Dag Jos de Roo

Jos de Roo Foto Nicolaas Porter

In Memoriam Jos de Roo (18 september 1942 – 8 april 2023), 10 april 2023:
Op 8 april 2023 is Jos de Roo na een royaal ziekbed overleden. In augustus vorig jaar nodigde hij o.a. Anja en mij uit zijn laatste verjaardag op 18 september te komen vieren. Wat een dubbel bericht was dat: verjaardag en afscheid. Ik vermoedde wel al dat het minder met hem ging. Maar met die uitnodiging gaf hij geen ruimte meer voor twijfel. Dan toch je afnemende energie bij elkaar rapen om je verjaardag actief te willen vieren is bijzonder en ik denk: typisch Jos. En zo was zijn afscheid een feest met veel mooie woorden. Dr. B. Jos de Roo (1942) heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Uitgeverij In de Knipscheer. Hij bracht ons (Jos Knipscheer en mij) in de jaren tachtig in contact met twee groten van de Surinaamse letteren, Hugo Pos die bij ons zou debuteren en blijven publiceren tot aan zijn dood en Albert Helman die vanaf 1990 zijn laatste schrijversleven bij deze uitgeverij zou leiden. In de jaren negentig en de eerste jaren van deze eeuw was hij bijzonder recensent voor literatuur uit het Caribisch gebied bij Ochtendkrant Trouw (kom daar nu nog eens om) en signaleerde in die rol ook tal van In de Knipscheer-auteurs. Maar wij ‘kenden’ Jos al vanaf de vroege jaren van de uitgeverij. Zijn ‘Antilliaans literair logboek’ uit 1980 bracht ons in die jaren op het spoor van vele Surinaamse en Antilliaanse auteurs, zoals ook ‘Autonoom’ (1975) en ‘Met eigen stem’ (1980) van Pim Heuvel dat deden. Daarnaast was hij ook auteur bij In de Knipscheer: samen met Hugo Pos van ‘Oost en West en Nederland’ in 1986 en als kers op de taart in 2015 ‘Praatjes voor de West’ (waarop hij een jaar eerder promoveerde) gebaseerd op het eerste naoorlogse decennium van De Wereldomroep waarvoor hij later als programmamaker werkte, in vervolg waarop hij voor ons in 2017 de bundel (radio-)columns ‘Ver weg dichtbij’ van Boeli van Leeuwen bezorgde. Jos, dank voor je onvergetelijke bijdrage.
– Franc Knipscheer

Meer over Jos de Roo bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Aandacht voor Boeli van Leeuwen is mooi (en terecht).» – Ko van Geemert

VoorplatWieDenkJe-300Over ‘Wie denk je dat ik ben?’ van Boeli van Leeuwen door Ko van Geemert in Ñapa (Amigoe), 5 november 2022:
Op 10 oktober 2022 herdachten we het feit dat een van de bekendste schrijvers van Curaçao, Willem Cornelis Jacobus (Boeli) van Leeuwen, honderd jaar geleden was geboren. Ter gelegenheid hiervan gaf uitgeverij In de Knipscheer een bloemlezing uit, getiteld ‘Wie denk je dat ik ben?’, samengesteld door Klaas de Groot (1942), in de jaren 80 van de vorige eeuw leraar Nederlands op Curaçao, en ingeleid door journaliste Sheila Sitalsing (1968), opgegroeid op het eiland. (…) “De precisie waarmee hij de genadeloosheid van de tropen kan schetsen, zoals de eenzaamheid en de droefenis die je kunnen overvallen wanneer de schemering invalt, alsook de snelheid waarmee het verval kan intreden onder de meedogenloze zon.” Samensteller Klaas de Groot [koos werk] uit de verhalenbundels, plus uit het werk dat hij nooit in boekvorm publiceerde [zoals] ‘Satanic Verses’ uit 1989: “In tegenstelling tot mijn collega’s in de westerse wereld, die in dichte drommen op zijn komen dagen om zich solidair te verklaren met Salman Rushdie (thereby beating their own drums!) neem ik hierbij nadrukkelijk afstand van deze kwalijke figuur.” (…) Het lot van veel schrijvers is dat zij na hun dood snel worden vergeten. De aandacht voor Boeli van Leeuwen bij deze 100ste geboortedag is mooi (en terecht). (…)
Lees hier of hier ‘100e geboortedag Boeli van Leeuwen’
Meer over ‘Wie denk je dat ik ben?’
Meer over ‘100 Jaar Boeli van Leeuwen’

«Het literaire lichaam van Van Leeuwen bestaat nog steeds.» – Klaas de Groot

VoorplatWieDenkJe-300Over ‘Wie denk je dat ik ben?’ van Boeli van Leeuwen in Antilliaans Dagblad, 8 oktober 2022:
(…) Maar al is dan de mens van vlees en bloed verdwenen, het literaire lichaam van Van Leeuwen bestaat nog steeds. Dat lichaam is vooral te ontdekken in de vier bundels verhalen Ver weg dichtbij, De Ruïne van een kathedraal, De taal van de aarde en Geniale Anarchie. (…) Daarom is het goed om ter gelegenheid van de viering van de honderdste geboortedag van de schrijver een keuze te presenteren, waarin hij vooral zelf te ontdekken is. (…) Bij Van Leeuwen lijkt dat niet moeilijk, omdat een groot deel van zijn proza, en dan vooral de stukken uit eerder genoemde titels, gekenmerkt worden door een vertellende stijl die ervoor zorgt dat de lezer dicht in de buurt van de verteller blijft. (…) Af en toe richt hij zich letterlijk tot de lezer met de woorden ‘lieve lezer’, maar nog sterker: hij spreekt over ‘wij’ en laat duidelijk uitkomen dat hij het tegen zijn mede-Curaçaoënaars heeft. (…) Uit het stuk ‘Mozart in het oerwoud’ (in Geniale Anarchie) blijkt nog een vast gegeven uit het leven, dat is de bewondering voor grote kunstenaars. Met die eerbied begon ook de schrijver zijn publicitaire leven. Daarvoor moeten we terug naar 1947 als Van Leeuwen met drie krantenstukken naar buiten komt. In het dagblad Beurs & Nieuwsberichten verschijnen in maart en april drie artikelen die nooit in boekvorm zijn verschenen. De gemeenschappelijke titel is ‘Eenheid van Tegendelen’. De eerste twee gaan over bewonderde figuren, Rembrandt en Beethoven. In het stuk over Beethoven komt ook Mozart aan bod, maar nog niet zo krachtig als in later werk. (…) Voor de schrijvers en dichters uit zijn tijd kan Van Leeuwen weinig bewondering opbrengen. Zij voldeden niet aan de literaire geloofsbelijdenis van Van Leeuwen (…) Veel later spelen de literaire uitgangspunten een rol als Van Leeuwen het stuk over Salman Rushdie ‘Satanic verses’, eigenlijk voorbestemd voor Geniale Anarchie, niet zal opnemen in die bundeling. (…)
Lees hier het artikel 100 Jaar Boeli van Leeuwen’
Meer over ‘Wie denk je dat ik ben?’

Boeli van Leeuwen – Wie denk je dat ik ben? Een biografische bloemlezing

VoorplatWieDenkJe-300Boeli van Leeuwen
Wie denk je dat ik ben?
Een biografische bloemlezing

Gekozen en bezorgd door Klaas de Groot
Voorwoord Sheila Siltalsing
Curaça0, Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
276 blz., € 17,90
ISBN 978-94-93214-86-6
presentatie 8 oktober 2022
100 jaar Boeli van Leeuwen

De verhalenbundels De ruïne van een kathedraal (1996) en De taal van de aarde (1997) van Boeli van Leeuwen zijn niet meer in druk, en dat is jammer. Om die leemte deels te vullen en om het feit te vieren dat de auteur honderd jaar geleden, op 10 oktober 1922, werd geboren is Wie denk je dat ik ben? samengesteld. De ondertitel ‘Een biografische bloemlezing’ laat zien dat het om een keuze uit zijn korte werk gaat waarin de auteur geregeld zichzelf naar voren laat komen. Opgenomen zijn verhalen uit bovenstaande bundels en uit de meer recente verzamelingen Geniale Anarchie (1990) en Ver weg dichtbij (2017). Voor deze gelegenheid is er ook materiaal opgenomen dat niet eerder in boekvorm is verschenen, de eerste krantenstukken uit 1947 bijvoorbeeld, dus het echte debuut van Van Leeuwen. Ook ander verspreid werk waarin de schrijver zelf op krachtige wijze aanwezig is krijgt nu de kans om een tweede leven te beginnen.

Sheila Sitalsing in het Voorwoord bij deze uitgave:
“(…) En dan de uitstapjes die hij maakt naar Spaans, Papiaments, Duits en Engels wanneer de jas van het Nederlands hem te krap wordt. Boeli van Leeuwen is te groot voor het Nederlands alleen en tegelijk is hij één van de grootste schrijvers die het Nederlandse taalgebied heeft voortgebracht. (…) Het is een godsgeschenk dat (…) de stukken die hij voor kranten schreef omdat hij de concentratie voor een roman even niet kon opbrengen, hier verzameld zijn. (…) Opdat ook de generaties die nog met lezen moeten beginnen, zullen weten: hier was een grote zoon van het koninkrijk aan het werk.”

Boeli van Leeuwen debuteerde in 1959 met de roman De rots der struikeling, waarvoor hij later in Nederland de Vijverbergprijs (de tegenwoordige F. Bordewijkprijs) ontving, samen met de romans Een vreemdeling op aarde (1962) en De eerste Adam (1966) wel ‘de trilogie van een displaced person’ genoemd. Na zijn rechtenstudie en advocatenpraktijk in Nederland, Spanje en Venezuela bekleedde hij als hoogste ambtenaar de functie van Secretaris van het eilandgebied Curaçao. In 1983 werd hij voor zijn literaire werk bekroond met de Cola Debrotprijs, de belangrijkste Antilliaanse culturele onderscheiding. Na zijn pensionering dat jaar werkte hij als pro-Deo-advocaat in de armen wijken die hij ‘schaduwzijde van the neat Dutch treat in the Caribbean’ noemde. Ook wijdde hij zich opnieuw aan het schrijven, wat onder meer resulteerde in de romans Schilden van leem (1985), Het teken van Jona (1988) en zijn befaamde columnverzameling Geniale anarchie (1990) waarmee hij een nieuwe lezersgeneratie aan zich wist te binden.

Klaas de Groot (Leiden 1942) was in de jaren 80 van de vorige eeuw leraar Nederlands op Curaçao en Aruba. Hij stelde voor Uitgeverij In de Knipscheer de bloemlezingen Vaar naar de vuurtoren en Grenzenloos samen en bezorgde voor deze uitgeverij mede poëzie-uitgaven van Aletta Beaujon en Boeli van Leeuwen. Ook stelde hij Because en andere gedichten van Carla van Leeuwen samen. Daarnaast schrijft hij regelmatig over met name Caraïbische literatuur in tijdschriften en op Caraïbisch Uitzicht.

Deze uitgave is een kleine vóóreditie in paperback, uitgebracht ter gelegenheid van ‘100 jaar Boeli van Leeuwen’ op 8 oktober in het Nationaal Archief in Den Haag, en zal later verschijnen in een gebonden editie die als de definitieve uitgave zal worden beschouwd.

Meer over ‘Wie denk je dat ik ben?’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Klaas de Groot bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Sheila Sitalsing op deze site

«Ze verschenen nooit eerder in druk.» – André Oyen

VoorplatVerWegDichtbij75Over ‘Ver weg dichtbij’ van Boeli van Leeuwen op Ansiel, 6 april 2018:
Boeli van Leeuwen (1922-2007) besloot zijn oeuvre met een serie columns in de Curaçaosche Courant, die werden gebundeld in het magistrale slotakkoord ‘Geniale Anarchie’. Tot voor kort was onbekend dat hij zijn schrijversleven er ook zowat mee begon: columns die hij veertig jaar eerder schreef voor de Wereldomroep werden onlangs door literatuurwetenschapper Jos de Roo uit het archief van de Wereldomroep geplukt en in een mooie uitgave op de markt gebracht. Ze verschenen nooit eerder in druk en waren slechts bedoeld om te worden uitgesproken voor de radiomicrofoon. Van Leeuwen schreef ze tussen 1951 en 1954, jaren waarin hij in Nederland verbleef.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Ver weg dichtbij’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De profeet was nooit ver weg als Van Leeuwen sprak. Maar dan wel de profeet als spreker en niet als preker.» – Klaas de Groot

VoorplatVerWegDichtbij75Over ‘Ver weg dichtbij’ van Boeli van Leeuwen op Caraïbisch Uitzicht, 13 december 2017:
(…) De lust tot praten en vertellen moet ervoor gezorgd hebben dat de causerieën die hij voor de Wereldomroep hield tussen eind 1951 en half 1954, dus na de universitaire tijd, hem gemakkelijk afgingen. (…) ‘Ver weg dichtbij’ laat duidelijk zien dat Boeli van Leeuwen zijn mond maar open hoeft te doen of het verhaal begint. Hij vertelt over zeer veel onderwerpen en vaak op heel diverse toon. Het meest gedreven is hij natuurlijk bij onderwerpen waar zijn hart naar uit gaat. In de tijd van de Wereldomroep waren dat Amsterdam en Curaçao. Het zal geen verbazing wekken dat ook het varen tussen beide gebieden aandacht krijgt. Het lijkt soms net of er een zeeman bezig is met één van zijn verhalen. De verteller in de kring. (…)
Lees hier of hier het essay
Meer over ‘Ver weg dichtbij’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Liefdevol en weemoedig over Curaçao.» – Drs. B. Hummel

VoorplatVerWegDichtbij75Over ‘Ver weg dichtbij’ van Boeli van Leeuwen voor NBD | Biblion, 15 november 2017:
De gelauwerde Curaçaose romancier Boeli van Leeuwen (1922-2007) debuteerde eind jaren vijftig en brak door in de jaren zestig. Deze verzamelde radiocolumns, uitgesproken tussen 1952 en 1954 voor de Wereldomroep, vormen zijn eerste werk. De columns verhalen anekdotisch, liefdevol en weemoedig over Curaçao. Of de verhalen zich daar nu afspelen of elders. In het gekke Nederland van de jaren vijftig voelt hij zich ook wel thuis. Met een verantwoording en als slot een in een radiocolumn uitgesproken gedicht. Het is voor het eerst sinds lange tijd dat er weer iets van deze romancier wordt uitgegeven. – Drs. B. Hummel
Meer over ‘Ver weg dichtbij’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«**** In deze gesproken columns is al de grote schrijver te ontwaren die hij later zou worden.» – Tommy Wieringa

VoorplatVerWegDichtbij75Over ‘Ver weg dichtbij’ van Boeli van Leeuwen in De Volkskrant, 4 november 2017:
Boeli van Leeuwen (1922-2007) besloot zijn oeuvre met een serie columns in de Curaçaosche Courant, die werden gebundeld in het magistrale slotakkoord ‘Geniale Anarchie’. Tot voor kort was onbekend dat hij zijn schrijversleven er ook zowat mee begon: columns die hij veertig jaar eerder schreef voor de Wereldomroep werden onlangs door literatuurwetenschapper Jos de Roo uit het archief van de Wereldomroep gevist, aangevreten door waterschade en zilvervisjes. Ze verschenen niet eerder in druk en waren slechts bedoeld om te worden uitgesproken voor de radiomicrofoon. Van Leeuwen schreef ze tussen 1951 en 1954, jaren waarin hij in Nederland verbleef, ver weg van zijn eiland, dat hij zowel als een gevangenis in zee als een vrolijk toneel vol geniale anarchisten beschouwde. (…) In de bundel eerstelingen ‘Ver weg dichtbij’ zien we een paar van zijn latere romanfiguren optreden in hun werkelijke gedaante, zoals zijn zwarte min, de geitenhoeder Pedro en opzichter Cornees van plantage Santa Martha, welke eigendom was van Van Leeuwens grootmoeder; eenvoudige mensen zonder enige boekenkennis, die door Van Leeuwen liefdevol worden getekend als natuurfilosofen die de taal van de aarde spreken. (…) In zijn stukken volgen we een rusteloze zoeker, iemand die altijd positie moet bepalen tussen hier en daar. Prachtig beschrijft hij zijn vertrek van Curaçao, wanneer hij op een Franse pakketboot de Sint Anna-baai verlaat en de lichtjes van de Isla-raffinaderij ziet opgloeien in de warme nacht. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Ver weg dichtbij’

«Scherpe portretten van Curaçaoënaars, mooie vergelijkingen tussen Curaçao en Nederland.» – Margot Poll

VoorplatVerWegDichtbij75Over ‘Ver weg dichtbij’ van Boeli van Leeuwen in NRC Handelsblad (boekenbijlage), 20 oktober 2017:
Tien jaar geleden overleed op Curaçao de Antilliaanse schrijver Boeli van Leeuwen op 85-jarige leeftijd. Reden om 29 van de 37 columns die de schrijver tussen 1951 en 1954 voor de Wereldomroep had ingesproken, te bundelen. In Ver weg dichtbij maakt hij naast scherpe portretten van de Curaçaoënaars, mooie vergelijkingen tussen Curaçao en Nederland. Over de regen zegt hij bijvoorbeeld: ‘De vruchtbare bodem van Curaçao is een dankbare minnares; zodra de regen valt, bloeit ze op’ in tegenstelling tot de luie en gezapige manier waarop het regenwater in Nederland wordt opgenomen door de grond ‘die zich gedraagt als een dikke juffrouw die net een groot maal naar binnen heeft gewerkt en die men dan een chocolaatje presenteert. Ze neemt het wel, maar zuchtend van verzadiging. (…) In Nederland is het water de Moeder en de grond is er bijgevoegd. Op Curaçao is grond overheersend en het water toevallig.’ De geluidsfragmenten bestaan niet meer, anders zouden we Van Leeuwen dit fragment waarschijnlijk theatraal en met alliteraties hebben kunnen horen uitspreken.
Meer over ‘Ver weg dichtbij’

«De kracht van de column schuilt uitsluitend in de blik en het stilistisch vermogen van de auteur.» – John Jansen van Galen

VoorplatVerWegDichtbij75Over ‘Ver weg dichtbij’ van Boeli van Leeuwen in Het Parool, 16 oktober 2017:
(…) Van Leeuwen ontpopt zich als een ware columnist, in die zin dat zijn bijdragen werkelijk overal over kunnen gaan en hij zich onverwachte een vaak schijnbaar onlogische wendingen en zijpaden veroorlooft. De kracht van de column schuilt uitsluitend in de blik en het stilistisch vermogen van de auteur. (…) Uit de teksten spreekt een diepere liefde voor zijn eiland, dat hij ons voorstelt als mysterieus en haast mystiek – zoals ook in zijn romans. De lengte ervan [rond de duizend woorden] gaf Boeli van Leeuwen de gelegenheid om een compleet, warm portret te schetsen van de entourage rond zij ouderlijk huis, met de ‘jaja’ (kindermeid) Telai, de chauffeur Wanja (‘een knappe Indiaan uit Bonaire met een snorretje’) en de uiterst zwijgzame tuinman Wandinas, van origine een Brits-Indiër, die liep als een harlekijn. (…) Met juweeltjes over geiten, geluk (bij een bezoek aan Parijs) en over de Noordkust of het Spaanse water op zijn geliefde Curaçao. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Ver weg dichtbij’