Harman Nielsen – Impasto

Harman Nielsen
Impasto
Roman. Nederland
Ingenaaid, 240 blz.,
ISBN 978-906265-591-5 € 17,90
Eerste druk 2008

Een teruggetrokken levende kunstschilder wordt onverwacht bezocht door een vrouw die hij tien jaar tevoren, als diplomaat, in Sarajevo heeft ontmoet. Bij haar vertrek verongelukt ze voor zijn huis onder raadselachtige omstandigheden. Nadat hij is ondervraagd door de Inlichtingendienst Buitenland, waarbij ze blijkt te hebben gewerkt, reist hij naar Sarajevo voor haar begrafenis. Maar alles is er anders dan hij dacht te weten. Ondanks tegenstrijdige gevoelens, vergezeld door een medewerkster van de inlichtingendienst met eigen plannen, en tegen de zin van de chef de poste van de Nederlandse ambassade, gaat de schilder Miryams stappen na om de werkelijke reden van haar bezoek te ontdekken. Langzamerhand verheldert zijn zicht op haar, de andere betrokkenen, en zijn eigen verleden.

Midden in de nacht werd ik wakker. Boven het dak klonk een diep, klievend geluid, alsof een immense zeis razend snel door de nacht werd gezwaaid. De vloer sidderde en een hol gerommel kwam van de berghellingen achter het vliegveld. Een lawine van geluid. Aan de andere kant van het kantoor ritselde iets en in het rossige dokalicht zag ik dat het ene, mollige meisje met slaapzak en al over het tapijt naar me toe kwam rollen. Zodra ze bij me was, knelde ze haar armen om me heen en drukte een koud zwetend gezicht in mijn nek, terwijl ze panisch bleef fluisteren: ‘God, I hate this, I hate this.’
Boven ons maaide de zeis en de vloer bleef trillen van het gedaver op de hellingen, maar ik zag dat haar vriendin bij de buitenmuur nog even vast in slaap lag als eerst. Toen pas kwam de angst.

Impasto, deels actuele historische roman, deels psychologische thriller, is een donkere schildering van een belaagde stad en van de mensen die er op de tast hun weg moeten vinden.

Harman Nielsen maakte de afgelopen jaren naam met zijn fantasyromancyclus Het Verscholen Volk: «Het beste dat de Nederlandse fantasy te bieden heeft. Vergelijkbaar met Ursula Le Guin.» – NBD/Biblion

Inge Bak – Het wachthuis

Inge Nicole Bak
Het wachthuis

Roman. Nederland
Ingenaaid, 192 blz.
ISBN 978-906265-627-1
Prijs: € 15,75
Eerste druk 2008

Uitgeput en hongerig sleept de zwangere Konjit zich voort naar Addis Abeba. Haar eerste kind stierf door ziekte. Haar man viel aan het front. Onderweg zakt ze in elkaar. In het huis van een marktvrouw brengt ze een zoon ter wereld. Daarbij laat ze het leven. De marktvrouw legt de jongen zonder naam te vondeling vanwege de woede van een man.

In een jaren dertig-huis aan het eind van een singel woont Mara. Na enkele miskramen wacht ze op de toewijzing van een adoptiekind. Wanneer het bericht komt dat ze een dochter krijgt duurt het wachten nog lang. De rechterlijke papieren blijven uit omdat de Ethiopische rechtbanken ‘s zomers gesloten zijn. Na een slechte nacht komt ze op een ochtend beneden en treft haar man Eli met de hoorn van de telefoon in de hand.

Het wachthuis is een roman over een vrouw die hunkert naar een kind. Door dat verlangen komt aan het licht hoe vijandig de gave van ‘het derde oog’ voor haar is.

Inge Bak debuteerde met de roman Zon in het haar (In de Knipscheer, 2004). Het verhaal over Linn die verstrikt raakt in de fysieke aantrekkingkracht voor een man en herinneringen aan een leven voor haar geboorte.

«Het is knap hoe deze verrassende debuutroman de lezer zelf laat kiezen hoe hij het dramatische slot en Linns uiteindelijke ‘bevrijding’ moet zien.» – Meander

«Een jonge vrouw vlucht in een fantasiewereld om het hoofd te bieden aan de ondraaglijke alledaagse werkelijkheid. Zon in het haar is een intrigerend boek dat zich langzaam laat veroveren.» –Noordhollands Dagblad

Erich Zieliski – De prijs van de zee

978-90-6265-595-3Erich Zielinski
De prijs van de zee
Roman. Antillen
Ingenaaid, 192 blz.
ISBN 978-906265-595-3 € 15,00
Eerste druk 2008

Voor De Engelenbron nam Zielinski de drukke Curaçaose volkswijk Otrobanda als decor, De prijs van de zee situeert hij daarentegen in een afgelegen streek op Bonaire, in een gehucht van vissers die op een verlaten strand, zo goed als afgesloten van de buitenwereld, lief en leed met elkaar proberen te delen. Onderlinge rivaliteit leidt tot een drama wanneer een van de vissers een vrouw en haar zoontje uit een spelonk redt, nadat haar auto op onbegrijpelijke wijze vanaf de rotsen in zee is terechtgekomen. De opbrengst van de zee behoort verdeeld te worden. De inhoud van de auto op de zeebodem zorgt voor een verrassing en nóg meer complicaties, wanneer Djin Chirino en zijn broer Roy hun buit opduiken. De verleidingen waaraan de broers worden blootgesteld dreigen een wig te drijven in de hechte gemeenschap, waarin ieder van de ander afhankelijk is. De vissers hebben zo hun eigen gebruiken en het is maar de vraag of zij een inbreuk daarop toestaan.

De heldere schrijfstijl en de manier waarop de auteur zijn verhaal in scène zet, en waarmee Zielinski voor zijn debuutroman lovende recensies verwierf, munten ook hier weer uit. De beeldspraak verrast telkens: Ze stond op het punt in huilen uit te barsten en trilde over haar hele lichaam als een libelle bij het paren.

Schuld en boete krijgen in deze kleine wereld die de schrijver met gevoel voor humor schept – ‘achter de rug van God’ – een eigen dimensie, die spanning oproept en onbe-dwingbaar tot verder lezen aanzet.

Erich Zielinski, zoon van een Duitse vader en een Curaçaose moeder, werd in 1942 geboren op Bonaire, maar groeide op in het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao. Na zijn opleiding in Nederland was Zielinski op de Nederlandse Antillen werkzaam als onderwijzer. Hij werd in die tijd oprichter en redacteur van het tijdschrift Vitó, dat in de woelige jaren zestig als ‘kritisch tijdschrift’ tegen het establishment ageerde. Op Curaçao voltooide hij zijn rechtenstudie en vestigde hij zich als advocaat. Begin jaren zeventig was hij korte tijd hoofdredacteur van het voormalige dagblad Beurs- en Nieuwsberichten.

Edgar Cairo – De smaak van Sranan Libre

Edgar Cairo
De smaak van Sranan Libre
Roman over het bloedbad van Paramaribo op 8 december 1982
Foto omslag Jessica Dikmoet
Ingenaaid, 136 blz.
ISBN 978-906265-594-6 € 16,50
Eerste druk, december 2007

Edgar Cairo (1948-2000), geroemd om zijn taalvirtuositeit en zijn bruisende optredens, publiceert in de ongeveer vijftien jaar van zijn actieve schrijverschap tot 1990 meer dan dertig romans, verhalen- en gedichtenbundels in het Sranantongo, het Surinaams-Nederlands en het Nederlands.
Met zijn Volkskrant-columns, in 1980 en 1981 gebundeld in Ik ga dood om jullie hoofd en Als je hoofd is geboord, krijgt hij een breed lezerspubliek.

«Er zijn weinig schrijvers bij wie het plezier van het schrijven zo van elke pagina spat als Cairo.» – Michiel van Kempen

De creatieve productie van Edgar Cairo is in die jaren zo groot dat verschillende van zijn manuscripten ongepubliceerd blijven. De smaak van Sranan Libre, zowel troostroman als verzetsroman, schrijft hij in december 1982, in de ‘rouwweek’ na het bloedbad van Paramaribo, en verschijnt 25 jaar na datum alsnog.

In De smaak van Sranan Libre, ‘een werk vol revolutionaire driften’, getuigt Edgar Cairo van woede, angst, ontzetting, verontwaardiging en bovenal: verzet! Hij besluit zijn Voorwoord bij de roman met: ‘Moge dit werk de Srananman bereiken, iedereen zelfs. Uit liefde voor het leven, de auteur.’

Boeli van Leeuwen – De eerste Adam. Gebonden

BOELI VAN LEEUWEN
De eerste Adam
Nederlandse Antillen. Roman
Gebonden met leeslint, 240 blz. € 17,90
ISBN 90-6265-582-3
5de editie 2007

Met deze vijfde, gewijzigde editie van De eerste Adam is de derde roman van Boeli van Leeuwen weer duurzaam leverbaar in een genaaid gebonden uitvoering met leeslint.

De Curaçaose Adam Polaar wordt na een traumatische ervaring met zijn jeugdliefde, het buurmeisje met de ‘mooie zwiepers’, teruggeworpen op zichzelf. Hij raakt verzeild aan de zelfkant van de maatschappij en trekt zich het lot van de kansarmen aan. Zijn pad kruist dat van de hooggeleerde Franse priester-filosoof, Edouard Bodin, die op doorreis naar Zuid-Amerika op Curaçao herstelt van een lichte hartaanval. Als oudheidkundige in India was ook Bodin ooit in de ban van een ‘onwaarschijnlijk mooie vrouw’. Maar als een Teilhard de Chardin die gefascineerd is door het ontstaan van de mensheid, valt het hem gemakkelijker van de mensheid te houden dan van een mens, en hij ontvlucht haar. Polaar moet uiteindelijk zijn medeleven met de minderbedeelden bekopen met de dood en Bodin realiseert zich dat Adam de echte mens is en meer ‘priester’ is dan hij.

Door De eerste Adam werd Boeli van Leeuwen (Curaçao, 1922) ‘de Nederlandstalige Graham Greene’ genoemd, een erenaam die hij zou waarmaken met zijn volgende romans Schilden van leem en Het teken van Jona.

«Groots verhaal.» – Hans Warren

«Meeslepende dichterlijke passages worden afgewisseld door de droge opmerkingen van de kroniekschrijver. Een waardevolle aanwinst voor onze literatuur.» – Ab Visser

«De eerste Adam bezit de kwaliteiten van zijn zo verrassende debuut De rots der struikeling.» – Jan Spierdijk

Annel de Noré – Stem uit duizenden

ANNEL NORÉ
Stem uit duizenden
Suriname Roman
Ingenaaid, 320 blz., € 18,90
ISBN 978-90-6265-586-1
Eerste druk 2007


‘Zou ik… Henk… mogen spreken?’
Susans hart springt op en galoppeert in haar borstkas. Vroeger had Henk haar met dit soort grapjes geplaagd. Ze scant de mogelijkheden. Een practical joke? Uitgesloten! Zelfs een zonderling met een absurd gevoel voor humor zou dit niet grappig noemen. Trouwens wie zou haar zo’n valse streek flikken? Bovendien, van alle mensen die ze kent, lijkt geen enkele stem zoveel op die van Henk als deze. Een gelaagde stem. Lagen die achter elkaar aan vibreren zodat van elke klank echo’s natrillen door de lucht.
‘Bent u er nog?’
‘Met wie spreek ik?’ Tevergeefs probeert ze haar stem en hart te beteugelen.

De weduwe Susan Tersluys-Jones verzorgt thuis haar ernstig zieke moeder. Op een dag rinkelt de telefoon. Omdat ze verwacht dat een van haar beide dochters in Nederland belt neemt ze op. Aan de lijn is een man die zich een goede vriend noemt van haar overleden echtgenoot en ook haar dochters zegt te kennen. Hoe de vrouw ook haar best doet zich de ‘vriend’ te herinneren, ze kent hem niet. De raadselachtige telefonische kennismaking verbreekt haar eenzaamheid. Maar wat met ‘zijn stem uit duizenden’ onschuldig begint loopt uit op een situatie geladen met onderhuidse spanning waarin de hoofdpersoon meent te verliezen wat haar het meeste lief is.

Annel de Noré schaarde zich met De bruine zeemeermin (2000) bij de nieuwe generatie schrijfsters die het Suriname van nu als belangrijkste thema heeft. In haar van passie, wreedheid en magie doordrenkte verhalen, gebundeld in Het kind met de grijze ogen (2004), toonde zij deel uit te maken van een Caribische verteltraditie.

Lees hier de recensie van Joost Minnaard in ‘OSO, tijdschrift voor Surinamistiek en het Caraïbisch gebied’
Meer over Annel de Noré op deze site

Ewald Vanvugt – De verovering van Bali. Documentaire reisroman

Ewald Vanvugt
De verovering van Bali

Nederland – Nederlands Indië, Documentaire reisroman
Gebonden, 15.8 x 24.1 , 336 blz., geïllustreerd met 55 historische foto’s, € 22,50
ISBN 90-6265-578-5
Eerste druk 2006

De verovering van Bali is het verhaal van de vrouw die stierf van schaamte, omdat ze een Nederlandse was, en van de honderden mensen die stierven van trots, omdat ze Baliërs waren. Deze documentaire reisroman, eerder verschenen onder de titel De val van Bali, vertelt tevens over de vriendschap tussen een ‘vrij man’ en een ‘huurling’ – op de spits gedreven tijdens een exotisch avontuur dat uitliep op een koloniaal oorlogje…

In deze herziene editie worden de ware gebeurtenissen in de roman verteld met directe citaten van ooggetuigen en met ruim 50 historische foto’s door H.M. van Weede, die hier voor het eerst worden gepubliceerd. Op 8 november 1906 zei de Indië-expert H.H. van Kol in de Tweede Kamer: “Moge, naar aanleiding van de slachting op Bali, die droeve gebeurtenissen in Badoeng geen onheil brengen over Nederlandsch-Indië en zijn bestuur. Doch een heilige plicht blijft op ons rusten om vergeving te vinden voor die vreselijke feiten op de twintigste september 1906, een datum die ik wel zou willen wegwissen uit onze historie.”

De verovering van Bali bevat een nieuw Nawoord met de precieze verantwoording van de bronnen. Bovendien valt Vanvugt de door de overheid betaalde geschiedschrijvers aan, die over het buitensporige geweld en de massa’s slachtoffers van de Nederlandse koloniale oorlogen nog altijd deftig zwijgen.

Diana Lebacs – De langste maand

DIANA LEBACS
De langste Maand

Curaçao, Roman
Ingenaaid, 226 blz., 14,75
ISBN 90 6265 388-x
Eerste druk 1994
Tweede druk 2005

De langste maand vertelt het verhaal van Biriña Faneyte, beter bekend als ‘Bir van op de heuvel’, en haar steun en toeverlaat Evy, een jongen die zijn school heeft afgemaakt, maar geen werk kan vinden. Bir komt tot de ontdekking dat haar zo vertrouwde, stabiele wereld als een kaartenhuis aan het instorten is. Intussen eisen de voorbereidingen voor het carnaval ieders aandacht op. Tijdens de Gran Marcha, in de bedwelmende roes van het carnaval, dansen Bir en Evy langzaam maar zeker hun ondergang tegemoet.

«Dit verhaal is zo onvervalst Curaçaos, zo levendig en met zoveel hart geschreven, dat de schrijfster wat mij betreft de hoofdprijs toekomt voor het beste literaire werk van het jaar. Het knappe en ontroerende is dat De langste maand afsluit met een symbool van hoop.» – Pim Heuvel in Beurs- en Nieuwsberichten

«Diana Lebacs weet een levendig beeld te geven van Curaçao zoals het veranderde en nog verandert.» – Jos de Roo in Trouw

«Geschreven vanuit de traditie van een Edward de Jongh, Earl Lovelace, Jamaica Kincaid, Grace Hallworth en Venezolaanse telenovelas.» – Chispa

De Curaçaose schrijfster Diana Lebacs geniet in Nederland vooral faam dank zij haar kinderboeken en jeugdromans, zoals het met een Zilveren Griffel bekroonde Nancho van Bonaire. De langste maand is haar eerste roman voor volwassenen. In dit verhaal van Bir en Evy, en dat van de vele personages om hen heen, laat Diana Lebacs ons de jungle zien waarin het leven op Curaçao verstrikt is geraakt.

De pers over De langste maand
«Mijn moeder is creools-Surinaams, mijn vader Indisch-Antilliaans. Na een tijd van verwarring over mijn identiteit heb ik die als pluriform aanvaard. Zo kon ik de vermenging van die meerdere culturen als verrijking ervaren. Antilliaans is per definitie gemengd. Veel mensen zien de wereld in geografische hokjes. De Antillen zijn niet te vangen in een hokje. Zij dragen een eindeloze smeltkroes van culturen in zich. Dat wordt ook weerspiegeld in onze literatuur. De langste maand is schrijnend actueel als je de werkelijkheid van het Curaçao van nu tot je door laat dringen. Bir is als romanpersonage ontstaan uit mijn eigen gevoel van pijn en onvermogen om in de maatschappij van vandaag als vrouw van tegen de vijftig mijn draai te vinden. Vrouwen als Bir, een oudere vrouw met zo’n schat aan ervaring en kennis, waren vroeger de spil van de samenleving, het kloppend hart van het eiland. Bir is `Cursao’, wat `hart’ betekent. Vandaag de dag wordt de waarde van vrouwen als Bir vaak niet meer gezien of onderkend. Als het zover is, moet er iets heel grondig mis zijn met een samenleving.» – Diana Lebacs in een interview met Veronica van Roon voor Surplus, 1994

«De langste maand is de eerste roman van Diana Lebacs voor volwassenen en misschien ook wel haar beste werk tot nu toe. Dit verhaal is zo onvervalst Curaçaos, zo levendig en met zoveel hart geschreven, dat de schrijfster wat mij betreft de hoofdprijs toekomt voor het beste literaire werk van het 1994. De roman gaat over de snelle veranderingen in het Curaçaose leven van alledag. Lebacs beschrijft die niet tegen te houden ontwikkeling niet op een huilerige, verongelijkte toon, maar verpakt in een dramatisch verhaal vol hoogtepunten. Ze is een geboren vertelster. De winst van haar roman is de spanning die ze haar roman weet te geven, die ze ondanks het ernstige onderwerp knap weet af te wisselen met schilderachtige en geestige beschrijvingen van taferelen rond bijvoorbeeld de dierenvriendverkiezing, waarvan de organisatie op een burleske manier helemaal uit de hand loopt. Die schrille tegenstelling van ernst en humor doet voor mijn gevoel echt Caraïbisch aan. Het knappe en ontroerende is dat De langste maand afsluit met een symbool van hoop.» – Pim Heuvel in Beurs- en Nieuwsberichten

«Centrale figuur in De langste maand is de oudere Biriña, die model staat voor de traditie. Zij ziet met lede ogen de oude, vertrouwde behoedzaamheid in de omgang met elkaar verdwijnen in het verlangen naar gemakkelijk materieel gewin. Symbool van de nieuwe tijd zijn de verslaafde Evy en de niemand ontziende journalist Malus. In de carnavalstijd lopen de onderlinge spanningen op met een fatale afloop voor Malus en met redding voor Evy die eindelijk persoonlijke aandacht krijgt. Diana Lebacs weet een levendig beeld te geven van Curaçao zoals het veranderde en nog verandert. De trotse Biriña die haar eigen boontjes wil doppen, is een levensechte figuur, die de Nederlandse lezer een heel bijzondere manier van denken toont.» – Jos de Roo in Trouw

«De langste maand is een scherp portret en tekent de sfeer van de buurt waar `Bir van op de heuvel’ woont en de mensen in haar omgeving: Fooi, van het winkeltje, Evy, de gediplomeerde maar werkloze jongere, Malus de roddelpersjournalist, Rishaima, die uit de groep wordt gegooid omdat ze haar kostuum niet betaalt, Loudrid, Birs dochter die evenuit Nederland overwipt, Colombianen, werkzaam in haar `tuin’ die een handje toesteken bij de voorbereidingen voor Carnaval, ex-politieman Inesia, rechercheur Godvriend en zo meer. De langste maand is geschreven vanuit de traditie van een Edward de Jongh, Earl Lovelace, Jamaica Kincaid, Grace Hallworth en Venezolaanse telenovelas. Goed getroffen sfeertekeningen, een spannend verhaal, veel personages, een bezorgd woord over de verloedering van de maatschappij, deze ingrediënten heeft Lebacs samengevoegd tot een sterke Antilliaanse Nederlandse roman.» – Chispa

Didi de Paris – Maladie d’Amour. Roman

90-6265-259-xDidi de Paris
Maladie d’Amour

Roman, België
Paperback, 128 blz.,
ISBN 90-6265-259-X
Eerste druk 1987

«Psychiatrisch patiënt geneest zichzelf.»

“Lieve zuster, zie hier de eerste bladzijde van mijn allegorisch dagboek! Op mijn zoektocht ben ik slechts geïnteresseerd in de eigen mythe – en het doorbreken ervan! Nauwkeuriger dan de modernste apparatuur waarover men hier beschikt, zal ik mijn lelijkheid beschrijven, haarfijn, tot ik ‘n sprankeltje schoonheid vinden zal. De resultaten van mijn onderzoek zal ik aan u overdragen.”

Zo ontstond Maladie d’Amour, het eerste boek van Didi de Paris. Men zou het een therapeutische roman kunnen noemen, omdat het is opgezet als een fragmentarisch verslag van problematische ervaringen (in relaties, met werkloosheid, enz.) die tot een crisissituatie en opname in een psychiatrische kliniek hebben geleid, en van zijn verblijf aldaar.

Maar vooral is het een vlijmscherp tijdsbeeld, geschreven in een spontaan proza, dat gekenmerkt wordt door verrassende, soms schokkende beelden, wrange humor en een meeslepend eigentijds ritme.

“Oh! Daar gaat de bel, de zuster brengt mij mijn avondmaal. Ik leg dus maar vlug mijn pennetje neer, vooraleer ik er opnieuw mee in mijn arm begin te griffen.”

«Een bespreking van dit boek is overbodig. Je moet het gewoon ondergaan. Van de hak op de tak stuurt Didi je immers de psychiatrische inrichting in. Maar hij doet dat met zo’n virtuositeit dat je er paf van staat!» – Weirdo’s

«Het schijnbaar spontane verslag van iemand die een psychische crisis doormaakt. Tegelijkertijd wordt in de individuele crisis een beeld geschetst van de crisis van de maatschappij… Het boek bestaat uit een aantal korte fragmenten. Ze lijken sterk associatief geschreven, maar vertonen een grote onderlinge samenhang.» – De Waarheid

«Een verzameling invallen, vele erg geestig… Een vlot romandebuut. Iets wat van andere debutanten uit de punkgeneratie niet gezegd kan worden.» – De Gazet van Antwerpen

Inge Bak – Zon in het haar

INGE BAK
Zon in het haar

Nederland / Indiaans, Roman
Ingenaaid, 224 blz., € 15,00
ISBN 90-6265-544-0
Eerste druk 2004

Linn probeert zich staande te houden in de chaos van het dagelijks bestaan. Een alternatieve levensstijl vormt een cocon die haar moet beschermen tegen de buitenwereld. Dan ontmoet ze Kit die haar in zijn greep krijgt. Hun verhouding is louter gebaseerd op lichamelijke aantrekkingskracht. Linn raakt meer en meer verstrikt in deze verstikkende relatie. Om te overleven vlucht ze steeds vaker in herinneringen van ver voor haar geboorte. Als de Navajo Todacheene verschijnt, beginnen levens door elkaar te lopen. Neemt de tijd een loopje met haar of haalt het verleden haar in?

Opgerold lag ze in de houten trog te stoven. Wij kwamen net terug van ons veldje. De leren riemen sneden me onder het gewicht van de oogst in de schouders. Ik boog me voorover om me van mijn zware last te ontdoen. De maïskorrels vielen over mijn hoofd heen de trog in en maakten de slapende slang wakker. Ik hoorde de bulderende lach van mijn vader….

In haar debuutroman Zon in het haar beschrijft Inge Nicole Bak (1968) het ‘dubbelleven’ van Linn op zoek naar zichzelf; twee verhalen die dichter en dichter bij elkaar komen. Uiteindelijk neemt Linn het lot in eigen hand, neemt op een verrassende wijze wraak op Kit en komt thuis.

‘Maar ik snap nog niet wat er met je gebeurt als je dood bent. Waar gaan al die andere stukjes van jou naartoe, pap?’ ‘Nergens. De wormen ruimen mijn restjes op,’ zei hij en hij keek naar een overvliegende blauwe reiger.

De pers over Zon in het haar:
‘ZON IN HET HAAR’, ROMANDEBUUT VAN INGE BAK

STILSTAND IS STERVEN

In het romandebuut ‘Zon in het Haar’ van Inge Bak (1968) vlucht een jonge vrouw in een fantasiewereld om het hoofd te bieden aan de ondraaglijke alledaagse werkelijkheid.

Hoofdpersoon Linn is een onafhankelijke jonge vrouw die zich niettemin gemakkelijk bindt. Ze is een dromer die zichzelf opsluit in een cocon van fantasieën: “Ik wil dat de wolken een geheim blijven, ook al weet ik dat ze uit waterdamp bestaan.” Ze ontmoet ene Kit, bij wie ze tamelijk snel intrekt. Ze laat zich door deze heerszuchtige man, deze ‘knurft’, kleineren en koeioneren. “Linn trekt voortdurend de verkeerde mannen aan”, stelt haar schoonzuster dan ook fijntjes vast. Pas na enige tijd slaat ze van zich af, probeert hem subtiel af te troeven, wat hem razend maakt.
Onderwijl idealiseert ze de wereld van de Navajo-indianen, geïnspireerd op de verhalen die haar vader haar vroeger heeft verteld. Pas als ze met haar vriend breekt, het heft in eigen hand durft te nemen en in Amerika terechtkomt bij de Navajo-indianen, komt ze tot rust en verzoent zich met het leven. Ze voelt zich eindelijk ‘thuis’, alsof ze het spoor van een vroeger leven terugvindt. Dat laatste klinkt nogal zweverig, en soms is het dat ook, maar doorgaans weet Inge Bak die klippen behendig te imzeilen.
‘Zon in het Haar’, genoemd naar de indiaanse ‘naam’ van de hoofdpersoon, is een boek dat zich langzaam laat veroveren. Het doet in dat opzicht denken aan de romans van Willem Brakman. Bij hem heb je vaak het idee dat je verzeild bent geraakt in een labyrint en niet weet of je nu gebeurtenissen, herinneringen of de hersenschimmen van de hoofdpersoon leest. In het debuut van Inge Bak gaan surrealisme en realisme ook moeiteloos samen. Ook hier is soms nauwelijks verschil tussen wat de hoofdpersoon werkelijk beleeft en de spoken in haar hoofd.

STOF
In het begin werkt dat storend; dat geldt vooral voor de cursief gedrukte verhalen over de gedroomde Navajo-indianen. Gaandeweg krijgt de schrijfster echter meer vat op haar stof. Het verhaal wordt dwingender, ze gaat ook beter schrijven. Dat demonstreert ze met treffende observaties en pregnante zinnen die veel zeggen over de drijfveren van de hoofdpersoon: “Ik hield van het kind in mij en wilde daar geen afstand van doen.” Of als ze zich weer door haar ex-minnaar dreigt te laten inpalmen: “Onze lippen raken elkaar vluchtig, alsof ze het nog niet helemaal vertrouwen.”
Uiteindelijk gaat ‘Zon in het Haar’ vooral over de vrije wil, over keuzes maken. En over het volgen van je hart, al blijf je – of je wilt of niet – afhankelijk van anderen; je moet weer verder ondanks alle ellende en rottigheid die je op je pad vindt. Want ‘stilstand is sterven’. “Je allerdiepste gevoelens kun je niet omzetten in taal”, zegt Linn ergens. Naar die woorden is Inge Bak wél op zoek gegaan. Het resultaat is een boek dat intrigeert.
– Nico de Boer in Noordhollands Dagblad, 22 april 2004

Mooie Woorden

Opvallende debuutroman over reïncarnatie.
De jonge vrouw Linn voelt zich een buitenbeentje – en buitenstaander – in de maatschappij. Ze leidt een teruggetrokken leven zonder moderne gemakken. Bij het uitlaten van haar hond ontmoet ze Kit, industrieel vormgever, wel aangepast, met wie ze in een dwangmatige, seksuele relatie belandt. Geprikkeld door zijn overheersende gedrag zoekt Linn meer dan ooit haar ware identiteit, en focust op ‘een vorig leven’ waarin ze deel uitmaakte van de Navajo-indianenstam. Ze maakt zich met geweld los van Kit, waarbij de grens tussen fantasie en werkelijkheid vaag blijft. Een dramatische debuutroman van Inge Bak (1968) die in elk geval tot denken aanzet, met name over reïncarnatie. – Biblion

Zon in het haar: Verrassende debuutroman van Inge Bak

In ‘Zon in het haar’ volgen we drie jaar van het leven van de dertigjarige Linn Overzee; omdat dat gebeurt in 32 hoofdstukken en een epiloog komen aan het eind van het boek vorm en inhoud niet toevallig samen in het getal 33: de leeftijd van de aardse voleinding, het getal dus dat bij uitstek de afronding, de geslotenheid vertegenwoordigt. Het is één voorbeeld uit vele hoe in dit boek alles met alles samenhangt.
Linn is een kwetsbare persoonlijkheid, met een grote mate van authenticiteit. Tijdens het uitlaten van haar hond komt ze in contact met een zekere Kit. De relatie die ontstaat blijkt in geen enkel opzicht gelijkwaardig en vooral in seksueel opzicht wordt zij geïntimideerd. Naarmate zij haar eigen leven meer en meer verliest, gaan passages in het boek die verhalen over ingrijpende gebeurtenissen die honderd jaar geleden bij een Navajovolk plaatsvonden, een steeds belangrijkere rol spelen en wordt het duidelijk dat de personages uit beide verhaallijnen op een mysterieuze wijze verbonden zijn, dat de gebeurtenissen elkaar zonder de beperkingen van plaats en tijd spiegelen. Als de verhouding met Kit, die haar alles afneemt en geestelijk en lichamelijk kapot maakt, haar noodlottige ontknoping dreigt te krijgen, nemen de verhalen over het Diné-volk steeds meer de vorm aan van hallucinaties en wordt de lezer als het ware voor de keuze gesteld Linn te zien als iemand die psychotisch is, in ieder geval een schijnwereld opbouwt, of als iemand voor wie regressieve ervaringen uit een vorig leven werkelijkheid worden. Het is knap hoe het boek beide mogelijkheden openhoudt en de lezer zelf laat kiezen hoe hij het dramatische slot en Linns uiteindelijke ‘bevrijding’ moet zien.
Inge Bak heeft het zichzelf met deze roman over een ‘dubbelleven’ niet gemakkelijk gemaakt, maar ze slaagt erin om ook de meer rationeel ingestelde lezer mee te trekken in een beslist vlot en onderhoudend geschreven verhaal. Aanvankelijk lijkt ze in haar drang alles in parallellen en spiegelingen ‘kloppend’ te maken sterk te overdrijven, maar daarmee zet ze de lezer ook bewust op het verkeerde been. Of het goede, want het is een intrigerend boek. – geciteerd uit ‘Verrassende debuutroman van Inge Bak’ door Joop Leibbrand in Meander, 6 juni 2004

www.ingebak.nl

«Interessant thema en een verrassend einde.»

“De alternatieve Linn heeft er moeite mee zich staande te houden in het dagelijkse leven. Ze gaat een relatie aan met de gewelddadige Kit. Door dit verhaal heen lopen haar herinneringen aan een vroeger leven waarin zij een Indiaanse was. Zon in het haar heeft een interessant thema en een verrassend einde.” – geciteerd uit: Vrouw & Kultuur Debuutprijs 2006 in Nieuwsbrief Vrouw & Kultuur, jrg 17-br 1, januari 2005