«Ze behoort overduidelijk tot de toplaag van wat de Nederlandse literatuur van deze tijd te bieden heeft.» – Kees de Kievid

Voorplat catalograaf-75Over ‘De catalograaf’ van Diana Tjin op Boekenbijlage, 24 juni 2020:
Diana Tjin heeft er een schijnbaar eenvoudig verhaal van gemaakt. Duidelijk herkenbaar zijn de thema’s discriminatie en het zoeken naar eigen identiteit erin terug te vinden. (…) De gelaagdheid van ‘De catalograaf’ blijkt pas na een diepgaandere analyse. Er is sprake van drie verschillende lagen in de observaties. De eerste is natuurlijk hoe de alleswetende verteller de familie van Edgar, en hemzelf in het bijzonder observeert. Dat is de oppervlakkige laag. Daarnaast (eigenlijk er tussendoor) observeert Edgar zichzelf. (…) De derde observatie, de meest diepliggende, is die van de auteur op zichzelf. De alleswetende verteller observeert als het ware de auteur. (…) Bij dit alles hanteert Diana een prettige boeiende stijl die het vergemakkelijkt met de personages mee te leven. (…) Het unieke in één verhaal laten samengaan van deze elementen vormt de voornaamste kracht van dit boek. Daarmee heeft Diana duidelijk gemaakt dat haar eerste twee romans geen toevalstreffers waren. Ze behoort overduidelijk tot de toplaag van wat de Nederlandse literatuur van deze tijd te bieden heeft. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘De catalograaf’
Meer over Diana Tjin bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Erg heftig om aan het eind de sloop van de flat in gang te zien.» – Diana Tjin

VoorplatBijlmerliedje-75Over ‘Een Bijlmerliedje’ van Diana Tjin in Dennenrode Vroeger & Nu, 18 juni 2020:
Chelsea Azijnman kreeg van haar docent Nederlands Jan Langedijk aan het Ir. Lely Lyceum in Amsterdam Zuidoost (Reigersbos) als opdracht een videoclip te maken naar aanleiding van de roman ‘Een Bijlmerliedje’ van Diana Tjin. Daarin verhuist hoofdpersoon Sheila met haar gezin naar de Bijlmer. Ze komt in een flat in Dennenrode terecht. Diana Tjin: «Erg leuk dat het als inspiratiebron heeft gediend, maar erg heftig om aan het eind de sloop van de flat in gang te zien. Tot nu toe was dat abstract. Ik had de beelden van vroeger in mijn hoofd en het beeld zoals het nu is, maar daartussenin eigenlijk niets. Maar goed, het is de realiteit.» Onder de beelden van ‘Dennenrode Vroeger & Nu’ hoor je de song TK-Trust The Process.
Kijk hier naar ‘Dennenrode Vroeger & Nu’
Meer over ‘Een Bijlmerliedje’ van Diana Tjin
Kijk naar andere clips van scholieren

«Zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis in een bredere context geplaatst.» Maureen Welscher

Opmaak 1Over ‘Oorlog aan de overkant’ van Sanne Biesheuvel in Pindah, april 2020:
‘Weet je of je vader tijdens de oorlog in Nederlands-Indië een liefje had?’, wordt Sanne Biesheuvel gevraagd. Een vraag waarbij ze nooit stil heeft gestaan. Sanne gaat zoeken in de verhuisdoos waar de spullen van haar vader na diens dood zijn opgeborgen. Ze vindt drie dagboeken die hij heeft bijgehouden in Nederlands-Indië. Dirk wordt als dienstplichtige soldaat in 1946 naar Nederlands-Indië gestuurd waar hij als hospik gaat werken omdat hij geen wapens wil dragen. Hij wil geen mensen doodschieten. De oorlog beleeft hij daardoor vanaf de achterkant: hij verzorgt de gewonden en kist de gesneuvelden. Tijdens de twee politionele acties is hij ongewild getuige van agressie, martelingen en massamoorden. Ook wordt hij voor het eerst echt verliefd. Op de Indische Tati en de twee krijgen een gepassioneerde relatie. Ze kunnen niet bij elkaar blijven. Tati gaat naar haar moeder die haar hulp nodig heeft en Dirk wordt onverwacht eerder naar Nederland gestuurd. De Nederlandse regering beseft dat de strijd een verloren zaak is en de onafhankelijkheid van Indonesië onafwendbaar. Dirk voelt zich verraden omdat hij nu gezien wordt als de wrede bezetter, de onderdrukker. Dirk: ‘Dat voelde zo oneerlijk, zo gemeen.’ Dirk en Tati zien elkaar nooit meer terug. Het boek sluit naadloos aan bij het grootschalig onderzoek van Nederland naar de politionele acties 1946-1949 en het geweld in (voormalig) Nederlands-Indië. Over het eerste heeft koning Willem Alexander in maart 2020 tijdens het staatsbezoek aan Indonesië de excuses aangeboden voor het excessieve geweld van Nederland in die periode. De groep soldaten die dit uit de eerste hand kan vertellen, sterft uit. Met het verhaal van Dirk wordt deze zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis in een bredere context geplaatst.
Meer over ‘Oorlog aan de overkant’
Meer over Sanne Biesheuvel

«De authenticiteit zit ’m in de beschrijving van de persoonlijkheid van de titelbeschrijver.» – Michiel van Kempen

Voorplat catalograaf-75Over ‘De catalograaf’ van Diana Tjin op Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 14 juni 2020:
(…) Ik moest aan deze periode denken bij het lezen van de pas uitgekomen roman ‘De catalograaf’ van Diana Tjin. De auteur was tientallen jaren werkzaam als catalografe bij de UBA en zij legt kennelijk veel van haar ervaringen neer in dit boek. Zoals bekend vormde de universiteitsbibliotheek ook het decor voor Kellendonks ‘Letter en Geest’ uit 1982, maar in Tjins boek zien we de catalograaf zwoegen, zijn hele existentie metend met de maat van de kwaliteit van zijn werk. De obsessie van de ene rij boeken ter linkerzijde, die eenmaal beschreven terechtkwamen in de rij rechts, bestemd voor de titelcontroleurs. Het gevaar dat je de nieuwe beschrijfregels niet goed onder de knie had. De angst tekort te schieten in kennis om een boek de correcte classificatiecode toe te kennen. De hiërarchie van catalografen, de controleurs van de titelbeschrijvingen en de mensen die de trefwoorden aanbrengen. Diana Tjin brengt het kleine universum achter de schermen van de publieksruimte in beeld rond de catalograaf Edward, die een nieuwe klus aanneemt na zijn pensionering: hij moet automatons gaan beschrijven voor een collectioneur – vernuftig bewegende mechanische poppen –, maar moet zich ook verhouden tot zijn complexe joods-Caraïbische moeder en een verleidelijke projectmanager. Allemaal mooi en wel, maar de authenticiteit zit ’m bij ‘De catalograaf’ in de beschrijving van de persoonlijkheid van de titelbeschrijver. (…)
Lees hier en hier de column ‘De angsten van de catalograaf’
Meer over ‘De catalograaf’
Meer over Diana Tjin bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een boek schrijft zich niet vanzelf. Het is heel veel noeste arbeid.»

Voorplat catalograaf-75Over ‘De catalograaf’ van Diana Tjin op UvA Bridge, 14 juni 2020:
Voor het alumniplatform van de UvA, UvA Bridge, interviewde Lisette Molenaar Diana Tjin over haar nieuwe boek. Diana Tjin is van Surinaamse komaf, woonachtig in Amsterdam, met van vaders kant Chinees en van moederkant Joods-Portugees bloed. ‘De catalograaf’ is haar derde roman en heeft als thema’s liefde, dood, identiteit, vrouwenemancipatie, rouw. Het omslag is, evenals de omslagen van haar debuutoman ‘Het geheim van mevrouw Grünwald’ en ‘Een Bijlmerliedje’, van de hand van Nikki Ritmeijer. Over het schrijven zegt Diana Tjin: ‘Een boek schrijft zich niet vanzelf. Het is heel veel noeste arbeid.’
Lisette Molenaar is freelance tekstschrijver voor de UvA.
Klik hier voor het interview
Meer over ‘De catalograaf’
Meer over Diana Tjin bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Op zoek naar de waarde van het leven in een mooi, bespiegelend boek, zorgvuldig van taal en stijl.» – Marianne Janssen

Voorplat catalograaf-75Over ‘De catalograaf’ van Diana Tjin op Leeskost, 26 mei 2020:
Als Edgar te midden van zijn bijna ex-collega’s met hen proost op zijn ‘welverdiende rust’ na vijfenveertig jaar arbeid als catalograaf, is zijn lach gemaakt, zijn vreugde gespeeld. Inderdaad hij zal niet langer ‘loonslaaf’ zijn en als ‘vrij man’ zelf zijn tijd kunnen indelen, maar dat is nu juist het laatste waar hij zin in heeft. Hij houdt van zijn werk, hij is gehecht aan zijn collega’s, de ledigheid die hem wacht ziet hij met afschuw tegemoet. Na het festijn vertrekt hij zo gauw mogelijk naar zijn buitenhuisje in Groet. Daar komt hij op zijn wandeling kort na aankomst een man tegen. Meneer Charles. En die biedt hem een freelance karwei als catalograaf aan. Edgar neemt het aanbod gretig aan. (…) In Charles’ huis ontmoet hij Maria, diens assistente. (…) Edgar is gefascineerd door Maria. (…) Zou Maria hem eindelijk toekomst bieden? En wat moet hij met zijn afkomst als Surinamer en tevens Portugese jood? Daarvan zou hij meer willen weten. (…) Dit is een mooi, bespiegelend boek, zorgvuldig van taal en stijl. Niet alleen dat: ook fascinerend om te lezen wat een catalograaf doet, een bijzonder beroep waarvan ik nog nooit had gehoord.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De catalograaf’
Meer over Diana Tjin bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een zoektocht naar identiteit, met als neventhematiek de traditionele rolverdeling binnen een huwelijk.» – Marjo van Turnhout

Voorplat catalograaf-75Over ‘De catalograaf’ van Diana Tjin op Leestafel, 20 mei 2020:
Edgar, als catalograaf werkzaam bij de Universiteitsbibliotheek, gaat met pensioen. (…) Wat moet hij nu met al die vrije tijd, met die leegte? (…) Meneer Charles zoekt een catalograaf, om zijn verzameling automatons te ordenen. Dit is wat een catalograaf doet: materialen als boeken, films, games, spelmaterialen, e-boeken catalogiseren. En automatons dus, mechanische speelgoedjes of robotjes, heel oud of modern, gemaakt met behulp van de modernste technologische middelen. Terwijl hij het aanbod in overweging houdt, neemt hij eerst tijd om zijn eigen leven ook eens te ordenen… Hij vertelt over zijn ouders en zijn grote familie, Surinaams, deels met Chinese wortels, deels Joods. Edgar wist niet precies hoe het allemaal zat, en zijn moeder gaf geen duidelijke antwoorden. (…) Wie is hij, wat is zijn afkomst? Alles op een rijtje zetten brengt hem misschien inzicht en begrip. (…) Zijn moeder wilde een eigen leven wilde: zij is kunstenaar, vindt ze, geen huissloof. Zijn vader vindt het maar niks. (…) Het draait om het aloude probleem, de traditionele rolverdeling, door de vrouw als verstikkend ervaren, terwijl de man een ander leven als een bedreiging ziet. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘De catalograaf’
Meer over Diana Tjin bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De schrijfstijl beweegt mee met de gemoedstoestand van de personages. Goed opgebouwd verhaal.» – Geert Vandamme

Voorplat catalograaf-75Over ‘De catalograaf’ van Diana Tjin op NBD /Biblion, 20 mei 2020:
Aan zijn allerlaatste werkdag kan hij niet ontsnappen. Een groot zwart gat wacht hem. Edgar vertrekt naar zijn buitenhuis aan de kust. In gedachten gaat zijn leven aan hem voorbij. De verhouding tussen zijn vader en moeder, zijn studie, de rol van familie en bekenden, hoe de afkomst van zijn moeder een rol blijft spelen. Nadat zijn moeder onverwacht is gestorven, neemt hij het heft opnieuw in handen na een reis in Portugal waar hij, samen met zijn vader, meer zicht krijgt op het belang van zijn afkomst. Hij blijkt écht talent te hebben voor het catalogeren van boeken. Zo minutieus mogelijk inhoudelijk beschrijven wat een bibliotheekbezoeker nodig heeft. En dat is wat hij tot zijn laatste werkdag doet. Een gelijkaardig aanbod uit onverwachte hoek geeft nog wat perspectief en zet hem op het pad van een volgende liefde. Auteur die duidelijk maakt dat ze weet waarover ze schrijft. De schrijfstijl beweegt mee met de gemoedstoestand van de personages. Goed opgebouwd verhaal, wellicht autobiografische elementen en tussentitels die de nieuwsgierigheid prikkelen.
Meer over ‘De catalograaf’
Meer over Diana Tjin bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ik ken geen enkele andere hedendaagse auteur die een dergelijk ritmisch, muzikaal en veelzijdig Nederlands schrijft.» – Laurent De Maertelaer

VoorplatIkwordt-75Over ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager in De Leeswolf en MappaLibra, 2018, 2020:
De prijs voor de opvallendste titel van het literair jaar gaat nu al naar ‘Ik wordt’, de nieuwste roman van Harry Vaandrager (1955). De in het oog springende spelfout vestigt niet alleen de aandacht op waar het in dit boek om draait — het ‘ik’ in een narcistisch tijdperk —, maar is meteen ook een voorbode van het onvergelijkelijk taalfestijn dat losbarst eenmaal je het boek nietsvermoedend openslaat. (…) In het eerste deel (‘Kiki en het gemis’), ongeveer tweederde van het boek, komt het woord ‘ik’ slechts twee keer voor. Alle zinnen zijn in een ‘lijdende’ of ‘passieve’ vorm. (…) In het tweede deel (‘Zielsverhuizingen en puddingsmakkers’) daarentegen, komt ‘ik’ veelvuldig, zelfs overvloedig voor. Daar is een evidente reden voor, zo leert de lezer al snel, want de ik-figuur biecht op uit tientallen ‘ikken’ te bestaan en, sterker nog, jaarlijkse reïncarnaties te beleven, niet geheel ontoevallig telkens op Allerzielen. (…) In het derde deel (‘Slotpleidooi en wat niet is’) roept de verteller op zijn woorden te negeren en vraagt hij zijn opsluiting: ‘Al mijn tijd is nodig om mijn doden te woord te staan. Dat kan het beste in een cel.’ (…) Een van de grootste troeven van ‘Ik wordt’ is ongetwijfeld de volstrekt unieke taal. Vaandrager gaat helemaal loos en trekt waarlijk alle registers van ons moerstaal wagenwijd open. (…) Zijn proza beukt, zingt en dendert. Aarzel niet wanneer u ooit de kans krijgt Vaandrager te horen voorlezen: in levende lijve klinkt hij nóg beter, nóg woester, nóg pakkender. (…) ‘Ik wordt’ — een tekstuele splinterbom van nog geen zestig pagina’s — is Vaandrager op z’n best. De zinnelijke rijkdom is overweldigend, de woordenvloed onstuitbaar. (…)
Lees hier verder
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Gebalanceerd boek dat uitblinkt in de sobere maar zeer accurate beschrijvingen.» – Marjan Bex

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op De Leeswolf en MappaLibri, 2014, 2020:
Barney Agerbeek werd geboren in Surabaya, bracht er zijn eerste levensjaren door en keerde later terug naar zijn geboorteland om er enkele jaren als bankier te werken. Dit inspireerde hem tot verscheidene dichtbundels en één verhalenbundel (‘Schaduw van schijn’, 2013). Nu is er de roman ‘Njai Inem’. Het jonge Javaanse meisje Inem wordt omstreeks 1930 gedwongen op de plantages van Sumatra te werken als de persoonlijke bediende (‘njai’) van een Nederlandse opzichter. Op dat moment maakt Indonesië nog deel uit van de Nederlandse koloniën. Hoewel Inem naar de afgelegen gebieden gelokt was met de belofte contractarbeider te worden, dwingen de plaatselijke verantwoordelijken haar om in te trekken bij de Europese rubberplanter. In de praktijk betekent dat dat zij hem in alles van dienst moet zijn, en dat zij dus zijn geliefde moet worden. Barney Agerbeek geeft in zijn eerste roman beurtelings het woord aan de njai en de ‘toean’ en probeert zich in te leven in de eenzaamheid van beiden, en in het misbruik dat er jarenlang gemaakt werd van de inlanders. Het resultaat is gebalanceerd boek dat uitblinkt in de sobere maar zeer accurate en gedetailleerde beschrijvingen van de sfeer en het landschap van het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. (…) Deze zeer indringende roman is een boek dat je niet zomaar opzij legt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer