Over ‘Afgekapt Dichtwerk’ van Rogi Wieg in Awater, 26 oktober 2014:
Wieg gaat niet mee in de poëziemodes van dit moment. Terwijl bundels steeds samenhangender en conceptueler lijken te worden verzamelt hij niet meer dan 28 vrij beknopte gedichten, geordend in drie willekeurig aandoende afdelingen. In ‘Good times’, een van mijn favorieten, wordt de kindertijd in het schrijven geïdealiseerd; prachtig worden zoetsappige jeugdherinneringen uitgedrukt met de woordcombinatie ‘snoepen en groeien’. De tweede strofe bevat de omslag: van al dat moois blijft niets over, ‘alleen wat achtergrondruis’. Na een fraaie poging om de losgeraakte bloembladeren met de terugspoelknop weer in een intact bloemenveld te veranderen, kijkt de ik-figuur nog één terug op de tijd dat hij ‘zo’ was, zo tegelijk pretentieloos en pretentieus ‘dat ik opstond, koffie zette en me boog over het heelal.’ Wat een raar en raak gedicht.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Afgekapt dichtwerk’
Meer over Rogi Wieg bij In de Knipscheer