurprijs van Suriname), bewondering ook, maar niet in de vorm die Slory voor ogen stond. Zijn huis had bij gebrek aan stroom geen ijskast of tv, op scholen droeg hij poëzie voor, maar zijn bundels gaf hij in Suriname in eigen beheer uit: papiertjes met een nietje erdoor. (…) Dichtend tegen de klippen op (in de woorden van Slory zelf: ‘Grote genade, komt er dan nooit een einde aan die woordenvloed’), voordragend en strompelend, was Slory de laatste jaren erg broos. (…)
Lees hier de necrologie
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer