Jit Narain  (7 augustus 1948 – 21 februari 2024)

Foto auteur Michiel van Kempen
In memoriam Jit Narain (Djietnarainsingh Baldewsing) door Michiel van Kempen op Caraïbisch Uitzicht, 22 februari 2024:

(…) Zijn voorouders zouden met de Yorkshire in Suriname zijn gearriveerd, wat betekent dat ze op 25 augustus 1873 in Suriname zijn aangekomen, dus in het allereerste jaar van de Brits-Indische migratie vanuit Calcutta naar de volksplanting in Zuid-Amerika. Jit Narain zou een tempel voor hen oprichten. In poëzie welteverstaan. (…) Al vroeg besefte Jit dat er hard gewerkt moest worden om het Sarnámi de status te geven die het als echte Surinaamse taal verdiende. (…) Hij behaalde het middelbare-schooldiploma en ging naar Nederland om medicijnen te studeren. In 1979 vestigde hij zich als huisarts in Den Haag. (…) In zijn jaren in Nederland ontplooide Jit Narain zich als de peetvader van de literatuur in het Sarnámi, de volkstaal van de Surinaamse Hindostanen, een taal waarin tot aan het einde van de jaren ’70 nooit boekuitgaven waren gerealiseerd. (…) Begin 1978 kwam zijn eerste dichtbundel uit, ‘Dal bhat chatni’: Rijst, gele erwten, chutney – het dagelijkse voedsel van de eenvoudige Hindostanen. Jit Narain stond tussen hen in, bezong voor hen de eigen geschiedenis in hun ‘boerentaal’, tilde die taal op tot een literair niveau. (…) In 1991 was Jit teruggekeerd naar zijn geboorteland. Aan de weg naar Uitkijk in het district Saramacca zette hij een eigen polikliniek op. (…) Jit breidde de polikliniek uit met een zwembad, een computercentrum, een bibliotheek waar de mensen uit de wijde omtrek van konden komen profiteren. (…) In het soms weerbarstige voorkomen van Jit Narain school een zanger, in wezen was hij een bard, een lok gáyak: de volkszanger die langs oeroude orale weg de geschiedenis doorgeeft met zijn liederen. (…) Zo glashelder voor zijn patiënten als hij als huisarts was wanneer hij een diagnose stelde, zo vaag bleef hij over zijn eigen fysieke welbevinden. Hij was bang om te vliegen, omdat hij wist dat een bypass-operatie aanstaande was. Maar hij werd opgenomen voor een darmkankeroperatie, die hij op zich goed doorkwam, maar aan de gevolgen waarvan hij later op dezelfde dag toch overleed. (…)

Lees hier het IM  ‘Jit Narain: Het mensenkind in niemandsland is niet meer’
Meer over Jit Narain bij Uitgeverij In de Knipscheer

101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu

BruinjaOnlangs verscheen bij Uitgeverij Querido de door Tsead Bruinja samengestelde bloemlezing ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’. Tsead Bruinja in het Nawoord: «Het leek mij bij de selectie goed te kijken naar het hele koninkrijk, zodat ook de poëtische stemmen uit de Antillen, Suriname en Indonesië mee mochten spreken. Het boek moet een gesprek opeen over wat we onder ‘Nederlandse poëzie’ verstaan. Het liefst zou ik zien dat er nooit meer een bloemlezing verschijnt met louter Nederlandse poëzie.» Dichters die ook bij Uitgeverij In de Knipscheer publiceerden komen daarin ruim aan bod: Frank Martinus Arion, Bernardo Ashetu, Aletta Beaujon, Edgar Cairo, Cándani (Saya Yasmine Amores), R. Dobru, Nydia Ecury, Aly Freije, Jelle Kspersma, John Leefmans, Tip Marugg, Djordje Matic, Raj Mohan, Jit Narain, Munye Oduber-Winklaar, Astrid H. Roemer, Johanna Schouten-Elsenhout, Ibrahim Selman, Shrinivási, Michaël Slory, Trefossa.
Meer over ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’
Meer bloemlezingen bij Uitgeverij In de Knipscheer met poëzie van Caraïbische dichters: ‘Grenzenloos’, ‘Vaar naar de vuurtoren’, ‘De navelstreng van mijn taal’ en ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta

Album van de Caraïbische poëzie

AlbumCaribischePoezieOp 23 april 2022 verschijnt bij Uitgeverij Rubinstein ‘Album van de Caraïbische poëzie’, samengesteld door Michiel van Kempen en Bert Paasman, met medewerking van Noraly Beyer. Op die dag vindt in de OBA een programma plaats rond het uitkomen van dit boek. De trans-Atlantische relatie tussen Suriname, de Antillen en Nederland is meer dan vier eeuwen oud en beide zijden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden geraakt door het slavernijverleden, migratie en culturele uitwisseling. Een complexe relatie die nergens zo goed wordt weerspiegeld als in de literatuur, en dan in het bijzonder de poëzie. In twaalf hoofdstukken wordt de lezer langs de rijkdom en de veelkleurigheid van de Caraïbische poëzie geleid. De samenstellers kozen een toegankelijke selectie van gedichten, versjes en liedjes, van de vroegste matrozenliedjes tot de jongste teksten van rappers. Vanzelfsprekend komt u in deze bloemlezing tal van dichters tegen die publiceerden bij Uitgeverij In de Knipscheer, onder wie: Frank Martinus Arion, Trefossa, Michaël Slory, Aletta Beaujon, Albert Helman, Edgar Cairo, Pierre Lauffer, Tip Marugg, Bea Vianen, Jit Narain, Elis Juliana, Shrinivási, Henry Habibe, Boeli van Leeuwen, Giselle Ecury, Scott Rollins, Marius Atmoredjo, Bernardo Ashetu, Aart G. Broek, Luis Daal, R.Dobru, Nydia Ecury, Carel de Haseth, Karin Lachmising, Diana Lebacs, Jojn Leefmans, Clyde R. Lo-A-Njoe, Raj Mohan, Quito Nicolaas, Olga Orman, Walter Palm, Hugo Pos, Astrid H. Roemer, Hans Vaders, Hilda de Windt Ayoubi.
Meer over het programma
Dit programma is ook online te volgen via deze LINK en later terug te zien op YouTube.
Nog meer Caraïbische dichters die bij In de Knipscheer verschenen vindt u terug in de bloemlezingen ‘Grenzenloos’, ‘Vaar naar de vuurtoren’, ‘De navelstreng van mijn taal’ en ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta’
In 2014 verscheen bij Uitgeverij Rubinstein ‘Album van de Indische poëzie’, samengesteld door Peter Zonneveld en Bert Paasman, met o.a. werk van Marion Bloem en Ernst Jansz.

Gedicht van Trefossa [2]

voorplatSilence75In zijn vrijwel dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Het is vandaag (15 januari 2022) de geboortedag van Tsjêbbe Hettinga, Maud Vanhauwaert en Trefossa (1916-1975). Martin Bernard Frenkel stierf op deze dag, zo ook Evarist Verdurme en Sonja Prins. Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til voor een gedicht van Tsjêbbe Hettinga. Uitgeverij In de Knipscheer kiest voor het gedicht ‘rust’ van Trefossa uit de bloemlezing ‘De stilte van het ongesproken woord’ (In de Knipscheer, 2014).

rust

verstoor niet mijn gedachten nu,
en roep mij niet om ergens heen te zien,
vandaag stuwt mijn hart mij om te gaan
tot aan een stille kreek, ver weg.

zeg niet dat ik alleen maar weg wil lopen
omdat ik bang zou zijn voor strijd en pijn,
maar ’s werelds rumoer heeft mij zo ingesloten,
wat moet ik doen? mijn bloed wil rust.

daar aan de kreek zal ik dromenland zien,
waar alle dingen zoeter zijn dan hier
en schrikverhalen mij niet zullen hinderen.

als ik ben teruggekeerd zal ik wellicht geworden zijn
een beetje beter mens,
die kan lachen, slaag kan dragen.

Meer over Trefossa bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over ‘De stilte van het ongesproken woord’

Elodie Heloise en Michaël Slory in Caribennummer van Terras

TerrasOver ‘Terras’ met Cariben, nr. 18, 28 mei 2020:
Terras is een tijdschrift voor internationale literatuur dat tweemaal per jaar verschijnt en de erfopvolger van het literaire tijdschrift Raster (1967-2008). Ongeveer de helft van nr. 18 heeft betrekking op de Cariben. Behalve aan diverse auteurs van voorheen de Nederlandse Antillen en van Suriname wordt ook aandacht besteed aan werk van auteurs uit o.m. Dominicaanse Republiek, Haïti, St. Lucia, Cuba. Auteurs in dit nummer met een link naar Uitgeverij In de Knipscheer zijn Johanna Schouten-Elsenhout, Shrinivási, Nanne Timmer, Michaël Slory, Trefossa en Elodie Heloise.
Meer over dit nummer
Meer over Michaël Slory op deze site
Meer over Elodie Heloise op deze site

‘Verrassing!’ Een letterkundig colloquium over de voormalige Nederlandse koloniën

uva-logo-278x300Doelenzaal Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, vrijdag 26 april 2019:
Het colloquium wordt gehouden t.g.v. het 12 ½ jaar bestaan van de bijzondere leerstoel Nederlands-Caraïbische Letteren van Prof. Dr. M.H.G. van Kempen. Het programma omvat een 7-tal lezingen van 09.00 uur tot 18.00 uur. Dit vrij toegankelijke colloquium staat in het teken van de verrassing: in cultuurresearch komen onderzoekers altijd wel eens verschijnselen tegen die ze niet verwacht hadden, die contingent zijn of waarmee ze zich niet zo goed raad weten, theoretisch of praktisch: verrassende links, moeilijk te plaatsen figuren, tussenfiguren, teksten die zich totaal niet verhouden tot het gehele oeuvre van een auteur, correspondentie tussen mensen van wie je dat in de verste verte niet verwacht enz. Een grote groep actieve literatuurwetenschappers geeft een letterkundige of cultuurhistorische presentatie met een duidelijk raakvlak met de voormalige koloniën van Nederland. Aan het woord komen Judit Gera, Jacqueline Bel, Karin Amatmoekrim, Frans Blom, Aart G. Broek, Aminata Cairo, Cynthia Abrahams, Gabor Pusztai, Paul Bijl, Remco Raben, Wim Rutgers, Margriet van der Waal, Kees Snoek, Ellen de Vries, Lonneke Geerlings, B. Jos de Roo, Adrienne Zuiderweg, Yra van Dijk, Henriëtte Louwerse, J.Z. Herrenberg. Auteurs die aan bod komen in de diverse lezingen: Abdelkader Benali, Albert Helman, Anil Ramdas, Trefossa, Andreas Jelky, Wange van Balie, Pierre Lauffer, Willem Anker, E. Elias, Astrid H. Roemer, Tommy Wieringa. Uitgeverij In de Knipscheer is present met een boekentafel waarop onder meer de heruitgave van ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman met een nawoord van Michiel van Kempen.
Klik hier voor het programma

‘En vindt in vrede rust tallentijd’: Shrinivási overleden

Shrinivasi75

Het leven van een mens
is als een luchtbel op de rivier
zonet nog zondoortinteld
is het plots uiteengespat

Op 26 januari 2019 overleed in Willemstad op Curaçao op 92-jarige leeftijd de in 1926 geboren Surinaamse dichter Shrinivási (Martinus Lutchman), nestor van de Surinaamse literatuur. Shrinivási was bij mijn weten het laatst in Nederland rond de jaarwisseling 2008/2009. In januari 2009 ontmoetten we hem op een bijeenkomst van vrienden, een plezierig weerzien nadat hij een paar jaar daarvoor een bezoek aan de uitgeverij had gebracht om de puntjes op de Hindoestaanse i te zetten van het manuscript Bapauti/Erfenis waarmee muzikant Raj Mohan in 2008 zou debuteren als dichter. Op die januaridag in 2009 overhandigde Shrinivási mij een gedicht, weliswaar aan mij gericht, maar in feite een eerbetoon aan de pleitbezorgers van literatuur uit verre contreien in onze westerse wereld. Het is Shrinivási ten voeten uit, bescheiden, nederig haast. Hij bedankt ons terwijl wij hém dank verschuldigd zijn voor al het dichterlijk moois dat hij ons gaf. En wat hij me nog in 2017 schreef, wens ik hem vandaag toe: ‘En vindt in vrede rust tallentijd’.

Van Shrinivási mocht de uitgeverij in 1984 een grote verzamelbundel uitgeven van 184 bladzijden, Een weinig van het andere, een prachtige door Geert Koefoed samengestelde bloemlezing uit zijn tot dan veelal in eigen beheer in Suriname uitgegeven dichtbundels. Het zou hem eindelijk ook in Nederland de erkenning opleveren die hem als dichter toekwam. Geert Koefoed bezorgde ook Shrinivási’s tweede door In de Knipscheer uitgegeven – en warm onthaalde – bundel Hecht en Sterk uit 2013. In 2014 zijn gedichten van Shrinivási en van Dobru en Trefossa op muziek gezet door Dave MacDonald en op DVD meegeleverd met de door Robert Sordam geëntameerde publicatie De stilte van het ongesproken woord.

Toen realiseerde bij zich
dat de rivier
toch maar één oever had
waarop hij stond
en naar de verte keek
waarin een beeld
uit vroegere dagen
langzaam maar zeker
was opgelost
zodat er toekomst
noch verleden was
verlangen niet
en eindelijk geen verdriet

franc knipscheer

Lees ook het IM van Michiel van Kempen op Caraïbisch Uitzicht
Meer over Shrinivási bij Uitgeverij In de Knipscheer

Robert Harman Sordam (63) † 17 juni 2018

Robert Harman SordamVanavond, 22 juni, waren mijn vrouw en ik aanwezig op een avond van de Schrijversgroep ‘77 en de Donner-stichting in Tori Oso Paramaribo. Ismene Krishnadath bemenste daar een boekenkraam waarop ook een aantal boeken van Uitgeverij In de Knipscheer lag. Ze pakte het boek ‘Harmanized’ op en zei: ‘Je weet toch dat hij is overleden?’ Nee, dat wisten we niet. Zondag 17 juni was onze reisdag naar het eilandje Danpaati, een kleine drie uur varen in een korjaal stroomopwaarts in de Surinamerivier, waar we een viertal dagen zouden verblijven, weg van de bewoonde wereld, zonder tv, krant en internet – en dat was ook de bedoeling. Zo veel kan er niet gebeuren in een week, de wereld draait toch wel door zonder ons en zonder dat je het merkt. In die dagen bezochten we een aantal dorpen en ontmoetten heel veel heel aardige mensen die ons vaak aan Robert Harman Sordam deden denken. Want een beminnelijke man was hij.
Het was denk ik 2012 dat hij mij benaderde voor het dichters- en muziekproject ‘De stilte van het ongesproken woord’ over de Surinaamse dichters Trefossa, Shrinivási, Dobru. Hij had een groep mooie mensen om hem heen, onder anderen: Ivette Forster, Guilly Koster, Vincent Soekra, Dave MacDonald. ‘De stilte van het ongesproken woord’ was echt zo’n boek dat er moést komen, dus maakten we gezamenlijk de sprong in het diepe. Het boek kwam er, in 2014. Een dik jaar later, op de valreep van 2015, verscheen het volgende gezamenlijke project ‘40 Jaar Surinaamse muziek in Nederland’ met de dubbel-cd ‘De muzikale fakkeldragers’. Weer een jaar later, eind 2016, kwam zijn soloproject uit onder zijn artiestennaam Robby Harman: ‘Harmanized. Boek met cd’.
In Paramaribo nemen we weer deel aan de wereld, hebben wifi en draaien ‘Harmanized’.
Franc Knipscheer. Paramaribo, 22 juni 2018

Meer over Robert Harman Sordam op deze site
Meer over ‘Harmanized’
Meer over ‘40 Jaar Surinaamse muziek in Nederland’
Meer over ‘De stilte van het ongesproken woord’

«Geraffineerd.» – André Oyen

coverE19voorDEF.inddOver ‘Extaze 19 – Vrouw en Literatuur’ op Ansiel, 29 december 2016:
(…) ‘Extaze’ is er op een geraffineerde maar niet te drammige manier in geslaagd om belangrijke vrouwelijke literatoren in de schijnwerpers te plaatsen. (…) Marlene de Vries geeft een pittige schets van Betje Wolff en Aagje Deken. (…) Elisabeth Leijnse beperkt zich hier tot Cécile de Jong van Beek en Donk, die de ‘encyclopedische’ tendensroman ‘Hilda van Suylenburg’ schreef waarin alle aspecten van de vrouwenkwestie werden belicht. (…) Jacques Sicking confronteert ons met het wel aparte werk van Carry van Bruggen, schrijversnaam van Caroline Lea de Haan, zuster van Jacob Israël de Haan. (…) Joke Linders heeft de dankbare taak om grootheid Annie M.G. Schmidt, die spot met van bovenaf opgelegde regels en opvattingen, te doorlichten. (…) Michiel van Kempen duidt op de hang naar vrijheid van de Surinaamse Bea Vianen (…) zij beschrijft Suriname lyrisch, maar is uiterst kritisch over de sfeer van benauwenis.
Lees hier en hier de recensie
Meer over Extaze 19

«Sporadisch duiken er toch nieuwe namen op in het Surinaamse schrijverslandschap.» – Pieter van Maele

VoorplatGeenwegterug75 VoorplatLachmisingOver o.a. Karin Lachmising en Iraida van Dijk-Ooft in Trouw, 18 mei 2016:
Terwijl Astrid H. Roemer morgen de prestigieuze P.C. Hooftprijs voor letterkunde in ontvangst neemt, verkeert de literaire wereld in haar geboorteland Suriname in crisis. Er zijn amper schrijvers, amper lezers, en er is amper literair vuur. (…) Karin Lachmising: ‘Ik heb veel respect voor de auteurs uit de jaren zestig en zeventig, maar op zich was dat vanuit literair oogpunt een makkelijke tijd. Er was één duidelijke vijand, de witte man. Hoe geweldig is het niet om als schrijver een kolonisator te hebben, te kunnen schrijven over de zucht naar vrijheid en zo grote massa’s ter been te brengen? Nu die staatkundige onafhankelijkheid is verwezenlijkt, moeten we nog van zoveel andere dingen vrijkomen. We moeten vooral leren vrijkomen van onszelf, we moeten durven met elkaar het conflict aan te gaan en de gevestigde orde te veranderen. Als ik een alomvattend thema moet noemen waar de Surinaamse literatuur mee aan de slag moet gaan, dan is dat het wel.’ (…) Iraida van Dijk-Ooft: ‘Het klinkt ontzettend idealistisch, maar zelfs in zulke tijden van grote twijfel heeft de literatuur een taak te vervullen. Het zal mij niet lukken het systeem te veranderen. Dat is ook niet mijn bedoeling. Ik wil door te schrijven wat veranderen bij de mens, al is het maar bij één lezer. Ik wil Surinamers doen inzien dat we in deze multi-etnische samenleving veel te veel langs elkaar heen leven, we leven erop los, zonder na te denken over het waarom. Wat zijn de oorzaken van onze angsten, ons verdriet, ons gebrek aan zelfvertrouwen? Daar wil ik het over hebben. Mij maakt het niet uit dat ik niet aan de wieg zal staan van een massabeweging. Als er bij iemand maar een vonkje is.’
Lees hier het artikel/interview
Meer over Karin Lachmising
Meer over Iraida van Dijk-Ooft
Meer over Astrid H. Roemer