«Het voordeel van een late roeping als auteur is de rijpheid en wijsheid van een volledig leven.» – Albert Hagenaars

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op ‘De verborgen hoek’, 27 februari 2015:
Agerbeeks belang als romancier schuilt behalve in zijn vermogen om technisch verfijnd en geloofwaardig te schrijven ook in zijn gedrevenheid om waarden door te geven, begrip te vergroten tussen culturen in het algemeen en de verstrengelde in hemzelf in het bijzonder. ‘Njai Inem’ verrijkt de lezer zowel historisch als actueel want het gaat niet alleen om koloniale misstanden maar ook, nogmaals, om de nog steeds groeiende mensenhandel, die we elke dag in de vorm van overvolle wrakke boten en benauwde confectiebarakken op onze schermen zien. En al komen nogal wat van zijn zinnen elegant, zelfs ronduit esthetisch over; hun taalspel is nooit vrijblijvend, het roept altijd op tot morele waakzaamheid, die van onszelf in een wereld die heel wat meer bedreigingen kent dan vulkanen en aardbevingen. Niet voor niets luidt de tot meerdere eindes leidende slotzin van deze gedurfde en geslaagde roman: “Ik voel me hopeloos ver verwijderd van allen die ik liefheb en telkens stel ik dezelfde vragen, tot er één overblijft: Mag ik nog hoop hebben?” Agerbeek hoeft deze vraag in elk geval niet meer te stellen over de mogelijkheden van zijn schrijverschap. Zoals zijn eerste verhalenbundel al een schot in de roos was, toont zijn eerste roman dat het voordeel van een late roeping als auteur de rijpheid en wijsheid van een volledig leven is, in Agerbeeks geval: van een bijna zeventigjarig bestaan dat in binnen- en buitenland, in westerse en niet-westerse beschavingen (de schrijver bezocht veel landen) werd beproefd, geschuurd en gepolijst. Nooit echter zal deze auteur zich laten voorstaan op glans en afronding want in zijn denkwereld gisten kiemen in alle denkbare eindes.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’

«Een verhaal waar je koud van wordt.» – Ezra de Haan

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op Literatuurplein, 8 januari 2015:
Als in een film trekken de ervaringen van de drie jonge contractarbeiders aan ons voorbij. Wat ze voelen komen we via Inem te weten. In deel vier komt daar een interessante component bij: het denken van de planter waarbij Inem terecht is gekomen en aan wiens wensen ze moet voldoen. Zonder van deze man een karikatuur te maken, wat overigens al te makkelijk was geweest, beschrijft Agerbeek niet alleen de dilemma’s waar hij voor komt te staan maar ook zijn gevoelens daarbij. Juist daardoor wordt het een mens van vlees en bloed. Natuurlijk maakt hij wreed misbruik van de situatie van meisjes als Inem, dat staat buiten kijf. En ook de wijze van handelen op de plantage is hard… maar regelmatig rechtvaardiger dan je zou verwachten. Net zoals je verbaasd bent over het geduld dat hij met zijn njai heeft en de privileges die hij haar geeft. Juist door dat ‘grijs’ te tonen stijgt het verhaal boven het zoveelste boek over ‘ons Indië’ uit. Eigenlijk toont een roman als die van Barney Agerbeek aan dat grote romans als Heren van de thee van Hella S. Haasse langzaam maar zeker uit de tijd raken. Er valt immers over die periode ook een ander verhaal dan dat van de planters alleen te vertellen. ‘Njai Inem’ is daar een goed voorbeeld van.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Deze schrijver laat ons eindeloos genieten!» – Karel Wasch

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem. Kroniek van een steen’ van Barney Agerbeek op Leestafel.nl, 7 november 2014:
In ‘Njai Inem’ schetst Agerbeek het trieste verhaal van een jong meisje dat als njai komt te werken. Het speelt rond 1930. Een njai was de huidhoudster/concubine van meestal blanke kolonisten, die uit de dagarbeiders een meisje uitkozen, dat hun bed moest delen, hun rug moest wassen en hun drank moest inschenken. Maar er was de meer, de njai moest ook een luisterend oor lenen aan de ‘toean’ haar baas. Daarbij kon ze soms haar eigen mening te berde brengen, maar dat moest uiterst behoedzaam gebeuren. Wekte zij de ergernis op van haar meester en gebieder dan waren de gevolgen meestal afschuwelijk. Een positie van gegijzelde dus. Van iemand, die niet kan bewegen in vrijheid, kortom een steen. (…) Een stukje onvervalste Oosterse mystiek weeft Agerbeek knap door het verhaal in de gedaante van een blinde muzikant. Hij laat een waarschuwing horen in het voorbijgaan. Het verhaal heeft de structuur van de Wajangvertellingen en weet Agerbeek dat meesterlijk te doen als een volleerd jongleur. (…) Agerbeek weet sentimentaliteit te omzeilen, vooral door zijn gestileerde stijl en zijn vermogen situaties ‘uit te sparen.’ Deze schrijver laat ons eindeloos genieten!
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek

Barney Agerbeek – Njai Inem. Roman

VoorplatNjaiInem75BARNEY AGERBEEK
Njai Inem
Kroniek van een steen
Roman
Nederland – Indonesië
Genaaid gebrocheerd, 20 cm x 14,50 cm, met flappen
176 blz. € 19,50
ISBN 978-90-6265-864-0
oktober 2014

Door armoede gedreven besluit het Javaanse meisje Inem contractarbeider op een rubberplantage te worden. Zij wordt bij aankomst van haar dorpsgenoten gescheiden en door een mandoer naar het huis van de planter geleid.

‘Moet ik zijn njai worden, ibu?’ vraag ik met toegeknepen keel. ‘Kan ik niet zeggen dat ik op het land wil werken? Met mijn vrienden?’
Ibu glimlacht en schudt haar hoofd
.

De Indisch-Nederlandse schrijver Rob Nieuwenhuys gaf in zijn boek Komen en blijven (1982) bekendheid aan het begrip ‘njai’: een inheemse vrouw die in Nederlands-Indië gedwongen werd samen te leven met een Europese man, haar ‘toean’. Zij was zijn persoonlijke verzorgster en uit hun relatie kwamen vaak kinderen voort. De njai kan daarom worden beschouwd als de oermoeder van vele Indische mensen.

Met gevoel voor verhoudingen in de koloniale wereld weet Barney Agerbeek in Njai Inem tot in detail de omstandigheden te treffen, waarin een willekeurige njai omstreeks 1930 op een Sumatraanse plantage moet hebben verkeerd. Agerbeek nodigt de lezer uit om door de ogen van twee zeer diverse personages het schrijnende bestaan te doorvoelen van een ‘contractkoelie’. Het verhaal van de njai is doordrenkt met de geest van Midden-Java en geeft een overtuigend beeld van de ontreddering en het isolement van Inem, een sterke maar door het lot geknevelde vrouw.

‘De auteur weet zich verrassend goed te verplaatsen in zijn personages. De benadering van de Hollandse planter en de njai is uitermate genuanceerd.’ – Willem G. Weststeijn

Barney Agerbeek (1948) werd geboren in Surabaya en vertrok in 1952 met zijn ouders naar Nederland. Tijdens zijn lange, internationale bankloopbaan woonde en werkte hij in de jaren negentig gedurende vierenhalf jaar in Indonesië. Na zijn pensionering maakte hij de oversteek van de financiële wereld naar het domein van de literatuur en de beeldende kunst.
Hij is auteur van twee dichtbundels, Opzij van mensen (2003) en Elke dag is zondag (2005), en monografieën over Floris Meydam en Nelson Carrilho. Ook leverde hij bijdragen aan literaire tijdschriften als Nynade, Indische Letteren, Extaze en Avier. In 2013 debuteerde hij bij Uitgeverij In de Knipscheer met de verhalenbundel Schaduw van schijn.
Meer over Barney Agerbeek

«Hij toont met prachtige verhalen aan dat een Europeaan de ziel van Azië nooit zal kunnen doorgronden.» – Hans Ester

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek in Nederlands Dagblad, 2 augustus 2013:
In 1952 kwam de in Surabaya geboren Barney Agerbeek met zijn ouders naar Nederland. Agerbeek was toen vier jaar oud. Agerbeeks Nederlands-Indische ouders droegen de littekens van het Jappenkamp en van de gevaarlijke jaren tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van de Indonesiërs na 1945. (…) Tijdens een lange loopbaan als bankdirecteur kreeg Agerbeek de kans om op het kantoor van zijn bank in Jakarta gestationeerd te worden. Viereneenhalf jaar mocht de plekken van zijn jeugd en de cultuur die hij altijd in zijn hart koesterde weer zien. Knap en indringend weet Agerbeek de enorme levendigheid van de steden op Java en de bijzondere schoonheid van de bevloeide rijstvelden, de sawa’s weer te geven. (…) Hij staat met één been in Europa en met het andere in Azië en toont met prachtige verhalen aan dat een Europeaan de ziel van Azië nooit zal kunnen doorgronden.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Schaduw van schijn’

«Blote kakkies in Ballyschoenen.» – Ricci Scheldwacht

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek in Moesson, augustus 2013:
Veel van de korte verhalen van Barney Agerbeek (Soerabaja, 1948) gaan over wat de ik-figuur meemaakte toen hij in de jaren negentig vierenhalf jaar als bankdirecteur in Jakarta werkte. Dankzij zijn goede job kon hij ‘als een tuan besar’ naar zijn geboorteland terugkeren. Daar ontdekt hij dat het expatleven veel overeenkomsten vertoont met het leven van de koloniaal in Nederlands-Indië. Als expat in Indonesië weet hij al snel hoe het hoort: gedraag je zoals je klanten zich gedragen. (…) Toch blijft hij in Indonesië ook een buitenstaander als hij het leven van de happy few observeert.

Lees hier het artikel in Moesson.

Meer over ‘Schaduw van schijn’

«De verhalen zijn onderhoudend, de toon is openhartig.» – Rein Swart

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek op Literair Nederland, 8 juli 2013:
‘Uiterlijk bewogen’ is het langste verhaal uit de bundel en gaat over een bezoek aan een nonnenklooster in Wallonië. Daar vindt de schrijver de rust om zijn vader, zijn moeder en zijn katholieke jeugd in de jaren vijftig in Nederland te portretteren. Het vormt een mooie achtergrond voor de overige verhalen, die anekdotes bevatten over de tijd dat de schrijver in Indonesië woonde. (…) Barney Agerbeek is een nieuwsgierig mens. Hij krabt als het ware aan de korst van de samenleving om van alles te weten komen over de culturele veranderingen in de loop der jaren. Dat valt nog niet mee, omdat Indonesiërs een gesloten karakter hebben. Men moet tussen de regels doorlezen om hun bedoelingen aan de weet te komen. ‘Dit is het land van de wajang, van het schimmenspel.’

Lees hier de recensie

Meer over Schaduw van schijn

«Wat het boek bijzonder maakt, is dat het op onuitputtelijke wijze gaat over de spanning tussen oost en west.» – Kester Freriks

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek in NRC Handelsblad, 5 juli 2013:
Nog altijd zien we het voormalige Nederlands-Indië terug in de literatuur. Barney Agerbeek kijkt met verwondering en scepsis naar het oosten. In zijn visie staat er een ‘hek’ om de oosterling waar de westerling buiten blijft. Hij gunt de lezer een blik op de huidige Indonesische maatschappij met zijn ingewikkelde sociale verhoudingen. Hoogtepunt is het verhaal ‘Schijnbewegingen’ waarin hij de corruptie onder de loep neemt. Wie in Indonesië wil overleven, moet meedoen aan een ‘schimmig poppenspel’. (…) Wat het boek bijzonder maakt, is dat het op onuitputtelijke wijze gaat over de spanning tussen oost en west. Deze spanning is niet voorbehouden aan de blanken in Indonesië, het tekent ook de levens van de oosterlingen.

Meer over Schaduw van schijn

«Voor een debuut is dit niet alleen een boeiend maar ook een opmerkelijk zuiver boek!» – Albert Hagenaars

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek voor NBD Biblion, 4 juli 2013:
De titel geeft met zijn dubbele onbestemdheid en de verwijzing naar het schaduwspel ‘wayang kulit’ al aan dat auteur Barney Agerbeek (1948, Surabaya) geïnteresseerd is in het wezen van dingen en mensen. In twaalf schetsen peilt hij beweegredenen en keuzes. Hoewel het oosten c.q. Indonesië (waar de auteur tweemaal woonde) niet in elk verhaal de plaats van handeling is, spelen de waarden ervan constant een rol, vooral in de voor de hand liggende contrasten die Agerbeek mede dankzij zijn Indische achtergrond bekwaam ontvouwt zoals verleden-heden, ratio-emotie, collectief-individueel. Terecht lopen die ook in elkaar over. Helder formulerend en met zowel mededogen als humor roept hij al in enkele lijnen de werelden op waarin zijn figuren opereren.

Lees hier de recensie

Meer over dit debuut

«Barney Agerbeek heeft een mooie, beeldende manier van vertellen.» – Dettie H. Hengeveld

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek op Leestafel, 6 juni 2013:
Barney Agerbeek vertrok in 1952 op vierjarige leeftijd met zijn ouders uit zijn geboorteland Indonesië naar Rotterdam. In mooie, licht weemoedige bewoordingen vertelt hij over zijn ouders. (…) Barney Agerbeek heeft een mooie, beeldende manier van vertellen. Hij kan zich goed inleven in elke situatie en beziet vooral de méns in al zijn facetten. Hij is mild in zijn oordeel. Zijn verhalen stralen warmte uit en zijn een plezier om te lezen. Tussen de verhalen door staat een klein aantal gedichten. Samen met de mooi verzorgde uitvoering van het boek vormt dit alles een prima geheel.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Schaduw van schijn’