Janny de Heer – Gentleman in slavernij

JANNY DE HEER
Gentleman in slavernij

Roman
Nederland / Suriname
Genaaid gebrocheerd met flappen, 336 blz., € 24,50
ISBN 978-90-6265-832-9
september 2013

Janny de Heer debuteerde in 1999 met Landskinderen van Curaçao. In Suriname verrichtte zij uitgebreid historisch onderzoek voor het schrijven van Gentleman in slavernij, een roman over een Duitse immigrant in het 19de eeuwse Suriname.

Een jongeman uit een welgestelde Duitse familie, Johann Dieterich Horst, zoekt in 1827 zijn geluk in Suriname. In de loop der jaren klimt hij op van ‘blankofficier’, directeur tot administrateur op diverse plantages. Als hij zeker weet dat hij in Suriname wil blijven, koopt hij zelf plantages. In een maatschappij waar slavernij een gegeven is zou hij de slaven het liefst willen behandelen zoals hij vroeger thuis op het landgoed van zijn vader geleerd heeft met het personeel om te gaan. Hij is begaan met de slaven, en vanaf het begin voelt hij zich vooral betrokken bij het lot van Candasie en haar kinderen, al is hij niet altijd in staat de slavin te beschermen.

Horst leeft in twee werelden. De sympathie en vriendschap die hij voor Candasie voelt, mondt op een avond uit in meer. Dezelfde avond slaat het wantrouwen echter bij hem toe en dat verdrijft de liefde waar hij even daarvoor nog zo zeker van was. Afrika, een slavin, is weggelopen en Candasie zou haar geholpen hebben. Horst weigert die beschuldigingen te geloven totdat hij het haar rechtstreeks vraagt en hij in haar ogen een bekentenis meent te zien. Pas een jaar later hoort hij dat zijn zoon in slavernij is geboren en hij koopt het kind vrij zodra hij kan.

Gentleman in slavernij is een meeslepende geschiedenis over het koloniale Suriname in de 19de eeuw, een tijd van grote veranderingen in de verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen. Meeslepend omdat de roman vertelt over hoe het dagelijks leven op en om de plantages werkelijk was. Janny de Heer ontraadselt daarbij knap de familiegeheimen die rond Johann Dieterich Horst zijn ontstaan tot aan zijn dood op 72-jarige leeftijd op een wel heel dramatisch moment.

Nieuwe cd van Raj Mohan (* * * * * in dagblad Trouw)

MohanDuiMutthiDui Mutthi (Pan Records, 2013) is na Kantráki en Daayra Raj Mohans derde cd met liederen in zijn moedertaal, het Sarnámi-Bhojpuri. Het album (EP) bevat vier songs over de migratiegeschiedenis van India naar Suriname en verscheen ter gelegenheid van 140 jaar Hindostaanse immigratie. Speciaal voor deze cd-productie werd Mohans vaste groep muzikanten uitgebreid met een strijkkwartet, het Zapp4 String Quartet.

De eerste Hindoestaanse contractarbeiders kwamen met de boot uit Brits-Indië aan in Suriname op 5 juni 1873. Deze datum, Immigratiedag, wordt nog steeds jaarlijks door de Hindoestanen gevierd in Suriname en in Nederland. Het transport van Indiase arbeiders naar Suriname geschiedde op basis van een lening (schuldbekentenis voor de overtocht, accommodatie, voedsel en daarom ook wel ‘schuldslavernij’ genoemd). Arbeiders werden gecontracteerd voor een termijn van 5 jaar en konden na het verstrijken van deze termijn terugkeren naar India of in Suriname blijven alwaar ze dan een eigen stukje grond kregen toegewezen. De verscheping van in totaal 35.000 Hindoestaanse contractarbeiders vanuit Brits-Indië naar Suriname duurde van 1873 tot 1916. Ongeveer een derde van hen keerde na voltooiing van het contract terug naar hun vaderland. De overigen bleven in Suriname en vandaag de dag woont de helft van hun afstammelingen in Nederland.
De titelsong Dui mutthi (‘Twee vuisten’) gaat over hun reis van India naar Suriname, de misleiding, de hoop, het onrecht, hun leed en hun teleurstelling. De Nederlandse tekst van dit nummer vindt u bij de videoclip Het vierde nummer van de cd (I des ham chun leli / This land I have chosen) is een vertaling door Raj Mohan in het Sarnámi van het gedicht ‘Suriname’, oorspronkelijk geschreven in het Nederlands door de bekroonde Surinaamse dichter Shrinivási:

Dit land
heb ik gekozen
hier geplant
in het getij van
de dagen en nachten
mijn leven,
bij de schrokkige zee
die het strand
van mijn hart
aanvreet en
stuk slaat
op gezette tijden,
maar in een vergevingsgebaar
legt tussen de wortels
van wanhoop
kust voor de latere geslachten.

Meer over Dui Mutthi

Meer over Raj Mohan bij In de Knipscheer

Meer over Shrinivási bij In de Knipscheer

‘Ton Beau Capitaine’ van Simone Schwarz-Bart (Guadeloupe) wordt opgevoerd in Suriname.

SimoneSchwarz-BartOpvoering van het literair toneelstuk Ton Beau Capitaine: pièce en un acte et quatre tableaux ( Seuil, 1987), in het Nederlands vertaald met Jouw Mooie Kapitein, in Suriname op donderdag 25 juli, vrijdag 26 juli of zaterdag 27 juli 2013 om 19.30 uur in Theater Unique.

Het Caribisch gebied heeft een rijke vertel- en literaire traditie en kent een groot aantal literaire prijswinnaars, waaronder Nobelprijzen. Veel voorkomende thema’s in de Caribische literatuur zijn het ver van huis wonen en werken van kostwinners en ook hoe mensen en hun families zich ver van hun geliefden handhaven. Dit theaterstuk vertelt van een Haïtiaanse man die als landarbeider op het eiland Guadeloupe werkt om er de kost te verdienen. Hij communiceert met zijn geliefde echtgenote in Haïti via cassettebandjes. De vrouw horen we wel in de opvoering, maar we zien haar niet. Het theaterstuk verscheen voor het eerst officieel in Nederlandse vertaling in 1996 bij Uitgeverij In de Knipscheer onder de titel ‘Je knappe kapitein’.

Lees meer over deze theateropvoering.

Zie hier voor de boekuitgave

«Een prachtige documentaire over Edgar Cairo van Cindy Kerseborn.» – Harriet Duurvoort

Over Edgar Cairo: ‘Ik ga dood om jullie hoofd’ van Cindy Kerseborn in De Volkskrant, 15 juli 2013:
Het Caribisch gebied bracht complexe culturen voort, met een sterke etnische traditie maar ook het verlangen zo blank westers mogelijk willen zijn. Een cultureel minderwaardigheidscomplex dat ontkend wordt maar intussen diep inwerkt op het wezen van elk individu. De meest geslaagde kolonisatie: die van de ziel. Geen racisme van buitenaf kan je zo met de grond gelijk maken als je eigen overtuiging dat je niks waard bent. (…) In een prachtige documentaire over Cairo van Cindy Kerseborn, vertelt Adriaan van Dis dat zijn werk voor hem refereert aan een meer universele ervaring; die van zoveel volken die zich proberen te ontworstelen aan hun geschiedenis van uitbuiting en knechtschap. En in al hun zelftwijfel en minderwaardigheidsgevoelens eigenlijk de mensheid willen tonen dat ze ook wat te bieden hebben.

Lees hier de column

Meer over deze documentaire

Meer over Edgar Cairo bij In de Knipscheer

«Els Langenfeld maakt iets van dat gemis goed met Porto Marie.» – John Jansen van Galen

Over ‘Porto Marie. 1738- 1795- 1888’ van Els Langenfeld in Het Parool, 20 juni 2013:
Slavernij is een schaars thema in de Nederlandse literatuur, een klassieke roman als ‘De negerhut van Oom Tom’ kent ons taalgebied niet. Els Langenfeld maakt iets van dat gemis goed met ‘Porto Marie’, geen roman, maar een bundeling van drie novellen die zich afspelen in respectievelijk 1738, 1795 en 1888. Het tweede deel is met 150 pagina’s bijna een roman op zich en gaat over de legendarische opstand van Curaçaose slaven onder leiding van Tula. Scherp brengt Langenfeld de dilemma’s van de opstandelingen in beeld. Haar vertelling heeft een sterk plot. (…) De derde novelle geeft een levendig beeld van het armzalige leven op het eiland een kwart eeuw na de afschaffing van de slavernij, toen het er voor hen niet beter op werd.

Lees hier de recensie

Meer over Porto Marie

«Uit angst voor opstanden werden de slaven in Suriname veel meer onderdrukt dan op Curaçao.» – Jeannette van Ditzhuijzen

Over ‘Porto Marie’ van Els Langenfeld in Trouw, 29 april 2013:
Op Curaçao werd de slavernij 150 jaar geleden afgeschaft. Over het dagelijks leven van slaven en vrije lieden schreef Els Langenfeld drie novelles: ‘Porto Marie 1738 – 1795 – 1888’. Ze benadrukt herhaaldelijk dat haar boek ‘Porto Marie’ geen boek is over slavernij. “Ik wil met de verhalen een beeld geven van een maatschappij, die ingewikkelder is dan men denkt. Ik ben geïnteresseerd in die groep die altijd is vergeten. Met ‘Porto Marie’ probeer ik die gewone man – de middenklasse en de slaven – een gezicht te geven. Ik wil er individuen van maken, met menselijke eigenschappen, en niet schrijven over ‘de’ slaven als groep; zonder gezicht.”

Lees hier het interview

Meer over Porto Marie

«De weg die Shrini’s poëzie moet afleggen om het open hart te raken is kort.» – Marieke Visser

Over ‘Hecht en Sterk’ van Shrinivási in EFM Magazine (Suriname), april 2013:
De woorden van Shrinivási hebben mij vaak begeleid op mijn levensreis. Op momenten van grote vreugde gaven zijn dichtregels precies weer hoe ontroerd ik was, maar ook wanneer de dagen zo donker schenen wist Shrinivási mij een bemoedigende hand te reiken.

Lees hier de recensie

Meer over Hecht en Sterk

Memo Slavernij op 24 april in Haarlem.

Op 1 juli 2013 is het 150 jaar geleden dat de slavernij in onze vroegere koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen werd afgeschaft. Schrijvers en filmers houden in hun werk de herinnering van het slavernijverleden levend en dragen bij aan kennis over en het bewustzijn van het slavernijverleden. Gasten zijn Janny de Heer, Fred de Haas, Ezra de Haan en Noëlle Beerepoot.
Janny de Heer debuteerde in 1999 met Landskinderen van Curaçao. Sinds 2010 werkt zij aan de historische roman Gentleman in slavernij, over een Duitse immigrant in het 19de eeuwse Suriname, die in 2013 zal verschijnen.
Fred de Haas is muzikant, vertaler en essayist. Hij houdt aan de hand van een een PowerPoint-presentatie een verhandeling over de slavernijgeschiedenis waarin Portugal en Nederland een uitgebreide rol spelen en in samenhang daarmee over onderdrukking van het Papiaments.
Ezra de Haan is schrijver en criticus. In de laatste hoedanigheid schrijft hij met grote regelmaat over de literatuur van de voormalige Nederlandse koloniën. Najaar 2010 was hij gastdocent aan de Schrijversvakschool in Paramaribo. Najaar 2013 verschijnt van zijn hand een essayboek over zijn ontmoetingen met de Surinaamse dichter Michaël Slory. In ‘Memo Slavernij’ vertelt hij over drie historische novellen van Els Langenfeld waarin het dagelijks leven (spelend in 1738, 1795 en 1888) op en rond de Curaçaose plantage Porto Marie wordt geschetst, die in september 2013 verschijnen.
Het project ‘Haarlemse herinneringen aan het slavernijverleden’ gaat 17 augustus 2013 (herdenking Tula opstand) van start met de opening van de tentoonstelling, tot begin oktober te zien in Noord-Hollands Archief en bij de ingangen van de musea Teylers en Frans Hals.
Noëlle Beerepoot van Bureau Discriminatiezaken Kennemerland vertelt over wat het project behelst en laat een voorproefje zien.
Voorts aandacht voor het zojuist verschenen Porto Marie (1738 – 1795 – 1888) van Els Langenfeld en de eerder verschenen novelle Slaaf en meester van Carel de Haseth.

Presentatie Franc Knipscheer. Letterij wordt gemaakt door Uitgeverij In de Knipscheer voor de Pletterij.

Klik hier voor Porto Marie

Klik hier voor Slaaf en meester

Klik hier voor Gentleman in slavernij

«Er is veel meer en zoveel schoons in ‘Hecht en Sterk’.» – Jeroen Heuvel

Over ‘Hecht en Sterk’ van Shrinivási in Antilliaans Dagblad, 23 maart 2013:
‘Het is goed eenzaam te zijn’, zo begint het motto van de meest recente dichtbundel van Shrinivási. Is dat zo, vraag ik me af, de mens is toch een sociaal wezen? Maar het motto gaat verder. ‘Het is goed eenzaam te zijn want de eenzame geeft acht op de stilte.’ Inderdaad, besef ik. De dichter gebruikt de stilte om dichter tot de essentie van het leven te komen. De dichter geeft zichzelf een andere naam dan zijn geboortenaam, een identiteit die niet is terug te vinden in een burgerregister, een identiteit die niet sterft als de schepper van dat pseudoniem gaat hemelen. Shrinivási is de auteursnaam van Martinus Lutchman en betekent ‘van Suriname een nobele bewoner’.

Lees hier en hier de recensie

De recensie is ook gepubliceerd op Caraïbisch Uitzicht

Meer over deze bundel

«We zouden Shrinivási de dichter van de illuminatie kunnen noemen.» – Brede Kristensen

Over ‘Hecht en Sterk’ van Shrinivási in Ñapa/Amigoe, 2 maart 2013:
Uniek kenmerk van Shrinivási trouwens, al die talen vervlochten met elkaar, zonder dat het storend is. De ontmoeting tussen mensen en talen gaat hand in hand. Niemand hoeft zijn taal ontrouw te worden. Onze werkelijkheid is meertalig. (…) Met het klimmen der jaren is zijn poëzie aan eenvoud gaan winnen. Het komt mij voor dat deze late gedichten, zoals nu gebundeld, tevens zijn meest fascinerende zijn. Waarom? Wanneer het vele overbodige is opgeruimd, ligt de weg tot de kern en daarmee tot inzicht open.

Lees hier de recensie of in Ñapa/Amigoe

Meer over deze bundel