«Met slechts twee zinnen zet hij pracht, energie en idee neer.» – Mark Weenink

Over ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ van Michaël Slory op La Chispa, 27 feburari 2022:
Wat is poëzie? In het geval van de Surinaamse dichter Michaël Slory (1935-2018) is dat absolute taal. Daarmee bedoel ik dat de verhouding van kunstenaar tot zijn creatie volstrekt logisch is en schoonheid heeft, ook al vat je het niet per se meteen. ‘Ik vul mezelf in’, aldus Slory in de bloemlezing ‘Torent een man hoog met zijn poëzie.’ (…) Slory verwerkt de liefde voor natuur, taal en mensen om hem heen in zijn hoofd en laat die uit zijn pen vloeien als krachtige gedichten. Het titelgedicht van de bundel staat als een huis. Met slechts twee zinnen zet hij pracht, energie en idee neer. (…) Als Slory over de natuur schrijft, voelt de lezer ook het genot van buiten zijn: “waaiers van palmen, waaiers van zinswendingen, waaiers van stiltes”. In de gedichten horen we een stem vertellen over het leven en het omringende natuurschoon. Een bloem, een honingbij, grashalm, kikkers, krekels, platanen schieten voorbij in ‘Kwakende kikkers in schemerdonker’ en ‘Waaiers in een weiland’. Je zintuigen worden geprikkeld. (…) De schoonheid van de natuur ziet Slory vaak weerspiegeld in de liefde. De aantrekkelijkheid van de vrouw en de liefde voor haar bezingen, dat doet hij met gedichten als ‘A lobi uma/De geliefde’, ‘Clarissa’, ‘Gerda Havertong’ en ‘De dichter en zijn beminde’. (…) De dunne bundel heeft een leeslint. Handig, want je moet het niet in een keer uitlezen, maar gedoseerd. Trakteer jezelf af en toe op een gedicht en laat het op je inwerken, dat is het recept.
La Chispa is een journalistiek platform over Latijns Amerika.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer recensie op La Chispa over titels van Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht van Michaël Slory [4]

In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (19 december 2021) is het de geboortedag van onder anderen Maurice Roelants, Hanny Michaelis, H.J. de Roy van Zuydewijn en Dorette van Kalmthout. En het is de sterfdag van Juliaan Haest, Hans Warren, Jules Deelder en Michaël Slory (1935-2018). Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til voor een gedicht van Dorette van Kalmthout; uitgeverij In de Knipscheer kiest voor het gedicht ‘Waaiers in een weiland’ van Michaël Slory uit zijn bij deze uitgeverij verschenen bundel ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ uit 2012.

Waaiers in een weiland

Waaiers
van palmen
boven de grassen.
Waaiers
van zinswendingen
boven de plassen.
Waaiers
van stiltes
achter mijn tred.
Waaiers
die schaduwen
wegwassen.
Waaiers.

Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht van Michaël Slory [3]

In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (4 augustus 2021) is het onder andere de geboortedag van Rutger Kopland (1934-2012), Michael Slory (1935-2018), Bert Scheuter (1954) en Heidi Koren (1975) en het is de sterfdag van Ubbo-Derk Hakholt (1921-2005) en Edithe de Clercq Zubli (1937-2008). Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til in zijn Facebookbericht voor een gedicht van Edithe de Clercq Zubli ; uitgeverij In de Knipscheer kiest voor het gedicht ‘De haastige vlucht van een reiger’ van Michaël Slory uit zijn bij deze uitgeverij verschenen bundel ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ uit 2012. Dit gedicht werd ook geselecteerd door Klaas de Groot in zijn bloemlezing ‘Grenzenloos; 40 jaar Knipscheer Poëzie’ (2018).

De haastige vlucht van een reiger

Verhief de reiger zich
vluchtend van de oever,
ik schrok.
Het water was nog spiegelglad
tussen het hoge gras.
Een vijver bijna
maar dan in het wilde,
in bos,
tussen bosschage
verborgen voor het oog.

‘Wat doe jij hier?’
scheen de stilte mij te vragen.

Het ruisen van de wind
door het groen hield aan.

‘Wat doe jij hier?’

‘Oh ik ben een mens
op zoek naar avontuur
tussen de bomen en de sloten
en de plassen
zoals nu mij hier overkomen is.’

Een reiger
die zijn maal nam
maar die rap moest vluchten,
kwaad om zoiets
dat hem tóch overkwam.
En ik vol schrik,
ik moet zijn woede duchten,
nu ik hem zo brutaal
zijn maal ontnam.

Meer over Michaël Slory op deze site

In de Knipscheer gezien bij Index Books in Leiden

IMG_9457Index Books zet twee dichtbundels van In de Knipscheer prominent te kijk, 17 april, 2019:
‘Bij de eerste tafel meteen raak!’ mailt Brigitte Spiegeler de uitgeverij toen zij Index Books in Leiden binnenwandelde. De onlangs overleden auteurs Michaël Slory en Shrinivási, beiden behorend tot de grootste dichters van Suriname, staan er gebroederlijk naast elkaar. Index Books: ‘we willen een plek maken waar je kan vinden wat je zoekt, maar ook verrast kan worden door wat je nog niet wist dat er was. Een platform voor poëzie uit alle windstreken en van alle tijden. Een plek voor schoonheid.’
Meer over Index Books
Meer over Michaël Slory
Meer over Shrinivási
Meer over Brigitte Spiegeler

«Het volk moest zijn zanger blijven horen en zien.» – Michiel van Kempen

Slory-Krzyzanowski-75 ( foto Michel Szulc Krzyzanowski )

Over Michaël Slory (1935-2018) in De Groene Amsterdammer, 9 januari 2019:
Michael Slory was er ten diepste van overtuigd dat hij ‘werkte voor Suriname’. Dat engagement leidde bij hem tot poëzie van een profetische gloed, maar even zo vaak ook van een intimistische detaillering. (…) Politiek was hij met de bewegingen van de tijd mee gegaan. In zijn jonge jaren was er het communisme en het meeleven met ontwakend Afrika, samenkomend in zijn door Theun de Vries ingeleide debuutbundel Sarka/Bittere strijd in 1961.Vervolgens speelde hij een grote rol in de nationalistische generatie die Suriname naar de onafhankelijkheid van 1975 droeg – soms publiceerde hij wel drie bundels in een jaar tijd. De meeste Surinaamse dichters lieten ná 1975 niet meer van zich horen, maar Slory ging door en bleef dapper zijn boekjes op straat verkopen, vaak in oplagen van tweeduizend. Het volk moest zijn zanger blijven horen en zien. Hij juichte de militairen toe, toen die aan het corrupte Suriname een eind zeiden te willen maken met hun coup van 1980. Maar na de decembermoorden twee jaar later zag hij hoe Suriname verraden werd door zijn eigen mensen. Hij had het volk zijn eigen cultuur willen teruggeven met poëzie in het Sranantongo, maar wendde zich teleurgesteld tot de taal van de voormalige overheerser: het Nederlands en de taal van Latijns-Amerika: het Spaans. En het wonderbaarlijke was dat hij zijn geheel eigen stem bleef behouden in elke taal. (…) Hij zou Paramaribo nooit meer verlaten sinds hij er in 1970 was teruggekeerd na zijn studie Spaans in Amsterdam. (…)
Lees hier het artikel
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Michaël Slory bij In de Knipscheer

36114324_2010328522614938_8427580670682857472_n
24-06-2018

In alle overzichten van de Surinaamse letteren komt zijn naam voor. Zeven literaire onderscheidingen kreeg hij, waaronder de Literatuurprijs van Suriname. De sterkste keuze uit het omvangrijke en veelzijdige oeuvre van Michaël Slory (1935), een van Surinames grootste dichters, is gebloemleesd in drie verzamelbundels. ‘Ik zal zingen om de zon te laten opkomen’ (1991) bevat een selectie uit zijn ruim twintig bundels die Slory publiceerde in de eerste dertig jaar van zijn dichterschap. De sociale en politieke actualiteit, in Suriname en daarbuiten (Afrika, Viëtnam), de natuur en de schoonheid van de zwarte vrouw zijn steeds terugkerende thema’s in deze gedichten.

In ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ (2012) is een ruime keuze opgenomen van vooral zijn Nederlandstalige werk dat hij met name sinds 1995 heeft geschreven. Deze gedichten kenmerken zich door een veel persoonlijker thematiek. «Dichters als Michaël Slory leven om te dichten. Eigenlijk is de man niets anders dan poëzie. De twee bloemlezingen vormen een ode aan de liefde en Suriname en behoren tot de beste poëzie die in Zuid-Amerika is geschreven.» – Ezra de Haan op Literatuurplein

In het jaar dat Slory in Suriname aan de bundel ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ werkte, sprak radioprogrammamaakster Rogeria Burgers uitgebreid met Michaël Slory aan De Waterkant, de straat in Paramaribo langs de Surinamerivier. Het werd een fascinerend gesprek waarin Slory ‘niet boos maar ontgoocheld’ honderduit vertelt over wat hem in zijn lange dichtersleven geraakt heeft en hem tot op de dag vandaag bezighoudt. Aan de cd ‘Aan De Waterkant’ (2013) is een geïllustreerde booklet toegevoegd waarin Michiel van Kempen, bezorger van de bloemlezingen ‘Ik zal zingen om de zon te laten opkomen’, ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ en ‘Alsof men alles loslaat’ Michaël Slory portretteert. «Het blijft boeiend om naar Slory te luisteren, vanwege zijn poëtische toon, de voordrachten en de muziekfragmenten van Ronald Snijders. Slory’s verstrooidheid ontroert en zorgt regelmatig voor een lach. Al met al een pijnlijk relaas van de dichter des vaderlands, wiens naam vele malen groter is dan de waardering die hij ervaart en die gewild had dat zijn liefdespoëzie meer praktijk was.» – Iwan Brave in De Ware Tijd Kunst & Cultuur

«‘Zoeken naar Slory’ van E. de Haan (2014) is een lyrische documentaire waar een publiek van kan genieten dat veel breder is dan alleen de literaire fijnproevers.» – Albert Hagenaars op De Verborgen Hoek. «Als een echte Stanley is De Haan op zoek naar zijn Livingstone, de dichter Slory. Vlak voor zijn terugkeer naar Nederland ontmoet De Haan zijn idool dan toch op het terras van een restaurant. Hij ontdekt spoedig dat Slory eigenlijk Suriname is! Het water van de rivieren is zijn bloed, zijn stem de wind en zijn lichaam de aarde. Zijn geest zou je het ideaal kunnen noemen waaraan Suriname zou moeten werken, maar dat door de omstandigheden in de ijskast terecht is gekomen. » – Karel Wasch op Leestafel

45 van de 50 gedichten in ‘Alsof men alles loslaat’ (2018) werden niet eerder gepubliceerd. Proza schreef Michaël Slory maar heel weinig. Hij heeft een aantal korte prozaschetsen aan het Surinaamse dagblad De Ware Tijd bijgedragen. Daaruit is in deze bundel een kleine selectie opgenomen

978-90-6265-339-3 Ik zal zingen om de zon te laten opkomen (1991)
978-90-6265-806-0 Torent een man hoog met zijn poëzie (2012)
978-90-6265-612-7 Aan de Waterkant. Rogeria Burgers praat met Michaël Slory. docu-cd (2013)
978-90-6265-869-2 Zoeken naar Slory. Een reis door verrassend Suriname. E. de Haan (2014)
978-90-6265-993-7 Alsof men alles loslaat (2018)

Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Dag Michaël Slory,

Slory-Alsof-men-alles-26-juni-2018-1-705x940Het laatste publieke optreden van Michaël Slory bij de boekpresentatie van ‘Alsof men alles loslaat’ op 26 juni 2018 in Tori Oso, Paramaribo

Bij wijze van In Memoriam, Michaël Slory, 04-08- 1935 / 19-12-2018:
Merkwaardig toch, of toch niet, dat je hier in een kil Nederland de laatste dagen voortdurend ter sprake kwam. Afgelopen zondag 16 december hield Uitgeverij In de Knipscheer in het Amsterdamse theater Podium Mozaïek haar jaarlijkse boekpresentatie van de in 2018 nieuw verschenen titels van onze Antilliaanse en Surinaamse auteurs. Het slot van het programma was – als eerbetoon – gewijd aan jou met de Nederlandse presentatie van Alsof men alles loslaat, je nieuwste bundel die ik tot mijn blijheid in juni van dit jaar in jouw bijzijn mocht presenteren in Tori Oso. Je was toen eigenlijk al te zwak maar je wilde toch meedoen. Aan de hand van Sombra en Karin Lachmising liep je moeizaam naar je tafeltje bij het podium. Maar hoezeer je lijf ook protesteerde, je bleef scherp en alert. Dat beeld, die foto werd zondag op het grote theaterscherm in Amsterdam geprojecteerd.

Terwijl ik loftuitingen over Alsof men alles loslaat voor het publiek citeer, zie ik vanuit mijn ooghoek die foto voorbijkomen. Het ontroert mij onverwacht hevig, het besef dat we elkaar toen in Paramaribo voor het eerst en laatst hebben ontmoet, en het lukt me niet enkele gedichten van je voor te lezen. Aanwezige Surinaamse auteurs Karin Lachmising en Usha Marhé snellen me te hulp en brengen improviserend je titelgedicht ten gehore van het eerste boek dat In de Knipscheer van je in 1991 uitgaf: Ik zal zingen om de zon te laten opkomen.

Die Nederlandse loftuitingen herhaal ik hier met alle plezier. Meer dan bij Ik zal zingen (…) en je tweede bloemlezing Torent een man hoog met zijn poëzie bij ons uit 2012, zijn het ‘Hollandse’ recensenten en dichters die de loftrompet steken over Alsof men alles loslaat. Alle drie genoemde bundels kregen overigens hun selectie en hun voorwoord door Michiel van Kempen. Joost Baars, winnaar van de laatste VSB-Poëzieprijs 2017, een van de belangrijkste prijzen in Nederland voor dichters, schrijft: «Grenzeloos gelaagde eenvoud, en ik kan er alleen maar van dromen.» Hans Franse verzucht op Meander Magazine, het toonaangevende platform voor poëzie in Nederland: «Alles wat Michaël Slory ziet leidt bijna vanzelf tot een gedicht.» En John Jansen van Galen, niet onbekend met en in Suriname, en promotor van de poëzie, roept op de radio Michaël Slory uit tot «absoluut de beste dichter van Suriname.»

In Suriname ben je al in ver verleden gelauwerd met alle bestaande literaire prijzen. Maar nu is ook Nederland wakker. Net te laat.

Het ga je goed, Michaël.

Met beste groet,
franc knipscheer, uitgever
Haarlem, Nederland

Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Joost Baars kiest ‘Kokospalmen bij een school’ uit ‘Alsof men alles loslaat’

Opmaak 1Joost Baars over het gedicht ‘Kokospalmen bij een school’ van Michaël Slory op Facebook, 26 mei 2018:
‘Deze grenzeloos gelaagde eenvoud, ik ken het alleen van Patrick Kavanagh, en ik kan er alleen maar van dromen.’ Joost Baars is dichter en boekverkoper (bij Boekhandel Van Rossum). Met zijn bundel ‘Binnenplaats’ won hij de VSB-Poëzieprijs 2017. De bundel ‘Alsof men alles loslaat’ wordt op 26 juni 2018 in het bijzijn van Michaël Slory gepresenteerd in Tori Oso Paramaribo.
Lees hier de Facebookpagina en enkele reacties
Meer over ‘Alsof men alles loslaat’
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Alles wat Michaël Slory ziet leidt bijna vanzelf tot een gedicht.» – Hans Franse

Opmaak 1Over ‘Alsof men alles loslaat’ van Michaël Slory op MeanderMagazine, 23 mei 2018:
(…) De bloemlezing ‘Alsof men alles loslaat’ van Michaël Slory, maakt deze recensent (…) trots op de verzameling poëzie en proza die in deze 93 bladzijden zijn samengebracht. (…) Dank zij dichters als Michaël Slory hebben wij de mogelijkheid kennis te nemen van mooie poëzie in die taal uit een land waar nog zoveel Nederlands leeft: het maakt de bundel interessant en belangrijk; een ‘must’ voor diegenen die geïnteresseerd zijn in poëzie in het algemeen en de culturele ontwikkeling in de republiek Suriname in het bijzonder. En uiteraard voor diegenen die van fraaie boekjes houden, want het is mooi uitgegeven. (…) De dichter is iemand voor wie alles taal wordt. Sommige mensen die ik ken maken constant tekeningetjes van alles wat ze zien, waar soms heel rake, meesterlijke bij zijn; ik krijg de indruk dat alles wat Michaël Slory ziet bijna vanzelf tot een gedicht leidt. Er is niet één alles doordringend poëtisch thema dat de bundel bepaalt, maar het is de hele wereld, inclusief de talen die er gesproken worden. In de verhelderende Verantwoording achterin de bundel merkt Michiel van Kempen niet voor niets op dat er maar weinig dichters zijn ‘voor wie leven, werkelijkheid en taal zo’n naadloos continuüm vormen’. (…) De liefhebbers hebben de polyglot Slory al herkend; het is aan hen om de bundel aan te schaffen en verder te lezen en van de kleurrijke internationale taaloefeningen te genieten. (…)
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Alsof men alles loslaat’
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Michaël Slory – Alsof men alles loslaat. Bloemlezing

Opmaak 1Michaël Slory
Alsof men alles loslaat
bloemlezing poëzie en kort proza

Suriname / Nederland
samenstelling en Nawoord Michiel van Kempen
vertalingen uit het Sranantongo i.s.m. Ed Hart
gebrocheerd in omslag met flappen,
94 blz., € 17,50
Eerste uitgave 2018
ISBN 978-90-6265-993-7

Er zijn maar weinig dichters voor wie leven, werkelijkheid en taal zo’n naadloos continuüm vormen als Michaël Slory. Al wat de in 1935 in het Surinaamse district Coronie geboren dichter meemaakt, ziet, voelt, ruikt, leest of bedenkt zet zich om in poëtische taal. Het heeft geen zin een opsomming te geven van wat Slory kan inspireren: het kan alles zijn, van een palmboom tot een vuilniston. En elk nieuw gedicht is een geboortemoment, een aftasten van wat de vorm wil prijsgeven. Dat kan in elke traditionele versvorm zijn – haiku, kwatrijn, sonnet en ga zo maar door – of in elke vrije vorm. En het kan zijn in het Nederlands, in Slory’s moedertaal het Sranantongo, in het Spaans waarmee hij in de jaren ’80 van de 20ste eeuw begon te experimenteren of in het Engels dat hij na 2000 beproefde als poëzietaal. Proza schreef hij maar heel weinig: sinds hij in 1987 medewerker werd van het Surinaamse dagblad de Ware Tijd heeft hij een aantal korte prozaschetsen aan de krant bijgedragen. Daaruit is in Alsof men alles loslaat een kleine selectie opgenomen. Op vijf na werd geen van de bijna 50 gedichten in deze bundel eerder gepubliceerd. De eerste versies van de gedichten werden geschreven tussen ongeveer 1986 en 2016; zo goed als alle gedichten werden later door Slory herzien, bijgeschaafd of soms grondig omgewerkt. Geen enkele dichter is zo’n conservator van de enorm uitgebreide taalschat van het Sranantongo als Michaël Slory. Een tiental gedichten geschreven in het Sranantongo werd door Michiel van Kempen in samenwerking met Ed Hart vertaald naar het Nederlands en is vóór publicatie ter autorisatie voorgelegd aan de dichter.

Alsof men alles loslaat is na Ik zal zingen om de zon te laten opkomen (1991) en Torent een man hoog met zijn poëzie (2012) de derde bloemlezing uit het werk van Michaël Slory die bij Uitgeverij In de Knipscheer verschijnt.
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer