I.M. Olga Orman

Olga Orman[Portret door fotograaf Nicolaas Porter met dank aan de Werkgroep Caraïbische Letteren.]

Op 7 maart 2021 is in Amsterdam de op Aruba geboren pedagoge en schrijfster Olga Orman (1943) op 77-jarige leeftijd overleden. Ze was lang actief in het onderwijs, zowel op Aruba en Curaçao als in Nederland op dat gebied publiceerde ze tal van boeken. Vanaf begin jaren tachtig publiceerde zij ook regelmatig gedichten in het Papiaments in tal van bloemlezingen en tijdschriften. Bij In de Knipscheer manifesteerde zij zich als dichter in 2011 in de door Fred de Haas samengestelde bloemlezing Wie ik ben / Ta ken mi ta op initiatief van de Antilliaanse schrijversgroep Simia Literario, van welke stichting zij ook jarenlang bestuurslid was. Pas in 2015 trad zij met een eigen bundel naar buiten: Cas di biento / Doorwaaiwoning, een door Fred de Haas in het Nederlands vertaalde bloemlezing uit haar verspreid gepubliceerde gedichten uit de periode 1981–2014 en ze oogstte daarmee lof en erkenning van onder anderen de Caribische literatuurkenner Wim Rutgers en de bekroonde Vlaamse dichter Stefaan van den Bremt. Het titelgedicht uit de bundel werd in 2018 door Klaas de Groot gebloemleesd in Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie.

Ik kies hier voor het slotgedicht:

Als een schelp

Ik lig
aan zee,
mijn mond halfopen,
voel hoe golfjes langs mijn lichaam lopen:
heen en weer, weer heen en weer,
ik wentel, kantel, draai en keer,
Ze kietelen me telkens weer.

Wat mij als uitgever vooral bij zal blijven is haar onvoorwaardelijke betrokkenheid bij de Antilliaanse letteren én bij deze uitgeverij: vanaf 2011 was zij trouw bezoeker van onze jaarlijkse Caraïbische boekpresentaties in Podium Mozaïek (waar zij in 2015 een van de optredende podiumgasten was) – en dat was negen jaar lang een weerzien dat telkens hartverwarmend was.

franc knipscheer, Haarlem

Meer over Olga Orman bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Grootste verzameling Nederlandstalige gedichten in het Indonesisch.»

Hagenaars1Albert Hagenaars en Siti Wahyuningsih

In de periode 2006-2008 nam de Indonesische dichter/vertaler Landung Simatupang beetje bij beetje en in nauwe samenspraak met Albert Hagenaars diens in 2003 in het Nederlands en Engels verschenen bundel ‘Tropendrift’ onder handen. In afwachting van een nieuwe boekuitgave zijn verzen uit deze vertaling in Bahasa Indonesia, soms samen met de Engelse omzetting van John Irons, al her en der verschenen.
De opgedane ervaringen leidden enkele jaren later tot het initiatief van Albert Hagenaars om samen met zijn echtgenote Siti Wahyuningsih zelf Indonesische vertalingen te gaan maken van Nederlandstalige poëzie en die via internet een zo groot mogelijk bereik te geven. Daartoe zetten zij de site Suara suara dari utara op, wat Stemmen uit het noorden betekent. Begin 2013 werd het voornemen besproken met de bevriende Amsterdamse auteur / programmamaker Ezra de Haan. Die reageerde zo enthousiast dat enkele weken later zijn gedicht ‘Wit paleis (Chefchaouen)’ onder de titel ‘Istana putih’ als eerste aflevering in de nieuwe vertaalrubriek verscheen. Ruim zeven jaar later, op 22 juni 2020, verscheen de 200e vertaling! Het gaat om ‘Wachter’ / ‘Penjaga’ van Wil van Til, behalve als dichter ook bekend als directeur van het momenteel in Nijmegen gevestigde Poëziecentrum Nederland. Met dit aantal is, voor zover bekend, de grootste, onder één noemer bijeengebrachte verzameling Nederlandse gedichten in het Indonesisch tot stand gekomen!
Lees hier verder
Meer over In de Knipscheer-auteurs in Indonesische vertaling

Kerst- en nieuwjaarswens Stefaan van den Bremt

RambremtAuteur Stefaan van den Bremt stuurde zijn relaties 16 december 2019 digitaal de boodschap ‘zalige kerst en veel geluk in 2020!’ en deed die wens vergezellen van, behalve het zelfportret ‘Rambremt’, het gedicht ‘De weg naar het kind’.
Klik hier voor het gedicht ‘De weg naar het kind’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Omgetoverd van Vlaming tot Zeeuw.» – Mario Molegraaf

VoorplatBlauwSlik-75Over Stefaan van den Bremt en ‘Blauw silk’ in PZC (Provinciaal Zeeuwse Courant), 17 en 21 augustus 2017:
Stefaan van den Bremt, de Vlaamse dichter die sinds 2011 te Koudekerke woont, maakte verre reizen, maar zijn verhalen komen toch vooral van dichtbij. Om te beginnen uit de plaats waar hij in 1941 werd geboren, Aalst, gelegen tussen Gent en Brussel, vlakbij stroomt de Schelde. Heel lang woonde hij in Vorst, onderdeel van Brussel, zelfs publiceerde hij een bundel ‘Lente in Vorst’. En vervolgens dus Zeeland, ‘land van aankomst’ noemde hij het in een recent gedicht. (…) Zeer Zeeuwse zinnen maar zonder plaatsnaam erbij, altijd jammer voor wie naar literaire locaties zoekt. De plaatsnamen ontbreken ook in ‘Postscriptum’ uit ‘Blauw slik’ (2013): ‘Een boek van stuifwater en schuim’. (…) Het veelzeggendst blijft ‘Land van aankomst’, geflankeerd door ‘Land van herkomst’. (…) Waar hoort hij het meeste thuis? Laten we in ieder geval instemmen met dichter en bespreker Piet Gerbrandy die in 1998 een mooi stuk over Van den Bremt besloot met de oproep: ‘Poëzielezers aller Nederlanden, verenigt u en sluit deze Vlaming in uw hart!’
Lees hier de bijdragen van Mario Molegraaf over Stefaan van den Bremt
Meer over ‘Blauw slik’
Meer over Stefaan van den Bremt op deze site

Kerst- en nieuwjaarswensen

nieuwjaarswens-2017-75Mooie kaarten, prachtige foto’s, lieve en krachtige woorden. De uitgeverij ontvangt er vele in grote dank, met de post en digitaal. We kunnen en mogen ze niet allemaal delen, maar enkele willen we u niet onthouden. Klik hier o.a. voor gedichten van Els de Groen, Stefaan van den Bremt, Aly Freije en Leonie Barnier.
Meer over Carel de Haseth op deze site
Meer over Els de Groen op deze site
Meer over Stefaan van den Bremt op deze site
Meer over Aly Freije op deze site

«Deze bundel moet men lezen en herlezen, een meesterlijk werkstuk.» – Richard Foqué

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt in De Auteur, 22 maart 2016:
Het lezen (…) wordt ruimschoots beloond door de krachtige verzen van een lyrische schoonheid en onthutsende beeldspraak. (…)Uit elk vers straalt de maitrise van een gerijpt dichter, een doorleefde kennis van de teksten, die aanleiding zijn en context vormen, maar die in elk gedicht getranscendeerd worden, waardoor een nieuw origineel werkstuk ontstaat. Van den Bremt hanteert geen gratuite stijlfiguren. Alles is afgemeten, weldoordacht met respect voor de refererende tekst. Zo ontstaat een eigen poëtica, een eigen idioom, die doorheen de bundel consequent wordt aangehouden. Het lange slotgedicht ‘Cantus firmus’ is de aangrijpende bekroning van het intertekstuele dichten van Van den Bremt. (…) Hier wordt opnieuw het engagement en afkeer voor onrecht van de dichter vertaald in een meeslepend en aangrijpend gedicht. Deze bundel moet men lezen en herlezen, een meesterlijk werkstuk.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Dankbaar grasduinen in grote variëteit aan poëzie.» – Albert Hagenaars

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt op Confetti, 27 december 2015:
Zoals zíjn traditie wil, offreert de dichter, vertaler en essayist Stefaan van den Bremt (1941, Aalst) weer een grote variëteit aan poëzie in slechts één bundel. (…) Het is niet alleen dankbaar grasduinen in dit boek maar ook hard werken. De dichter roept de lezer namelijk op om, door zo intensief mogelijk te lezen en mee te denken, van verkennen te komen tot (h)erkennen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hij weet zijn eigen stem tot klinken te brengen: cerebraal en lyrisch tegelijk.» – Johan Reijmerink

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang‘ van Stefaan van den Bremt op MeanderMagazine, 14 juli 2015:
Stefaan van den Bremt toont zich in zijn nieuwste bundel Kromzang een belezen dichter die niet geheimzinnig doet over de bronnen die hem inspireren, of dat nu een lied van Bertolt Brecht of een tekst van Octavio Paz is. Zijn oriëntatie reikt over verschillende taalgebieden en literaturen heen. (…) Hij weet zijn persoonlijke herinneringen en lees- en kijkervaringen in wetenschap, kunst en natuur op een heldere wijze onder de woorden te krijgen. Van den Bremt is een dichter die met zo min mogelijk woorden probeert de ongrijpbaarheid van een niet te beredeneren herinneren en weten te vangen. (…) In de derde afdeling ‘Oude liedjes zingen krom’ passeren soms pijnlijke jeugdherinneringen die zich niet laten uitwissen. De liedjes van Van den Bremt liegen er niet om. Ze getuigen van verlies, verdriet, hang naar een genegenheid met mensen die hij toentertijd niet kon omvatten en begrijpen. Nu hij verder op zijn levensweg gevorderd is, kan hij net als Kierkegaard de gebeurtenissen achterwaarts begrijpen. (…) Zijn intentie om structuur te geven aan zijn bundels ontneemt hem niet de kans om open te staan voor wat hem toevalt. De traditie houdt hij sterk in ere. Desondanks weet hij zijn eigen stem tot klinken te brengen: cerebraal en lyrisch tegelijk. Zijn taal is helder van zegging met soms verrassende beelden. Ik vond het een leerzame en aangename kennismaking met deze rijke poëzie.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van de Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

Presentatie van ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt in Gent

VoorplatKromzang75Op woensdag 17 juni vindt om 20.00 uur in het statige 18de-eeuwse pand van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent door mede-uitgever Uitgeverij P de ‘Vlaamse’ presentatie plaats van Kromzang, de nieuwe dichtbundel van Stefaan van den Bremt, alsmede van Tuin van de liefde, Getijdenboek, Van den Bremts (nieuwe) vertaling van Emile Verhaerens trilogie Les Heures.
Kromzang, een reeks waarin stemmen van andere dichters meeklinken, sluit bijna naadloos aan op de in 2013 verschenen essaybundel De oude wereld moe. ‘Oude liedjes zingen krom’ schrijft Stefaan van den Bremt naar aanleiding van ‘La chanson des vieux amants’ van Jacques Brel. Niet zonder zelfkritiek wordt elders teruggeblikt op de weg die door de dichter is afgelegd. Maar het geheel is ook een pleidooi voor ‘de kunst van het kijken’ en zet zich af tegen ‘het wegkijken van andermans lijden’. In het lange slotgedicht ‘Cantus firmus’ krijgt de veldtocht tegen de katharen in Zuidwest-Frankrijk een wrange actualiteit. Stefaan van den Bremt (1941) debuteerde als dichter in 1968 (bekroond met de prijs voor het beste literaire debuut) en publiceerde tot nog toe meer dan twintig eigen poëzietitels en tal van vertalingen uit het Frans, Spaans en Duits. Voor zijn vertaling van de monumentale roman Ségou / De aarden wallen ontving hij de Koopalbeurs voor letterkunde 1988. In Mexico werd hij in 2007 gelauwerd met de Internationale Poëzieprijs van Zacatecas. Stefaan van den Bremt is sinds 2000 lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
Locatie: Academiegebouw, KANTL, Koningstraat 18, B-9ooo Gent Folder kantl-conferenties 2015
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Stefaan van den Bremt geeft ‘dode’ dichters nieuwe gedichten.» – Ezra de Haan

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt op Literatuurplein, 11 juni 2015:
Sommige schrijvers ga je meer waarderen naarmate je meer van hen gelezen hebt. Stefaan van den Bremt is zo’n auteur. Hij werkt aan de vervolmaking van een oeuvre dat inmiddels imposant genoemd mag worden. Wie de sleutel op, een deel van, zijn werk zoekt moet De oude wereld moe (2013) gaan lezen. In deze kloeke essaybundel schrijft Van den Bremt o.a. over de dichters die hij vertaalde en daardoor van haver tot gort leerde kennen. (…) Interessant aan de werkwijze van deze veelkunner is de drie-eenheid van vertalen, essays schrijven en dichten. De liefde van Stefaan van den Bremt voor de auteurs die hij bewondert gaat ver, het dringt zelfs door tot in zijn eigen poëzie. De taal die hij zich eigen heeft weten te maken tijdens het maken van zijn vertalingen wordt hergebruikt, nu in eigen werk. (…) Van den Bremt weet je aan het lezen te zetten, hij maakt je attent op de auteurs die je lezen moet en helpt je daarbij. Hij is de perfecte docent die je nooit had. (…) Geïnspireerd door Verhaerens ‘chansons fous’ (gekkenliederen) schreef Van den Bremt het wonderbaarlijke Gekkenrouwlied. Juist in zo’n gedicht, dat een totaal andere taal vraagt dan de vaak aan Spaanstalige auteurs gewijde gedichten, komt de dichter/vertaler door de meesterproef. Hij wordt Emile Verhaeren in zijn laatste moment, met een dynamiek die bij hem past, maar die alleen Van den Bremt voor hem kon schrijven. (…) Eigenlijk vraagt ieder gedicht in Kromzang om nauwgezet lezen en herlezen. Wat op het eerste oog ‘kromzang’ lijkt, blijkt uiterst helder, zodra je je erin verdiept. Stefaan van den Bremt heeft in deze bundel ‘dode’ dichters nieuwe gedichten gegeven, echter zo eigen als hij maar kon.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer