«Avant-garde is not dead. Vaandrager bewijst het.» – Jan van Bergen en Henegouwen

VoorplatIkwordt-75Over ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager voor NBD / Biblion, 23 juli 2018:
(…) In 2011 publiceerde Harry Vaandrager zijn eerste roman ‘Aan Barrels’, in 2013 volgde ‘Koprot’ en in 2016 ‘Maskerade’. En nu ‘Ik wordt’. (…) In de traditie van de jonge Deelder, (familielid) C. Vaandrager en anderen in Rotterdam geborenen. Associatief, staccato, chaotisch, met branie verteld. Humor om te lachen. (…) Avant-garde is not dead. Vaandrager bewijst het. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager bij Uitgeverij In de Knipscheer

‘Het paviljoen van de vergeten concubines’ bij Boekhandel v/h Van Gennep

WiersingaVoorplat2_Opmaak 1.qxd Affiche Pim WiersingaBoekpresentatie (Pim Wiersinga) en literaire avond op woensdag 26 november:
‘Het onmogelijke verlangen’: Literair variété uit Montmartre aan de Maas. Interviews, kunstproza, woordestafettes en schokkende bekentenissen! Met een guest of honour Pim Wiersinga. Zij maken het onmogelijke mogelijk door het onmogelijke te verlangen, ook van u!
Aanvang 19.30 uur. Toegang gratis, graag reserveren: info@boekhandelvangennep.nl
Boekhandel v/h Van Gennep, Oude Binnenweg 131b, 3012JD Rotterdam
Meer over ‘Het paviljoen van de vergeten concubines’

«Peter Andriesse heeft niets aan kracht ingeboet.» – Ezra de Haan

Opmaak 1Over ‘De rode kimono’ van Peter Andriesse op Literatuurplein.nl, 23 augustus 2014:
Peter Andriesse (1941) is terug van weg geweest. (…) Andriesse schrijft nog steeds zoals ik dat van hem gewend was: leesbaar, realistisch en herkenbaar. (…) Met een overvloed aan details, alsof het gisteren gebeurde, schetst hij het leven aan boord. (…) Voor hen die de reis van Indonesië naar Nederland nog per passagiersschip gemaakt hebben, moet de roman een voortdurend déjà vu gevoel oproepen. ‘De rode kimono’ is een boek vol nostalgie in uiterst helder proza geschreven. Peter Andriesse heeft de zwarte kunst nog niet verleerd. Moeiteloos stapt hij, ondanks zijn leeftijd, in de denkwereld van een dertienjarige. Eigenlijk komt de erotiek, die we uit eerdere verhalen en romans van hem kennen, samen met zijn Indisch jeugdsentiment. Het levert een boek op dat moeiteloos standhoudt tussen zijn andere ‘Indische’ boeken.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De rode kimono’

«Schrijfster legt geschiedenis van Roma-familie vast.» – Herman Spinhof

DuivelsklauwVoorplat75Over ‘Duivelsklauw’ van Felicita Vos in AD, 30 april 2014:
In een familieroman beschrijft Felicita Vos de geschiedenis van een Romafamilie, die zich deels afspeelt in de crisisjaren van de jaren dertig in Rotterdam. (…) ‘Slechts twee foto’s heb ik uit de tijd van mijn eigen grootouders.’ Schrijfster Felicita Vos verklaart het gebrek aan foto’s door het gebruik in Romakringen om persoonlijke bezittingen na het overlijden te verbranden. Zelf dochter van een Romavader en een gadje (niet-Roma) moeder heeft ze de geschiedenis van drie generaties opgeschreven. Vos’ grootouders woonden van 1934 tot 1939 in Rotterdam aan de Nijverheidstraat en aan de Schiedamsedijk. (…) Hendrik (de grootvader in het boek) was van oorsprong een gadje die als turfsteker in Drenthe uit zijn kringetje wilde breken en op zoek ging naar avontuur. Hij werd verliefd op een Romameisje, trouwde en trok als schipper de wijde wereld in. (…) Op de Schiedamsedijk hield hij een logement dat al snel een hoerenkeet werd. Hij begaf zich in NSB-kringen met als reden dat hij zich wilde informeren over de politieke ontwikkelingen om zo zijn Romagezin beter te beschermen. Daarin ging hij heel ver. In de oorlog pleegde hij verzet maar heulde ook met de Duitsers. Welke vergaande consequenties dat had, beschrijft Felicita Vos in Duivelsklauw.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Duivelsklauw’

«Het intense, bikkelharde proza van een auteur die zijn eigen weg volgt en het aandurft de diepte in te duiken.» – Leonor Jonker

Over ‘Koprot’ van Harry Vaandrager in Gonzo (circus) # 116, augustus 2013:
De personages begeven zich in gebieden waar woorden geen betekenis meer hebben, waar woorden ‘tot stilstand zijn gekomen’. ‘Koprot’ is een verkenning van die staat van zijn, een weergave van de interne monoloog waarvoor woorden eigenlijk ontoereikend zijn. Door in de huid te kruipen van een sprinter op weg naar de finish, een ‘dove blinde’, een grafschenner en andere ‘outsiders’ slaagt Harry Vaandrager erin deze geestestoestand griezelig dicht te benaderen.

Lees hier nog een fragment uit deze recensie

Meer over Koprot

«De verhalen zijn onderhoudend, de toon is openhartig.» – Rein Swart

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek op Literair Nederland, 8 juli 2013:
‘Uiterlijk bewogen’ is het langste verhaal uit de bundel en gaat over een bezoek aan een nonnenklooster in Wallonië. Daar vindt de schrijver de rust om zijn vader, zijn moeder en zijn katholieke jeugd in de jaren vijftig in Nederland te portretteren. Het vormt een mooie achtergrond voor de overige verhalen, die anekdotes bevatten over de tijd dat de schrijver in Indonesië woonde. (…) Barney Agerbeek is een nieuwsgierig mens. Hij krabt als het ware aan de korst van de samenleving om van alles te weten komen over de culturele veranderingen in de loop der jaren. Dat valt nog niet mee, omdat Indonesiërs een gesloten karakter hebben. Men moet tussen de regels doorlezen om hun bedoelingen aan de weet te komen. ‘Dit is het land van de wajang, van het schimmenspel.’

Lees hier de recensie

Meer over Schaduw van schijn

«Barney Agerbeek heeft een mooie, beeldende manier van vertellen.» – Dettie H. Hengeveld

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek op Leestafel, 6 juni 2013:
Barney Agerbeek vertrok in 1952 op vierjarige leeftijd met zijn ouders uit zijn geboorteland Indonesië naar Rotterdam. In mooie, licht weemoedige bewoordingen vertelt hij over zijn ouders. (…) Barney Agerbeek heeft een mooie, beeldende manier van vertellen. Hij kan zich goed inleven in elke situatie en beziet vooral de méns in al zijn facetten. Hij is mild in zijn oordeel. Zijn verhalen stralen warmte uit en zijn een plezier om te lezen. Tussen de verhalen door staat een klein aantal gedichten. Samen met de mooi verzorgde uitvoering van het boek vormt dit alles een prima geheel.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Schaduw van schijn’

«In alles in deze bundel merk je de behoefte van Agerbeek om zijn stempel op de literatuur te gaan drukken.» – Ezra de Haan

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek op Literatuurplein, 5 juni 2013:
Dat de auteur Indisch is blijkt uit vele verhalen in Schaduw van schijn, maar vooral in het autobiografische ‘Uiterlijk onbewogen’ dat uit de beschrijving van vijf dagen bestaat. In retraite in een klooster overdenkt de schrijver zijn leven. De stilte maakt van alles in hem los. Vooral de wrok over de behandeling van zijn familie, en daarmee alle Indonesiërs, na aankomst in Nederland. Het is knap hoe weinig tekst hij nodig heeft om duidelijk te maken hoe het in die dagen toeging. (…) Ieder verhaal in de bundel voegt een nieuw inzicht toe aan de schaduwwereld die Agerbeek heeft leren kennen. Vrijwel ieder verhaal is uniek en bomvol scherpe observaties.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Schaduw van schijn’

In de Knipscheer-auteurs signeren op Tong Tong Fair 2013

Op de Tong Tong Fair (t/m zondag 2 juni op het Malieveld in Den Haag) signeren op woensdagavond 29 mei en op zaterdagavond 1 juni drie auteurs van Uitgeverij In de Knipscheer vanaf circa 19.00 uur hun nieuwe, onlangs verschenen boeken in de stand van Boekhandel Van Stockum. Het zijn Kees Ruys met ‘Alles is voor even’, zijn biografie over Aya Zikken, Barney Agerbeek met ‘Schaduw van schijn’, zijn verhalendebuut over Batavia, Rotterdam en Jakarta en Glenn Pennock met zijn op Bali spelende novelle ‘Als in gangen en stegen’.

Meer over Kees Ruys/Aya Zikken
Meer over Barney Agerbeek
Meer over Glenn Pennock

«Jo Otten was en is een unieke stem in de Nederlandse literatuur.» – Ezra de Haan

Over ‘Kritisch en verhalend proza’ van Jo Otten op Literatuurplein.nl, 22 mei 2013:
Waar Menno ter Braak zich met de discussie ‘vorm of vent’ bezig hield, waagde Jo Otten (1901-1940) zich aan het experiment. In zijn verhalen, kritieken en essays toont hij een pessimistisch wereldbeeld, zij het in een modernistisch jasje. De ratio van Ter Braak verving hij door gevoel; hij ging uit van zijn intuïtie en gebruikte dromen en verbeelding als inspiratiebron. Ondanks de kwalificatie stoutmoedig was Jo Otten ook een angstig mens. In het geval van Otten maakte die levensangst energie los. Hij verzette zich en schreef het van zich af. Soms komt het proza van Otten over als hedendaags. Wat toen modernistisch werd genoemd, is waarschijnlijk blijvend tijdloos. Wie jong is wil leven en de wereld zal dat weten. Dat was toen en zo is het nog steeds.

Het kritisch proza van Jo Otten laat een andere kant van hem zien, die van de filosoof. Waar het in zijn prozastukken emotioneel soms alle kanten op gaat, blijft de auteur in zijn essays beschouwelijk en nuchter. Al ontkom je er niet aan om ook deze stukken als autobiografisch te interpreteren. Aan fantasie en ideeën heeft het Otten nooit ontbroken, wel aan tijd. Hij is steevast zijn eigen weg gegaan. Helaas kwam abrupt een eind aan zijn leven. Het zal altijd interessant blijven te bedenken wat er van hem geworden zou zijn als hij was blijven leven. Jo Otten was een eenling en dat wist hij. Het herdrukken van zijn proza en vertalingen ontrukt zijn werk aan de vergetelheid, en terecht.

Lees hier de recensie

Meer over Jo Otten