Sakoentela Hoebba – De lottowinnaar. Verhalen

VoorplatLottowinnaarOmslag75Sakoentela Hoebba
De lottowinnaar
Verhalen

Suriname
Paperback met flappen, 144 blz., € 15,00
ISBN 978-90-6265-885-5
Presentatie 25 oktober 2015

De elf verhalen in De lottowinnaar van Sakoentela Hoebba, waarin het dagelijkse leven in Suriname tot leven komt, getuigen van een groot inlevingsvermogen. Schijnbaar moeiteloos verplaatst de auteur zich in Soeshiel op het moment dat hij aan zijn ouders vertelt dat hij met zijn vriend Vikash gaat samenwonen, maar ook in de in Holland wonende kleindochter Sharda die haar dementerende oma in Suriname bezoekt. ‘Niemand hoeft iets te weten tot ze er zelf achter komen,’ zegt Soeshiel, woorden die typerend zijn voor deze verhalenbundel. Veel wordt verzwegen, bewust, of bedekt door de mantel der liefde. En toch is veel pijnlijk duidelijk. Zo huilt er een hond na de woorden van Soeshiel, een voorbode van de dood of naderend ongeluk.

Hoebba’s beschrijvingen en metaforen kenmerken zich door originaliteit. Een ongelukkig huwelijk wordt vergeleken met een schaar. Ondanks de voortdurende angst voor ‘wat de mensen er wel niet van zullen zeggen’ spelen buitenechtelijke relaties, en soms zelfs de kinderen die daaruit voorkomen, een grote rol in veel van de verhalen. Net als werkeloosheid, geldgebrek en hoe je dat moet oplossen. Zo wordt Mandra in het verhaal ‘De fles’ voor haar ‘liefde’ met botervis betaald… ‘Ze haatte zichzelf om haar zwakte zich door Dilip te laten gebruiken en om haar nog grotere zwakte dat ze niet het lef had Radj te verlaten.’ Hij verbiedt haar te gaan werken en dat terwijl hij drinkt en werkeloos is.

We zijn getuige van breekpunten in mensenlevens: Navin die erachter komt dat Indra minderjarig was toen hij haar zwanger maakte, Prem die dankzij een Pandit eindelijk in beweging komt en Rita die blijft vertrouwen op voorspellende dromen en de door haar gekochte lootjes. De lottowinnaar bevat verhalen die je niet snel vergeet, accuraat en verfijnd geschreven.
Sakoentela Hoebba (Suriname, Wanica, 1958) studeerde in 2014 af aan de Schrijversvakschool Paramaribo. De lottowinnaar is haar debuut.
Meer over ‘De lottowinnaar’

Iraida van Dijk-Ooft – Geen weg terug. Roman

Opmaak 1Iraida van Dijk-Ooft
Geen weg terug. Roman

Nederland / Suriname
Paperback met flappen, 224 blz., € 17,50
ISBN 978-90-6265-878-7
Presentatie 25 oktober 2015

Precies 50 jaar nadat de Afobakadam gesloten werd en het Brokopondostuwmeer zich met water begon te vullen, zoekt Alex naar goud op de plek waar zijn moeder Bé ooit is geboren. Daar waar de oude kankantri stond. Sinds hij daarmee bezig is heeft hij al zijn naasten verloren. Eiste de mma fu doti een terugbetaling? Het begon allemaal op de vooravond van de dood van zijn moeder Béate. ‘Alex, ga. Ga zoeken. Weet waar we vandaan komen.’

Het duurt negentien jaar voordat hij aan haar woorden gevolg geeft. Hij leert zijn verleden kennen en dat van vele anderen in zijn omgeving. Dembeston, eerst een woord, later een vergeten plaats, blijkt het sleutelwoord dat via een droom tot hem komt. Niets van zijn jeugd blijkt te zijn zoals Alex dacht. Het samenwonen, met zijn moeder, bij opa John en oma Suze, het is allemaal gebaseerd op leugens en verzwijgen.

Geen weg terug schetst de periode van 1962 tot 2014, een belangrijke periode voor Suriname, met name voor al die bewoners van het gebied dat later een stuwmeer werd. Nooit is hun leven meer normaal geworden. Vooral omdat ze niet alleen hun huis en verleden verloren maar ook hun dierbare gestorvenen op de begraafplaatsen achterlieten. Alles viel immers ten prooi aan het water. Geen weg terug beschrijft het zwijgen van generaties en de grote gevolgen ervan.

Iraida Martha van Dijk-Ooft (1974) woont en werkt in Paramaribo. Zij studeerde in 2014 af aan de Schrijversvakschool in Paramaribo. Met haar debuutroman Geen weg terug wil zij het respect tonen dat zij heeft voor het leven zoals het is… en zoals het soms kan worden.
Meer over ‘Geen weg terug’

«Meer dan alleen een kaft met daartussen verzamelde gedichten.» – Sylvana van den Braak

Opmaak 1Over ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’ van Karin Lachmising in Parbode (jrg. 8 nr. 93), januari 2014:
Korte teksten worden met lange teksten afgewisseld en bepaalde gedichten bestaan uit meerdere delen, dit zorgt voor variatie in de bundel. De gedichten zijn verdeeld over drie hoofdstukken waarvan de titels vervolgens verschijnen in een van de gedichten die het hoofdstuk bevat. De regel wordt herkend door de lezer en daardoor is het boek echt één geheel. Een subtiele ingreep, waardoor het boek dus meer is dan alleen een kaft met daartussen verzamelde gedichten.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Nergens groeit een boom’

Karin Lachmising, Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt, poëziedebuut, Nederlandse gedichten, Surinaamse literatuur, Caraïbische letteren, schrijversvakschool Paramaribo, klimaatverandering, Rio+20, Purcy Tjin,

«Waarnemingen in een beheerste schrijfstijl.» – Aarti Rampadarath

Opmaak 1Over ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’ van Karin Lachmising voor NBD/Biblion, 20 december 2013:
Enigszins abstracte bundel met een vijftigtal (alle Nederlandstalige) gedichten. Het werk van Lachmising is qua thematiek Surinaams: de natuur en zintuigen zijn belangrijk. ( … ) De beelden zijn vooral herkenbaar voor lezers uit Suriname, maar ook een Nederlands publiek zal haar werk kunnen waarderen. De opstijgende warmte van de Surinaamse grond is voelbaar.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Nergens groeit een boom’

«Interessante paradoxen om onoprechtheid te vertonen.» – Wilma van den Akker

Opmaak 1Over ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’ van Karin Lachmising in MeanderMagazine, 25 november 2013:
De Surinaamse dichteres Karin Lachmising legt in haar bundel ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’ voortdurend de verbinding tussen mens en natuur. (…) Het meest in de buurt van wat ik waardeer in poëzie komt het gedicht ‘Zuiver’. Jouw ogen spreken een andere taal / dan wat ik hoor en jij niet zegt. // Verwarrende woorden / in gestolen zinnen, / foto’s zonder herinneringen // Ik zou ze opnieuw willen schilderen: / een hoofd zonder mond / voor een klank / die zuiver is. Hier maakt de dichteres gebruik van interessante paradoxen om onoprechtheid te vertonen. ‘Vertonen, niet vertellen’ is een vuistregel bij het schrijven die ook voor poëzie opgaat.

Meer over Karin Lachmising

«Doorvoelde gelaagdheid die verrassend is.» – Nicolaas Porter

Opmaak 1Over ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’ van Karin Lachmising in De Ware Tijd Literair, 23 november 2013:
Op veel plaatsen in haar werk vinden wij een beschrijving van haar soms moeizame relatie met de (natte, vloeibare) grond, haar voeten en wortels. (…) Er is ook een horizontale lijn te ontdekken in het werk van Karin Lachmising. In de schaarse momenten dat de dichter een dialoog probeert te hebben met de mensen om haar heen (buiten de troostende relatie die zij probeert op te bouwen met de natuur) vinden we vaak een gevoel van onmacht, onvermogen en op zijn best beloftes voor iets wat tot stand zou ‘kunnen’ komen. In een toekomst die nog niet is aangebroken. (…) Fascinerende bundel.

Lees hier de recensie

Meer over Karin Lachmising

Karin Lachmising – Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt. Gedichten

Opmaak 1Karin Lachmising
Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt

Gedichten
Genaaid gebrocheerd, 72 blz. € 16,50
13 oktober 2013
978-90-6265-840-4

In Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt, het poëtische debuut van Karin Lachmising (1964), beschrijft zij op voorbeeldige wijze de connectie tussen mens en natuur. Vruchtbare metaforen zorgen ervoor dat de regels je tot in de ziel raken. In het gedicht waarnaar de bundel is genoemd komt de lezer erachter dat hij niet ver van de boom staat.

Waar water haar verlaten heeft
noch zaden haar voeden.
Nergens groeit die boom.

Zonder onze wortels, zonder onze voorouders, zijn we nergens.
In de poëzie spelen tijd en tijdloosheid een grote rol. Door de stille kruinen van de bomen en het stromende schuim van de rivier te beschrijven maken we even deel uit van het moment waarin alles een is en oneindig. Het gaat Lachmising om de verbinding met de aarde, met de grond waar je vandaan komt en ook om het verlies ervan. Daarmee gaat het pure verloren, ook in onszelf. Maar begrijpen we dat altijd en ook de ander?
In de communicatie gaat eveneens veel verloren. Lachmising schrijft: ‘Jouw ogen spreken een andere taal/ van wat ik hoor en jij niet zegt.’ Met Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt toont Karin Lachmising zich een waardig opvolger van Michaël Slory. Haar sensuele natuurgedichten, waarin zorg en hoop samenkomen, zijn een fris geluid in de Surinaamse letteren.

Karin Lachmising woont in Suriname. Zij was de eerste student die, in november 2012, afstudeerde aan de Schrijversvakschool Paramaribo.

«De weg die Shrini’s poëzie moet afleggen om het open hart te raken is kort.» – Marieke Visser

Over ‘Hecht en Sterk’ van Shrinivási in EFM Magazine (Suriname), april 2013:
De woorden van Shrinivási hebben mij vaak begeleid op mijn levensreis. Op momenten van grote vreugde gaven zijn dichtregels precies weer hoe ontroerd ik was, maar ook wanneer de dagen zo donker schenen wist Shrinivási mij een bemoedigende hand te reiken.

Lees hier de recensie

Meer over Hecht en Sterk

Ruth San A Jong – De laatste parade. Verhalen

RUTH SAN A JONG
De laatste parade. Verhalen

Suriname/Nederland
Genaaid gebonden met stofomslag 112 blz., € 16,50
december 2011
ISBN 978-90-6265-672-1

«San A Jong heeft een vlotte pen, en ze schrijft zonder opsmuk of sentimentaliteit – en vooral dat laatste ligt constant op de loer bij een onderwerp als dit. ‘De laatste parade’ is een mooie verhalenbundel, een debuut dat naar meer smaakt.» – Ko van Geemert in Parbode

In negen verhalen beschrijft Ruth San A Jong het Surinaamse leven in al zijn facetten. Ze vertelt over de geheime rituelen die worden toegepast bij het lijkwassingswerk. Ze maakt duidelijk voor welke problemen een bijvrouw komt te staan als haar geliefde overlijdt en wat ze moet doen om ervoor te zorgen dat zijn geest haar ‘s avonds niet komt kwellen. In Inferno stelt ze de helse taferelen aan de kaak die patiënten en familie moeten doormaken wanneer iemand in de isoleerkamer van een gesticht belandt.

We leren de verhalen kennen achter de ongeletterde marronvrouwen uit het binnenland die op de markt in Paramaribo hun cassave, kruiden en napi verkopen en we begrijpen wat hen naar de grote stad drijft. Direct en zonder er doekjes om te winden lezen we wat de mensen denken, doen en zeggen. ‘Er werd op los genaaid door jong en oud en abortus gepleegd alsof je naar de kapper ging om even je haar te laten knippen’. Het zijn verhalen vol van sociale betrokkenheid.

Het zijn vooral de woorden van Baas Hugo in het titelverhaal die kenmerkend zijn voor vrijwel alle verhalen in De laatste parade: ‘Mi no wani no wan babari’. Mocht ik ooit sterven dan geen schandaal aan mijn oren, maar wel vrolijkheid en plezier.

Ruth San A Jong (1970) woont en werkt in Paramaribo. Het verhaal ‘De laatste parade’ was een van de prijswinnende inzendingen voor de Kwakoe Literatuurprijs (2002). Zij startte in 2008 de Schrijversvakschool Paramaribo. Een jaar daarvoor debuteerde zij in boekvorm met het verhaal ‘De onderbroek’ in de bloemlezing ‘Waarover we niet moeten praten’. Michiel van Kempen nam een verhaal van haar op in de bloemlezing ‘Voor mij ben je hier’ die op de valreep van 2011 uitkwam.