«Wonderlijke samensmelting tussen autobiografie en roman met veel humor en lichtheid.» – Herman Veenhof

Over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ van Johnny Laporte in Nederlands Dagblad, 22 december 2023:

Op je 71ste debuteren met een soloalbum en een boek: de langspeelplaat That’s Me, en de roman Zwijgen Zweeg Gezwegen. Dat presteert Johnny Laporte. En natuurlijk zit daar een verhaal achter. Meerdere zelfs. Bij hem geldt: zwijgen is zilver, spreken is goud. (…) Dat boek is dik, bijna vijfhonderd bladzijden. Het is een gelaagd verhaal met als overkoepelend thema het zwijgen. Dat geldt voor de Indische Nederlanders van wie Laporte een telg is. Het geldt ook voor de maffiose wereld, waar het familieverhaal op uitloopt. De familie leefde in Medan, de hoofdstad van het eiland Sumatra. John werd daar in 1952 geboren. (…) Op zijn zesde verhuisde het gezin naar Nederland. (…) Het gezin was zwaar geteisterd. De oorlog, de jappenkampen, de bersiap (het geweld van revolutionaire jongeren tegen vooral Nederlanders en indo’s) en de politionele acties hadden voor een diep trauma gezorgd. (…) De Indische gezelligheid, met vooral veel muziek en altijd lekker eten, heeft een donkere kant: het totale zwijgen over trauma’s en taboes. (…) De Indisch-Nederlandse familie raakt verzeild in een Italiaans complot waarbij boeven en foute priesters een grote rol spelen. (…)  Maar in de wonderlijke samensmelting tussen autobiografie en roman zit ook veel humor en lichtheid. (…)
Ga voor het hele artikel naar website www.nd.nl en tik zoekwoord in.
Meer
Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een aangename verrassing tussen de usual suspects in thrillerland.» – Rob van Scheers

Over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ van Johnny Laporte in De Volkskrant, 16 december 2023:

In de schaduw van alle boekengeweld van Grote Namen (als Terry Hayes en Robert Galbraith) verscheen er zojuist ook een heuse surprise: ‘Zwijgen zweeg gezwegen’, het debuut van Johnny Laporte, In de muziekwereld staat Johnny Laporte (Medan, Sumatra; 1952) bekend als een indorocker van het eerste uur, de gitarist van de Oscar Benton Blues Band en Barrelhouse. Je verwacht het misschien niet een-twee-drie, maar Johnny Laporte blijkt ook heel aardig te kunnen schrijven. Ik althans werd door de toon en het timbre aangenaam verrast. In zijn als ‘een roman in drie delen’ aangekondigde uitgave volgen we de jonge hoofdpersoon Joachim Broekhuis, die samen met zijn Nederlandse moeder Anna halsoverkop hun rubberplantage in Sumatra heeft moeten verlaten. (…) Moeder, zoon en het kindermeisje Fietje komen uiteindelijk terecht in Wassenaar. Daar (…) worden op pagina 117 drie kisten met hun achtergebleven spullen uit Nederlands-Indië bezorgd. Anna ruikt onraad. En dat kan goed kloppen want in de kisten zitten onder meer een aantal onthoofde wajangpoppen. (…)  Goenagoena. In haar bijgeloof krijgt Anna prompt een visioen van een vrouwelijk skelet in een blauwe jurk en met zwarte lokken dat uit de geopende kist omhoogstijgt. ‘Een krijtwit gezicht, bijna lichtgevend… statig en ernstig, verdrietig tegelijk.’ En dat is nog maar het begin van alle onheil. Zo verschuift het verhaal – dat begon als een familiekroniek – richting een bovennatuurlijke thriller en onderhoudend is het ook. Ik zal niet zeggen dat we nu de nieuwe Louis Couperus hebben ontdekt, maar echo’s van ‘De stille kracht’ zijn hier toch luid en duidelijk hoorbaar. (…) Met zo veel blockbusters in de schappen van de gekende Grote Namen zal ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ de Bestseller 60 van de CPNB waarschijnlijk niet halen, maar een lekker obscuur cultproject blijft het.
Lees hier de recensie ‘Met Zwijgen zweeg gezwegen schreef debutant Johnny Laporte een lekkere cultthriller’
Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een Indische familiekroniek die overgaat in een Italiaanse maffiathriller.» – Peter Bruyn

Over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ van Johnny Laporte in Haarlems Dagblad, 15 november 2023:

(…) Johnny Laporte speelt inmiddels een halve eeuw ‘leadguitar’ bij Barrelhouse, misschien wel de beste bluesgroep van Nederland. (…) Daarnaast was hij nauw betrokken bij de comeback van Oscar Benton, de in 2020 overleden Haarlemse blueszanger. (…)  Daarna maakte Laporte tijd voor zijn bijna vijfhonderd bladzijden omvattende literaire debuut ’Zwijgen zweeg gezwegen’: (…) een labyrint aan verhaallijnen en intriges die naarmate het boek vordert steeds fantastischer worden. (…) John, in 1952 geboren in Medan op Sumatra, komt in 1958 met zijn ouders, broers en zus naar Haarlem-Noord, waar hij zijn jeugd doorbrengt. Vader overlijdt na twee jaar. Hij kan niet tegen het Nederlandse klimaat. Voor veel Indische Nederlanders die in de jaren veertig en vijftig naar Holland kwamen geldt dat ze hier een warme ontvangst verwachtten. Maar dat was zelden het geval. Dat gold ook voor mijn ouders. Ze hadden oorlog en geweld in Indië overleefd, waren getraumatiseerd, maar zwegen daarover. Praten over het verleden was taboe. Ze wilden zich zo snel mogelijk aanpassen. (…) Uiteraard spookt ook de ‘goena-goena’, de Indische magie, door het boek. ‘‘Mijn moeder wilde het daar nooit over hebben, maar mijn tante vertelde die verhalen graag. Ik smulde daarvan. Indonesië bestaat uit verhalen…”

Lees hier of hier verder
Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Gebalanceerd boek dat uitblinkt in de sobere maar zeer accurate beschrijvingen.» – Marjan Bex

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op De Leeswolf en MappaLibri, 2014, 2020:
Barney Agerbeek werd geboren in Surabaya, bracht er zijn eerste levensjaren door en keerde later terug naar zijn geboorteland om er enkele jaren als bankier te werken. Dit inspireerde hem tot verscheidene dichtbundels en één verhalenbundel (‘Schaduw van schijn’, 2013). Nu is er de roman ‘Njai Inem’. Het jonge Javaanse meisje Inem wordt omstreeks 1930 gedwongen op de plantages van Sumatra te werken als de persoonlijke bediende (‘njai’) van een Nederlandse opzichter. Op dat moment maakt Indonesië nog deel uit van de Nederlandse koloniën. Hoewel Inem naar de afgelegen gebieden gelokt was met de belofte contractarbeider te worden, dwingen de plaatselijke verantwoordelijken haar om in te trekken bij de Europese rubberplanter. In de praktijk betekent dat dat zij hem in alles van dienst moet zijn, en dat zij dus zijn geliefde moet worden. Barney Agerbeek geeft in zijn eerste roman beurtelings het woord aan de njai en de ‘toean’ en probeert zich in te leven in de eenzaamheid van beiden, en in het misbruik dat er jarenlang gemaakt werd van de inlanders. Het resultaat is gebalanceerd boek dat uitblinkt in de sobere maar zeer accurate en gedetailleerde beschrijvingen van de sfeer en het landschap van het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. (…) Deze zeer indringende roman is een boek dat je niet zomaar opzij legt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Prettig leesbaar, eenvoudig verteld verhaal over een belangrijke periode in de geschiedenis.» – Ko van Geemert

Opmaak 1Over ‘Het geheime wapen’ van Janny de Heer in Parbode nr. 169, mei 2020:
In ‘Het geheime wapen’, ondertitel ‘Hoe de liefde standhoudt in een gestoorde wereld’, vertelt Janny de Heer het levensverhaal van Cas Caupi uit Suriname en Elvira van Castel uit Nederland, (…) Cas komt bij het KNIL terecht. We schrijven de jaren dertig van de vorige eeuw. (…) Maar dan slaat het noodlot toe: in 1942 bezet Japan het land. Cas vlucht, maar wordt uiteindelijk gepakt en tewerkgesteld bij de aanleg van de Pakanboeroespoorweg op Sumatra. Elvira belandt met haar kinderen in een Japans interneringskamp. Na veel ontberingen halen ze heelhuids de vrede, 15 augustus 1945. Het gezin wordt herenigd en vestigt zich in Suriname. Janny de Heer is een onderhoudend vertelster en bedreven researchster. (…) Het is een prettig leesbaar, eenvoudig verteld verhaal over een belangrijke periode in de geschiedenis. (…)
Lees hier verder
Meer over ‘Het geheime wapen’
Meer over Janny de Heer bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Zelfs Amsterdam lijkt een exotisch oord als Peter Andriesse erover schrijft.» – Theo Jordaan

VoorplatClaireObscure-75Over ‘Claire Obscure’ van Peter Andriesse op Alles over boeken en schrijvers, 25 mei 2017:
Peter Andriesse is geen veelschrijver. Maar als hij publiceert, is het bijna altijd de moeite van het lezen waard. En ook met ‘Claire Obscure’ is het weer gelukt om een bundel met boeiende verhalen te schrijven. De broeierige, zinderende, soms ronduit gruwelijke verhalen, waarin het noodlot altijd op de achtergrond loert, schetsen het getourmenteerde bestaan van de man van middelbare leeftijd die niet wil erkennen dat de jaren van jeugd en onschuld voorbij zijn en hopeloos op zoek blijft naar de onbereikbare liefde. Alhoewel Peter Andriesse met enige regelmaat positieve recensies ontvangt voor zijn boeken en zijn verhalenbundel ‘Koude sambal’ zelfs behoorlijk goed verkocht is, verdient hij een groter lezerspubliek. De verhalenbundel van Peter Andriesse ‘Claire Obscure’ wordt gewaardeerd met +++ (zeer goed).
Lees hier de recensie
Meer over ‘Claire Obscure’
Meer over ‘Koude sambal’
Meer over Peter Andriesse bij Uitgeverij In de Knipscheer

Peter Andriesse – Claire Obscure. Verhalen

VoorplatClaireObscure-75Peter Andriesse
Claire Obscure
Verhalen van lust en verlangen

Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
142 blz., € 18,50
april 2017
ISBN 978 90 6265 959 3

In Claire Obscure schrijft Peter Andriesse trefzeker en met humor over stuklopende relaties of vergeefse verlangens. In het titelverhaal is de verteller wanhopig op zoek naar Claire, een volmaakte, helaas onbereikbare vrouw met bijna doorschijnend zwarte huid. Dat hij tijdens die zoektocht tegen een andere mooie donkere dame aanloopt mag geen verrassing heten. We lezen over een zinderende ervaring met een ‘donkere prinses met de schoonheid van het nog net niet volgroeide’ bij het haventje van Prapat, maar ook over de perfecte borsten van Florentien in het Amstel Hotel.
In een ander verhaal is de verteller – na wekenlang op Sumatra naar onbereikbare, gesluierde exotische meisjes te hebben gekeken – rijp voor een roekeloze stap. Tijdens zijn terugvlucht maakt hij een tussenstop te Bangkok. In gedachten ziet hij zichzelf al met een Thaise schone aan zijn arm naar huis vliegen. Het seksparadijs blijkt zijn naam eer aan te doen, maar alle aanbiedingen van aantrekkelijke dames ten spijt, verkiest hij uiteindelijk een ietwat timide barmeisje. Eenmaal in de hotelkamer laat ze een heel andere kant van zichzelf zien. En er volgen nog vele nachten vol acrobatische toeren.
En zo stapelt het ene avontuur zich op het andere. De ene keer met Leone, de studievriendin van zijn dochter die hij overigens met haar moet delen… De andere keer met een zwanger Maleisisch meisje te Penang. De onverwachte wendingen van de verhalen en de vlotte stijl van Peter Andriesse mogen in ieder opzicht bevredigend genoemd worden.

‘De verbluffende terugkeer van Peter Andriesse,’ schreef Ton van der Molen over de roman De rode kimono, die na bijna 20 jaar publicatiestilte in 2014 uitkwam. Wel schreef hij in die jaren veelal ‘erotische’ verhalen, waarvan enkele werden gepubliceerd in Avenue, Playboy, Penthouse en De Tweede Ronde. Peter Andriesse is onder meer de schrijver van de succesvolle pastiche op een doktersroman Zuster Belinda en het geheime leven van Dokter Dushkind en van de veelgeprezen verhalen over zijn Indische jeugd Koude Sambal, die bij Rudy Kousbroek een ‘schok der herkenning’ teweegbrachten.

Meer over ‘De rode kimono’
Meer over ‘Koude sambal’

Peter Andriesse – Koude Sambal. Indische jeugdverhalen

Opmaak 1Peter Andriesse
Koude Sambal
Indische jeugdverhalen

Indonesië / Nederland
Paperback met flappen, 194 blz., € 17,50
Zesde, vermeerderde druk 2015
ISBN 978-90-6265-904-3

Koude Sambal bundelt de herinneringen van Peter Andriesse aan zijn jongensjaren in Indonesië in de jaren vijftig. In de korte stukjes komen vooral de belevenissen van de auteur en zijn oudere broer op het internaat tot leven, evenals de grote en kleine problemen van jongens die in een vreemd land, aanvankelijk wat onwennig en zonder veel contact met thuis, hun plaats tussen leeftijdgenoten moeten zien te vinden. De sfeer van het Indische leven is voortreffelijk weergegeven evenals de reacties van de jongen op het zeer Hollandse leven bij oom en tante, als hij alleen is teruggekeerd in zijn vaderland. Deze Indische jeugdverhalen zijn vooral gesitueerd op Sumatra’s oostkust in de periode 1951-1954.
Peter Andriesse schreef speciaal voor deze heruitgave (6de druk) het verhaal ‘Kleine topografie, prille liefde’ dat in deze vorm voor het eerst aan Koude Sambal is toegevoegd.

‘Sinds ik op Java ben geweest verzamel ik zulke heden ten dage veelvuldig herdrukte boekjes als die van Justus van Maurik, Victor Ido, Louis Couperus en dergelijke tempo doeloe literatuur. Uw Koude Sambal die u mij stuurde heb ik met veel genoegen daarbij gezet en met evenveel genoegen gelezen, of eigenlijk meer genoegen, want het is ten slotte moderner.’ – W.F. Hermans

‘Ik vind de verhalen stuk voor stuk meesterwerkjes.’ – Hans Vervoort

Koude Sambal heeft mij een paar verrassingen bereid die me zullen heugen.’- Rudy Kousbroek

Peter Andriese (1941) heeft een 15-tal verhalenbundels, novellen en romans op zijn naam staan. De jury van de Reina Prinsen Geerligsprijs gaf hem in 1965, vier jaar vóór de publicatie van zijn debuutbundel Verboden te jodelen, al een eervolle vermelding voor de verhalen die hij in literaire tijdschriften had gepubliceerd. Andriesse was medewerker van Propria Cures van 1969 tot 1979. In 2014 maakte hij als schrijver een verrassende comeback met de alom geprezen roman De rode kimono.
Meer over ‘Koude Sambal’
Meer over Peter Andriesse bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het voordeel van een late roeping als auteur is de rijpheid en wijsheid van een volledig leven.» – Albert Hagenaars

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op ‘De verborgen hoek’, 27 februari 2015:
Agerbeeks belang als romancier schuilt behalve in zijn vermogen om technisch verfijnd en geloofwaardig te schrijven ook in zijn gedrevenheid om waarden door te geven, begrip te vergroten tussen culturen in het algemeen en de verstrengelde in hemzelf in het bijzonder. ‘Njai Inem’ verrijkt de lezer zowel historisch als actueel want het gaat niet alleen om koloniale misstanden maar ook, nogmaals, om de nog steeds groeiende mensenhandel, die we elke dag in de vorm van overvolle wrakke boten en benauwde confectiebarakken op onze schermen zien. En al komen nogal wat van zijn zinnen elegant, zelfs ronduit esthetisch over; hun taalspel is nooit vrijblijvend, het roept altijd op tot morele waakzaamheid, die van onszelf in een wereld die heel wat meer bedreigingen kent dan vulkanen en aardbevingen. Niet voor niets luidt de tot meerdere eindes leidende slotzin van deze gedurfde en geslaagde roman: “Ik voel me hopeloos ver verwijderd van allen die ik liefheb en telkens stel ik dezelfde vragen, tot er één overblijft: Mag ik nog hoop hebben?” Agerbeek hoeft deze vraag in elk geval niet meer te stellen over de mogelijkheden van zijn schrijverschap. Zoals zijn eerste verhalenbundel al een schot in de roos was, toont zijn eerste roman dat het voordeel van een late roeping als auteur de rijpheid en wijsheid van een volledig leven is, in Agerbeeks geval: van een bijna zeventigjarig bestaan dat in binnen- en buitenland, in westerse en niet-westerse beschavingen (de schrijver bezocht veel landen) werd beproefd, geschuurd en gepolijst. Nooit echter zal deze auteur zich laten voorstaan op glans en afronding want in zijn denkwereld gisten kiemen in alle denkbare eindes.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’

«Een verhaal waar je koud van wordt.» – Ezra de Haan

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op Literatuurplein, 8 januari 2015:
Als in een film trekken de ervaringen van de drie jonge contractarbeiders aan ons voorbij. Wat ze voelen komen we via Inem te weten. In deel vier komt daar een interessante component bij: het denken van de planter waarbij Inem terecht is gekomen en aan wiens wensen ze moet voldoen. Zonder van deze man een karikatuur te maken, wat overigens al te makkelijk was geweest, beschrijft Agerbeek niet alleen de dilemma’s waar hij voor komt te staan maar ook zijn gevoelens daarbij. Juist daardoor wordt het een mens van vlees en bloed. Natuurlijk maakt hij wreed misbruik van de situatie van meisjes als Inem, dat staat buiten kijf. En ook de wijze van handelen op de plantage is hard… maar regelmatig rechtvaardiger dan je zou verwachten. Net zoals je verbaasd bent over het geduld dat hij met zijn njai heeft en de privileges die hij haar geeft. Juist door dat ‘grijs’ te tonen stijgt het verhaal boven het zoveelste boek over ‘ons Indië’ uit. Eigenlijk toont een roman als die van Barney Agerbeek aan dat grote romans als Heren van de thee van Hella S. Haasse langzaam maar zeker uit de tijd raken. Er valt immers over die periode ook een ander verhaal dan dat van de planters alleen te vertellen. ‘Njai Inem’ is daar een goed voorbeeld van.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer