Nilda Pinto – Kuenta di e araña Kompa Nanzi/ Stories of the spider Kompa Nanzi

version 10 augustus 2018NILDA PINTO
Kuenta di e araña Kompa Nanzi/ Stories of the spider Kompa Nanzi
redactie Sidney Joubert
Curaçao
tweetalig Papiaments-Engels
In het Engels vertaald door Olga Rojer, PhD
gebonden, groot formaat, 210 blz.
met paginagrote illustraties van zes vooraanstaande Antilliaanse en Nederlandse kunstenaars
uitgave: Instituto Raúl Römer
druk: Jubels, Nederland
2018
€ 24,50
ISBN 978-99904-5-118-4
Uit assortiment Uitgeverij In de Knipscheer
Te bestellen bij  gveth@Vethrealty.nl

De slimme spin Nanzi neemt niet alleen de koning beet, maar ook de tijger, de duivel en zelfs zijn vriendin. Hij is een hebberige luilak, maar ook een superbijdehante slimmerik. Hij weet zich altijd uit de penarie te redden, vooral door gebruik te maken van de domheid van anderen. De verhalen over de slimme spin komen oorspronkelijk uit West-Afrika, uit Ghana, van het volk van Ashanti. In de slaventijd speelde Nanzi een belangrijke rol als troost en vorm van protest voor de onderdrukten. Ze werden een symbool van hoop op bevrijding. De Afrikanen namen ze mee naar het Caribisch gebied. In Nederland zijn de verhalen tot nu toe vooral bekend uit Suriname, waar Nanzi Anansi heet. Dit tweetalige boek met 32 verhalen laat zien dat de Antillaanse verhalen een geheel eigen, authentieke sfeer ademen. Met illustraties van Doesjka Bramlage, José Maria Capricorne, Hans Leijdekkers, Marenthe Otten, Mirelva Romano en Anton Vrede. Zowel voor volwassenen als voor kinderen vanaf ca. 5 jaar.

De Curaçaoënaar Sidney Joubert studeerde Spaans in Amsterdam. Hij was leraar Spaans en Papiaments en werkte enige jaren voor het taleninstituut op Curaçao, de Fundashon Planifikashon di Idioma. Een aantal jaren geleden publiceerde de stichting Instituto Raúl Römer, waar hij voorzitter van is, de verhalen van Nanzi in het tweetalige boek Kon Nanzi a nek Shon Arei / Hoe Nanzi de koning beetnam. Lang werden de verhalen oraal overgebracht tot mevrouw Nilda Pinto een groot aantal op schrift stelde.

Meer over de Papiaments-Nederlandse editie ‘Kon Nanzi a nèk Shon Arei / Hoe Nanzi de koning beetnam’ is (na drie drukken uitverkocht)
Klik hier voor de Papiaments-Spaanse editie

«Intieme geschiedenis van Curaçao.» – Fred de Haas

Bida, remordementu-75Over ‘Bida, remordementu, konfeshon i krítika’ van Antoine J. Maduro in Ñapa Literatuur (Amigoe), 30 januari 2016:
Het leven van de Curaçaose schrijver, voetballer en muzikant dr. Antoine ‘Twan’ J. Maduro omspant bijna de hele twintigste eeuw. Antoine Maduro werd in 1909 geboren op Aruba, waar, zoals hij zelf schrijft, zijn navelstreng ligt begraven. Hij verliet ons in 1997, na een sociaal en intellectueel rijk leven op Curaçao. Kennismaken met het leven van Antoine ‘Twan’ Maduro betekent ook op een persoonlijke, onorthodoxe manier kennismaken met de eeuw die achter ons ligt. Zijn leven raakt aan de kleine en grote, maar vooral ook aan de intieme geschiedenis van Curaçao, een geschiedenis die je niet zomaar in de officiële boeken kunt vinden. Het is te danken aan het initiatief en het doorzettingsvermogen van Daphne van Schendel-Labega – velen van ons hebben haar nog gekend in de jaren zestig als het hoofd van de Bibliotheek op Curaçao – dat wij in staat zijn dit leven van de wieg tot het graf te volgen.
Lees hier het artikel
Meer over Antoine J. Maduro

Antoine J. Maduro – Bida, remordementu, konfeshon i krítika

Bida, remordementu-75Antoine J. Maduro
Bida, remordementu, konfeshon i krítika

Un relato outobiográfiko
Curaçao
Omslagillustratie Elis Juliana
Met bijdragen van Daphne van Schendel-Labega, Sidney Joubert
Gebonden, luxe uitgave, royaal formaat
met vele tientallen foto’s in duotone
299 blz., € 49,50
ISBN 978-99904-60-41-4
Presentatie 24 januari 2016
Imprint Fundashon Instituto Raúl Römer

“… Ik wist wie ik was en waarvoor ik op deze school zat”.
“… Simplemente,… ami tabata sa ken mi ta i ta kiko mi a bin hasi n’e skol akí”.

Deze woorden, vastgelegd in dit autobiografische werk, kenmerken Antoine J. Maduro (1909 – 1997). Een uitzonderlijke man die met zijn karakteristieke zelfverzekerdheid glansrijk een elite muloschool van toen, het St. Thomas-college, wist te doorlopen. Eenzelfde vasthoudendheid toonde Antoine J. Maduro niet alleen tijdens zijn loopbaan bij de Shell, waar hij opkwam voor de Curaçaose employés, maar ook in zijn dynamische activiteiten die hij op het gebied van sport en muziek ontplooide. Met onstuitbare inzet en daadkracht wijdde hij zich aan de door hem zo geliefde voetbalsport en heeft hij ontegenzeggelijk een stempel gedrukt op de ontwikkeling en groei van de Curaçaose voetbalsport. In dit levenswerk toont Antoine Maduro zijn veelzijdigheid en geeft hij blijk van zijn liefde voor de Curaçaose literaire werken, muziek en zang die een grote rol in zijn leven hebben gespeeld.

Het meest heeft Antoine Maduro zich echter als onvermoeibare strijder doen kennen op het gebied van zijn moedertaal, het Papiamentu. Met de voor hem zo kenmerkende oprechtheid, wars van alle conventionele meningen, werd hij een – gevreesde – autoriteit op Bon Uzo di Papiamentu (het Correcte Gebruik van het Papiamentu). Zijn werken zijn gestaafd door eigen diepgaand taalonderzoek en raadpleging van lokale en buitenlandse studies. Hij had bijzondere belangstelling voor de oorsprong van Papiamentse woorden, gezegden en spreekwoorden en streefde vurig naar een gestandaardiseerde orthografie van het Papiamentu. Dankzij zijn wetenschappelijke taalonderzoek, verwoord in talloze publicaties, verleende de Universiteit van de Nederlandse Antillen hem in 1984 het eerste eredoctoraat van genoemde universiteit in de letterkunde.

Dit autobiografische werk werpt een unieke blik in het dagelijks leven van een opgroeiende katholieke jongeman in de wijken rondom Pietermaai in de eerste helft van het 20ste eeuwse Curaçao. Met een zeldzame openhartigheid legt hij hierin tot het bereiken van een hoge leeftijd zijn persoonlijke levenshouding en religieuze gevoelens bloot. Antoine Maduro is de personificatie van hetgeen een man door zijn strijd bereikt heeft, alles op eigen kracht en geheel onbaatzuchtig.

«Volmaakte eenvoudige poëzie, waarom is die zo zeldzaam?» – Levity Peters

Opmaak 1Over ‘Een droom die ik heb’ van Nydia Ecury op MeanderMagazine, 18 februari 2014:
Het wonderlijkste van de poëzie van Nydia Ecury is dat je haar kunt blijven lezen; ze bevat blijkbaar dat mysterieuze aspect dat je keer op keer tot je wilt nemen, ook al ken je de gedichten van buiten. Het is, om Nijhoff te parafraseren, alsof je meer leest dan er staat. (…) Zulke volmaakte, eenvoudige poëzie, in die volgorde: volmaakte eenvoudige poëzie, waarom is die zo zeldzaam? Omdat zulke poëzie niet gemaakt wordt, maar geboren. Nydia Ecury had haar hart op de tong, en de taal leefde in haar hart; anders kan ik het levende van haar gedichten niet verklaren. Behalve met nog iets: Liefde. Wat mij het meeste raakt is de warmte waarmee elk gedicht geladen is. Ook het verdrietigste. Het zijn de gedichten van een vrouw die sterk genoeg was om haar zwakheid te kunnen blootgeven; dat gaat verder dan aanvaarden.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Een droom die ik heb’

«Zonder omhaal verhalend, prachtig beeldend, soms bruut, niets en niemand ontziend, vooral niet zichzelf, vaak met een vleugje humor.» – Brede Kristensen

Opmaak 1Over ‘Een droom die ik heb’ van Nydia Ecury in Ñapa Literatuur (Amigoe), 1 februari 2014: Uniek als een dichter een tweede taal beheerst en zelf aan het hertalen slaat. Dat heeft Nydia Ecury dus gedaan en nu kunnen we haar gedichten in twee talen lezen, met verschillende uitkomst. (…) Het werk van Nydia Ecury treft mij als een dichtstijl die dit bewerkstelligt: zonder omhaal verhalend, prachtig beeldend, soms bruut, niets en niemand ontziend, vooral niet zichzelf, vaak met een vleugje humor. Waarheid blijkt onverborgenheid te zijn. De dingen worden beeldend onthuld. (…) Zo toepasselijk, zo prachtig met elkaar verweven, zo herkenbaar, zo indringend. Om nooit te vergeten. (…) Ik hoop vurig dat deze subtiel indringende gedichten hun weg naar een groot Nederlands publiek zullen vinden.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Een droom die ik heb’

«Een strenge en imponerende keuze.» – Wim Rutgers

Opmaak 1Over ‘Een droom die ik heb’ van Nydia Ecury in Antilliaans Dagblad, 4 januari 2014:
Een leven en streven tegen middelmatigheid, compromisloos en vol idealisme, maar tegelijkertijd in het besef dat het onbereikbaar is als een ‘droom die ik heb’. Zo blijkt de titel van deze publicatie bijzonder goed gekozen. (…) Vanaf het eerste ooit geschreven gedicht ‘Sekura’ van 1957 kenmerkt de poëzie van Nydia Ecury zich door ironische speelsheid maar vooral ernst, door blijdschap maar ook en vooral teleurstelling én verdriet, door idealisme én mislukking, door menselijke relaties in het algemeen, maar ook het persoonlijke familieverleden én de verre historie van slavernij, zoals in ‘Het bezoek’ met zijn slotverzen: “het bloed dat een zusterschap terugeiste / die aanving / in het ruim van een slavenschip / heel lang geleden…”

Lees hier de recensie

Meer over ‘Een droom die ik heb’

«Vol melancholie maar geen moment larmoyant.» – Ezra de Haan

Opmaak 1Over ‘Een droom die ik heb’ van Nydia Ecury op Literatuurplein, 9 december 2013:
‘Herinnering’ was Ecurys lievelingsgedicht en dat verbaast mij niet. Het parlando tovert je een beeld voor dat lang op het netvlies blijft hangen. En voor wie het eiland kent zijn het in woorden gevangen herinneringen. (…) Interessant aan sommige gedichten is het zogenaamde gebruik van serial verbs, werkwoordsequenties, zoals in de gedichten ‘Een droom die ik heb’ en ‘Mijn liefde, een lint in de wind’. In het eerste gedicht tellen we zeventien werkwoorden in serie achter elkaar, in het tweede acht… Nydia Ecury had lessen in Papiaments van de grote dichter Pierre Lauffer gekregen en gezien de kwaliteit en originaliteit van de gedichten wist ze goed met die kennis om te gaan.

Lees hier de recensie

Meer over Nydia Ecury

«De biografie heeft diepgang, is uiterst evenwichtig en menselijk, met een degelijke en knappe onderbouwing.» – Margo Groenewoud

Over ‘Pierre Lauffer. Het bewogen leven van een bevlogen dichter’ van Bernadette Heiligers in Antilliaans Dagblad, 2 februari 2013:
Recensenten zijn het er unaniem over eens dat het resultaat succesvol is. (…) In het onderzoeks- en schrijfproces heeft Heiligers zware momenten meegemaakt, en veel, heel veel, door de kamer ‘geijsbeerd’. Er kwam veel op haar af dat haar verwonderde, verbaasde, wat ze niet kon plaatsen. Dat begon al aan het begin, toen iedereen die zij sprak Lauffer memoreerde als een djòli gai, een joviale vent, altijd leuk, attent, wars van conventies. Op grond van het werk van Lauffer kon dat voor Heiligers niet alles zijn, er moest een andere kant zitten aan wellicht de grootste dichter die ons taalgebied ooit heeft gekend. (…) ‘Ik heb regelmatig gewanhoopt door de complexiteit en de tegenstrijdigheden, maar op een gegeven moment zag ik de lijn.’

Lees hier het interview in Antilliaans Dagblad

Meer over deze biografie en Pierre Lauffer

«Sober en tegelijk krachtig is het taalgebruik.» – C.H. Gajadin

Over ‘Na final di kaminda’ van Pierre Lauffer voor NBD Biblion, 10-01-2013:
Deze gedichten gaan over het verlangen naar wat is geweest (…).. In de stilte van de velden hoort de dichter de hoorns zijn afscheid blazen. Indrukwekkende gedichten in een fraai verzorgde uitgave.

Lees hier de recensie

Meer over Pierre Lauffer

Pierre Lauffer – Na final di kaminda / Op het einde van de rit

PIERRE LAUFFER
Na final di kaminda [Aan het einde van de rit]

Poëzie, Curaçao
Gebonden, 68 blz., € 15,00
Imprint: Fundashon Pierre Lauffer
ISBN 978-99904-1-584-1

Ruim een jaar voor zijn dood in 1981 schreef de Curaçaose dichter Pierre Lauffer – over wie zojuist de prachtige biografie ‘Pierre Lauffer- Het bewogen leven van een bevlogen dichter’ door Bernadette Heiligers is verschenen – op 60-jarige leeftijd een laatste reeks van acht gedichten, waarin de dichter het einde voelt aankomen en hevig terugverlangt naar wat is geweest. Ze zijn nu door de ‘Fundashion Pierre Lauffer’ verzameld in één bundel in vijf talen: Papiaments, Nederlands, Engels, Spaans en Portugees, onder de titel Na final di kaminda (‘Aan het einde van de rit’). De vertalingen kwamen tot stand dankzij medewerking van Nydia Ecury, Paloma Herrewijn, Sidney Joubert, Walter Palm en August Willemsen.