«Campagne voor eerherstel voor Medardo de Marchena, zoals verzetsheld Tula die kreeg.» – Kim Hendriksen

Over Medardo de Marchena op Caribisch Netwerk, 4 september 2024:

In de kronieken van Curaçao komen een aantal grote namen voor, zoals Tula en George Maduro, die deel uitmaken van het culturele geheugen van het eiland. Echter, veel figuren uit de geschiedenis blijven onopgemerkt, vergeten of zelfs doodgezwegen. Eén van die namen is die van Medardo de Marchena, een fervent activist, schrijver en feminist, wiens leven zich afspeelde in de schaduw van het koloniale bewind. (…) Dankzij de inspanningen van hedendaagse activisten en kunstenaars worden deze vergeten helden nu herontdekt en erkend als een cruciaal onderdeel van Curaçao’s erfgoed. (…) Hij uitte zijn ideeën in (…) pamfletten, geschreven in het Papiaments om zo de Afro-Curaçaoënaars direct te bereiken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zagen de autoriteiten hun kans schoon om hem als staatsgevaarlijk te verklaren. Hij werd verbannen naar Bonaire (…).  In 2024 werd een campagne gelanceerd om eerherstel te eisen voor Medardo de Marchena, vergelijkbaar met de erkenning die verzetsheld Tula kreeg. Het initiatief kwam van kunstenares Sylvia Waterloo, die samen met een groep activisten en sympathisanten bij de Gouverneur van Curaçao, Lucille George-Wout, pleitte voor erkenning van De Marchena’s levenswerk. (…)

Aart G. Broek bezorgde een Nederlandse vertaling van Medardo de Marchena’s pamflet ‘Onwetendheid of De vorming van een volk’ in zijn essay  ‘Medardo de Marchena – Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’.

Lees hier het artikel op Caribisch Netwerk
Lees op Facebook een reactie van Aart G. Broek
Meer over ‘Medardo de Marchena – Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’

Tula-herdenking vraagt rehabilitatie van een andere Curaçaose vrijheidsstrijder: Medardo de Marchena

Zaterdagavond 17 augustus 2024 besteedde het NOS Journaal van acht uur n.a.v. de Tula-herdenking aandacht aan Medardo de Marchena (1899-1968), de  Curaçaose schrijver en criticaster van het Nederlandse koloniale bestuur. Op de Tula-Lezing in Rotterdam werd die middag gepleit voor de rehabilitatie van een andere Curaçaoënaar: Pedro Medardo de Marchena.

Op Curaçao deed Medardo de Marchena in zijn felle geschriften niet onder voor activisten als Anton de Kom en Louis Doedel in Suriname. Niet voor niets sloot het koloniale bestuur hem op in een interneringskamp op Bonaire tijdens WOII. De bewindvoerders trachtten hem voorgoed het zwijgen op te leggen door hem ‘krankzinnig’ te laten verklaren. Hij was in 1929 auteur van o.m. een schotschrift waarin hij in ongekend felle bewoording het racisme en de hypocrisie hekelde van de blanke elite en de uitbuiting van de Afro-Curaçaose bevolking. Het pamflet van Medardo de Marchena veroorzaakte in Nederland ( verg. Wij slaven van Suriname van Anton de Kom)  geen ophef omdat het geschreven werd in het Papiamentu, de landstaal van Aruba, Bonaire en Curaçao. Dankzij de vertaling van Aart G. Broek is dit geschrift bijna een eeuw later ook in het Nederlands te lezen.
Klik hier voor het bericht op NOS Nieuws.
Meer over ‘Medardo de Marchena. Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wat moet je ermee als emanciperende nazaat wanneer het water je aan de lippen staat?»

Over Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’ van Aart G. Broek op Wynia’s Week, 24 februari 2024:

Het laatste waar getormenteerde nazaten van slaven op zitten te wachten, is een slavernijmuseum van honderd miljoen euro aan het IJ in Amsterdam. Gebruik dat geld liever om het wegkwijnende onderwijs op de Nederlands-Caraïbische eilanden op te krikken. (…) Een zwart-activistische elite – die hoofdzakelijk in Nederland huist – slaat het langdurige emancipatieproces, inclusief het eigen gemankeerde handelen, uit het zicht. Zwarte heilsprofeten, hun slippendragers en wapenbodes bikkelen de geschiedenis af tot nog slechts de gefolterde zwarte slaaf resteert. Zij verlangen een slavernijmuseum, bewustwordingscampagnes voor blanke Nederlanders over hun verwerpelijke rol in het slavernijverleden én een fonds van honderden miljoenen euro’s. Zo zou eindelijk een begin gemaakt worden met het herstel van de duistere nawerking van dat verleden. Dit is een beschamende ontkenning van wat er door zwarte én witte mensen in eeuwen werd gepresteerd om de nazaten van slaven te emanciperen. (…) Wat moet je ermee als emanciperende nazaat wanneer het water je aan de lippen staat? (…) Maar van die poet komt niets de behoeftige nazaten ten goede. (…) Met een fractie van dat bedrag kan tevens het bestaande slavernijmuseum in Curaçao worden opgeknapt. Daarenboven dienen we ons te realiseren dat het vertellen van ‘het hele verhaal’ het beste tot z’n recht komt in het bestaande Rijksmuseum in Amsterdam: het betreft ‘onze gezamenlijke geschiedenis’, niet waar? (…)

Lees hier het artikel
Meer over ‘Je wordt zelf niet wit door een ander zwart te maken’
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ik had het voorrecht om drie Curaçaose schrijvers persoonlijk te kennen, namelijk Pierre Lauffer, Chal Corsen en Boeli van Leeuwen.» – Walter Palm

Over ‘De vele gezichten van mijn pen’ door Walter Palm in Antilliaans Dagblad, 8 januari 2024:

(…) Inmiddels is mijn manuscript gepubliceerd met als titel ‘De vele gezichten van mijn pen’. (…) De titel verwijst naar de vele gezichten van mijn schrijverschap: dichter, verhalenschrijver, essayist en recensent. Dit boek bevat gedichten, verhalen, essays en recensies plus literaire memoires. Laat ik daarmee beginnen. Ik had het voorrecht om drie Curaçaose schrijvers persoonlijk te kennen, namelijk Pierre Lauffer, Chal Corsen en Boeli van Leeuwen. (…) Mijn gedichten besprak ik ook met Boeli van Leeuwen. We spraken op een heel bijzondere plek af namelijk het kantoor van het Bestuurscollege van Curaçao. Boeli van Leeuwen was in de jaren zeventig een hoge ambtenaar bij het Bestuurscollege van Curaçao en ik had in zijn werkkamer stapels ambtelijke stukken verwacht die lagen te wachten op zijn machtige paraaf, maar niets van dat alles. Er lag een vuistdik boek van de katholieke theoloog Schillebeeckx op zijn bureau. Hij ging uitvoerig in op de theologische opvattingen van deze Nijmeegse theoloog, en ik stelde de theologische opvattingen van mijn moeder daar tegenover. Volgens mijn moeder had God zijn of haar enige zoon naar de mensen gestuurd om ze te leren hoe ze moesten leven, maar in plaats daarvan hebben de mensen de zoon gekruisigd. Volgens mijn moeder wou God toen niets meer weten van de mensheid. Een totaal afwezige God. Ik ben maar niet ingegaan op de theologische opvatting van mijn vader want die was een aanhanger van de Aristotelische Thomas van Aquino. (…) Was Chal Corsen onder de indruk van de beeldenrijkdom van mijn gedichten, Boeli was gecharmeerd van de muzikaliteit van mijn gedichten, wat hij niet vreemd vond want ik kom uit een muziekfamilie. Boeli van Leeuwen kwam weer ter sprake bij de toneelbewerking door John Leerdam van Boeli’s bestseller ‘Geniale Anarchie’. Dit boek gaat over de ervaring van Boeli met Curaçaose politici. Op verzoek van de regisseur heb ik voor deze toneelbewerking het gedicht Demagogen geschreven dat ook opgenomen is in ‘De vele gezichten van mijn pen’. (…)

Lees hier en hier
Meer over deze Inleiding bij Dutch Caribbean Bookclub
Meer over ‘De vele gezichten van mijn pen’
Meer over Walter Palm bij Uitgeverij In de Knipscheer

Jeroen Heuvel  – Op weg naar authenticiteit. Essays

Jeroen Heuvel
Op weg naar authenticiteit
Een liber amicorum in twee delen voor Jeroen Heuvel
samengesteld door Peter de Rijk en Scott Rollins
Curaçao, Nederland
omslagillustratie Jeroen Heuvel
gebrocheerd in omslag met flappen, 352 blz.,
+ fotokatern 8 blz.,
€ 24,50
eerste druk december 2023, januari 2024
ISBN 978-94-93214-34-7

Op weg naar authenticiteit is een liber amicorum in twee delen voor Jeroen Heuvel. Het aanvankelijke idee om een standaard liber amicorum voor hem te maken, lieten de samenstellers Scott Rollins en Peter de Rijk varen. Zij wilden hem zelf ook aan het woord laten met een omvangrijke selectie uit de honderden stukken die hij in de loop van pakweg de laatste kwart eeuw in verschillende Antilliaanse periodieken heeft gepubliceerd.

Geboren (uit Nederlandse ouders) en getogen op Curaçao is Jeroen Heuvel Curaçaoënaar in hart en nieren. Dit perspectief levert een scherpzinnige kijk op de recente ontwikkelingen van zijn geboorteland en hoe het zich verhoudt tot Nederland. Met zijn beheersing van het Nederlands en Papiamentu is hij de ideale vertaler van zijn cultuur. Naast beschouwingen over aspecten van de cultuur, taal, literatuur en geschiedenis van zijn geboorte-eiland Curaçao, zijn er een paar vertalingen en enkele prachtige sfeerverhalen van zijn hand opgenomen. Nog steeds levert Jeroen Heuvel regelmatig bijdragen aan het Antilliaans Dagblad. Ook heeft hij in het Papiaments en Nederlands gepubliceerd in het meertalig Curaçaose sociaal-culturele tijdschrift Kristòf. Zijn eerste journalistieke bijdragen die meermaals toneel (en soms lokale politiek) belichten, komen uit het dagblad Amigoe. Een flink aantal artikelen, veelal uit het Antilliaans Dagblad, is digitaal te lezen op de onvolprezen blogspot Caraïbisch Uitzicht van de Werkgroep Caraïbische Letteren.

In het eerste deel introduceert Jeroen Heuvel zichzelf door over (het werk van) anderen te schrijven, zoals Frank Martinus Arion, Barche Baromeo, Lucille Berry Haseth, Krijn de Best, Paul Brenneker, Maryse Condé, Rudolf Crispulo, Luis Daal, Colá Debrot, Ronald Donk, Nydia Ecury, Henk Egbers, Radna Fabias, Carel de Haseth, Rihana Jumalidin, Jan de Heer, Bernadette Heiligers, Pim Heuvel, Dorie Heuvel-Meijer, Ita Heuvel-Nicolas, Anton Koolhaas, Michiel van Kempen, Pierre Lauffer, Diana Lebacs, Boeli van Leeuwen, Tip Marugg, Ralf Mohren, Jules de Palm, Walter Palm, Rudi Plaate, Miguel Pourier, Scott Rollins, Lionel Romney, Jan-Willem Roozenboom, Wim Rutgers, Alfred Schaffer, Edsel Samson, Shrinivási, Tula, Erich Zielinski. In deel twee schrijven vrienden, familie en collega’s over Jeroen Heuvel: Elodie Heloise, Ita Heuvel-Nicolas, Michiel van Kempen, Brede Kristensen, Wim Rutgers, Clay Toppenberg, Lex Veerkamp.

Jeroen Heuvel (1957) werd geboren op Curaçao. Hij studeerde tot 1981 aan het Hoger Instituut voor Dramatische Kunsten, Studio Herman Teirlinck te Antwerpen. Hij kreeg zijn eerste rol in toneelstuk Naamloos… Naamloos, van Edsel Samson en speelde voorts diverse solovoorstellingen zoals Zwarte Pelgrim en Mijn Zuster de Negerin. Jeroen Heuvel baseerde toneelvoorstellingen op boeken van onder meer Derek Walcott, Maryse Condé, Tip Marugg en Boeli van Leeuwen en heeft bijgedragen aan tientallen theaterproducties in Nederland en op Curaçao. Hij ontpopt zich als storyteller van voornamelijk Caraïbische verhalen, vertaler en recensent. Daarnaast is hij tot aan zijn pensioen leraar Papiaments en literatuur. In zijn vrije tijd is hij al enkele decennia belangeloos belangenbehartiger van Uitgeverij In de Knipscheer, beheert voor de uitgeverij een boekendepot op Curaçao en vertegenwoordigt hij aldaar de uitgeverij op tal van lokale boekpresentaties.

Meer over Jeroen Heuvel bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wat Mark Rutte inademde was achterstand.» – Walter Palm

VoorplatPalmGezichten-75Naar aanleiding van ‘De vele gezichten van mijn pen’ van Walter Palm in Trouw, 2 januari 2023:
(…) Walter Palm (Curaçao, 1951) is schrijver en oud-adviseur integratiebeleid. Onlangs verschenen zijn literaire memoires, ‘De vele gezichten van mijn pen’. (…) “Dertien was ik, en ik mocht met schrijver Pierre Lauffer mee. (…) Onder een boom droeg Pierre zijn nieuwe gedicht ‘Balada di Buchi Fil’ (1964) voor. Die ballade had voor tumult gezorgd. Pierre had namelijk een dubbel zwijgen doorbroken. Hij schreef in een onderdrukte taal, het Papiaments, míjn taal die we op school niet mochten spreken, deel van wat ze ‘lage cultuur’ noemden. Ook het thema was taboe: slavernij. (…) Ik ben een telg uit de Curaçaose componistendynastie Palm. In mijn voorgeslacht zitten slavenhouders. Maar ook slaafgemaakten – van dat deel van mijn identiteit wist ik niets, daar werd niet over gesproken. Tot Pierre onder die boom zijn ballade reciteerde, over de trots van Buchi Fil, ‘een plantageslaaf, sterk als een stier’. Zijn bomba, de slavenopzichter, verkocht zijn vrouw om Fil te breken, maar Fil liet zich niet kleineren: ‘Als de bomba mij wil slaan, dan heeft hij het mis.’ Die zin, die opende voor mij een nieuw venster. (…) Op 19 december is de zin van Pierre – wie mij wil slaan, heeft het mis – gerealiseerd. Toen sprak premier Mark Rutte excuses uit voor de slavernij. Hij erkende dat Tula, de leider van de slavenopstand uit 1795, een held was. (…) In augustus 2007, Mark Rutte was toen net VVD-partijleider, speelde op Curaçao en Aruba het toneelstuk ‘Changá’. Ik had daaraan meegeschreven. Omdat ik musicoloog ben, gaf ik daar een workshop. Mark wilde graag mee, hij houdt van muziek. Daar, op het platteland, ontmoette hij Curaçaoënaars. ‘Mijn oma, mijn opa was slaafgemaakt’, vertelden ze. Daarna reden we langs de Shell-raffinaderij. Mark zei: ‘wat is het hier mistig’. ‘Dat is geen mist’, legden we hem uit, ‘maar smog’. Wat hij inademde was achterstand. Het verleden was niet voorbij, het was er nog. Dat is ‘doorwerking’, zoals Mark het op 19 december noemde. (…) In 2007 is het zaad voor zijn erkenning van het slavernijverleden geplant. (…)
Lees hier het artikel inclusief vertaalde ballade van Pierre Lauffer
Meer over ‘De vele gezichten van mijn pen’
Meer over Walter Palm bij Uitgeverij In de Knipscheer

Eric de Brabander – Avila Beach Hotel in 5 korte verhalen

VoorplatAvila-75Eric de Brabander
Avila Beach Hotel in 5 korte verhalen

Curaçao
royaal formaat 148 x 240 mm staand
geïllustreerd met 14 foto’s en afbeeldingen in duotone
gebrocheerd in omslag met flappen, 40 blz.,
€ 12,50
ISBN 978 90 6265 784 1
eerste druk 2020
Rechtstreeks te bestellen bij Uitgeverij In de Knipscheer

Het stadshuis La Belle Alliance werd aan het eind van de 18de eeuw gebouwd door een welgestelde Franse familie die het vaderland was ontvlucht na de machtsovername door Napoleon. In 1949 werd het huis omgetoverd in een hotel. Veertig jaar later werd het hotel uitgebreid en werd een theater annex conferentiezaal gebouwd dat de naam La Belle Alliance kreeg, ter nagedachtenis aan het oorspronkelijke gebouw dat gedeeltelijk werd gesloopt. Alleen de lobby is nog onderdeel van het 18de eeuwse huis.

In Avila Beach Hotel in 5 korte verhalen schetst de Curaçaose auteur Eric de Brabander aan de hand van vijf gerenommeerde bewoners en bezoekers de opmerkelijke geschiedenis van wat nu Avila Beach Hotel is. Simøn Bolívar, de legendarische Zuid-Amerikaanse bevrijder, verbleef op Curaçao vanaf 1812. Albert Kikkert, die meehielp de slavenopstand van Tula en Carpata in 1795 neer te slaan en later gouverneur van Curaçao werd, liet in die laatste hoedanigheid de witgepleisterde huizen van het eiland van kleur voorzien, zo ook zijn woning La Belle Alliance in het kenmerkende okergeel. Een eeuw later maakte chirurg Pieter Hendrik Maal van La Belle Alliance, zijn ouderlijk huis, een kliniek voor oogheelkunde en gynaecologie. Daarna verbouwde hij het tot hotel en gaf het de naam Avila. In 1977 werd Nic Møller eigenaar van het Avila Beach Hotel en verwelkomde er illustere gasten zoals leden van de koninklijke familie bij hun bezoeken aan de Nederlandse Antillen. Hij maakte van La Belle Alliance een concertpodium waar onder anderen de fameuze Curaçaose componist en pianist Wim Statius Muller optrad, en hij restaureerde ook de Octagon, nu museum, op het terrein van Avila. De schrijver Boeli van Leeuwen, vriend van Nic Møller, nuttigde op het terras van Avila gedurende een lange reeks van jaren dagelijks zijn kopje koffie en ontmoette er zijn talrijke lezers. Na het overlijden van Nic Møller ging het hotel in 2015 over in handen van de hotelierfamilie Vogels.

Eric de Brabander (1953) is o.a. auteur van tot op heden vijf Nederlandstalige romans: Het hiernamaals van Doña Lisa (2009), Hot Brazilian Wax of het Requiem van Arthur Booi (2011), De supermarkt van Vieira in (2013), Het dilemma van Otto Warburg (2016), De vergankelijkheid der dingen (2018).

Meer over Avila Beach Hotel op deze site
Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Nic Møller op deze site
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Heroïek en tragiek dwars door etnische scheidslijnen heen.» – Aart G. Broek

VoorplatSlaaf75Over ‘Slaaf en meester’ van Carel de Haseth in Antilliaans Dagblad, 20 augustus 2019:
Het is niet vanzelfsprekend dat op Curaçao jaarlijks op 17 augustus de revolte van slaven wordt herdacht, die in 1795 plaatsvond op het eiland onder leiding van Tula. Het nam ruim honderd jaar om het slavernijverleden serieus onder ogen te zien en het verzet tegen slavernij als ronduit heldhaftig te waarderen. Deze historische ontwikkeling is te tekenen aan de hand van gedichten, toneelteksten, columns, romans en verhalen. (…) Zo snijdt de novelle ‘Katibu di shon / ‘Slaaf en meester’ een heikel onderwerp aan: het eilandelijke plantageleven ten tijde van de slavernij, een opstand van slaven, het uitspreken en voltrekken van de doodstraf bij de opstandige slaven door blanke autoriteiten. Zonder wreedheden en vormen van uitbuiting af te dekken, tracht De Haseth nuancering aan te brengen door de complexiteit van de verhouding blanke shon en zwarte slaaf te tekenen. Dit heeft hij mede trachten te bewerkstelligen door een wisseling in perspectief aan te brengen: de geschiedenis wordt gezien door de ogen van de meester, shon Welmu, alsmede door die van de slaaf, Luis. Bij De Haseth geen duidelijke scheiding tussen ‘slachtoffers’ en ‘uitbuiters’, maar heroïek en tragiek dwars door etnische scheidslijnen heen en veelvuldig verenigd in dezelfde per¬sonages. (…)
Lees hier het artikel over de jaarlijkse Tulaherdenking op Caraïbisch Uitzicht
Meer over ‘Slaaf en Meester / Katibu di Shon’
Meer over Carel de Haseth bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«In de roman heeft uiteindelijk de literaire kwaliteit het laatste woord.» – Wim Rutgers

Opmaak 1Over ‘Kruispunt’ van Joseph Hart in Antilliaans Dagblad, 22 maart 2016:
De roman ‘Kruispunt’ (2015) van Joseph Hart is sterk op het eiland betrokken met zijn scherpe tegenstellingen aan de vooravond van 10 oktober 2010. Via de opgevoerde personages krijgen lezers een caleidoscopisch beeld van het eiland dat met zijn inwoners voor scherpe politieke keuzes staat: onafhankelijk en autonoom zijn zonder inmenging van buitenaf (lees: Nederland) of samenwerken en met die samenwerking sterk te staan. De meningen zijn in het dagelijkse leven sterk verdeeld, zo ook via de opgevoerde personages in de roman. (…) Ezra de Haan schreef in zijn reactie na een uitgebreide inhoudsanalyse over de ‘listige opbouw’ van het verhaal, maar er is meer dat aantoont dat de auteur de twee eerder verschenen romans (…) evenaart zo niet overtreft. Allereerst is er de zorgvuldige opbouw van het verhaal in drie ongeveer even lange delen (Curaçao – Nederland – Curaçao), die weer worden opgesplitst in respectievelijk 16, 13 en opnieuw 16 korte hoofdstukken. Zo’n strak schema vergt planning en discipline bij het schrijven. (…) ‘Kruispunt’ is een hard boek dat misstanden klip en klaar benoemt, maar aan het slot ook een optimistisch boek dat perspectief op een open en positieve toekomst biedt. (…) Joseph Hart heeft met ‘Kruispunt’ niet alleen een inhoudelijk rijke roman geschreven die tot veel maatschappelijke discussie kan leiden, maar heeft voor dat sociaal-politieke engagement ook een literaire vorm gekozen die de inhoud niet alleen verdiept maar ook op een hoger literair plan brengt. In de roman heeft uiteindelijk de literaire kwaliteit het laatste woord.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Kruispunt’
Meer over Joseph Hart bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De tekst is belangwekkend omdat er zo weinig over de Tula-opstand is geschreven. Vooral de psychologische nuances in het slaaf/meester-verhaal worden getoond.» – Michiel van Kempen

VoorplatSlaaf75Over ‘Slaaf en meester – Katibu di shon’ van Carel de Haseth voor NBD/Biblion, 04-09-2013:
Op 17 augustus 1795 vond op Curaçao een grote slavenopstand plaats onder leiding van de inmiddels legendarische Tula en Karpata. In die tijd speelt deze korte roman, die wordt verteld vanaf het moment dat de slaaf Louis wacht op zijn berechting in het fort in Willemstad. Hij en zijn meester Wilmoe vertellen om beurten hun versie van de gebeurtenissen. Zij zijn exact even oud, hebben hun jeugd samen doorgebracht en hebben beiden gedongen naar de gunsten van de mooie Anita. Wilmoe wint dankzij zijn overwicht als meester, maar verkracht het meisje toch. De tekst is belangwekkend omdat er zo weinig over de Tula-opstand is geschreven. Vooral de psychologische nuances in het slaaf/meester-verhaal worden getoond: zowel slaaf als meester kennen goede en slechte trekken. Beiden kennen woede, onredelijkheid en trots. Uiteindelijk biedt de meester, bewogen door het lot van de slaaf die hij zelf zo gruwelijk behandelde, hem een mes om zelfmoord te plegen en zo de galg te ontlopen. De meester blijft in wroeging achter, moederziel alleen, want zijn vrouw Anita en kind sterven. In deze herdruk is nu ook (op de linkerbladzijden) de tekst in het Papiaments opgenomen.

Meer over Katibu di shon