Gedicht van Astrid H. Roemer [2]

VoorplatRoemerBloemlezing-75In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (27 april 2022) is het de sterfdag van W.F. Hermans, maar ook de geboortedag van onder anderen Robert Anker, Astrid H. Roemer, Paul Hautmans en Bies van Ede. Bij wijze van felicitatie kiest uitgeverij In de Knipscheer kiest in dit bericht voor het gedicht ‘Zeevogels’ van Astrid H. Roemer (1947) uit haar in 2021 bij Uitgeverij In de Knipscheer verschenen bloemlezing ‘Ik ga strijden moeder’.

Zeevogels

Zeevogels vandaag.
Zomaar in mijn tuin.
Ze schenen niet wit.
Ze neigden naar bruin.
Het waren er 2. Een echtpaar misschien. Of
hartsvriendinnen op droomreis naar Brasil.
Ik was verrukt. Ik rook ruig de zee.
Ik hoorde hem ruisen. Jij liep met mij mee.
Jij hield mijn hand vast. – Ik had
handschoenen aan –.
Ik blijf van je houden zolang meeuwen bestaan.
Jouw stem klonk diep.
Ze vlogen prompt op. Sneeuwwit en luidruchtig.
Driehonderd en tien.

Weer staan 2 in mijn tuin. Op zoek naar
zout brood?
Zo laat in de middag. Dear me.
Ga niet dood!

Meer over ‘Ik ga strijden moeder’
Meer over Astrid H. Roemer bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht van Astrid H. Roemer

In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (27 april 2021) is het de sterfdag van W.F. Hermans, maar ook de geboortedag van onder anderen Robert Anker, Astrid H. Roemer, Paul Hautmans en Bies van Ede. Bij wijze van felicitatie kiest Wim van Til voor een gedicht van Bies van Ede; uitgeverij In de Knipscheer kiest in dit bericht voor het gedicht ‘Soeps’ van Astrid H. Roemer (1947) uit haar bij Uitgeverij In de Knipscheer verkrijgbare cd ‘Omhels mij’ met muziek van en uitgebracht door Frank Ong-Alok in 2008. Dit gedicht is ook opgenomen in de door Klaas de Groot samengestelde bloemlezing ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’.

Soeps

In mijn huishouden staat soep zelden
op tafel. Niemand heeft daarover een klacht
geuit.
Vooral soep met balletjes. In handpalmen
gekneed.
Liefst zo klein als te grote knikkers.
Wie lust zoiets!
En dan als voorgerecht. In mijn land
ken ik de maaltijdsoep. Vol en stevig als een
mislukt hoofdgerecht. Pindasoep. Met
bananen
tomtom. Gestampt in een houten stamppot.
Door vrouwen.
Wie kan zoiets zwaars aan? Stamppot met
zuurkool
is nog net geen soep met balletjes

Als jij komt eten bak ik je een poets:
bloemkoolsoep krijg je opgediend met room.
Als nagerecht. Ik begin duur met kaviaar en
flinterdunne
biscuitjes met champagne (-hanestaart) van
een ‘goed huis’.
Daarna mag jij zelf wat halfgaar gebakken is
halen.
Uit mijn magnetronoven. Tenminste als je
een
warm mensenhart na zoveel soeps
kunt verdragen. Als hoofdgerecht. In bed?

Meer over ‘Omhels mij’
Meer over Astrid H. Roemer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Frank Ong-Alok bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’

«Belangrijke roman over hedendaags terrorisme, contraspionage en politieke dwarsverbanden.» – Ezra de Haan

VoorplatPOM3_Opmaak 1.qxdOver ‘Pom’ van Kees Broere in Antilliaans Dagblad, 15 juni 2019:
(…) Peter Flinck is de man om wie het allemaal in ‘Pom’ draait. (…) We schrijven het jaartal 1993, Nelson Mandela staat op het punt verkozen te worden als president van Zuid-Afrika. Het is het Afrika dat Kees Broere als journalist dagelijks volgde en dat merk je ook als hij erover schrijft. Waarschijnlijk heeft hij zijn eigen ervaringen naadloos in de dialogen van ‘Pom’ verwerkt. Zo leert Peter Flinck dat taal politiek is. Dat de gruwelen van Rwanda nu ‘les événements’ genoemd worden en beide strijdende partijen ervoor zorgden dat de brouwerij openbleef. ‘Zonder bier geen oorlog’ was het devies. Kees Asten is de journalist die Flinck dit allemaal vertelt. Een grapje van Kees Broere, die zijn pseudoniem van weleer gebruikt voor een personage in het eerste boek onder eigen naam. (…) Als in een thriller zorgt Kees Broere voor cliffhangers die je doen doorlezen. Je weet dat er iets gaat komen. Maar wat? Het moment van confrontatie met zichzelf komt wanneer Peter Flinck het gastenboek van de Chui Lodge doorbladert en zijn eigen naam tegenkomt. Het moet iemand anders met dezelfde voor- en achternaam zijn, want hij is er nooit eerder geweest. Maar dan ziet hij dat zelfs de tekst die deze Peter Flinck schreef overeenkomt met zijn eigen tekst, ooit in een hotel in Colombo op Sri Lanka in een gastenboek geschreven… Het is een variant op het dubbelgangersmotief die je wel vaker in de literatuur tegenkomt. (…) Nu iemand rondloopt met zijn naam en men hem aanspreekt alsof ze hem al jaren kennen, bekruipt hem een ongemakkelijk gevoel. En dat is pas het begin van deze uiterst verrassende roman. (…) Met ‘Pom’ heeft Kees Broere een belangrijke roman over hedendaags terrorisme, contraspionage en politieke dwarsverbanden geschreven waarbij hij vernuftig gebruik weet te maken van alle ervaringen die hij in Afrika opdeed. ‘Pom’ is een roman die om herlezen vraagt. Want wat lag aan de oppervlakte en wat heb je over het hoofd gezien?
Lees hier of hier de recensie
Meer over ‘Pom’

Literair tijdschrift Extaze 26 ‘Bijtende teksten’ [Jrg. 7, nr. 2]

VoorplatExtaze26-75Extaze 26 – Bijtende teksten
zevende jaargang nr. 2, juni 2018
Redactie Cor Gout, Els Kort (vormgeving)
Gebrocheerd, geïllustreerd, 112 blz.,
€ 15,00
Presentatie 7 juni 2018
ISBN 978-90-6265-508-3

Zoals in elk nummer wordt ook in dit nummer de inhoud bepaald door essays, gedichten, korte verhalen en beeld en no uitgebreid met interviews en recensies op het digitale supplement van Extaze. Sander Bax en Eline Peeters beschrijven hoe W.F. Hermans, ‘de venijnigste pennenstrijder die we in Nederland gehad hebben’, zijn polemieken vanuit het autonome literaire veld (gericht op literaire critici en schrijvers) uitbreidde met debatten die hij voerde in de publieke media, maar daarbij vasthield aan zijn positionering als autonoom auteur en de wetten van de massamedia aan zijn laars lapte: ‘Nee, het is een vertelgesprek van mijn kant’. In zijn essay over Lucebert plaatst Wim Hazeu kanttekeningen bij diens pro-nationaalsocialistische uitspraken die hij in particuliere brieven uitte, en bij zijn aanmelding bij de Arbeitseinsatz. Hij wijst dan op zijn huiselijke situatie, zijn avontuurzucht, zijn beïnvloedbaarheid, zijn liefde voor de Duitse literatuur. Het begrip dat Hazeu voor de jongeman opbrengt kent zijn grenzen, maar wel stelt hij vast dat Lucebert met zijn werk geantwoord heeft op die episode in de oorlog. Enigszins aansluitend op het bovenstaande is de passsage in Rutger H. Cornets de Groot’s essay ‘Dat niet zou mogen deren’, waarin hij Lucebert als voorbeeld noemt van een dichter die zich in zijn kritische gedichten niet verschuilt achter een gehekeld persoon (door middel van pastiche, parodie of karikatuur), maar aan de literatuur de oneigenlijke eis stelt een middel te zijn tot een buiten de literatuur gelegen doel. Dick Brongers analyseert in ‘Mefisto op de radio. Max Blokzijl, de verleider der wankelmoedigen’ de demagogische, opruiende taal in de wekelijkse praatjes van Max Blokzijl voor de radio: ‘Het nationaalsocialisme zit in de lucht. Deze leer is gekomen op het ogenblik, waarop de menschelijke samenleving er overrijp voor was.’ Leonor Faber-Jonker herinnert zich anekdotes, woordgrapjes, associaties en uitspraken, vaak over taal (‘eenvoud is macht’) van popdichter, punkdrummer en iconoclast Ton Lebbink, en herinnert zich haar eigen ‘bekering’ tot de punk: ‘De venijnige teksten van de Vibrators, The Stranglers en de Buzzcocks gaven me hetzelfde bevrijdende gevoel als de humor van de VPRO, het dragen van wijde zilveren broeken en verboden sigaretjes.’ Nico van Apeldoorn vertaalde politieke teksten van Boris Vian (1929–1959), oorlogspoëzie van Siegfried Sassoon (1886–1977) en gedichten tegen de slavenhandel van Robert Southey (1774–1843) en voorzag hun gedichten van een inleiding.

In dit nummer gedichten van Liesbeth Aerts, Job Degenaar, Maria van Oorsouw en Margriet Westervaarder en korte verhalen van Flip Filz, Rutger Heringa, Jochem F. Melis, Ward Mertens en Dirk Rodenburg. Het beeld (tekeningen) wordt verzorgd door Sebastiaan Schlicher.

De presentatie van Extaze 26 vindt plaats op donderdag 8 juni 2018. Locatie: Houtrustkerk, Beeklaan 535, Den Haag (hoek Houtrustweg). Parkeren kan gratis op het erf van de internationale school aan de overzijde. Aanvang: 20.15 uur precies. Deur open van 19.45 uur tot 20.10 uur, dus graag op tijd aanwezig zijn. Entree: € 10,00 (alleen contant te betalen). Reserveren: redactie@extaze.nl . Presentatie: Cor Gout. Licht en geluid: Anton Simonis (Adesign).
Lees meer supplement van ‘Extaze’
Meer over ‘Extaze’

Presentatie Extaze nr. 24 in de Houtrustkerk.

ExtazeinHoutrustkerk24B.inddExtaze 24 over ‘Fotografie’ in de Houtrustkerk, donderdagavond 2 november 2017:
De presentatie van Extaze 24 in de Houtrustkerk op 2 november a.s. gaat over fotografie. En foto’s zullen er te zien zijn: bij de lezing van Daan Rutten over W.F. Hermans en diens opvattingen over fotografie; bij de performance van het trio Boonyi, bestaand uit Jonas Bruyneel (muziek), zijn broer Hannes (foto’s) en Hans Depelchin (voordracht); verwerkt in Eric de Vries’ meeslepende korte film Photographies en aan de wanden van de kerk waar Eric de Vries een selectie uit zijn fotowerk heeft opgehangen. De gedichten die Hester van Beers voordraagt, laten zich lezen en beluisteren alsof het foto’s zijn – haar ogen die waarnemen en het moment kiezen om ‘af te drukken’. Ook in de voordracht van Peter WJ Brouwer zullen foto’s een belangrijke plaats innemen. Een bijzonderheid van deze avond is verder dat de veelzijdigheid van enkele optredenden aan het licht zal komen. Schrijver en journalist Jonas Bruyneel en schrijver en dichter Peter WJ Brouwer zullen hun kwaliteiten als pianist tonen, en fotograaf Eric de Vries zullen we leren kennen als filmmaker. Anton Simonis zal het geluid verzorgen en extra aandacht besteden aan het licht, zonder welke er geen fotografie is.

Locatie: Houtrustkerk, Beeklaan 535, Den Haag (hoek Houtrustweg). Parkeren kan gratis op het erf van de internationale school aan de overzijde. Aanvang: 20.15 uur precies. Deur open van 19.45 uur tot 20.10 uur, deuren sluiten om 20.10 uur. Entree: € 10,00 (alleen contant te betalen). Reserveren: redactie@extaze.nl
Presentatie: Cor Gout, licht en geluid: Anton Simonis (Adesign)
Meer over ‘Extaze 24’

Literair tijdschrift Extaze 24 ‘Fotografie’ [Jrg. 6, nr. 4]

coverE24voorDef.inddExtaze 24 – Fotografie
zesde jaargang nr. 4, november 2017
Redactie Cor Gout, Els Kort (vormgeving)
Gebrocheerd, geïllustreerd, 96 blz.,
€ 15,00
Presentatie 2 november 2017
ISBN 978-90-6265-984-5

Daan Rutten schrijft in De chaos en het beeld over Willem Frederik Hermans als fotograaf. ‘De zekerheid die een foto biedt als weergave van de werkelijkheid kan een literator nooit bereiken.’ Het is een verrassende uitspraak van de zeker niet realistische schrijver W.F. Hermans. Hij hield van de foto’s van Eugène Atget: winkeletalages, deuropeningen, cafés. Atget maakte de werkelijkheid niet mooier dan hij was. Maar is Hermans’ eigen fotografie wel zo objectief? Literatuurwetenschapper Ernst van Alphen betwijfelt dat. Zijn Hermans’ foto’s niet Man Ray-achtig surrealistisch? En anders zijn fotocollages wel?

Uitgaand van Walter Benjamin’s essay Het Kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid toetst Onno Schilstra in Koud, gulzig, ongenadig, onbetrouwbaar, betoverend diens stelling dat ‘de foto een spiegel van de werkelijkheid is die ons bewust maakt van onze omstandigheden’ aan zijn omgang met het fotokopieerapparaat, de fotostencilmachine, de computergestuurde stencilmachine (Risograph) en de digitale camera. In digitaal fotograferen ziet hij een duidelijke weerlegging van Benjamin’s stelling. De digitale fotografie is een subjectieve, manipuleerbare vorm van visuele bevrediging geworden, waarvan we het waarheidsgehalte fundamenteel moeten betwijfelen.

Wie over fotografie praat, praat over het moment, schrijft Wim Noordhoek in De foto en de dood. Je ziet foto en schilderij naar elkaar toekomen in het ‘betrappen’ van het moment, van de tekenpen naar de foto, de heilige graal die zich eeuwen schuilhield.

Korte verhalen van Ine Boermans, San Bos, Mischa van den Brandhof, Jonas Bruyneel, Heidi Koren, Arjen van Meijgaard, Hans Muiderman, Michel Ramaker, Dieuwke van Turenhout, Ilona Verhoeven, Pim Wiersinga, Jan Wijnen. Gedichten van Naomi Duveen, Romain John van de Maele, Marcel de Roos, Fred de Vries, Meliza de Vries. Beeld van Eric de Vries.

De presentatie van ‘Extaze 24’ zal plaatsvinden op donderdag 2 november 2017 in de Houtrustkerk in Den Haag (hoek Houtrustweg/Beeklaan). Lees ook nieuwe verhalen, gedichten, interviews en recensies op het digitale supplement van Extaze
Meer over ‘Extaze’

«Ik schrijf geen Theo Kars- /Jan Cremer-romans.»

VoorplatClaireObscure-75Over ‘Claire Obscure’ van Peter Andriesse op Blog van Renzo Verwer, april 2017:
(…) Mijn ervaring is dat alle seksuele relaties uitlopen op desillusie of mislukking. Zie het motto van Stephen Coole voor in het boek: ‘Happiness is fiction, pleasure is elusive.’ (…) Wat voor belang heb je om te gaan snoeven? Ik schrijf geen Theo Kars-/Jan Cremer-romans. Bijna alle lust en verlangens berusten op illusies en zijn gedoemd door ‘moedwil en misverstand’ (W.F. Hermans) te eindigen in teleurstelling of wederzijdse verwijdering. Soms zelfs in haat. (…)
Meer over ‘Claire Obscure’
Meer over Peter Andriesse bij Uitgeverij In de Knipscheer

Helen Knopper over haar comebackroman op Amsterdam FM-Radio

VoorplatKnopper1-72Over ‘Het loopt het ademt het leeft’ van Helen Knopper op Amsterdam FM-Radio, 28 maart 2016:
Op maandag 28 maart 2016 is auteur Helen Knopper live te gast in het boekenuur van 16.00 tot 17.00 uur in het programma ‘Kunst & Cultuur’ van Radio Amsterdam-FM. Zij wordt geïnterviewd door Peter de Rijk en Bert van Galen. Na 18 jaar stilte, maakt Helen Knopper haar comeback met ‘Het loopt het ademt het leeft’, een biografie, die alle trekken vertoont van een thriller. Een indrukwekkend verhaal over een onmogelijke vriendschap. Helen Knopper volgde de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en werkte aanvankelijk als schilderes. Vanaf 1965 kreeg de literatuur steeds meer de overhand: romans, verhalen en poëzie en talloze vertalingen van Engelse en Amerikaanse literatuur.
Luister hier naar de uitzending
Meer over ‘Het loopt het ademt het leeft’

«Eigenlijk mooi uitgegeven boekwerken.» – André Oyen

coverE16DefOver ‘Extaze 16 – Film’ op Ansiel, 25 maart 2016:
In een soort dagboekfragmenten vertelt Pieter Verhoeff over de perikelen die hij meemaakt om zijn recente filmproject ‘The Tokyo Trial’ op de rails te krijgen. (…) Hans Muiderman noemt Adriaan Ditvoorst de meester van de beweging en de stilte, van het intrigerende grensgebied tussen zichtbaar en onzichtbaar. Dankzij dit bijzonder knap opgebouwde artikel komt een monumentaal werk weer tot leven. (…) Cor Gout beleefde aan boek en film ‘Rubber’ merkbaar plezier en deelt dat heel overtuigend met zijn lezer. Dit filmnummer brengt film op een vrij academische leest naar de lezer maar beschikt toch ook wel over de nodige toegankelijkheid. Mij persoonlijk charmeerde deze Extaze-uitgave vooral door de originaliteit van de onderwerpen.
Lees hier en hier de recensie
Meer over Extaze 16

Peter Andriesse – Koude Sambal. Indische jeugdverhalen

Opmaak 1Peter Andriesse
Koude Sambal
Indische jeugdverhalen

Indonesië / Nederland
Paperback met flappen, 194 blz., € 17,50
Zesde, vermeerderde druk 2015
ISBN 978-90-6265-904-3

Koude Sambal bundelt de herinneringen van Peter Andriesse aan zijn jongensjaren in Indonesië in de jaren vijftig. In de korte stukjes komen vooral de belevenissen van de auteur en zijn oudere broer op het internaat tot leven, evenals de grote en kleine problemen van jongens die in een vreemd land, aanvankelijk wat onwennig en zonder veel contact met thuis, hun plaats tussen leeftijdgenoten moeten zien te vinden. De sfeer van het Indische leven is voortreffelijk weergegeven evenals de reacties van de jongen op het zeer Hollandse leven bij oom en tante, als hij alleen is teruggekeerd in zijn vaderland. Deze Indische jeugdverhalen zijn vooral gesitueerd op Sumatra’s oostkust in de periode 1951-1954.
Peter Andriesse schreef speciaal voor deze heruitgave (6de druk) het verhaal ‘Kleine topografie, prille liefde’ dat in deze vorm voor het eerst aan Koude Sambal is toegevoegd.

‘Sinds ik op Java ben geweest verzamel ik zulke heden ten dage veelvuldig herdrukte boekjes als die van Justus van Maurik, Victor Ido, Louis Couperus en dergelijke tempo doeloe literatuur. Uw Koude Sambal die u mij stuurde heb ik met veel genoegen daarbij gezet en met evenveel genoegen gelezen, of eigenlijk meer genoegen, want het is ten slotte moderner.’ – W.F. Hermans

‘Ik vind de verhalen stuk voor stuk meesterwerkjes.’ – Hans Vervoort

Koude Sambal heeft mij een paar verrassingen bereid die me zullen heugen.’- Rudy Kousbroek

Peter Andriese (1941) heeft een 15-tal verhalenbundels, novellen en romans op zijn naam staan. De jury van de Reina Prinsen Geerligsprijs gaf hem in 1965, vier jaar vóór de publicatie van zijn debuutbundel Verboden te jodelen, al een eervolle vermelding voor de verhalen die hij in literaire tijdschriften had gepubliceerd. Andriesse was medewerker van Propria Cures van 1969 tot 1979. In 2014 maakte hij als schrijver een verrassende comeback met de alom geprezen roman De rode kimono.
Meer over ‘Koude Sambal’
Meer over Peter Andriesse bij Uitgeverij In de Knipscheer