Over ‘Omwille van het bloed’ van Suzanne Binnemans, 29 januari 2013:
En: ook met bloed en tranen op papier gezet, een kunststukje. Al zie ik al de pijn bij het schrijven, maar tegelijk ook de louterende kracht, het genezen van een getormenteerde zwakke vader die [de dochter] uiteindelijk in de zieke armen sluit. (…) Vooral de eerste cyclus ‘De verzoeking’ is een klein lyrisch huzarenstukje, zeer sfeervol, zeer pijnlijk, zeer doorvoeld en tegelijk o zo ontwapenend mooi. Als ik zinnen als ‘stikkend in zijn braaksel’ lees word ik wel achterovergeduwd, dit is de extreme schets van een vader door zijn dochter die hem spijts alles blijft liefhebben. ‘Misschien was het de schimmel zelf…’ (p. 12) is al even ontluisterend en groots in zijn directe zegging. ‘Hij is nu wrakhout’ (p. 14) is eveneens een brok rauwe lyriek.
Het wellicht mooiste beeld heb ik dan weer op p. 20 gevonden: ‘het kleine meisje kijkt verwonderd…’, met die ladder, het fietsje als vriend. (…)
Uit de laatste bevrijdende cyclus onthoud ik vooral de ‘blinde woede in de zakken van zijn kamerjas’, een beeld om stil van te worden… En wat verder, p. 37, de hand die het album van de leugens weglegt, gewoon subliem, een extreem sterk beeld dat je bij de keel pakt en ontroert, al moet qua sterke zegging het eenvoudige ‘mijn liefste kind’ van de voorlaatste pagina daar niet voor onderdoen.
Meer over Suzanne Binnemans