«Zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis in een bredere context geplaatst.» Maureen Welscher

Opmaak 1Over ‘Oorlog aan de overkant’ van Sanne Biesheuvel in Pindah, april 2020:
‘Weet je of je vader tijdens de oorlog in Nederlands-Indië een liefje had?’, wordt Sanne Biesheuvel gevraagd. Een vraag waarbij ze nooit stil heeft gestaan. Sanne gaat zoeken in de verhuisdoos waar de spullen van haar vader na diens dood zijn opgeborgen. Ze vindt drie dagboeken die hij heeft bijgehouden in Nederlands-Indië. Dirk wordt als dienstplichtige soldaat in 1946 naar Nederlands-Indië gestuurd waar hij als hospik gaat werken omdat hij geen wapens wil dragen. Hij wil geen mensen doodschieten. De oorlog beleeft hij daardoor vanaf de achterkant: hij verzorgt de gewonden en kist de gesneuvelden. Tijdens de twee politionele acties is hij ongewild getuige van agressie, martelingen en massamoorden. Ook wordt hij voor het eerst echt verliefd. Op de Indische Tati en de twee krijgen een gepassioneerde relatie. Ze kunnen niet bij elkaar blijven. Tati gaat naar haar moeder die haar hulp nodig heeft en Dirk wordt onverwacht eerder naar Nederland gestuurd. De Nederlandse regering beseft dat de strijd een verloren zaak is en de onafhankelijkheid van Indonesië onafwendbaar. Dirk voelt zich verraden omdat hij nu gezien wordt als de wrede bezetter, de onderdrukker. Dirk: ‘Dat voelde zo oneerlijk, zo gemeen.’ Dirk en Tati zien elkaar nooit meer terug. Het boek sluit naadloos aan bij het grootschalig onderzoek van Nederland naar de politionele acties 1946-1949 en het geweld in (voormalig) Nederlands-Indië. Over het eerste heeft koning Willem Alexander in maart 2020 tijdens het staatsbezoek aan Indonesië de excuses aangeboden voor het excessieve geweld van Nederland in die periode. De groep soldaten die dit uit de eerste hand kan vertellen, sterft uit. Met het verhaal van Dirk wordt deze zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis in een bredere context geplaatst.
Meer over ‘Oorlog aan de overkant’
Meer over Sanne Biesheuvel