Wim van Binsbergen – Zusters Dochters. Afrikaanse verhalen

Wim van Binsbergen
Zusters, dochters
Nederland, Afrika, verhalen
Paperback 160 blz.,
ISBN 90-6265-173-9

In Zusters, dochters, zijn eerste verhalenbundel, vervolgt Wim van Binsbergen het onderzoek van de thema’s die ook zijn poëzie en zijn wetenschappelijk werk tot nu toe hebben bepaald: religie, lichamelijkheid, verwantschap, verlangen en bevrijding, samenkomend in de confrontatie tussen Afrika en Europa.
De verhalen spelen in verschillende gebieden en tijdperken, maar in alle vier klinkt de geschiedenis van de onderdrukking en verzet in Afrika door; vooral echter vormen zijn een eenheid omdat zij als hoofdpersonen Afrikaanse vrouwen opvoeren die, in crisismomenten van hun leven, hun zelfstandigheid en identiteit tegenover mannen bevechten. Kernprobleem daar bij is de spanning tussen twee soorten bindingen met mannen: die welke zij vrijwillig aangaan, en die waaraan zij als zusters en dochters van mannen onderworpen zijn en die bijna onontkoombaar blijken. Die laatste zijn bedreigend, maar bieden even vaak bescherming tegen een nog bedreigender seksualiteit.

Wim van Binsbergen (1947) publiceerde de dichtbundels Leeftocht (1977) en Klopsignalen (1979), en vertaalde Okot p’Biteks Lied van Lawino en Lied van Ocol voor de Afrikaanse Bibliotheek (1981). Van zijn vele wetenschappelijke publicaties over Afrika heeft vooral Religious change in Zambia (1979, 1981) internationaal aandacht getrokken.
Meer over Wim van Binsbergen

Clyde Lo-A-Njoe– Dansen/Baliamentu. Gedichten en grafiek

DansenBaliamentuCLYDE LO-A-NJOE
Dansen/Baliamentu

Nederland, Aruba
Gedichten. Tweetalig Nederlands-Papiamentu
Gebrocheerd, 104 blz., incl. 8 blz. grafiek in 4-kleuren
1982
ISBN 90-6265-058-9
Uitverkocht

Clyde Roël Lo-A-Njoe (1948) werd geboren te Santa Cruz, Aruba. Na zijn opleiding tot tekenaar-schilder werkte, woonde en reisde hij in vele landen van Europa en Azië. Uit zijn recente grote exposities in het Caribisch gebied (1981), op de Hannover Messe (1982, als enig exposerend beeldend kunstenaar), en in ‘t Speelhuis, Helmond (eveneens 1982) blijkt hoe hij met grote trefzekerheid een volstrekt eigen grafische uitdrukkingswijze bereikt, steeds meer teruggebracht tot geometrische en kinetische concepten; een artistiek proces waarmee hij steeds meer internationale erkenning vindt. Proeven van zijn nieuwste grafisch werk zijn als illustraties opgenomen in Dansen/Baliamentu, zijn eerste dichtbundel.
Deze gedichten, ontstaan tijdens zijn omzwervingen door de Oude Wereld, en onmiskenbaar producten van een beeldend kunstenaar, zijn echter oneindig meer dan uitvloeisels van het grafisch werk. In effectieve beelden en klanken, verwijzend naar dans en muziek als nog absoluter en nog lichamelijker kunstvormen dan grafiek of taal, zoekt de kunstenaar zichzelf tussen dodendansen, ballroom-geschuifel en wervelende Caribische ritmen en geeft hij, zichzelf, eenmaal gevonden, weer prijs, aan anderen of aan ‘de doordringende helderheid van de duisternis’ (A Capella)

Luis H. Daal (1919-1997) heeft zich zijn hele leven gewijd aan de emancipatie en consolidatie van het Papiamentu. Hij deed dat als journalist (onder meer als hoofdredacteur van La Prensa, 1947-1950), als filoloog (als romanist en nederlandist had hij met zijn spellingsvoorstellen voor het Papiamentu grote invloed), als uiterst productief vertaler, als dichter (Kosecha di Maloa, 1963; KuAwa naWowo, 1971; Sinfonia di Speransa, 1975; en de verzamelbundel Te Juister Stonde/Na Ora Oradu, 1976), en sinds 1975 ook als hoofd van de afdeling Kulturele Zaken van het Kabinet van de gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen, Den Haag.
De dichter van Dansen/ Baliamentu kon zich geen groter compliment wensen dan dat Luis Daal bereid bleek deze in het Nederlands geschreven gedichten te herscheppen in hun beider moedertaal. De precisie en de poëtische kracht waarmee de vertaler zich van zijn zelfopgelegde taak gekweten heeft, maken Dansen/ Baliamentu tot een authentieke bijdrage aan de Antilliaanse literatuur.

Wim van Binsbergen – Klopsignalen. Gedichten

Wim van Binsbergen
Klopsignalen
Nederland, poëzie
Paperback, 60 blz.
ISBN 90-6265-030-9
Eerste uitgave 1979

Wim van Binsbergen (1947) schrijft gedichten sinds 1962. In 1971 publiceerde hij in eigen beheer ‘Gedichten en twee essays’ en in 1977 maakte hij zijn officiële debuut met Leeftocht.

Klopsignalen is zijn tweede bundel. Het materiaal voor zijn poëzie ontleent Van Binsbergen veelal aan zijn wetenschappelijk achtergrond. Hij deed antropologisch onderzoek in Tunesië en Zambia, publiceerde een groot aantal wetenschappelijke studies, over religieuze vernieuwing en over migratie in Afrika. Over zijn gedichten schrijft hij (in een brief onder te titel ‘Wetenschap en dichterschap’, Mandala III/1) o.m.: ‘Mijn gedichten hoezeer uiterlijk ook het tegendeel suggererend, gaan eigenlijk niet over wetenschap, noch over Afrika. Dat is maar vormmateriaal; vroeger gebruikte ik iets anders en later zal ik hopelijk wel weer iets anders nemen. Die gedichten gaan over de poging om fundamenteel onoplosbare tegenstellingen die mijn leven en denken beheersen (en die zozeer in ons sociaal en economisch stelsel verankerd zitten dat ze zich in analoge vorm bij anderen, bij voorbeeld mijn lezers, zullen voordoen) te overbruggen, op een manier die alleen binnen de hulpeloze en toch dwingende vormgeving van het kunstwerk mogelijk is, en door niets anders dan die vormgeving.’
Meer over Wim van Binsbergen