«De verbeelding van het kwaad in een tiental essays, als het ware schriftelijke colleges.» – Hans Hovens

Over ‘Sympathie voor de duivel’ van Jaap Goedegebuure in nd (Nederlands Dagblad), 15 mei 2025:

Het nieuws confronteert ons dagelijks met oorlog, terreur en misbruik. Wat drijft mensen tot zulke daden? Jaap Goedegebuure laat zien hoe literatuur ruimte biedt om het kwaad te onderzoeken maar ook na te denken over onze eigen duistere kanten. (…)  In ‘Sympathie voor de duivel’ van Jaap Goedegebuure worden we meegenomen door de verbeelding van het kwaad in de wereld van de literatuur en dan met name in die van Nederlandse en Vlaamse schrijvers. In een tiental essays, als het ware schriftelijke colleges, bespreekt de auteur, met talrijke dwarsverbanden naar de wereldliteratuur, het werk van onder meer Louis Couperus, Jacob Israël de Haan, Vestdijk, Reve, Mulisch, Louis Paul Boon, Oek de Jong, Manon Uphoff en Arnon Grunberg. Al gaat het hier over het ‘kwaad’, het is tegelijkertijd een cursus moderne Nederlandse letterkunde, het vak dat de voormalig hoogleraar Goedegebuure gaf. De verschillende hoofdstukken geven een goed beeld van de rijkdom van de geschriften van de besproken auteurs en zijn dusdanig uitnodigend dat de lezer met graagte hun werk wil (her)lezen. Goedegebuure heeft dat zelf ook gedaan in de acht jaar dat hij met dit boek is bezig geweest. Het blijkt ook wel uit de gedegen samenvattingen en de vele citaten. (…)

Lees hier of hier
Meer over Sympathie voor de duivel
Meer over Jaap Goedegebuure bij Uitgeverij In de Knipscheer

I.M. Pim Wiersinga: «Fictie is de herinnering aan wat nooit is gebeurd.»

[foto Harry van Kesteren in Pletterij Haarlem 6 november 2016]

Met de op donderdag 12 december overleden auteur Pim Wiersinga (1954-2024) verliest de Nederlandse literatuur een schrijver van buitenlandse allure en Uitgeverij In de Knipscheer een vriend. Zijn debuut Honingvogels (1992), een roman over het Antwerpen van de jaren twintig van de vorige eeuw, toonde direct zijn talent en werd meteen genomineerd voor de AKO-literatuurprijs. De imposante roman Gracchanten (1995), die zich afspeelt in de tweede eeuw voor christus, was de opvolger ervan en Wiersinga zou daarna nog veel meer historische romans gaan schrijven. (…) In 2014 kiest hij voor Uitgeverij In de Knipscheer en de roman Het paviljoen van de vergeten concubines (2014) maakt meteen grote indruk. De roman speelt in het achttiende-eeuwse China. Pim Wiersinga koos voor de vorm van brieven en maakte er een spektakelstuk qua schrijven van. Hij wisselt van stijl en toon, van ambtenarenproza of liefdesbrief tot aan door een tolk geschreven romanfragmenten, al naar gelang het verhaal dat van hem vraagt. (…) Zijn belangrijke stelregel daarbij was: Fictie is de herinnering aan wat nooit is gebeurd. De feiten mogen kloppen, maar de fantasie moet kloppen. (…) Eleonora en de liefde (2016) beschrijft de geboorte van de romantische liefde zoals we die nog altijd kennen en speelt in de tijd van de troubadours. Thomas een jonge minstreel streeft naar meesterschap, niet alleen in zijn beroep maar ook in de hoge kunst der Minne. Eleonora van Aquitanië zal daarbij zijn scherpmeester zijn. (…) Het is een roman waarin feit en fictie elkaar afwisselen en de auteur excelleert door taalgebruik en, niet te vergeten, broeierige en uiterst opwindende scenes. Zena’s arena (2022), een fenomenale, historische roman van 584 pagina’s die zich in de Romeinse vijfde eeuw afspeelt, was de laatste publicatie die Pim Wiersinga nog mocht beleven. Het boek is de kers op de taart waar hij zijn hele leven naartoe heeft geschreven en mag zonder meer een meesterwerk genoemd worden dat ongeëvenaard is in de wijze waarop een complex en vergeten tijdsgewricht zowel in helder proza als in sprankelende poëzie werd beschreven. (…) In 2025 zal Nausikaä en de grote goden, een roman in verzen, verschijnen. Het is een haast logisch vervolg op Zena’s arena. (…) Laten de laatste woorden voor woordkunstenaar Pim Wiersinga zelf zijn. Een fragment uit Zena’s arena:

‘Ach, wij zoeken een verhaal dat wij vatten;
desnoods een slecht verhaal, volstrekt in strijd
met wat de zinnen zien en het verstand bevat,
maar wel mooi afgerond, met kop en staart,
omdat we zelf verhalen zijn; wij drijven
als wolken voorbij – bevolken de natuur
onder ons met godenvloek en drama.’

Peter de Rijk, Amsterdam

Lees hier het I.M. ‘Alle boeken zijn voetnoten bij dromen’ van uitgeverijredacteur Peter de Rijk.  Een iets aangepaste versie werd bij de crematie op 23 december 2024 voorgelezen door Franc Knipscheer.
Meer over Pim Wiersinga bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een inhoudelijk interessante biografie.» – Aleid Truijens

Opmaak 1Over ‘Rusteloos en overal. Het leven van Albert Helman’ van Michiel van Kempen in De Volkskrant, 5 november 2016:
Niets uit dit overvolle, lange leven lijkt biograaf Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische literatuur, te zijn ontgaan. Hij weet bewonderenswaardig veel over zijn onderwerp. (…) Albert Helman werd vooral bekend door De stille plantage, een roman over kolonialisme en slavernij. Maar hij deed zoveel meer, blijkt uit dit boek. Hij was componist, muziekrecensent, theatermaker, amateurwiskundige, taalkundige, vertaler, literair criticus en journalist voor alle mogelijke kranten en bladen. Zijn leven lang reisde Lichtveld de wereld rond. Hij woonde in Barcelona en deed verslag van de Spaanse Burgeroorlog. In Suriname was hij minister en hoofd van de Rekenkamer, daarna was hij jarenlang diplomaat. Vanaf de jaren twintig was hij actief in het Nederlandse literaire leven. Hij kende Slauerhoff, Ter Braak, Du Perron, Vestdijk, Roland Holst en Marsman, werkte met Joris Ivens en was bevriend met George Orwell en Frida Kahlo. Het interessantst aan deze biografie is dat het een internationale (cultuur)geschiedenis is van de 20ste eeuw. (…) Van Kempen uit zijn kritiek en bewondering terloops, in beschrijvingen en ironische terzijdes. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Rusteloos en overal’
Meer over Michiel van Kempen op deze site
Meer over Albert Helman op deze site

«Met een scherp oog voor nuance laat Groenewegen Ottens modernisme zien.» – Hans Anten

Over ‘Te leven op duizend plaatsen’ van Rob Groenewegen in Spiegel der Letteren (Gent, 2012 nr. 4), 18 december 2012:
Het voorbeeldig uitgegeven en royaal geïllustreerde Te leven op duizend plaatsen presenteert het chronologische verhaal van Ottens leven in vijfentwintig hoofdstukken. Op grond van een indrukwekkende hoeveelheid veelsoortige bronnen vertelt Groenewegen het au fond tragische levensverhaal van Jo Otten, waarin persoon en werk in hoge mate samenvallen en reliëf krijgen. De biograaf overtuigt als hij de omstandigheden schetst die van invloed zijn geweest op de ontwikkeling van Ottens karakter. (…) Met deze biografie probeerde Groenewegen ‘alle aspecten van [Ottens] uitzonderlijke denkwereld en kleurrijke schrijversleven’ bijeen te brengen en zo begrip te kweken voor diens leven en werk in relatie tot zijn tijd. Die doelstelling is zeker bereikt.

Lees hier de recensie

Meer over deze biografie en Jo Otten